Dringen aan de top
Vandaag moesten we denken aan van die etappes in de Tour de France waarin een ontsnapt groepje renners vlak onder de top van een col in een fuik van toeschouwers rijdt en door de drukte het peloton bij moeten laten komen. Mooier kunnen we het niet maken: het was saai aan de drie topborden. Pas bij Hausrath-Beerdsen viel er wat te beleven. Ook dat werd remise, en we hebben nu een kopgroep van zeven, met acht achtervolgers. De rustdag morgen komt op het juiste tijdstip. Maandag zullen de stukken er weer af vliegen.
Bij L’Ami en Horvath gebeurde er lange tijd niets, en net toen een eindspel met torens en dames wat tekening in de strijd leek te brengen, forceerde L’Ami dameruil en was de sjeu er helemaal uit. Reinderman stond onder lichte druk tegen Ikonnikov, maar iets concreets kon wit niet beginnen. “Zodra hij g2-g3 doet, wordt f3 zwak en kom ik met …Pg5 en …f7-f5”, lichtte Reinderman toe. Khenkin en Sandipan deden hun uiterste best om de pionnenstructuur van de ander te vernielen, en slaagden daar ook in. Het resultaat was een stelling die voor beide spelers slecht was, en ook dat kan een goede reden zijn voor remise.
Daniel Hausrath miste een goede kans om zich in de kopgroep te vervoegen.
Hausrath – Beerdsen
In hoeverre zwart het allemaal heeft doorzien is onduidelijk, maar zijn laatste zet 17…d4 komt neer op een pionoffer dat wit misschien niet had moeten aannemen.
18.Pg5 Lxg2 19.Dxf7+ Kh8 20.Kxg2 Pe5 21.f4!
Een grappig en reddend motief. Na 21.Da2? Dd5+ 22.Dxd5 Pxd5 verliest wit een stuk. Maar Hausrath moet er nu toch een kwaliteit in steken.
21…Pd5! 22.fxe5 Lxg5 23.Pc4 Tc7 24.Df3 Lxc1 25.Lxc1
En nu volgde een lange periode van aftasten. We slaan een aantal zetten over.
42…Kh5?!
Gek genoeg is 42…Te7 43.Txc5 Txe5 44.Pc4 Th5 gunstig voor zwart. Het inslaan op f4 zal wit opbreken.
43.g4+! Kg6
Zwart moet terug: 43…Kxh4?? 44.Pf5+ Txf5 (44…Kh3?? 45.Tb1 met mat) 45.gxf5 en de witte centrumpionnen zijn te sterk.
44.h5+ Kh7 45.Pf5 Pxf4!?
Beerdsen zoekt naar tegenkansen met zijn c-pion, maar nu wordt de witte centrumformatie opnieuw sterk. Afwachten met bijvoorbeeld 45…Tc6 was handiger.
46.Kxf4 c4 47.Ke4
Ook interessant is 47.dxc4 Txc4 48.Td5 d3+ 49.e4 . De witte e-pion loopt hard, maar zijn a-pion is ook kwetsbaar.
47…c3 48.Tb1 Tb8 49.Tc1 g6?!
Niet actief genoeg. 49…Tb2 50.Pxd4 c2 51.Ke3 Tc3 52.Kd2 Txa3 53.Txc2 Txc2+ 54.Kxc2 Ta1 had een dynamisch evenwicht bewaard.
50.Pxd4 gxh5 51.gxh5 Tc5 52.Pe6 Tc6 53.Kd5 Tbc8 54.d4
Dreigt de c-lijn dicht te gooien met 55.Pc5. Zwart is in de problemen; de witte centrummassa lijkt niet te stuiten.
54…Tb6 55.Pc5 Tb3 56.Pxa4?!
56.e6! Txa3 57.e7 was een harde winstweg. De witte pionnen blijven een plaag. Hausrath kon het hier en daar handiger doen, maar gewonnen blijft het.
56…Td8+ 57.Kc4 Txa3 58.Pc5 Ta2 59.e4 c2 60.d5 Tb8
61.d6?
Wit pakt de verkeerde pion, waardoor hij na de volgende afwikkeling minder gevaarlijke pionnen overhoudt, die zijn koning ook minder goed beschermen. 61.e6 was veel beter.
61…Tb1 62.d7 Txc1 63.d8D Tg1 64.Dd7+ Kh8 65.Pb3 c1D+ 66.Pxc1 Tc2+ 67.Kb3 Tcxc1
De gedwongen afwikkeling. Stel u nu even een pion op d5 voor in plaats van e5, en het is duidelijk dat wit wint. De koning kan de schaakjes uiteindelijk via c4, d4 en e5 ontvluchten.
68.Dd8+ Kh7 69.Dd7+ Kh8 70.Dd2 Tc6 71.Dd3 Tb6+ 72.Kc2 Tc6+ 73.Kb3 Tb6+ 74.Kc4 Tc1+ 75.Kd4 Tcb1 76.Dc2 T6b4+ 77.Ke3 T4b3+ 78.Kf4 Tf1+ 79.Kg4 Tb8 80.Kg3 Tg8+
De witte koning is al gevangen. Zetherhaling is onvermijdelijk.
81.Kh2 Tf4 82.Kh3 Tf3+ 83.Kh2 Tf4
Remise.
De derde Apeldoorner op de ranglijst (na Beerdsen en ook Pruijssers, die vandaag via winst ook in de kopgroep terechtkwam) kreeg het zo mogelijk nog wat zwaarder. Lees verder…
Ooit was ik bij een editie van het ONJK verslaggever. Het viel niet mee elke dag tot een smeuïg verhaal te komen. Op een goede ochtend besloot ik in mijn groep maar eens de vaandeldrager te gaan volgen. Tot zijn en mijn vreugde maakte hij remise. Op mijn vraag of er misschien niet meer in gezeten had, antwoordde hij: “Nee, we stonden beide slecht”. En daarmee had ik de quote van de dag!
Vond ik tenminste. Want de kwaliteit van een stelling dient toch altijd afgemeten te worden aan die van de tegenspeler? En dan sta je beter, slechter of gelijk.
In dit verslag lees ik dat twee tegen elkaar spelende grootmeesters (Khenkin en Sandipan) beiden een slechte stelling hadden en derhalve maar tot remise besloten.
Enkele vragen die zich nu opdringen aan mij … 🙂
– Hoe kunnen twee grootmeesters zo belabberd spelen dat ze beide in een slechte stelling terecht komen?
– Als ik in een partij een mooie of goede stelling op het bord krijg, heb ik dan eigenlijk geen betere partij gespeeld dan deze twee heren?
– Zijn er gevallen bekend dat tot remise besloten werd omdat beide spelers een goede stelling hadden?
– Of zelfs: omdat beiden gewonnen stonden?
– Of: verloren?
Ik bedoel natuurlijk de rode lantaarndrager en niet vaandeldrager … hoe kom ik daar nu bij … bah … 🙂
Ha ha, ik begreep wat je bedoelde (rode lantaarn) en ik stond al op het punt vaandeldrager in het woordenboek op te zoeken. Het deed me direct denken aan een fout die ik eens maakte in de krant. Ik schreef iets over het tweede team van HSG en noemde dat het vlaggenschip. Ook zo’n rare vergissing. Nu wilde het toeval, dat op de redactie van de krant iemand werkt die in dat HSG 2 speelt en die had die avond dienst. Hij zag de fout, maar heeft het lachend laten staan.
De G&E, althans die desbetreffende speler van HSG 2, had het ook nog wel eens over ‘kansloos verliezen’!