Stalen zenuwen (boekbespreking)

Dit is het tweede artikel in de serie. Voor de inleiding ‘Met Stalen zenuwen Grenzen verleggen’ klik hier.

Hoe topsporters presteren onder druk (en wat jij daarvan kunt leren)

Over de auteur

Ger Post is docent cognitieve neurowetenschappen aan de UvA en hij schrijft als journalist over psychologie en hersenonderzoek.

Het boek gaat over momenten waarop er veel op het spel staat. Of het nu een gouden medaille is op de Olympische Spelen, een belangrijke toets of een sollicitatiegesprek. Het zijn de momenten waarop sommigen zich positief weten te onderscheiden, terwijl anderen door het ijs zakken. Het verschil tussen nét wel en nét niet.

In zijn voorwoord citeert hij de Denker des Vaderlands, wijlen René Gude:

‘In alle hoeken van de samenleving staan scoreborden te knipperen. Peilingen en rankings tuimelen over elkaar heen.  Kwantificering van levensdoelen en status maakt vergelijking en competitie mogelijk. De waarde van een baan is af te meten aan het salaris dat ermee verdiend wordt. De Cito-scores bepalen de toekomst van de leerling. Ranking in citatielijsten bepaalt het lot van de wetenschapper en de peiling beslist over het wel en wee van de politicus.’

‘Onze samenleving gaat steeds meer op een sportveld lijken en we gaan steeds meer als sporter denken. Termen als ‘winnaarsmentaliteit’, ‘excelleren’ en ‘de lat hoog leggen’ zijn buiten de sport volledig ingeburgerd en geven richting aan ons denken en doen.’

Het boek bestaat uit twee delen. Deel 1 gaat over hoe sporters onder druk bezwijken en boven zichzelf uitstijgen en deel 2 gaat over de weg naar stalen zenuwen.

In het eerste deel herziet Post de legendarische bezwijkingen zoals die van Gerard Kemkers die Sven Kramer de verkeerde baan instuurde, die van het Nederlands elftal tijdens de verschillende strafschoppenseries op grote toernooien en die van bobsleeër Edwin van Calker, die tijdens de Olympische spelen ineens de baan niet meer af durfde. En hij houdt gedenkwaardige ‘opstijgingen’ opnieuw tegen het licht, zoals die van Michael Jordan bij de Chicago Bulls, die van zwemmer Maarten van der Weijden tijdens de Spelen van Peking en die van de Duitse voetballers die telkens weer in de laatste minuut scoren.

In het tweede deel van het boek staat centraal hoe we ons kunnen voorbereiden op een belangrijk moment. Daar komt een wereldberoemde sportpsychiater aan het woord die Tour de France-winnaars, olympiërs en wereldkampioenen leert de onzekerheden van een belangrijk moment te accepteren. Voor alle bondscoaches: het is tevens dé manier om beter te worden in die dekselse penalty’s.

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal Stalen Inzichten.

Hieronder een kleine selectie van de vele onderwerpen die aan de orde komen.

Vraag

Spelen stalen zenuwen een rol in de schaaksport of is het maar een idee-fixe? Zijn er spraakmakende voorbeelden te geven?

Speciaal bericht aan alle voetbalcoaches: het penaltyspook bestaat niet!

Dit is een van zijn Stalen Inzichten en het onderwerp penalty’s was ook uiterst actueel bij het EK-voetbal in Frankrijk. Iedere keer komt het penaltyspook weer voorbij als er een belangrijk toernooi of kampioenschap is. Hoe kan het dat zulke ervaren (en dure) topspelers op cruciale momenten niet kunnen scoren uit een strafschop. Tijdens de wedstrijd tussen Duitsland en Italië in de kwartfinale waren er slechts vier van de tien strafschoppen raak in de eerste serie van vijf strafschoppen. Ra Ra hoe kan dit? Frank de Boer en Pierre ‘Air’ van Hooijdonk gaven hun mening na afloop van deze wedstrijd. Frank had soms wel voor een belangrijke wedstrijd 40 keer geoefend op het nemen van strafschoppen en het bracht hem helemaal niets. Pierre ‘Air’ vond dat je gewoon jezelf moet blijven, geen rare dingen moet doen, gewoon een aanloop nemen en schieten. Gewoon trainen op een goede traptechniek moet volgens hem voldoende zijn. En nog belangrijker: de omstandigheden zijn zo bijzonder en daarom niet na te bootsen tijdens trainingen.

Ger Post schrijft uitgebreid over het penaltysyndroom van het Nederlands elftal. Al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw wordt het Nederlands elftal achterna gezeten door het penaltyspook. Het begint op het EK in Engeland waar onze Gouden Generatie (met Davids, Seedorf, Kluivert, Reiziger, Overmars, Bogarde en de broers de Boer) deelneemt aan het toernooi. Genoemde voetballers hadden met Ajax de Champions League en de wereldtitel gewonnen. In de kwartfinale worden zij door Frankrijk uitgeschakeld door strafschoppen (Seedorf miste.) Twee jaar later volgt het WK in Frankrijk (weer met Hiddink en nagenoeg dezelfde groep). En weer verliest Nederland met strafschoppen van Brazilië in de halve finale (Cocu en Ronald de Boer missen). En dan moet de grootste strafschoppenblamage nog volgen tijdens het EK in de Amsterdam Arena. Hiddink is opgevolgd door Rijkaard. Tijdens de wedstrijd tegen Italië, dat al na een half uur met tien man moet spelen, krijgt Nederland twee strafschoppen mee. Frank de Boer en Kluivert missen. De wedstrijd eindigt in gelijk spel en weer moeten er strafschoppen worden genomen. Frank de Boer, Jaap Stam en Paul Bosvelt missen. De ‘Gouden Generatie’ heeft een diepterecord gevestigd.

Naast voetbalcommentatoren en journalisten echoën ook beroemde trainers als Hiddink, Cruijff, Advocaat, Van Gaal en Van Hanegem dat strafschoppen nemen een ‘loterij’ is en trainen geen zin heeft. De voetballers zijn volledig aan de omstandigheden overgeleverd. Maar als trainers vertellen dat ze meedoen aan een loterij, analisten vertellen dat ze last hebben van een ‘spook of syndroom’ en journalisten schrijven dat de spelers een ‘winnaarsmentaliteit’ missen dan is het geen wonder dat spelers beginnen te denken dat ze ‘het’ missen.

Vraag

Kent de schaaksport ook ‘spoken’ of ‘syndromen’? En hoe wordt daar mee omgegaan door topschakers en door amateurschakers? Is hierover al eens gepubliceerd en zijn er aansprekende voorbeelden?

De onzekerheid een plek geven

Een van de mooiste verhalen is het verhaal van Maarten van der Weijden. Tijdens de Olympische Spelen in Peking wint Van der Weijden de gouden plak op het nummer 10 kilometer openwaterzwemmen. Ja, het verhaal is al vele malen verteld. Acute leukemie in 2001, en enorm zwaar herstelproces en in Peking in 2008 olympisch goud winnen. Op het zwaarste onderdeel.

Als Van der Weijden uit het water stapt, merkt hij dat zijn leven in ’een sprookje’ is gegoten. De laatste meters van de olympische race demarreerde hij, zwom hij sneller dan iedereen voor mogelijk hield en veroverde hij een gouden medaille. De Nederlander steeg boven zichzelf uit, zo leek het, en dit werd nog eens versterkt door het uitzinnige televisiecommentaar van zijn trainingsmaatje (Pieter van den Hoogeband) en diens trainer (Jacco Verhaeren). Hij was Armstrong voorbij.

Meteen na zijn olympische race vertelt Van der Weijden journalisten: ‘Vergelijk me niet met Armstrong.’ Hij noemt het verhaal van de Amerikaan een sprookje dat weinig met de realiteit te maken heeft. Wanneer hij de mogelijkheid krijgt, vertelt hij dat hij kanker niet heeft overwonnen maar dat hij veel geluk heeft gehad kanker te overleven. Dat mensen in zijn omgeving erop blijven hameren dat hij kanker heeft overwonnen ondanks dat hij zelf zegt dat dit niet waar is, geeft aan hoe sterk de neiging is om onzekerheden van hachelijke momenten weg te stoppen in een illusie. Maar waar Van der Weijden de kans krijgt vertelt hij dat er nog een ander manier is om met die onzekerheden om te gaan. In plaats van ze ruim baan te geven, zoals in de illusie van de hulpeloosheid, of ze weg te stoppen, zoals in de illusie van controle, geeft Van der Weijden de onzekerheden van een cruciaal moment een plek in zijn verklaringen. De manier waarop Van der Weijden dit doet is via kansberekening. In zijn ziekenhuisbed lag hij bijvoorbeeld regelmatig zijn overlevingskansen te berekenen.

De kans een ietsje groter maken

Een jaar voor de Olympische Spelen in Peking klopte trainer Marcel Wouda bij hem aan en hij stelde twee vragen: ‘Maarten geloof jij erin dat we het podium kunnen halen in Peking? En geloof jij dat we Olympisch goud kunnen halen?

Ja, Marcel er is een kans. Maar laten we even reëel zijn, die kans is wel enorm klein. Als anderen een slechte dag hebben en wij stijgen boven onszelf uit, dan kan het zomaar gebeuren. Maar die kans is wel heel klein hè?

Ben je bereid elke dag de keuze te maken voor het zwemmen? Dat was hij.

Van der Weijden deed er alles aan om de kans op een medaille ietsje groter te maken, maar geen moment verloor hij uit het oog dat het waarschijnlijker was dat hij geen medaille zou winnen.

Vraag

Bestaan er voor schakers ook onzekerheden voor en tijdens een partij of voor en tijdens een toernooi? Hoe gaan schakers hiermee om? Bestaan hierover mooie verhalen?

Omgaan met emoties

Ger Post schrijft: ‘Dr. Steve Peters is sportpsychiater in Engeland en misschien wel de enige ter wereld. Hij heeft een methode ontwikkeld die nogal opvalt in een wereld waar de wil om te winnen heilig is. Peters helpt de sporters met wie hij werkt juist van hun obsessie met winnen af!

Zo zei baanrenner Sir Chris Hoy: ’Zonder Steve denk ik niet dat ik met drie gouden medailles uit Peking was thuisgekomen. ’Victoria Pendleton, meervoudig Europees, wereld- en olympisch kampioen op de baan noemde Peters ‘de belangrijkste persoon in haar carrière’, terwijl Bradley Wiggins, winnaar van vier gouden olympische medailles, acht wereldtitels en van de Tour de France in 2012, Peters bedankte voor zijn hulp bij ‘het benaderen van zijn zorgen en zijn angsten’. Inmiddels staan sporters en teams uit allerlei disciplines in de rij om met Peters te werken.’

Vraag

Hoe gaan schakers om met hun emoties, hebben zij angsten voor hun tegenstanders en speelt dat een rol bij hun prestaties? Welke bekende schakers hebben stalen zenuwen en welke beslist niet. Moet onze (top)jeugd mentale training krijgen of is dit maar onzin?

Sterke staaltjes

Iedere sport kent zo zijn eigen sterke staaltjes.

Kent onze schaaksport ook ‘sterke staaltjes?’

Doe mee en mail naar : redactieschaaksite@gmail.com of gebruik de commentaarkolom onder dit artikel.

Meer informatie:

–          Een interview met Ger Post voor Managementboek

–          Een radio-interview met Ger Post in Sportzomer (de dag na het interview met Marleen van Amerongen, de nieuwe voorzitter van de KNSB)

–          Kijk voor een korte samenvatting bij de inleiding tot deze serie

–          Steve Peters: The Chimp Paradox (boek)

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.