Schaakrubrieken weekend 3 september 2016
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
IJzersterke Amerikanen
Vrijdag werd de eerste ronde gespeeld van de olympiade in Baku, de hoofdstad van Azerbaidzjan. Baku is een van de vele steden die het Parijs van het Oosten worden genoemd en wie het ontroerende boek Ali en Nino van Kurbain Said (een nog steeds niet helemaal opgehelderd pseudoniem) heeft gelezen, verlangt er waarschijnlijk net als ik naar om door de straatjes van de oude stad te lopen. De moderne gebouwen van deze rijke oliestad worden ook bewonderd. Het is de geboortestad van Garri Kasparov, voorheen ‘het Beest van Baku’. In 1990 ontvluchtte hij met zijn familie de stad vanwege de gewelddadigheden tussen Azeri’s en Armeniërs (Garri’s moeder was Armeens) die een gevolg waren van de oorlog om Nagorno-Karabach, de Armeense enclave in Azerbaidzjan. Hij kwam nooit meer terug in Baku. De president van de Russische schaakbond, de miljardair Ardrej Filatov, suggereerde laatst dat Kasparov nu misschien toch naar Baku zou komen, als coach van het Amerikaanse team. Filatov denkt dat Kasparov de Amerikanen al heeft geholpen, wat goed mogelijk is, maar om die steun voort te zetten hoeft hij natuurlijk niet ter plaatse te zijn. De Verenigde Staten zijn aan de eerste drie borden met Caruana, Nakamura en So het sterkste land, sterker dan de Russen zelfs, maar de Russen hebben de beste speler aan bord vier en de beste reserve. Als het waar is dat de beste knechten een wedstrijd winnen, wint Rusland. Omdat ik van de olympiade nog geen partijen kan laten zien, is er hier een van landskampioen Jorden van Foreest uit het open toernooi in Vaujany, dat hij in juli met 8 uit 9 won. Het is geen prachtpartij, daarvoor speelde de Bulgaarse grootmeester Chatalbashev te zwak. Het gaat me om de zet die Van Foreest speelde in de diagramstelling. Hij kon gewoon een stuk pakken, maar in plaats daarvan bracht hij een dameoffer, om een mooi patroon op het bord te zetten. Wie ouder, wijzer en minder scherp is dan Jorden van Foreest nu is, pakt simpel en saai het stuk, onder het motto: ‘een dameoffer is leuk, maar misschien zie ik iets over het hoofd .’ Als je zeventien jaar bent, ben je niet bang dat je iets over het hoofd ziet.
Jorden van Foreest-Boris Chatalbashev, Vaujany Open 2016
1. e4 g6 2. d4 Lg7 3. Pc3 c6 4. f4 d5 5. e5 Ph6 6. Pf3 f6 Verstandiger was 6…Lg4 met de bedoeling 7…Pf5 en 8…h5 en daarna langzaam en voorzichtig spelen. 7. Ld3 0-0. Dit past wel bij 6…f6, maar zwarts koning wordt een makkelijk doelwit. 8. h3 fxe5 9. dxe5 c5 10. b3 e6 Zwart heeft de opening op zijn jan-boerenfluitjes gespeeld. Als zijn laatste zet nodig is, is er iets mis met zijn stelling. 11. h4 c4 12. bxc4 dxc4 13. Lxc4 Dc7 14. De2 Pf5 15. Pe4 b5 16. Lb3 b4 17. g4 L a6 Hij laat e6 in de steek. 18. Df2 Dc6 19. gxf5 Dxe4+ 20. De3 Dc6 Wat zwart ook doet, zijn pion e6 valt, met vreselijke gevolgen. 21. f6 Lh6 22. h5 gxh5 23. Txh5 Db5 Laatste hoop. Na 24. Txh6 Df1+ 25. Kd2 Td8+ gaat wit mat. 24. Dg1+ Kh8 25. Pd4 Dc5
Toernooidirectie springt omzichtig om met talenten
In 1980 kreeg de 15-jarige Nigel Short na een gedeelde eerste plaats in het Brits kampioenschap een uitnodiging voor het bijzonder sterk bezette Phillips & Drew toernooi in Londen. Bij nader inzien had hij beter voor de eer kunnen bedanken, want na vier remises en negen nederlagen eindigde hij op de laatste plaats. Short heeft eens gezegd dat zijn ontwikkeling door dat rampzalig verlopen toernooi met minstens twee jaar is vertraagd. Sinds dat debacle zijn organisatoren van toptoernooien op hun hoede. Hoe graag ze ook een kans bieden aan een veelbelovende jeugdspeler, ze willen het niet op hun geweten hebben dat zijn carrière door een te vroege confrontatie met de wereldtop beschadigd raakt of, in het ergste geval, in de knop wordt gebroken. Tijdens het NK werd Jeroen van den Berg, de directeur van het Tata toernooi, geconfronteerd met dit dilemma. Er werd hem gevraagd of hij overwoog Jorden van Foreest uit te nodigen voor de hoofdgroep in Wijk aan Zee. Van den Berg twijfelde ernstig. Ondanks een spectaculaire puntenwinst in het afgelopen jaar is Van Foreests rating eigenlijk nog te laag om succes te mogen verwachten in ontmoetingen met de allersterksten. Deelname aan de Olympiade zou wel een passend vervolg zijn geweest op Van Foreests succes in Amsterdam. Als het NK-toernooi twee maanden eerder was gehouden of als de selectiecommissie in een glazen bol zijn eindzege had voorzien, zou hij ongetwijfeld zijn aangewezen. Nu moesten de namen van de teamleden ruim voor het begin van het NK worden doorgegeven aan de olympiadeorganisatie. Nederland wordt in Bakoe vertegenwoordigd door Giri, Van Wely, L’Ami, Van Kampen en Bok. Tot algemeen genoegen hervond Erwin L’Ami, de teamspeler bij uitstek, tegen het eind van het NK zijn vorm en eindigde hij op een niet briljante, maar wel acceptabele score van 50 procent.
L’Ami – Werle NK, Amsterdam 2016
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 0-0 5. a3 Lxc3+ 6. Dxc3 b6 7. Lg5 Lb7 8. f3 d6 9. e4 c5 10. dxc5 bxc5 11. Td1 Pc6 12. Lxf6 gxf6 13. Pe2 Tb8 14. b4 cxb4 15. axb4 Db6 Misschien blijft zwarts stelling na zijn laatste drie zetten net speelbaar, maar dan mag hij zich geen onnauwkeurigheid permitteren.
16. b5 Pe5 17. Pg3 Tfc8 18. Ph5
19. Pxf6+ Kg7 19 … Kf8? kost een stuk na 20. cxb5 Txc3 21. f4. 20. Pg4 Kf8 21. Txd6 Pxc4 22. Lxc4 Txc4 23. Dh8+ Ke7 24. Dxb8
Kampioen van Nederland: Jorden van Foreest!
‘Wat goed is, komt snel’ is zo’n uitdrukking die je gebruikt om uitzonderlijk talent te vatten en te duiden. Talenten zijn altijd nog beter dan je kon bevroeden want ze leren per dag bij. De zeventienjarige Jorden van Foreest is volkomen verdiend Nederlands kampioen schaken geworden en je moet even in je arm knijpen en het herhalen, om dat resultaat echt door te laten dringen. Het is een historische prestatie. Als we even onze grote talenten van eigen bodem op een rijtje zetten toen zij voor de eerste keer die prestigieuze titel behaalden dan krijgen we: Max Euwe (20), Jeroen Piket (21) en Jan Timman (22). Dan hebben we nog Hans Ree en Jan Smeets (beiden 23), alle andere officiële kampioenen sinds 1909 waren ouder. Natuurlijk moet je een streep trekken bij het tijdperk van voor en van na de schaakcomputer. De snelheid waarmee nu informatie opgevraagd en geanalyseerd kan worden heeft cruciale invloed op de ontwikkeling van talent en de leeftijd van topspelers. Anish Giri is daar een prachtig product van, hij had de Russische schaakschool als opleiding en bouwde daarop voort met de kracht van de computer. Giri werd Nederlands kampioen met vijftien jaar en dat zal nog lang een record blijven. Met ingang van de slotronde was de stand 1.Van Foreest 4,5 2.Van Wely 4 3.Van den Doel 3,5. Er was dus nog van alles mogelijk en de paring had niet spannender kunnen zijn.
L. van Wely – E. van den Doel
Loek van Wely speelde feitelijk een prima toernooi: hij won zijn drie witpartijen en hield zijn zwart-partijen remise. Erik van den Doel had theoretisch ook nog kans op de eindoverwinning. 1.d4 d5 2.c4 dxc4 3.e4 Pf6 4.e5 Pd5 5.Lxc4 Pb6 6.Lb3 Pc6 7.Pe2 Lf5 8.Pc3 e6 9.0-0 Dd7 10.a3 0-0-0 11.Le3 Kb8 12.Dc1 Le7 13.Td1 Pa5
De eerste zet in dit aangenomen Damegambiet waarbij we in de commentaarzaal stil stonden. Beide partijen hebben zich normaal en gezond ontwikkeld, de stelling is met die tegengestelde rokades in een dynamisch evenwicht. Je verwacht hier eerder spel op de koningsvleugel van zwart, zoals f6 en h5.14.Lc2 Lxc2 15.Dxc2 Pac4 16.Lf4 h5 17.Pe4 Db5 18.Lg5 f6 19.exf6 gxf6 20.Lxf6 Lxf6 21.Pxf6 Dxb2 22.Dd3! Met een grootmeesterlijke voortzetting in gedachten. Na 22.Dxb2 Pxb2 23.Tdb1 P2c4 gaat de strijd onverwoed door met kansen voor beide partijen. 22…e5 23.Tdb1 Dd2 24.Dxd2 Pxd2
J. Werle–J. van Foreest
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pf3 Lg7 4.g3 0-0 5.Lg2 d6 6.0-0 Lf5!? 7.Ph4 Le4 8.f3 Lc6 9.Pc3 e5 10.d5 Ld7 11.e4 Ph5 12.Lh1 f5 13.exf5 gxf5 14.f4 Pxf4 15.Lxf4 exf4 16.Txf4 Pa6 Tot hier speelde Jorden alles snel, hij wist wat hij deed en terecht: zwart heeft actief stukkenspel. 17.Lg2 Le5 18.Tf1 f4! 19.Pf3 Lg7 20.Dd2 Df6 21.Tae1 Pc5 22.Pe4 Pxe4 23.Txe4 fxg3 24.hxg3 Dxb2 25.Dxb2 Lxb2 26.Pg5 Wit heeft het probleem dat 26.Tb1 Lf5 niet kan. Zwart bouwt zijn voordeel langzaam uit.
26…Lf5 27.Th4 Le5 28.Pe6 Lg3 29.Th5 Lg6 30.Th3 Txf1+ 31.Lxf1 Le5 32.Tb3 b6 33.Pxc7 Ld4+ 34.Kh1 Tf8 35.Ld3 Le5 36.Pe6 Tf2 37.Lxg6 hxg6 38.Ta3 a5 39.Tb3 Tc2 Inderdaad, 39…Txa2 gaat sneller. 40.Txb6 Txc4 41.Tc6 Tb4 42.Pc7 Kf7 43.a3 Tb3 44.a4 Td3 45.Ta6 g5 46.Txa5 g4 47.Pe6 Kf6 48.Tb5 Kf5 49.a5 Ta3 50.Pd8 Kf4 51.Pc6 Kg3 52.Tb1 Kf2 wit gaf op. We hebben een waardig kampioen waar we nog veel plezier van zullen krijgen.
Aron Isaewitch Niemzowitsch werd in 1886 geboren in Letland, leerde schaken van zijn vader en ontwikkelde zich van een tacticus naar een grondlegger voor het positionele spel, een ontwikkeling die hij gestalte gaf in twee wereldberoemde geschriften: Mein System (1925) en Die Praxis meines Systems (1929). Wereldkampioenen en overige grootmeesters hebben tot in deze eeuw toe ervan getuigd dat zij veel aan deze standaardwerken over het positiespel te danken hebben. Dus is het een goede gedachte geweest van New In Chess om deze boeken in een Engelse editie voor het moderne schaakvolk uit te geven, aangevuld met die Blockade (een kernbegrip voor Nimzowitsch) en met On the history of the Chess revolution, waarin wordt uitgelegd wat de overgang naar de ‘hypermodernen’ inhield, dit alles in een boek van bijna 600 pagina’s (ISBN 978-90-5691-659-6; €26.95; zie newinchess.com). Blokkade, profylaxe, overprotectie, het komt allemaal aan bod, zowel in theorie als in ‘praxis’. Typerend ook voor de hypermodernen is dat het centrum niet per se met pionnen bezet moet worden.
Ook in deze Engelse vertaling komt het unieke taalgebruik van Nimzowitsch goed tot zijn recht. Het was een excentriek persoon maar met humor. Hij kon ook lachen om de manier waarop Hans Kmoch zijn begrip overprotectie parodieerde met The Immortal Overprotection Game NimzowitschSystemsson, op te zoeken op het net. Natuurlijk was Aron ook een briljant schaker, al werd, zoals bij meer grootmeesters, zijn loopbaan verstoord door Eerste Wereldoorlog en Russische Revolutie. Hij voerde venijnige discussies met Tarrasch, ook op het schaakbord, die dat hypermoderne maar niets vond en geen gevoel had voor de onderkoelde humor van Nimzowitsch. Hij werd nooit wereldkampioen, in het Kandidatentoernooi van 1927 in New York had hij moeten toeslaan en hij werd ‘slechts’ derde, maar was wel samen met Capablanca en Aljechin het toptrio van de wereld. Briljant en volgens Sein System was de zege met zwart op Sämisch, bekend bij de kenners. 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 b6 4.g3 Lb7 5.Lg2 Le7 6.Pc3 0-0 7.0-0 d5 8.Pe5 c6 9.cxd beter was het geweest e4 te spelen. cxd 10.Lf4 a6 11.Tac1 b5 12.Db3 Pc6 13.Pxc6 Lxc6 14.h3 Dd7 15.Kh2 Ph5 16.Ld2 f5 17.Dd1 b4 18.Pb1 Lb5 19.Tg1 Ld6 20.e4 fxe! Daar heeft wit vast niet op gerekend, een stukoffer voor twee pionnen, Sämisch laat het zich aantonen maar had ook niet veel andere keuze. 21.Dxh5 Txf2 22.Dg5 Taf8 Zwart heeft vele dreigingen 23.Kh1 Tf5 24.De3 Ld3 dreigt nu zelfs damewinst met Te2!
25.Tce1 h6 Om deze stelling gaat het. Grootmeester Sämisch zag het wel en gaf op: Na Kh2 komt Tf3.Na g4 eveneens (Lxf3 Th2). Ook na Lf1 wint Tf3 de dame. Na Lc1 slaat zwart natuurlijk gewoon het paard. Na Td1 of Tc1 komt Te2. Witte pionzetten veranderen niets aan deze voor wit pijnlijke situatie. Dit alles gaf aanleiding tot de naam ‘de onsterfelijke zetdwangpartij’.
Probleem 2596: een 2-zet van Schneider:
Johan Hut
Van Foreest naast flitsend ook zorgvuldig
Toen Jorden van Foreest zijn eerste drie (van de zeven) partijen van het Nederlands kampioenschap won, veerden vele volgers op. Zou er een stunt in de maak zijn? Waarschijnlijk zullen niet echt veel kenners op dat moment hebben geloofd dat de zeventienjarige scholier uit Groningen kampioen zou worden. In de vierde ronde verloor hij van Dimitri Reinderman, waarna zevenvoudig kampioen en topfavoriet Loek van Wely terugkwam op een half punt achterstand. De onderlinge partij stond voor de zesde ronde op het programma. In de vijfde ronde wonnen beiden. Vorige week zaterdag zou beslissend zijn. Tot verrassing van menigeen verdedigde Van Foreest een moeilijke stelling heel knap en moest Van Wely er met een remise in berusten dat er een gaatje van een half punt bleef. Toen de tiener in de slotronde Jan Werle versloeg, stond Groningen op z’n kop. Na Anish Giri, die in 2009 op vijftienjarige leeftijd kampioen werd, is Jorden van Foreest de op een na jongste kampioen in de Nederlandse geschiedenis. Max Euwe werd het toen hij 20 was, Jeroen Piket met 21 en Jan Timman met 22. De jonge kampioen maakte indruk met gedurfd, attractief spel. Giri zou een voorbeeld aan hem mogen nemen, werd hier en daar zelfs brutaal opgemerkt. Daarnaast viel op dat Van Foreest de eindspelen zorgvuldig behandelde. Ook liet hij zich niet uit het veld slaan door zijn nederlaag tegen Reinderman. Mentaal lijkt het ook goed te zitten. De nummer twee Van Wely speelde ook een uitstekend toernooi, dat hij afsloot met een mooie overwinning op Erik van den Doel.
Van Wely-Van den Doel
1.d4 d5 2.c4 dxc4 3.e4 Pf6 4.e5 Pd5 5.Lxc4 Pb6 6.Lb3 Pc6 7.Pe2 Lf5 8.Pbc3 e6 9.0-0 Dd7 10.a3 0-0-0 11.Le3 Kb8 12.Dc1 Lijkt wat onnatuurlijk, maar Van Wely heeft dit eerder gespeeld. Van den Doel weet dat, want als hij besluit het Aangenomen Damegambiet te spelen, bestudeert hij thuis eerst alle partijen van Van Wely daarmee. 12…Le7 13.Td1 Pa5 14.Lc2 Ooit tegen Jeroen Piket speelde Van Wely hier 14.La2. Wat hij nu speelt is voor Van den Doel een verrassing. 14…Lxc2 15.Dxc2 Pac4 16.Lf4 h5 17.Pe4 Db5 18.Lg5 f6 19.exf6 gxf6 20.Lxf6 Lxf6 21.Pxf6 Dxb2 22.Dd3 e5 23.Tdb1 Dd2 24.Dxd2 Pxd2
Zwart geeft het op. Hij moet zijn toren inleveren, waarna wit moeiteloos wint met zijn pionnen.
Voor beginners A7109
Voor gevorderden B7109
In het Nederlands kampioenschap, dat vorige week in het Tropentheater in Amsterdam werd gehouden, is de 17-jarige Jorden van Foreest de verrassende winnaar bij de heren geworden. Anne Haast werd voor de derde achtereenvolgende keer kampioen bij de dames. Door de prestaties van de heren is het kampioenschap van de dames in de berichtgeving ondergesneeuwd. Mij is geleerd dat dames voorgaan – daarom eerst aandacht voor het dameskampioenschap. Volgende week zijn de heren aan de beurt.
Bij de dames was er geen optimale bezetting. Veel kopstukken ontbraken. Er waren acht deelnemers en er werden zeven ronden gespeeld. Anne Haast en Iozefina Paulet eindigden samen gelijk met 5 punten. Anne Haast won de barrage. Derde werd Lisa Hortensius. Van de Nederlandse dameskampioen een sterke partij in de laatste ronde.
Anne Haast – Linda Jap Tjoen San
1.e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. Le3 Lg7 5. Dd2 O-O 6. O-O-O c6 7. Kb1 Een nuttige wachtzet. 7…b5 8.f3 a5 Wat te vroeg gespeeld. Een ontwikkelingszet is beter. 9. h4 h5. 10. Pce2 Dit is een succesvolle nieuwe zet in de openingstheorie. Het paard verplaatsen naar de koningsvleugel is een goed idee. 10… Dc7 11. g4! Haast gaat voor koningsaanval. 11… Pbd7 Jap Tjoen San wil graag de lijnen op de koningsvleugel dicht houden, maar dat lukt haar niet. Als zwart 11. …hxg4 speelt is 12. h5 het thematische idee 12. Pg3 Kh7 13. Ph3 13. gxh5 is ook speelbaar en komt op hetzelfde neer. 13… e5 14. gxh5 Pxh5 15. Pxh5 gxh5 16. Tg1 Uiteraard bezet Haast de open g-lijn. 16 …f6 16 …Dd8? gaat niet wegens 17. d5! 17. Dg2 Versterking van de druk tegen de zwarte koningsstelling via de g-lijn, is een logisch vervolg van de partij. 17 …Tf7 18. Dg6+ Kg8 19. Lh6 Pf8 20. Dxh5 Zwart staat niet alleen een pion achter, maar heeft ook totaal geen tegenspel. 20 …exd4 21. Txd4 Da7 22. Td1 Mooier en misschien wel sterker is 22. Le3 Dc5 23. Dh6 en wit hobbelt met haar paard van h3 naar h5 via f4. 22… Dc5