Wereldkampioen klopt Giri en wint Bilbao

Onze landgenoot Anish Giri zal het toernooi in Bilbao snel willen vergeten. Nadat hij al op ‘min twee’ was gezet, werd hij in de negende ronde nog verder de sores in gedrukt door Magnus Carlsen. De wereldkampioen zag zijn kans schoon om in dit toernooi de onderlinge score tegen Giri in partijen met het klassieke tempo gelijk te trekken. Het zat hem niet lekker dat hij daar telkens aan herinnerd werd, als hij weer eens niet van de Nederlander gewonnen had. En tevens kon Carlsen met een overwinning ook het toernooi winnen, want gezien het behoorlijk hoge percentage remises was het niet te verwachten dat zijn naaste concurrenten hem zouden bijbenen.

 

In de partij werd al op zet twee duidelijk met welke strategie de wereldkampioen de strijd zou aangaan. Na 1. d4 d5 speelde Carlsen 2. Lf4, niet bepaald een zet waar zwartspelers wakker van liggen. Het maakte ook duidelijk dat de meeste spelers – zelfs de wereldkampioen – bevreesd zijn voor de openingskennis van Giri. Lange tijd ging het gelijk op en ‘Mr Equalizer’, zoals de bijnaam van Giri in deze kringen luidt, hield de stelling heel gemakkelijk gelijk. Toen kwam het moment in de partij waar hij later veel spijt van zal hebben gehad.

Hier vergreep Giri zich met 21… Pxe5 aan pion e5 en daarmee zette hij zichzelf in een penning waar hij niet meer uit zou geraken. Objectief gezien kon het allemaal wel, maar prettig speelde de stelling voor zwart allerminst.

Giri liep vanaf dit moment achter de feiten aan terwijl Carlsen simpel zijn stukken naar de goede velden dirigeerde. Het kon bijna niet anders of deze gang van zaken zou een keertje fout lopen. Zeker gezien de vormcrisis waarin onze landgenoot kennelijk in verkeert, zit een ongeluk in een klein hoekje. Eerst moest Giri het verlies van een toren tegen twee lichte stukken toelaten, vlak voor de tijdcontrole ging hij definitief de fout in. De witspeler reageerde zeer adequaat. Een kleine combinatie leverde niet alleen een pion, maar ook een felle koningsaanval tegen de zwarte koning op. Carlsen dook met zijn stukken de zwarte koningsstelling in en de slotzet is heel fraai. Hij laat zijn loper op e5 hangen omdat hij berekend heeft dat hij de zwarte koning met dame plus paard over de kling kan jagen. Giri rekende de variant nauwkeurig na, zag ook dat hij aan het eind van die variant zijn dame zou verliezen door een paardvork en gaf het daarom op. Een mooie partij van Carlsen die nu eindelijk het appeltje heeft kunnen schillen dat hij nog te schillen had!

Omdat de andere twee partijen in remise eindigden, was Carlsen door deze zege al meteen toernooiwinnaar.

De tiende en laatste ronde liet dan ook weinig opwinding zien. Giri ging met wit niet meer op buigen en barsten spelen tegen Hikaru Nakamura. Hij probeerde met minimale middelen te kijken of hij de Amerikaan kon verleiden tot fouten. Nadat er een paar grootscheepse ruilen hadden plaatsgevonden, had Giri het loperpaar veroverd in een middenspel zonder dames. Dat leek wel iets te kunnen worden, maar Nakamura verdedigde zich heel nauwkeurig. Onze landgenoot slaagde er in de verste verten niet in om zijn tegenstander te verontrusten. Toen het loperpaar weer van het bord verdween en ook de meeste andere stukken, was duidelijk dat de remise onontkoombaar was. Daarmee kwam een einde aan de martelgang die onze landgenoot heeft moeten meemaken. Laten we hopen dat er een heel andere Giri binnenkort aan de andere kant van de oceaan komt te zitten, als hij in de Sinquefield Cup aantreedt. Schaaksite houdt u uiteraard op de hoogte!

 

De eindstand na 10 ronden luidt:

Dan nu de analyses van de laatste twee partijen van Anish Giri:

 

Ronde 9

 

 

Carlsen, M. – Giri, A.

  1. d4 d5 2. Lf4

De wereldkampioen heeft duidelijk geen zin om een theoretische discussie aan te gaan met ‘alles weter’ Giri. Vandaar deze wat pretentieloze opzet, overigens ook ooit gespeeld door Nakamura tegen Giri in 2014. De Amerikaan won er toen mee.

2…Lf5 3. e3 e6 4. Ld3

Dit is wat vreemd. Wits sterke loper wordt afgeruild en daarmee lijkt alle kans op voordeel verdwenen voor wit.

4…Lxd3 5. Dxd3 c6 6. Pd2 Pf6 7. Pgf3 Le7

Giri houdt zijn goede loper in zijn bezit. Met 7…Ld6 8. Lg3 [ Of 8. Lxd6 Dxd6] 8…O-O zou hij er een totaal gelijke stelling van hebben kunnen maken.

  1. O-O O-O 9. h3 Pbd7 10. a4 Nog bekend is hier 10. c4 dat na 10…c5 leidt tot stellingen die ooit eerder zijn gespeeld.

10…c5 11. a5 c4

Giri heft de spanning in het centrum op en kiest bewust voor een ketenstrijd waarin hij over het marginale voordeel van de goede loper beschikt.

  1. De2 b5 13. axb6 axb6 14. Pe5 Pxe5 15. dxe5

Hiermee geeft Carlsen eigenlijk aan dat hij op de koningsvleugel een soort aanvalletje wil opzetten tegen de zwarte koning.

15…Pd7 16. Dg4 Te8

Giri vangt de dreiging Lf4-h6 simpel op. Ook mogelijk lijkt mij 16…Dc7

  1. h4

17…f5 Opnieuw 17…Dc7 komt in aanmerking. Na 18. h5 Pxe5 19. Dg3 Ld6 staat zwart een gezonde pion voor.

  1. Dh3
  2. exf6 Lxf6 19. Lg5 levert ook niets op voor wit. Na bijvoorbeeld 19…De7 20. Pf3 Pc5 is het eerder zwart die beter staat.

18…Txa1 19. Txa1 c3!?

Een tijdelijk pionoffer waarmee Giri erin slaagt om wits pionnenstructuur op de damevleugel te verminken. De consequenties van 19…Lxh4?! levert een soort mistgordijn op waar Giri zich liever niet op inlaat. Na 20. g4 fxg4 [ Niet 20…g6? 21. Pf3 Le7 22. gxf5 exf5 23. Ta7 en heeft wit de nodige kansen gecreëerd.] 21. Dxg4 Pf8 en hoewel ik niet zie hoe wit hier echt vuist zou moeten maken, begrijp ik wel dat de zwartspeler zich niet op zijn gemak voelt hier.

  1. bxc3 Dc7 21. c4

De enige manier voor wit om de dreiging … Dxc3 en … Pxe5 op te vangen.

21…Pxe5?!

Een grove overschatting van zijn mogelijkheden. Giri gaat vrijwillig in de penning staan en dat gaat heel vaak fout. Het is mij niet helemaal duidelijk wat Giri overzien heeft. Mogelijk is natuurlijk ook 21…dxc4 waarna wit maar moet zien hoe hij een aanvalletje uit de grond kan tillen.

  1. Dg3 Ld6
  1. cxd5

Deze logische zet zullen beide spelers ook voorzien hebben. Maar er was een directe weerlegging voor handen van zwarts idee om in de penning te gaan staan. 23. c5! bxc5 24. Ta6 De toren valt een van belangrijke verdedigers van Pe5 aan en daarmee dreigt hij domweg Txd6. Daartegen valt eigenlijk niets te verzinnen.

23…exd5 24. Pb3

Carlsen voelt de druk op de witte stelling op. Het paard gaat naar het mooie veld d4.

24…Dxc2

Zwart pakt een pionnetje, maar de penning blijft onaangenaam, hoewel vooralsnog niet te zien is hoe de witspeler daarvan kan profiteren. Misschien heeft Giri gedacht dat hij met 24…Pf7 de penning gemakkelijk kon oplossen. Dan zal hij nu gezien hebben dat de stelling na 25. Lxd6 Dxd6 26. Dxd6 Pxd6 27. Td1 leidt tot een uitzichtloos eindspel.

  1. Pd4 Dc8 26. h5

Carlsen maakt zich totaal geen zorgen over het feit dat hij een pion is achter gekomen. De witte stukken staan goed opgesteld, de penning bestaat nog altijd en de kansen tegen de zwarte koning beginnen substantiële vormen aan te nemen. Foutief is 26. Ta7?? wegens 26…Dc1+ 27. Kh2 Pg4+ en wit moet de dame geven om niet mat tegaan.

26…Dd7 27. Tb1 Lc7 28. f3

Dekt veld g4, zodat het paard niet naar dit veld kan. Maar belangrijker is dat zwart een zet moet doen en dat is verre van gemakkelijk.

28…Df7 29. Ta1

De toren keert terug naar de lijn waar hij het beste staat. De hoofddreiging is Ta7.

29…Ld6 30. Ta6

Nu wordt pion b6 belaagd. Maar wat belangrijker is: als die valt, bestookt wit ook de zwarte loper en dan speelt het wankele paard op e5 weer een rol.

30…Dxh5?

Giri heeft gedacht dat hij – door een tweede pion van het bord te nemen – de komende problemen misschien nog het hoofd zou bieden. De enige zet om deze stelling te behandelen is met 30…Db7 Zwart moet dan wel kijken hoe het afloopt na 31. Pxf5 En nu moet zwart zijn tanden laten zien. Het zwakke punt g7 wordt aangevallen, de loper op d6 hangt en Txb6 dreigt. 31…Pxf3+! [ Het terugtrekken van de loper met 31…Lb8? (zie analysediagram)

analysediagram

faalt dan op het schitterende 32. Ta8!!] 32. gxf3 Lxf4 33. exf4 Gedwongen anders neemt zwart gewoon op a6. Maar nu redt zwart zich met 33…Tf8 Zwart staat tijdelijk een stuk achter maar omdat Ta6 nog altijd hangt en hij .. .Txf5 dreigt, moet wit materiaal teruggeven. Na 34. Pxg7 Dxg7 35. Dxg7+ Kxg7 36. Txb6= is het resterende toreneindspel remise.

  1. Txb6

Het noodlot voor zwart is onontkoombaar. De loper op d6 wordt bestookt en die moet het paard op e5 steeds gedekt houden.

31…Pc4

Zo wint wit twee stukken voor een toren. Op 31…Lc7? wint 32. Tb7 direct.

  1. Txd6 Pxd6 33. Lxd6 Txe3

Maar zwart heeft nu twee pionnen daarvoor teruggekregen, zodat hij er materieel gezien niet slechter voorstaat. Toch wordt al spoedig duidelijk dat zwart nog altijd problemen ondervindt. De witte stukken werken uitstekend samen, de zwarte totaal niet. Zouden de dames geruild worden, is zwart onmiddellijk van zijn problemen verlost. Maar dat laat Carlsen uiteraard niet toe!

  1. Le5 Hier werd na afloop ook 34. Df4!? onderzocht. Na 34…Te1+ 35. Kf2 Tb1 [ Het aantrekkelijke 35…Dh1? verliest dan onmiddellijk omdat zwart zijn verdediging in de steek laat. Met 36. Pxf5 slaat wit zijn slag. De dreiging Pe7+ en Df8+ kan niet fatsoenlijk opgevangen worden.] 36. Pxf5 en ook hier moet zwart enorm oppassen.

34…Dg6 35. Df4

Geen dames ruilen!

35…Te1+ 36. Kf2 Ta1 37. Dd2

Dat moest even, …Ta2 zou inderdaad lastig zijn. Giri verliest nu de controle over de stelling.

37…Ta8?

Een vreselijke vergissing, want plotseling zit er een gemene truc in de stelling. Met 37…Da6 Dreigt …Df1+, Kg3 De1+ met dameruil, zou zwart zich misschien hebben kunnen redden. Na 38. Pe2 Db6+ 39. Ld4 Da5 had Giri goede remisekansen hebben gekregen.

  1. Pxf5!

Ai! Er dreigt niet alleen Dxd5+ met een dubbele aanval dame, maar ook Pe7+ met een paardvork.

38…De6 Ook 38…Te8 zou hem niet hebben kunnen redden. Wit haalt de buit binnen met 39. Dxd5+ De6 40. Dxe6+ Nu wel dameruil! 40…Txe6 41. Lxg7 en met twee stukken en een pion voor de toren, is het binnenhalen van de winst een kwestie van tijd.

  1. Dg5

Maar nu zet Carlsen al zijn krachten in op een felle koningsaanval. De zwarte koning krijgt het nu heet onder de voeten.

39…g6 40. Ph6+ Kf8 41. Pg4 Ke8 42. Pf6+

  1. Dh6! was zo mogelijk nog sterker.

42…Kf7 43. Pxh7 Ta4

Zwart probeert Df4+ te voorkomen, maar er is geen houwen meer aan. Ook 43…Ta2+ 44. Kg1 Te2 45. Ld4 is winnend voor wit.

  1. Dd8!

Heel knap berekend van de wereldkampioen. De dame komt nu via de achterdeur binnen. Carlsen heeft een lange variant heel nauwkeurig uitgerekend.

44…Ta2+

Dit helpt ook niet. Het is duidelijk dat wit na 44…Dxe5 45. Df8+ Ke6 46. De8+ Kd6 gewoon de ongedekte toren kan meenemen met 47. Dxa4

  1. Kg1 Giri gaf het nu op omdat hij ook de winstvariant goed heeft nagerekend. Die gaat als volgt: 45. Kg1 Dxe5 46. Df8+ Ke6 47. De8+ Kd6 [ 47…Kf5 48. Df7+ Df6 49. Dxf6#] 48. Db8+ Ke6 (zie analysediagram)
analysediagram

  1. Pf8+ Het beslissende schaak. De zwarte koning ontkomt niet aan de dodelijke paardvork. 49…Kf6 [ 49…Kf5 50. g4+ Kf4 51. Pxg6+] 50. Pd7+

1-0

 

Ronde 10

 

 

Giri, Anish – Nakamura, Hikaru

  1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 Le7 5. Lf4

De moderne bestrijdingswijze van het Klassiek Damegambiet.

5…O-O 6. e3 c5 7. dxc5 Lxc5 8. cxd5 exd5

Deze geïsoleerde pion structuur is heel bekend in de theorie.

  1. Le2 Pc6 10. O-O a6

Een interessant systeem. Zwart verhindert Pc3-b5-d4 en ook kan de loper via a7 van de c-lijn af gehaald worden. Veel meer wordt hier 10…Le6 gespeeld.

  1. Tc1 La7 12. Pe5 Pe7
  1. Lg5

Zo wil wit zijn tegenstander tot een verklaring dwingen. Het nadeel hiervan is dat zwart zich kan ontdoen van zijn geïsoleerde pion. 13. Db3 was de keuze van een paar sterke spelers. Zo wonnen alle witspelers in Laznicka-Villalta Bustillo, 2009, Kogan-Barbero, 1997 en Kadainov-Geller, 1990.

13…d4

Zwart lost zijn zwakte op.

  1. exd4 Dxd4 15. Dxd4 Lxd4 16. Pf3 Lxc3

Zwart voelt zich gedwongen het loperpaar in te leveren omdat hij de verzwakking van zijn pionnenstructuur vervelender vindt. 16…Lb6 17. Lxf6 gxf6 zou iets beter voor wit zijn.

  1. Txc3 Ped5 18. Tc4 h6 19. Ld2 b5 20. Td4 Te8 21. Te1 Pe7 22. Ld3 Le6 Geen 22…Lf5? wegens 23. Txe7 met materiaalwinst.
  2. a4 Pf5 24. Tf4 Pd6 25. axb5 axb5

Je zou kunnen zeggen dat wit heeft gekregen waar hij in de opening op gehoopt heeft. Het loperpaar in een eindspel met pionnen op beide vleugels. Maar toch biedt deze stelling merkwaardig genoeg niet voldoende winstkansen. Het is de verdienste van Nakamura dat hij er op knappe wijze in slaagt om het nadeel binnen de perken te houden.

  1. Td4 Pc4 27. Lc3 Tac8 Zwart had er misschien al meteen een remisestelling van kunnen maken door de pionnen op de damevleugel te liquideren: 27…b4 28. Lxb4 Pxb2 maar misschien was hij bang dat zijn paard op b2 zou verdwalen na 29. Le2
  2. Tb1

Nu haalt Giri die grap uit de stelling, maar daarmee kan hij niet voorkomen dat zijn loperpaar van het bord gaat.

28…Ld5 29. Pd2 Pxd2 30. Lxd2 Le4!

Dat is dan de consequentie.

  1. Lc3 Lxd3 32. Txd3

Om even een open deur in te trappen: de loper is in een open stelling iets beter dan een paard, vooral met pionnen op twee vleugels. Toch is daar in een deze stelling helemaal geen sprake van. Na

32…Pe4

staat zwart absoluut niet minder.

  1. h3

Verzoent zich met een puntendeling. Wit levert teveel activiteit in als hij verder zou gaan met 33. Le1 Tc2 33. Lb4 Tc2 is ook niet wat je wilt met wit.

33…Pxc3 34. bxc3 Tc5

Normaal gesproken zouden beide spelers elkaar nu diep in de ogen kijken en de handen schudden, ten teken dat ze remise overeen komen. Maar vanwege de Sofiaregels krijgen we weer een heleboel nietszeggende zetten te zien.

  1. Td2 Txc3 36. Txb5 Tc7 37. Tb1 Tec8 38. Tbd1 Tc1 39. Txc1 Txc1+ 40. Kh2 g6 41. g4 g5 42. Kg2 Tc3 43. Td6 Kg7 44. Tb6 Td3 45. Tc6 Tb3 46. Ta6 Td3 47. Tc6 Tb3 48. Ta6 1/2 – 1/2

 

(De foto’s zijn genomen van de toernooisite)

Anish Giri (foto Frans Peeters) c2.staticflickr.com/4/3818/19662199041_cfd81b84b5_b.jpg

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

2 Reacties

  1. Avatar
    Bert Hollander 24 juli 2016

    In Carlsen-Giri is er na 44. Dd8! Dxe5 45. Df8+ Ke6 46. De8+ Kd6 nog een groter probleem dan torenverlies: 47. Db8+ Ke6 48. Pf8+ Kf6 en opnieuw het dodelijke 49. Pd7+ met dameverlies.

  2. Avatar
    Herman Grooten 24 juli 2016

    Ja, dat weet ik. Het is eigenlijk dezelfde variant als aan het slot. Maar voor een schaker met weinig tijd die een toren ziet hangen, denkt die meteen dat het uit is. Vandaar dat ik die variant zo gaf.

     

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.