Erwin l’Ami toch beste Nederlander
Het toernooi op het Isle of Man is gewonnen door het tweetal Fabiano Caruana en Pavel Eljanov. Beide heren hadden 7½ uit 9 in de slottabel en schreven daarmee samen het toernooi op hun naam.
Fabiano Caruana (foto Harry Gielen)
Pavel Eljanov (foto Harry Gielen)
De voormalige Duitser Arkadij Naiditsch (nu uitkomend voor Azerbeidzjan) had als enige 7 punten en hij werd daarmee dus derde. Beste Nederlander werd Erwin l’Ami die op 6 punten finishte. Jorden van Foreest en Benjamin Bok, die in het begin furore maakten, zag hun prestatie in dit toernooi toch een beetje als een nachtkaars uitgaan. Benjamin verloor de voorlaatste ronde van de Brit Michael Adams, niet de eerste de beste trouwens. Jorden van Foreest eindigde met drie remises tegen op rating lager geklasseerde tegenstanders. Toch waren hun TPR’s duidelijk beter dan hun huidige Elorating, dus ontevreden zullen ze niet geweest zijn. Vooral Benjamin Bok bleef door zijn goede resultaten in de top van de ranglijst meedraaien. Hij kreeg daarom een paar tegenstanders met grote namen tegen. Weliswaar zijn de heren Shirov en Adams over hun top heen, hun staat van dienst alleen al is een eer om die als opponent te hebben. Benjamin kwam goed te staan tegen Shirov, maar die ontsnapte met een verrassend paardzetje. Adams toonde een ronde later aan dat hij het spelletje bepaald nog niet verleerd is. Hij speelde Bok regelrecht naar de rand van de afgrond en toen bleek een klein zetje genoeg voor de overwinning.
De eindstand aan kop:
De eindscores van de Nederlanders:
Hierbij een kleine impressie van de indrukwekkende foto-reportage van Harry Gielen uit de laatste paar ronden uit dit toernooi. Voor meer foto’s van deze schaakfotograaf zie de homepage van zijn google-account.
Erwin l’Ami: beste Nederlander (foto Harry Gielen)
Benjamin Bok – Alexei Shirov. Erwin l’Ami kijkt goedkeurend toe (foto Harry Gielen)
Het middenspel Adams – Bok (foto Harry Gielen)
De partij tussen Elisabeth Paehtz en Yifan Hou. De wereldkampioene moest mat zetten met loper en paard (foto Harry Gielen)
Analyses
De partij Adams – Bok via de viewer:
Adams, Michael – Bok, Benjamin 1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. g3
De moderne aanpak tegen de Najdorf.
6…e5
Met deze pionzet laat zwart veld d5 definitief aan de tegenstander. Adams weet daar in mooie stijl van te profiteren. Het is de vraag of de ‘Scheveningeropbouw’ met 6…e6 niet de voorkeur verdient. Maar Adams won er in 2015 ook mee van Giri, dus, wat is wijsheid…
- Pde2 Le7 8. Lg2 O-O 9. O-O
9…b5
Niet de meest gespeelde zet. 9…Pbd7 kwam o.a. voor in een blitzpartij Carlsen-Naiditsch, 2015 waarin wit ook al op voorbeeldige wijze een punt binnenhaalde.
- Pd5
Wit gaat voor het bezit van veld d5.
10…Pxd5 11. Dxd5 Ta7 12. Le3
12…Tb7
Bok wijkt af van de bekende theorie. 12…Le6 13. Dd2 Tb7 eindigde in Nakamura-Popilski, 2012 in remise.
- Dd3 Pd7 14. Pc3
Het tweede paard is op weg naar d5.
14…Pf6
- Lg5!
Thematisch. Wit is van plan zijn mooie loper voor het zwarte paard te geven om daarna een ‘reus’ van een paard op d5 over te houden.
15…Le6 16. Lxf6 Lxf6 17. Pd5 Lg5
Zo krijgt de stelling iets van de kenmerken van de Svesnikov. Daar geeft zwart ook veld d5 weg in ruil voor het bezit van het loperpaar. Toch zegt mijn gevoel dat wit in deze stelling er beter aan toe is dan in de Svesnikov. Men zou zich kunnen afvragen hoe het staat na 17…Lxd5 18. Dxd5 Zware stukken en ongelijke lopers. Deze stelling is echter heel voordelig voor wit. De loper van g2 kan ingezet worden op de kwetsbare zwarte damevleugel. De zwarte loper doet hoegenaamd niets.
- h4 Lh6 19. c3
Bok ziet de bui al hangen: wit dreigt met a2-a4 zijn damevleugel aan te tasten.
19…a5
- a3!
Zo wordt pion b5 gefixeerd: die pion wordt het aanvalsdoel van wit.
20…Dc8 21. b4!
Weer een fijn zetje. Het maakt Adams niet uit dat pion c3 nu een achtergebleven pion wordt. Zolang de zwarte stukken niets doen, deelt hij de lakens uit.
21…axb4 22. axb4 Dc6
22…Lxd5 23. Dxd5 Tb6 24. Dd3 blijft nog altijd goed voor wit maar misschien is de stelling houdbaar. Ik kan me voorstellen dat Benjamin hier liever niet op in wil gaan; wit kan doen wat hij wil, zwart moet afwachten.
- Tfd1 g6 24. Ta3 Kg7 25. Df3
Hij wil de zwartspeler provoceren tot de opmars … f7-f5.
25…f5?! Waarschijnlijk had hij 25…Kh8 moeten spelen en blijven afwachten.
- exf5 Lxf5
Zo is Lg2 ook tot leven gewekt.
- De2 Dc4
Dit is zeker niet de bedoeling geweest, maar wat moest hij anders? Na een zet als 27…Dd7 volgt sterk 28. Pe3 e4 29. Pxf5+ gxf5 30. Ta6 en de zwarte stelling begint te kraken.
- Dxc4 bxc4 29. Ta6
Zwart heeft meerdere zwakke pionnen. De witte stukken domineren het strijdtoneel, het zwarte loperpaar is niets waard hier.
29…Tbf7
Het is begrijpelijk dat hij op zoek gaat naar tegenspel, maar hij maakt het wit relatief gemakkelijk zo.
- Tda1! Na 30. Txd6 Ld3 zou hij nog iets te vissen hebben in troebel water.
30…Lc8
30…Ld3 31. T1a2 en zo houdt wit zijn enige zwakte (pion f2) mooi onder controle.
- Ta7 Lb7
Hij wil torenruil vermijden.
- b5!
Adams laat zich niet van de wijs brengen. Zwart moet toezien hoe wits vrijpion ongehinderd naar de overkant gaat.
32…Ld2 33. b6 Kh6 34. Td1 Txf2
Paniekvoetbal, maar zwart kon geen adequate verdediging meer voeren. Na 34…Lxd5 35. Txf7 Lxf7 36. Txd2 beslist wits b-pion.
- Txb7
Adams incasseert het stuk en daarmee de partij. Bok zal wel doorgegaan zijn vanwege een nijpend tijdgebrek van de witspeler.
35…Kh5 36. Pf4+ T8xf4 37. gxf4 Le3 38. Kh1 exf4 39. Tf1 Tb2 40. Txh7+ Kg4 41. b7 d5 42. Tg7 d4 43. Txg6+ Kxh4 44. Tf3 1-0
De partij Bok – Shirov via de viewer:
Bok, Benjamin – Shirov, Alexei
In deze stelling speelde wit het volkomen logische
- Dd5
Shirov antwoordde met het verrassende Een nadere blik op de stelling leert dat 26. Dd3! wat nauwkeuriger zou zijn geweest. Het lijkt merkwaardig maar de belangrijkste reden is dat Tc4 niet in de penning komt te staan. 26…f6 [ Daarbij kan nu 26…Pe5?? niet vanwege 27. Txc5+ Kb7 28. Tb5+ Kc7 29. Dd5 en wit wint.] 27. Pe4 Txe4 28. Dxe4 Pe5 29. b3 Pxc4 30. Dxc4 Dxc4+ 31. bxc4 levert een pionneneindspel op dat wel eens gewonnen zou kunnen zijn voor wit.
26…Pe5!
en wist zo de stelling te nivelleren. De toren op c4 staat in de penning en daarom kan wit niet winnen.
- Dxc5+ Kd8 28. Dd5+ Ke8 29. Da8+ Kd7 30. Dd5+ Ke8 31. Da8+ Kd7 32. Dd5+ 1/2-1/2
Leuk artikel weer, met interessante bespreking. Wel een puntje, je kan zeggen dat Naiditsch Lets, Sovjet of (wat je waarschijnlijk bedoelt) Duitser was, maar Tsjech is hij niet geweest.
Je hebt gelijk, hij heeft voor Duitsland gespeeld en hij is inderdaad van oorsprong een Let. Ik was even in de war met Navara; dat is wel een Tsjech.
Met zulke talentrijke jongeren komen die toernooioverwinningen er beslist wel aan. Alleen die paar laatste ronden nog, waar het ook in de Olympiade minder ging. Misschien toch goed om te evalueren.