Groningen ‘hoog’ uit de beker gemept!
Toen ik de speelzaal van De Toren in Arnhem binnenkwam moest ik opeens terugdenken aan de tijd dat ik nog uitkwam voor dat andere Groningse team, Schaakgenootschap Ludendo Studemus. Een subvereniging van het grote Vindicat. Het bijzondere is dat ik wel uitkwam voor Ludendo maar niet in Groningen studeerde. Met de 9 tekorten op mijn HAVO eindlijst zou ik waarschijnlijk ook nooit zijn toegelaten tot de RUG. Wel was het zo dat mijn broer in Groningen studeerde. Maar bovenal was hij toch vooral teamcaptain van het Schaakgenootschap Ludendo Studemus. We spreken eind jaren 80 hier. Om voor de hand liggende redenen kwam mijn broer tijdens de NOSBO bondswedstrijden regelmatig spelers tekort. En zo kwam het dat ik om de haverklap om ‘vijf voor twaalf’ een dringende oproep kreeg om mij zo spoedig mogelijk richting Groningen te begeven om aldaar, onder valse naam natuurlijk, een NOSBO wedstrijd te spelen. En ondanks dat ik al lang en breed een braaf burgerbestaan had opgebouwd en niks op had met de studenten mores, is mijn hoogverraad nooit aan het licht gekomen. Tenminste niet bij onze tegenstanders en de NOSBO. Wel bij de Vindicatters. Toen ik bij onze eerste thuiswedstrijd het sociëteitsgebouw aan de Grote Markt binnenkwam hadden zij onmiddellijk in de gaten hadden dat ik niet één van hen was: “Jas uit! Deur dicht! Niet met je rug naar de bar staan!”. De thuiswedstrijden waren sowieso een happening op zich. Onze arme tegenstanders die overdag nog op de akkers rondom Kolham hadden staan ploeteren, moesten zich via het bargedeelte ( “Jas uit! Deur dicht! Niet met je rug naar de bar staan!”) naar de bibliotheek begeven alwaar geschaakt werd. Een prachtige sfeervolle ruimte trouwens die bibliotheek, met het indrukwekkend hoge plafond, de lederen fauteuils en de oude meesters aan de muur. Als echte studenten begonnen wij doorgaans een minuut of vijf na aanvang van de partijen de eerste Wilde Havanna’s op te steken en het duurde meestal niet lang of de hele bibliotheek zag blauw van de rook. Het begrip thuisvoordeel kreeg hier voor mij pas echt betekenis. Maar ook de uitwedstrijden waren de moeite waard. Regelmatig gekleed in jacquet en met steevast een krat bier in de ene en een doos Havanna’s in de andere hand, speelden wij onze onderbond partijen in Bedum, Zandeweer en andere exotische oorden. Het kratje bier werd daarbij op een apart tafeltje naast het eerste bord geplaatst. Tijdens de partijen resulteerde dit meestal al in een drukte van belang rondom de eerste bord speler. Ondertussen was ik al lang niet meer de enige invaller. Omdat de echte studenten het steeds vaker lieten afweten was mijn broer genoodzaakt meer en meer huurlingen op te stellen. Dat dit soms tot verrassende resultaten kon leiden hielp een oud teamgenoot me laatst nog herinneren. Volgens hem hadden we zo ooit Groningen ‘hoog’ uit de beker gemept*.