Sipke Ernst plaatst zich voor het NK ondanks twee nederlagen
Sipke Ernst heeft zich in Amsterdam geplaatst voor het Nederlands Kampioenschap. Weliswaar eindigden David Klein en Twan Burg met 3.5 uit 6 gelijk met hem, maar omdat Sipke van Friso Nijboer heeft verloren plaatst de Friese Groninger zich voor het NK. Nijboer wist vandaag met 50% nog wel de eer te redden, maar eindigde met 1.5 uit 6 evengoed onderaan.
Het reglement bij gelijk eindigen is wat mij betreft onbevredigend. Vorig jaar werd er (omdat Benjamin en ik tegen elkaar twee remises hadden gespeeld) nog gesnelschaakt om de plaatsing (waarbij ik verloor tegen Benjamin Bok), dit jaar was de situatie dat wie het slechts tegen Nijboer had gepresteerd zich zou plaatsen. Een muntje opgooien had natuurlijk ook gekund, of alfabetische rangschikking, of de marmotten van Fred Oster laten bepalen, ook leuk. Allemaal willekeurig, al snap ik wel dat dat snelschaken voor de organisatie alleen maar extra gedoe is. Enfin, Sipke is op zich een aanwinst voor het NK, maar voor Twan en David is dit einde toch wel jammer.
Maar laten we verder gaan met het toernooi. Sipke stond na gisteren op 2.5, Twan op 2, David op 1.5, Friso op 0. De laatste had nog een theoretische kans op plaatsing, daarvoor moest hij in ieder geval met zwart van Sipke gaan winnen.
Zwart heeft nog geen concrete dreigingen tegen de witte koning; belangrijke velden zoals h2 zijn door de witte stukken gedekt. Er dreigt echter wel een aftrekaanval met de loper op g4. Het is daarom logisch dat stuk aan te vallen, maar met welk paard?
30.Pfe3?
De actieve voortzetting, maar wit staat al een pion voor en hoeft niet per se actief te doen. Na 30.Pde3! is pion h2 nog steeds door het andere paard gedekt, en na 30…Pxh2 31.Pxh2 Lxd1 32.Pxd1 staat wit gewoon een kleine kwaliteit voor.
30…Pxh2!
Nu werkt dit wel; als wit met de koning terugslaat pakt zwart de pion op f2 mee met schaak en pent dan meteen het paard op e3, dat dan dus niet kan terugslaan op d1.
31.Dc2 Dh5
Nu heeft zwart wel concrete dreigingen tegen de koning… na 31.Kg1 Pf3+ zou wit mat gaan. In de partij gaat hij niet mat, maar raakt hij wel alles kwijt.
32.f4 Pf1+ 33.Kg1 Pxe3 34.Pxe3 Lxd1 35.Dc5 gxf4 36.Dxh5 Lxh5 37.Pd5 0-1
Twan was door remise gelijk met Sipke gekomen, de onderlinge partij in de vijfde ronde was dus erg belangrijk. Dat werd een walk-over.
De stand was nu als volgt: Sipke 3.5, David en Twan 2.5, Friso 1.5. De rare situatie was echter ontstaan dat Twan zelfs bij winst zich niet kon plaatsen, terwijl David bij winst afhankelijk zou zijn dat Twan niet zou winnen, omdat in dat geval het onderling resultaat niet in het voordeel van Sipke zou zijn. En David won inderdaad:
Maar dankzij de overwinning van Twan op Friso was het tevergeefs. Sipke Ernst naar het NK!
(De foto is gemaakt door Lennart Ootes)
Het is wel grappig om te zeggen dat wie het slechts heeft gepresteerd tegen Friso, zich heeft geplaatst. Maar Sipke heeft gewoon het beste onderlinge resultaat van de winnaars. Dat is een aloud, veel gehanteerd en doodnormaal tie-breaksysteem. Alleen in een vierkamp met drie winnaars ziet het er wat gekker uit dan in een grote groep.
Is er ergens een toernooitabel, zodat we kunnen zie wat elke speler tegen zijn tegenstanders heeft gescoord? Dat zou de discussie over de tiebreak wat inzichtelijker kunnen maken.
Ja hoor: www.schakers.info/?p=12746
Om het eenvoudig te houden, ondanks de driekoppige gelijke stand, Sipke had de meeste overwinningen! Ook de meeste Nederlagen maar dat is in de huidige situatie niet relevant van de ‘winnaars’. Logisch dat Sipke door is, zuur voor de anderen. In een klein deelnemersveld met weinig partijen is het logisch dat op hoog niveau de resultaten evenwichtig zijn. Sommige sporten gaat het om een duizendste seconden. Topsport is een harde business.
Het reglement luidt als volgt:
5.1. Indien twee of meer spelers met een gelijk aantal punten op de eerste plaats eindigen, dan wordt op basis van het beste onderling resultaat de winnaar aangewezen. Zijn er meerdere spelers met het beste onderling resultaat, dan worden beslissingsmatches gespeeld.
Dit had m.i. duidelijker omschreven kunnen worden. Klein heeft immers dezelfde score als Ernst en hun onderlinge resultaat is ook 1-1 gelijk. Dus op grond daarvan kun je geen winnaar aanwijzen. Echter, Ernst heeft tegen Burg een 1,5-0,5 score en dát onderlinge resultaat werkt in deze lezing van het reglement in het nadeel van Klein, die zelf 1-1 scoorde tegen Burg.
In een alternatieve lezing van het reglement zou je ook kunnen concluderen dat Klein en Ernst een beslissingsmatch hadden moeten spelen. Immers: gelijke score en gelijk onderling resultaat.