“Gezins-taal” door Manuel Nepveu. Column van Schaakvereniging Promotie.
Ik ben nooit naar een voetbalwedstrijd geweest. Ik heb ook geen plannen in die richting. Toch heb ik al sinds mijn middelbare schooltijd een zwak voor een van de clubs in de huidige Eredivisie: Feyenoord. Dat is wat vreemd, want ik heb nooit in Rotterdam gewoond en als woonplaats een indicator zou moeten zijn dan hadden ADO en Groningen meer voor de hand gelegen. Maar neen.
Ik vond het dan ook prima dat Feyenoord dit seizoen een vliegende start had. Toen Feyenoord tegen het clubje uit Deventer moest aantreden, de hekkensluiter van dat moment, had ik zo mijn verwachtingen. Tegen de tijd dat de wedstrijd zo’n beetje afgelopen was ging ik even op internet kijken. 4-0 voor Feyenoord? 5-0 wellicht? Toen ik de actuele stand zag was mijn reactie: is het weer eens zover? En toen die stand uiteindelijk ook de eindstand bleek, had ik echt de smoor in.
Lang geleden las ik een artikel over zogenaamde gezins-taal. In vele gezinnen komen uitdrukkingen voor die voor buitenstaanders volmaakt onbegrijpelijk zijn. Ze hebben te maken met specifieke gebeurtenissen of omstandigheden in het gezin, die daartoe aanleiding hebben gegeven. En die moet je kennen om de uitdrukkingen in kwestie te kunnen vatten. “Wij” kennen het fantasiewerkwoord “snoekevoezen”. Het werd door onze dochter op jonge leeftijd in afkeurende zin gebezigd om het wrijven van het hoofd over de schouder aan te duiden. Dat kwam bij een van ons nogal eens voor. Het is een blijvertje gebleken, opgenomen in onze gezins-taal.
Onlangs moest ik schaken tegen iemand die soms verbazingwekkend onspeelbare stellingen op het bord brengt. Typisch een speler met wie ik geen grote moeite zou mogen hebben. Dacht ik. Toen ik van huis ging liet ik me ook in die zin uit tegenover vrouwlief. Hoogst onverstandig natuurlijk en de schaakgodin, vrouwe Caïssa, strafte dan ook onmiddellijk. Ik had goed de smoor in toen ik naar huis reed. Toen ik de huiskamer binnenkwam schatte mijn wederhelft de situatie loepzuiver in. En ad rem floepte haar reactie eruit: “Een Feyenoordje?”
Aan onze gezins-taal is een nieuw woord toegevoegd, zoveel staat wel vast.