Schaakrubrieken weekend 19 november 2016
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Dag zonder topschaak
Voor de Noorse schaakfans – vrijwel de voltallige Noorse bevolking zo langzamerhand – moet het gevoeld hebben als bij de Amerikaanse presidentsverkiezing. De derde en vierde partij van de WK-match van hun held Magnus Carlsen duurden voor ons en voor Noorwegen tot ongeveer drie uur ’s nachts, maar een paar uur eerder konden de Noren al met een gerust hart gaan slapen. Van Judit Polgar en van andere eminente commentatoren hadden ze gehoord dat Magnus ging winnen. Judit zei bovendien dat ook de sociale media ervan overtuigd waren, maar die hadden het misschien weer van haar. De volgende ochtend werden de Noren geconfronteerd met de afschuwelijke waarheid. Carlsen had gewonnen gestaan, maar niet gewonnen. Beide keren was Karjakin ontsnapt. Woensdag was een rustdag en hoewel Carlsen maandag en dinsdag 14 uur had gespeeld, zei hij dat hij het liefst meteen de stukken zou opzetten voor een nieuwe lange sessie. Journalist Mark Crowther merkte op dat die woensdag de eerste dag was sinds zeer lange tijd dat er niet ergens op de wereld op hoog niveau werd geschaakt. Welk een verschrikkelijke ontbering! Ik moest denken aan een zinsnede van de Ierse schrijver Flann O’Brien: „Vijf dagen moet hij op de kruin van een koude heuvel zitten met een twaalfpuntig gewei van een edelhert in zijn broek, zonder muziek of voedsel of schake r s .” O’Brien schreef ook eens over het droevige lot om in een donkere grot te zitten, verstoken van het gezelschap van schaakspelers. Zo was het voor ons dus woensdag. In de dagen daarvoor waren we erg verwend, want behalve het WK in New York was er in St. Louis vijf dagen lang de ‘Champions Showdown’. Anand, Nakamura, Caruana en Topalov speelden zes partijen met min of meer klassieke bedenktijd, twaalf rapidpartijen en twaalf vluggertjes. Anand won het algemeen klassement. Hier is een van de klassieke partijen.
Nakamura – Anand, St. Louis 2016
1. c4 e5 2. Pc3 Lb4 3. Pd5 Lc5 4. Pf3 c6 5. Pc3 d6 6. e3 Lb4 7. d4 e4 8. Pd2 Lxc3 9. bxc3 Pf6 10. La3 Een paar dagen later hadden ze deze stelling ook in hun rapidpartij. Toen deed Anand 10…b6. 10…0-0 11. c5 d5 12. Le2 Te8 13. 0–0 b5 14. Lc1 Om zwarts pion b5 meteen aan te vallen.
14…a6 15. a4 Dd7 Er dreigde 16. axb5 cxb5 17. Lxb5. 16. f4 exf3 17. Pxf3 Pe4 18. Pe5
18…Txe5 19. dxe5 Pxc3 20. Dc2 Pxa4 21. e4 De8 21…d4 kon nog niet wegens 22. Txa4 bxa4 23. Lc4.
22. Ld3 Beter was 22. exd5 cxd5 23. Ld3 en ik zou liever wit hebben.
22 …d4 Nu is dit wel goed. 23. e6 Wit is te optimistisch. Na 23. Txa4 bxa4 24. Dxa4 zou het ongeveer gelijk staan.
23…Lxe6 24. Lf4 a5 25. Ld6 Hier staat wits loper alleen voor het oog goed. 25…Pa6 26. e5 g6 27. Tf4 Pb4 28. Dd2 Pxd3 29. Dxd3 Pc3 30. Txd4 b4 Zwarts pionnen rukken op. Wits enige kans is de koningsaanval.
31. Dd2 h5 32. h3 Dd8 33. Tf1 Kh7 34. Tf6 Pd5 35. Dg5 Dg8 Het lijkt of wit een geweldige aanval heeft, maar die indruk is misleidend, vooral doordat wits Ld6 niet meedoet.
36. Dh4 Pxf6 37. exf6 b3 38. Le5 Df8 39. Td6 Ld5 40. Kh2 a4 41. Db4 De8 42. Lb2 a3 Wit gaf op. Na 42. Lxa3 wint zwart met 42…De5+ gevolgd door 43…Da1+.
Avontuurlijke opening brengt plezier in het spel
Uit Georgië, het geboorteland van zijn echtgenote, stuurde Anish Giri maandag een geestige tweet: ’11 uur ’s avonds in Tbilisi, 5. Te1 in New York. Het ziet ernaar uit dat ik me vandaag aan een gezond slaapritme kan houden.’ Het was duidelijk wat hij bedoelde. De derde partij Carlsen-Karjakin was begonnen met de beruchte zettenreeks 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6 4. 0-0 Pxe4 5. Te1, die zelden tot boeiende gevechten leidt. Als Giri inderdaad op tijd is gaan slapen, mag hij spijt hebben. Na het kalme begin ontwikkelde zich een meeslepend gevecht, dat spelers en toeschouwers uitgeput achterliet. Zeker, Carlsen had kunnen winnen, maar het is onzin om de uiteindelijke remise een gelukje voor Karjakin te noemen. Wie in een precaire stelling zeven uur stand weet te houden tegen de wereldkampioen, bewijst dat hij terecht de uitdager is. Bij alle waardering voor Carlsens techniek en Karjakins verdedigingskunst blijft knagen dat de gekozen openingen in de eerste partijen het hart niet sneller doen kloppen. Wat zou het geweldig zijn als de gladiatoren bereid waren geweest elkaar met de scherpste wapens te bestrijden. Soms verlang ik terug naar de WK-matches van Gari Kasparov. Na de eerste twee saaie partijen zocht ik tegenwicht bij de schakers die plezier hebben in het spel door riskante, avontuurlijke openingen te kiezen. Een van hen is de Hongaar Richárd Rapport. Tijdens het Europacup-toernooi versloeg hij een van de sterkste spelers van de wereld met een schitterend torenoffer in een met de oude verdediging van Michail Tsjigorin begonnen partij.
Aronian-Rapport Europacup, Novi Sad 2016
1. d4 d5 2. c4 Pc6 3. Pc3 Pf6 4. cxd5 Pxd5 5. Pf3 e5 6. dxe5 Lb4 7. Ld2 Pxc3 8. bxc3 La5 9. e3 0-0 10. Da4 Lb6 11. Df4 De7 12. h4 Veiliger is 12. Lc4 Le6 13. Lb3. 12 … f6 13. exf6 Txf6 14. Dc4+ Kh8 15. Ld3 Lf5 16. Lxf5 Txf5 17. Pg5 Na 17. 0-0 Taf8 dreigt 18 … Txf3 19. gxf3 Pe5. 17 … Pe5 18. De4 Dd7 19. 0-0 Te8 20. Dc2 h6 21. Pe4 Th5 22. Pg3 Txh4 23. Tad1 Tf8 24. Lc1 Dg4 25. Td5
26. De2 c6 27. Td4
WK 2016
De belangrijkste officiële krachtmeting in de schaaksport sinds 1886 is de wereldkampioenschapsmatch. Toen speelden Wilhelm Steinitz en Johann Zukertort 24 partijen in New York, Saint Louis en New Orleans. Steinitz won en hij wordt historisch gezien als de eerste kampioen. Dat aantal van 24 partijen is met onderbrekingen lange tijd vastgehouden. Echter, de versnelling van het maatschappelijk leven, de tijdsdruk dwong FIDE om definitief de lengte en de duur van de WK-formule drastisch in te korten (het record staat nog steeds op Karpov-Kasparov 1984 over zes winstpartijen die na 48 partijen en een half jaar spelen werd stopgezet). Sinds 1993 is er geëxperimenteerd met toernooivormen, met minder partijen en met een bepaald aantal gewonnen partijen. Alle formules hebben hun sterke en zwakke kanten, vandaar dat geëxperimenteer. Bij de laatste drie WK’s, sinds 2010, gaat de krachmeting over twaalf partijen en bij een eventuele gelijke slotstand (6-6) beslissen rapidpartijen. Iedereen heeft zich hier nu bij neergelegd en dat is ook de formule bij de nu lopende WK-tweekamp tussen regerend kampioen Magnus Carlsen uit Noorwegen en zijn uitdager de Rus Sergei Karjakin. En weer in New York!
Natuurlijk is Carlsen favoriet, hij voert tenslotte al sinds 2010 de wereldranglijst aan en dat nog wel met de historisch hoogste Elo-rating van 2882 in 2014. Maar de bookmakers schatten de kansen van Karjakin met 20% te laag in. Karjakin heeft nog steeds het record jongste grootmeester met twaalf jaar en acht maanden en als hij stand kan houden in de eerste match-helft stijgen zijn kansen. Bij tweekampen spelen psychologische zaken een grotere rol dan bij toernooien en Karjakin is een koele kikker. De spelers begonnen heel rustig, aftastend.
M. Carlsen – S. Karjakin
1.d4 Pf6 2.Lg5 d5 3.e3 c5 4.Lxf6 gxf6! De juiste manier van terugslaan in de Tromposky-opening. Zwart krijgt weliswaar een verzwakte pionnenstructuur maar hij heeft voldoende compensatie door een vrij stukkenspel. 5.dxc5 Pc6 6.Lb5 e6 7.c4 dxc4 8.Pd2 Lxc5 9.Pgf3 0-0 10.0-0 Pa5 11.Tc1 Le7 12.Dc2 Ld7 13.Lxd7 Dxd7 14.Dc3 Dd5 15.Pxc4 Pxc4 16.Dxc4 Dxc4 17.Txc4 Tfc8 18.Tfc1 Txc4 19.Txc4 Td8 20.g3 Td7 Hier hadden de spelers rustig remise kunnen geven maar Carlsen ging door tot zet 42 en toen schudden ze elkaar pas de hand. In de tweede partij een beetje hetzelfde beeld: de dames snel van het bord, een verzwakte pionnenstructuur voor zwart maar niet voldoende voor echte winstpogingen. Remise na 33 zetten. In de derde partij koos Carlsen weer voor een zijpad in de Spaanse opening maar dit keer kwam hij toch heel ver.
68.Pe5+ Kg7 69.Txe7+ Kf6 70.Pc6 Kxf5 71.Pa5 Th1 72.Tb7 Moeilijk te voorzien maar eerst 72.Tf7+ is beter, nu behoudt zwart de h-pion.
72…Ta1 73.Tb5+ Kf4 74.Txb4+ Kg3 75.Tg4+ Kf2 Het is hoogst opmerkelijk maar wit heeft niets, bijvoorbeeld 76.b4 h3 77.Th4 Kg3 78.Pb3 Te1 of 76.Kxh4 Txa5 77.Tb4 Ke3 of 76.Tf4+ Ke3 77.Tf5 Ke4 78.Kg6 h3 79.Th5 h2 daarom 76.Pc4 h3 77.Th4 Kg3 78.Tg4+ Kf2 remise. Knap verdedigd!
Ook in partij 4 werd Karjakin vanuit de opening naar de rand van de afgrond geduwd.
69.Lc5 f3 70.Le3 Ld7 71.Kc1 Lc8 72.Kc2 Ld7 73.Kc1 Lf4 74.Lxf4 gxf4 75.Kc2 Le6 76.Kc1 Lc8 77.Kc2 Le6 78.Kc1 Kb3 79.Kb1 Ka4 80.Kc2 Kb5 81.Kd2 Kc6 82.Ke1 Kd5 83.Kf1 Ke5 84.Kg1 Kf6 85.Pe4+ Kg6 86.Kf2 Lxg4 87.Pd2 Le6 88.Kxf3 Kf5 89.a4 Ld5+ 90.Kf2 Kg4 91.Pf1 Kg5 92.Pd2 Kf5 93.Ke2 Kg4 94.Kf2 remise.
In 2017 zal voor niemand onopgemerkt blijven dat het 500 jaar geleden is dat Maarten Luther zijn stellingen aan de deur van de kerk te Wittenberg timmerde, een verhaal dat mijn juffrouw Van de Horst van de Oranjeschool in Amsterdam een keer zo plastisch uitbeeldde dat een ruitje van de deur van het klaslokaal sneuvelde. Daarna sprak ze woorden die Luther wellicht afgekeurd zou hebben, hoewel ook hij af en toe druistig uit de hoek kon komen. Of ze ter gelegenheid van het belangrijke historische moment bij Quality Chess Vom Schüler zum Grossmeister uitgaven, de autobiografie van Thomas Luther, staat te bezien. Van Lutherkenner ds. Hans Mudde weten we in ieder geval dat de reformator soms wel degelijk aan het schaakbord te vinden was, iets wat mogelijkerwijs nog in de genen van Thomas Luther is terug te vinden. Het is in ieder geval een boek geworden waar schakers heel wat van kunnen opsteken, zowel schaaktechnisch als wat betreft de kennis van het randgebeuren in het wereldje van de schaakgrootmeesters. En en passant leren we ook nog het één en ander over het leven in de voormalige DDR, waar het natuurlijk niet alleen maar kommer en kwel was. Er staat veel in over het leven van topschakers en ieder jeugdig talent dat overweegt beroeps te worden, moet dit lezen. Thomas was drie keer Duits kampioen en naast eigen partijen komen in het boek ook van andere grootmeesters mooie voorbeelden voor die weer veel tips opleveren, bij voorbeeld voor intensieve tactiektraining.
Aan de diagrammen van de Grossmeister Fundgrube moet je twee uur achter elkaar werken en dat geldt ook voor de 32 van de Luthertest. Om te oefenen, is er ook een diepe analyse van 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 c5. Een waardevol boek van een deskundige schaak-trainer (www.qualitychess.co.uk , isbn 978-1-78438-016-8, 24,99 euro). Ook 2006 was een kampioensjaar voor Luther, onder andere door een zege op Tischbierek, ook geen kleine jongen. Luther met wit.
Luther-Tischbierek
1.e4 g6 2.d4 d6 3.Pc3 Lg7 4.Le3 a6 5.h3 b5 6.Pf3 Lb7 7.Ld3 Pd7 8.Pe2 (wit zet het rustig op) 8.Pf6 9.Pg3 0-0 10.0-0 e5 (hier had zwart beter eerst c5 kunnen spelen, dreigt c4 en dan na c3 van wit e5. Nu komt) 11.dxe dxe 12.a4 Lc6 (verhindert dus de opmars van de c-pion) 13.axb axb 14.De2 Txa1 15.Txa1 Db8 (zwart moet nu al ‘keepen’) 16.Ta5 b4 17.Lb5 Lb7 18.Dc4 c6 (een valletje) 19.Lxc6 Dc7! (Luther ziet het) 19.La6 La8 20.Da2 (voorbereiding voor Lc4 maar zwart is ook niet achterlijk en dus) 20.Pe8 (kan dan naar d6 en dekt gelijk f7. Echter nu staat Tf8 buiten spel en dus) 21.Lc8 Dxc8 22.Txa8 Dc7 23.Pg5 (dreigt Pxf7) Pd6 24.Ta7 (de toren moet blijven meedoen) Pb7 25.Da6 Pdc5 26.Dc4 (ook 26.Lxc5 Pxc5 27.Txc7 Pxa6 28.Txc6 wint een pion) Dd6 27.Dxb4 h6 28.Pf3 Tb8 29.Dd2 Df8 30.h4 Ta8 31.Txa8 Dxa8 32.Kh2 Dxb2 33.Lxg7 Kxg7 35.h5 (met de twee paarden en de dame op de zwarte koning gericht zag Tischbierek de bui hangen en het niet meer zitten – een voorbeeld van een tante Betje – en gaf op).
Probleem 2607 is een tweezet van Mansfield.
Doel voor Haarlemmers is Europa in
De match om het wereldkampioenschap tussen Magnus Carlsen en Sergei Karjakin is in volle gang. Op de sportpagina wordt u op de hoogte gehouden en op dit moment kan ik daar nog niets aan toevoegen. Daarom kom ik nog een keer terug op het toernooi om de Europacup in Servië.
De Nederlandse deelnemers deden eigenlijk mee voor de lol, schreef ik vorige week. LSG (Leiden) eindigde op plaats 18, Sissa (Groningen) op 27, En Passant (Bunschoten) en Kennemer Combinatie (Haarlem) samen op 36. Persoonlijke uitblinkers waren vooral Michiel Bosman bij LSG en Erik-Jan Hummel bij Sissa.
Voor Kennemer Combinatie is plaatsing voor de Europacup een doelstelling bij de deelname aan de Nederlandse competitie. Twee weken geleden schreef ik dat het landskampioenschap het hoogste doel was voor de Haarlemmers. Nee hoor, schreef een van de leden op het forum van Utrechtschaak, dat is helemaal niet waar. Europa ingaan, dat is het doel. Eigenlijk wel raar om op het moment dat je bovenaan staat in de competitie, te zeggen dat de landstitel niet je hoogste doel is. Is nummer 36 van Europa worden in een toernooi van zeven potjes in zeven dagen leuker dan kampioen van Nederland worden in een heel seizoen? In Haarlem vinden ze van wel. Landskampioen worden staat niet in hun beleidsplan, dus waarom zou je dat willen?
In Bunschoten staat deelname aan de Europacup ook hoog op de verlanglijst, maar dan wel na het behalen van de landstitel. Het resultaat was deze keer teleurstellend, maar Henk Vedder vond het wel een belevenis om van Peter Leko te verliezen. Zijn broer Richard leek in Servië voorlopig zijn vormcrisis te boven te zijn gekomen, waaraan hij sinds de zomer leed.
Kjolberg-Vedder
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0-0 Pxe4 6.d4 b5 7.Lb3 d5 8.dxe5 Le6 9.Pbd2 Pc5 10.c3 Le7 Vedder is een groot kenner van het Open Spaans. Ooit ging hij zelfs naar Zwitserland om hier een weekend op te analyseren met Viktor Kortchnoi. Vedder had contact met de schaaklegende sinds die eens had deelgenomen aan een snelschaaktoernooi in Bunschoten. 11.Lc2 Lg4 12.Te1 Dd7 13.Pb3 Pe6 14.h3 Lh5 15.Lf5 Td8 16.Dd3 Lg6 17.Lxg6 Een ongelukkige keus van wit. Vedder besluit nu om in de rest van de partij niet te rokeren, maar de h-lijn als aanvalslijn te gebruiken.
17…hxg6 18.Pfd4 Pcxd4 19.cxd4 Th4 20.Le3 a5 21.a3 a4 22.Pd2
Een mooie mogelijkheid, omdat 23.dxc5 d4 wit een stuk kost.
23.Pf3 c4Na deze zet kan wit nooit meer iets doen op de damevleugel, terwijl zwart wel nog steeds initiatief heeft op de koningsvleugel. De strijd is eigenlijk al beslist, het wachten is op de laatste klap. 24.Dc2 Th8 25.Kh2 g5 26.g4
Daar is die laatste klap al. Wit kan de dreigingen Txh3 en Dxg4 niet allebei het hoofd bieden.
27.Lxf4 Dxg4 28.Pg1 Dxf4+ 29.Kg2 g4 30.Te3 gxh3+ 31.Pxh3 Dxd4Met twee pionnen meer en de toekomstige opmars van de d-pion hoeft zwart niet eens meer mat te zetten. Het is gedaan met wit. 32.e6 Dg4+ 33.Tg3 Dxe6 34.Dd2 Kf8 35.Te1 Df6 36.Tf3 Dd6 37.Dd4 Lf6 38.Da7 Th4
Wit geeft het op, in het vertrouwen dat Vedder wel weet hoe hij dit moet afmaken.
Voor beginners A7175
Voor gevorderden B7175
In de schaakproblematiek is er verschil tussen Engelse en Duitse componisten. De Engelsen hebben een voorkeur voor de klassieke schaakschoonheid en problemen met batterijen. Zoals bijvoorbeeld het “crosscheck”-thema, dat de voorgaande schaakrubrieken in een kleine serie werd uitgediept. Dit thema leent zich goed voor combinaties met het batterijspel. In deze serie werd een aantal problemen getoond van de bekende Engelse grootmeester Mansfield.
Duitse problemisten werken in veel problemen met wit lijnenspel. De witte-lijnthematiek heeft een aantal thema’s, aangeduid met een letter A tot en met H. Zij combineren die thema’s met en door elkaar, zelfs met andere thema’s. Ook worden de thema’s in een modern jasje gestoken door een combinatie met verleidingsspel. Om deze witte lijn-thematiek is vooral de Duitse grootmeester en componist Ahues bekend. Van hem de eerste tweezet.
Het thema waar Ahues ons van laat genieten heet Thema A. De definitie: een veld in het bereik van de zwarte koning (themaveld) is door twee stukken via een rechte of diagonale lijn gedekt; wit heeft een dreiging in een van de dekkingslijnen en zwart kan de dreiging pareren door in de andere lijn met een stuk te gaan staan; het themaveld komt dan vrij voor de zwarte koning.
In de tweekamp om het wereldkampioenschap tussen Carlsen en Karjakin is de stand 2-2, door vier remises. Carlsen maakte in de laatste twee ronden fouten in gewonnen stand. Volgende week meer hierover.