Anish Giri met gezin naar Tata
Anish Giri zit in januari met vrouw en baby in een appartement in Wijk aan Zee. De hotelkamer in Zeeduin heeft hij afgeslagen. “Ik was het ontbijt een beetje zat”, zei hij vrijdag grappend tegen Kees van Dalsem, verslaggever van het Noord-Hollands Dagblad.
De krant besteedt traditioneel heel veel aandacht aan het Tata-toernooi. Zo ook deze zaterdag, nadat vrijdag twaalf van de veertien deelnemers aan de hoofdgroep waren bekendgemaakt. Bij die bekendmaking speelde Giri, niet voor het eerst, weer een rol. Als een goede ambassadeur van de schaaksport in Nederland nam hij plaats tussen Jeroen van den Berg, toernooidirecteur, en Theo Henrar, directievoorzitter van Tata Steel Nederland.
Na de bekendmaking nam Giri de tijd voor journalisten. Verslaggever Van Dalsem tekende uit zijn mond op: “Als je jaren achter elkaar ruim twee weken op dezelfde plek verblijft, ben je wel een keer toe aan wat anders. Het ontbijt in Zeeduin is prima hoor. Ik ben niet bang dat ik door mijn familie word afgeleid, ik denk juist dat het goed is dat ik niet de hele tijd met schaken bezig ben tijdens het toernooi. Ik ben blij hoe mijn leven op dit moment verloopt.”
De pas 22-jarige Giri is volwassen geworden (staat boven het artikel) en is een familieman geworden (is de strekking). Over het vaderschap: “Het heeft mijn schaken niet beïnvloed. Ik besteed nog steeds evenveel tijd aan mijn spel. De tijd die anderen aan facebooken of computeren besteden, breng ik door met mijn gezin.”
Giri had dit jaar een dip en viel zelfs even uit de mondiale top tien. Die dip is hij weer te boven en nu is hij een van de favorieten voor de toernooizege in Wijk aan Zee, denkt Van Dalsem. Giri spreekt dat niet echt tegen en voegt er (droog als altijd) aan toe: “Er is een groot verschil in het winnen van een toernooi waar Magnus aan meedoet en een toernooi waar Magnus niet aan meedoet. Ik win liever een toernooi waar hij wel is.”
Het interview, aangevuld met een artikel over het deelnemersveld, beslaat bijna een hele pagina. Die pagina staat ook in De Gooi- en Eemlander, het Haarlems Dagblad en het Leidsch Dagblad.
