Schaakrubrieken weekend 26 november 2016
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Bijna te veel spanning
Je ziet weinig klachten meer over gebrek aan spanning in de match tussen Carlsen en Karjakin. Donderdag maakte Carlsen gelijk en bij de stand 5-5 moeten er nog twee klassieke partijen gespeeld worden, op deze zaterdag en op maandag. Voor een teer gestel is er eerder spanning te veel. De Noorse grootmeester Jon Tisdall, die voor Noorse media over de match schrijft, stoorde zich tijdens de eerste helft erg aan het geklaag op internet over de remises. Hij maakte een vergelijking met de eerste match tussen Karpov en Kasparov in Moskou, waar hij als verslaggever was. Het duurde van september 1984 tot februari 1985 en er werden 48 partijen gespeeld, waarvan er 40 remise werden. Er was een periode van 17 remises achter elkaar. Waren de Moskovieten toen boos? Volgens Tisdall niet. Hij herinnert zich dat er bij het Huis van de Vakbonden soms gevochten werd op straat om een kaartje te mogen kopen. Eerlijk gezegd zou ik me beter kunnen voorstellen dat ze toen hadden gevochten om hun geld terug te krijgen, want veel van die remises waren kort en hadden weinig inhoud. Ik denk dat de klachten over de remises van nu kwamen doordat Karjakin niet ernstig genoeg werd genomen. Wie weinig over hem gehoord had, zal gedacht hebben dat hij toch gedoemd was om te verliezen, en het daarom maar beter zo snel mogelijk kon doen. Tijdens de match werd in New York de doc umentaire ‘Magnus’ vertoond. Die volgt Carlsen sinds zijn match tegen Anand in 2013. De meeste Amerikaanse recensies waren gunstig, overal dook de uitdrukking ‘de Mozart van het schaken’ op. Vladimir Kramnik zei eens: „Of Carlsen de Mozart van het schaken is weet ik niet, maar dat Kasparov de Rammstein van het schaken is, dat is zeker.”
Carlsen-Karjakin, achtste partij.
1. d4 Pf6 2. Pf3 d5 3. e3 e6 4. Ld3 c5 5. b3 Le7 6. 0- 0 0-0 7. Lb2 b6 8. dxc5 Lxc5 9. Pbd2 Lb7 10. De2 Pbd7 11. c4 dxc4 12. Pxc4 De7 13. a3 a5 14. Pd4 Tfd8 15. Tfd1 Tac8 16. Tac1 Pf8 17. De1 Niet iedereen begreep dit meteen. 17…Pg6 18. Lf1 Dit was de bedoeling. 18…Pg4 19. Pb5 Na zijn kalme opening is Carlsen nu onvoorzichtig. 19…Lc6 Karjakin maakt er geen gebruik van. 19…Dg5 was sterk. Er zijn mooie varianten: 20. Pbd6 Ph4 21. Pxb7 Pf3+ of 20. b4 Pf4. Met 20. h3 zou wit op de been blijven. 20. a4 Ld5 21. Ld4 Lxc4 22. Txc4 Lxd4 23. Tdxd4 Txc4 24. bxc4 Na 24. Txc4 zou de remise bijna zeker zijn.
24…Pf6 25. Dd2 Tb8 26. g3 Pe5 27. Lg2 h6 28. f4 Ped7 29. Pa7 Da3 30. Pc6 Tf8 31. h3 Na 31. Txd7 Pxd7 32. Dxd7 Dxe3+ is remise waarschijnlijk, maar als er iemand winstkansen heeft is het wit.
31…Pc5 32. Kh2 Pxa4 33.Td8 g6 34. Dd4 Kg7 35. c5 Dit is een valstrik, maar ook een verliezende zet.
35…Txd8 Na 35…bxc5 36. Dd6 Txd8 37. Pxd8 zou wit winnen. 36. Pxd8 Pxc5 37. Dd6 Dd3 Veel sterker was 37…Da4.
38…fxe6 39. De7+ Kg8 40. Dxf6 a4 41. e4 Dd7 42. Dxg6+ Dg7 43. De8+ Df8 44. Dc6 Speelt wit op winst? Zwart ook, want na 44. Dg6+ wilde hij 44…Kh8 doen.
44…Dd8 45. f5 a3 46. fxe6 Kg7 47. e7 Dxe7 48. Dxb6 Pd3 49. Da5 Waarschijnlijk al de verliezende zet. Met 49. e5 zou wit zich redden.
49…Dc5 50. Da6 Pe5 51. De6 h5 52. h4 a2 Wit gaf op.
Als een lemming snelt Carlsen zijn ondergang tegemoet
Alles kan anders zijn als deze rubriek verschijnt en de negende en tiende WK-partij zijn gespeeld. Het zou weer gelijk kunnen staan in de WK-tweekamp en het is zelfs mogelijk dat Karjakin de nieuwe wereldkampioen is. Wat wel vaststaat is dat nog lang gesproken en geschreven zal worden over de opzienbarende nederlaag die Carlsen maandagavond leed. Ik kan me geen partij uit de recente WK-historie herinneren, waarin een speler bij een gelijke stand in de tweekamp zo gedreven was door de wil om te winnen dat hij welbewust de eisen van de stelling negeerde en als een lemming zijn ondergang tegemoet snelde. Extra bijzonder was dat Carlsen ermee wegkwam, ruime gelegenheid kreeg alsnog een half punt te redden en hopeloos faalde. Nadat de partij was afgelopen, verzond de Schotse grootmeester Jonathan Rowson de volgende tweet: ‘Ik heb nog meer bewondering voor Magnus gekregen. De wil om te winnen is ook de bereidheid om te verliezen.’ Mooie woorden, die volgens mij meer van toepassing zijn bij de speculatieve aanvalspartijen van de jonge Michail Tal dan bij Carlsens onverantwoorde agressie in een volkomen evenwichtige stelling. Een paar momenten uit de gedenkwaardige partij: Carlsen – Karjakin na de 23ste zet van wit.
26. g3 Pe5 27. Lg2 h6 28. f4 Ped7 29. Pa7 Da3 30. Pc6 Tf8 31. h3 Opnieuw versmaadt Carlsen een mogelijkheid om remise te maken. Na 31. Txd7 Pxd7 32. Dxd7 Dxe3+ 33. Kf1 Dc1+ 34. Kf2 kunnen beide partijen weinig ondernemen.
31 … Pc5 32. Kh2 Pxa4 33. Td8 Verrassend. De onovertrefbare internetcommentator Peter Svidler hield alleen rekening met 33. e4, gevolgd door 34. e5, waarna wit enige compensatie heeft voor de geofferde pion.
33 … g6 34. Dd4 Kg7 35. c5 Deze volkomen onverwachte blufzet had tot verlies kunnen leiden, maar in tijdnood kan zwart het fout doen.
35 … Txd8 36. Pxd8 Pxc5 37. Dd6
49 … Dc5 50. Da6 Pe5 51. De6 h5! 52. h4 a2 Wit geeft op.
WK 2016 (2)
Na acht partijen in de WK-tweekamp tussen regerend kampioen Magnus Carlsen en uitdager Sergei Karjakin staat de Rus met 4,5-3,5 voor. Wie had dat gedacht? In de eerste vier partijen bereikte Carlsen twee keer een aanwijsbare winststelling maar door uitzonderlijk goede verdediging hield Karjakin stand. “Slordig”, was het commentaar van Carlsen maar zo makkelijk kwam hij er voor zichzelf niet mee weg. Hij is een maximalist, zoals vele wereldkampioenen, en er begon iets te knagen. In de vijfde partij kwam hij weer met fijnzinnig positioneel spel tot een stelling waarin de tegenstander moet afwachten maar weer voelde Carlsen dat hij er niet door kwam. En toen beging hij weer zo’n ‘slordigheid’. Dat had hem duur kunnen komen te staan.
M. Carlsen – S. Karjakin (5)
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 Het Italiaans dat Carlsen graag mag spelen dus ongeschikt als verrassingswapen.
4.0-0 Pf6 5.d3 0-0 6.a4 d6 7.c3 a6 8.b4 La7 9.Te1 Pe7 10.Pbd2 Pg6 11.d4 c6 12.h3 exd4 13.cxd4 Pxe4 14.Lxf7!+ Txf7 15.Pxe4 d5 16.Pc5 h6 17.Ta3 Lf5 18.Pe5 Pxe5 19.dxe5 Dh4! 20.Tf3 Lxc5 De veilige route. Zwart had ook kunnen gaan voor 20…Lg6 21.Txf7 Lxf7 22.e6 Lg6 23.Dd2 a5 met onduidelijke complicaties. 21.bxc5 Te8 22.Tf4 De7 23.Dd4 Tef8 24.Tf3 Le4 25.Txf7 Dxf7 26.f3 Lf5 27.Kh2 Le6 28.Te2 Dg6 29.Le3 Tf7 30.Tf2 Db1 31.Tb2 Df5 32.a5 Het is duidelijk dat zwart geen actie kan ondernemen. Wit houdt met twee damevleugelpionnen de vier zwarte onder controle. Wellicht was het zinnig om eerst met de koning van h2 naar a3 te lopen. Precies diezelfde gedachte voert Karjakin uit.
32…Kf8! 33.Dc3 Ke8 34.Tb4 g5 35.Tb2 Kd8 36.Tf2 Kc8 37.Dd4 Dg6 De stelling is in evenwicht, zeker als wit niets doet. Maar …
38.g4!? h5 39.Dd2 Tg7 40.Kg3 Tg8 41.Kg2? Slordig? Dit laat een gevaarlijke bevrijdingsactie toe, die wit had kunnen voorkomen met 41.Dd4.
41…hxg4 42.hxg4 d4! 44.Dxd4 Ld5?!
45.e6! Dxe6 46.Kg3 De7 47.Th2 Df7 48.f4 gxf4 49.Dxf4 De7 50.Th5 Tf8 51.Th7 Txf4 52.Txe7 Te4 remise.
Partijen 6 en 7 werden zonder al te veel strijd remise. Partij 8 werd een drama.
M. Carlsen – S. Karjakin
1.d4 Pf6 2.Pf3 d5 3.e3 e6 4.Ld3 c5 5.b3 Le7 6.0-0 0-0 7.Lb2 b6 8.dxc5 Lxc5 9.Pbd2 Lb7 10.De2 Pbd7 11.c4 dxc4 12.Pxc4 De7 13.a3 a5 14.Pd4 Tfd8 15.Tfd1 Tac8 16.Tac1 Pf8 Weer een slappe opening van Carlsen. Daar heb je zijn grote talent niet voor nodig.
17.De1 Pg6 18.Lf1 Pg4 19.Pb5 Lc6 20.a4 Ld5 21.Ld4 Lxc4 22.Txc4 Lxd4 23.T1xd4 Txc4 24.bxc4?! Natuurlijk is er niets aan de hand na 24.Txc4.
24…Pf6 25.Dd2 Tb8 26.g3 Pe5 27.Lg2 h6 28.f4Natuurlijk is er niets aan de hand na 28.h3 28…Ped7 29.Pa7 Da3 30.Pc6 Tf8 31.h3 Wit kan met 31.Txd7 Pxd7 32.Dxd7 Dxe3+ naar remise afwikkelen. 31…Pc5 32.Kh2 Pxa4 33.Td8 g6 34.Dd4 Kg7 35.c5?!
Te ambitieus, met 35.Pe5 houdt wit voldoende tegenspel. 35…Txd8 36.Pxd8 Pxc5 37.Dd6 Dd3 Dat geeft wit een verdedigingskans die er niet is na 37…Da4. 38.Pxe6+ fxe6 39.De7+ Kg8 40.Dxf6 a4 Tijdcontrole gehaald en wit heeft net voldoende compensatie door die verzwakte koningsstelling. 41.e4 Dd7 42.Dxg6+ Dg7 43.De8+ Df8 44.Dc6 Dd8 45.f5 a3 46.fxe6 Kg7
47.e7?! Dxe7 48.Dxb6 Pd3 49.Da5? Nu moest Lg2 in het spel gebracht worden: 49.e5! Pxe5 50.Ld5 en dat kan zwart niet winnen.
49…Dc5 50.Da6 Pe5 51.De6 h5 52.h4 a2 wit gaf op omdat 53.Dxa2 Pg4+ 54.Kh3 Dg1 55.Db2+ Kg6 geen oplossing biedt.
“Carlsen maakt de partijen interessant”, zei Karjakin bij de persconferentie maar ook: “Ik gebruik zijn ambities”.
Wie kent niet het verhaal uit de Bijbel over David en Goliat, nog altijd een van de toppers bij het kindermoment in de kerk? In het moderne sportjargon komt de vergelijking niet zoveel meer voor (op de televisie dacht onlangs iemand dat David op het middenveld van Ajax speelde) en spreken we liever van de underdog, maar dat was David natuurlijk eigenlijk niet, theologisch gezien.
Andrew Soltis heeft in zijn boek David vs Goliath Chess een aantal partijen verzameld waarin grootmeesters al dan niet roemloos ten onder gaan tegen lieden met mindere kwaliteiten (www.pavillionbooks.com, 19.50 euro, Batsford Chess). Soltis schrijft de schaakrubriek in The New York Post en hij is de auteur van menig schaakboek, bedoeld voor de clubspeler die wil verbeteren. Zo ook hier. Meestal gaat de schaker Goliath plat door een blunder en dan gaat de vergelijking met het Bijbelverhaal dus opnieuw mank, want je kunt niet van een blunder bij Goliat spreken. Wel van zelfoverschatting en dat klopt dan wel meer. Het is ook haast onvermijdelijk dat men de zwakkere onderschat. Nu is de bedoeling van Soltis niet dat het boek leedvermaak brengt, maar vooral dat de gemiddelde clubspeler het moment van blunderen van de sterkere speler herkent en weet te benutten. En zeker ook dat je altijd de strijd moet durven aangaan en niet te snel moet versagen. Dat grootmeesters in simultanen soms door het ijs zakken, vind ik dan weer niet zo interessant. Leerzaam zijn vooral de echte partijen. Zoals deze, van wereldkampioen Karpov tegen Hartmann, met 400 ELO minder. 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 e6 6.g4 (de scherpe Keresaanval) 6.a6 7.g5 Pfd7 8.Lg2 Pc6 9.a4 (even een zetje tegen) b5 9.Le7 10.h4 h6 (een originele poging tot weerlegging van de Keres) 11.gxh g6 (na gxh komt 12.Pxe6 fxe 13.Dh5†) 12.Pf3 Pde5 13.Pg5 f6 14.Ph3 Lf8 15.f4 Pf7 16.Le3 Da5 17.Dd2 Pxh6 18.Pf2 Ld7 19.Lf3 0-0-0 20.0-0-0 (toch nog rokades) Le8 21.h5 d5 (tegenaanval) 22.exd Pf5 23.De1 (uit de penning) Pb4 24.dxe Txd1 25. Lxd1† (niet goed want de loper moest op de diagonaal blijven die zwart nu bezet) 25.Lc6 26. Tg1 gxh 27.Kb1 Pxe3 28.Dxe3 Lc5 29.De1 Db6 (plotseling is zwart in de aanval) 30.Tf1 f5 31.Pd3 (de wereldkampioen vat het wat te makkelijk op, e7 was geboden) Pxd3 32.cxd Lg2 (nu had wit met Pd5 nog wat verwarring kunnen stichten maar) 33.a5? Dd6 34.Tf2 (eigenlijk al wanhoop) Lxf2 35.Dxf2 Lc6 36.Lb3 h4 (wit kan deze pion niet tegenhouden en is dus verloren. Karpov moet er nog even aan wennen) 37.Da7 h3 38.e7 h2 (zwart heeft het allemaal goed doorgerekend) 39.Le6† Dxe6 40.Da8† Kd7 41. Dxh8 h1D† en wit geeft op. Natuurlijk was dit niet de sterkste partij van wereldkampioen Karpov, maar Hartmann wist er keurig van te profiteren. Uiteindelijk won Karpov toch het toernooi waaruit deze partij stamt (Hannover 1983) en eindigde Hartmann ergens onderaan, maar deze partij kon toch maar mooi op zijn CV.
Probleem 2608: driezet van Pugacev.
Geduld houden was te moeilijk voor Carlsen
De overwinning van Sergei Karjakin in de achtste partij van de WK-match tegen Magnus Carlsen mag je een sensatie noemen. Wat niet hetzelfde is als een onverwachte uitslag. Je kunt er op verschillende manieren naar kijken en dat werd ook gedaan.
Om te beginnen was er onder liefhebbers teleurstelling dat Karjakin de uitdager werd. Begin deze maand was hij de nummer negen van de wereld. Liefhebbers hadden de 25-jarige Carlsen liever zien spelen tegen de een jaar jongere Fabiano Caruana, de nummer twee van de wereld. Of tegen Vladimir Kramnik, inmiddels 41, maar sinds een jaar weer stevig in de top vijf, met zelfs een paar tweede plaatsen. Carlsen was zelf de eerste om erop te wijzen dat Karjakin wel het kandidatentoernooi had gewonnen. De anderen hebben hun kans dus gewoon gemist.
Zou het voor Carlsen een walk-over worden? Wie dat had verwacht, heeft toch een verkeerde voorstelling van de verhoudingen in de mondiale top tien. Carlsen is onbetwist de sterkste schaker ter wereld, maar Karjakin geldt als een koele verdediger.
Dat was het beeld in de eerste helft van de match, die gaat over twaalf partijen. In de eerste twee partijen gebeurde er niet veel. In de derde en vierde had Carlsen voordeel, maar kon hij dat niet uitbuiten. In de vijfde had Karjakin voordeel, maar dat kon Carlsen makkelijk neutraliseren. Vervolgens gebeurde er twee partijen lang weer weinig. Zeven remises, commentatoren begonnen te speculeren. De verdediger Karjakin, zou Carlsen er niet wanhopig van worden? Wat zou er gebeuren als hij zijn geduld zou verliezen? Zou hij dan onverantwoorde risico’s nemen? Nou, zowaar, dat gebeurde in die historische achtste partij.
Carlsen-Karjakin (8)
1.d4 Pf6 2.Pf3 d5 3.e3 e6 4.Ld3 c5 5.b3 Le7 6.0-0 0-0 7.Lb2 b6 8.dxc5 Lxc5 9.Pbd2 Lb7 10.De2 Pbd7 11.c4 dxc4 12.Pxc4 De7 13.a3 a5 14.Pd4 Tfd8 15.Tfd1 Tac8 16.Tac1 Pf8 17.De1
Dit werd niet door iedere commentator direct begrepen, maar is bedoeld om Lf1 te kunnen spelen.
17…Pg6 18.Lf1 Pg4 19.Pb5 Lc6 20.a4 Ld5 21.Ld4 Lxc4 22.Txc4 Lxd4 23.Tdxd4 Txc4 24.bxc4
Een belangrijk moment. Na 24.Txc4 zal de partij op remise afstevenen, maar Carlsen wil winnen. Daarom kiest hij nu voor een positie die meer dynamisch is, maar waarin zijn pionnenstructuur slechter is dan die van zwart. Zijn loper is ook niet geweldig.
24…Pf6 25.Dd2 Tb8 26.g3 Pe5 27.Lg2 h6 28.f4 Ped7 29.Pa7 Da3 30.Pc6 Tf8 31.h3 Pc5 32.Kh2 Pxa4 33.Td8 g6 34.Dd4 Kg7 35.c5
De bedoeling van dit tweede pionoffer wordt niet duidelijk.
35…Txd8 36.Pxd8 Pxc5 37.Dd6 Dd3
38.Pxe6+ fxe6 39.De7+ Kg8 40.Dxf6 a4 41.e4 Dd7 42.Dxg6+ Dg7 43.De8+ Df8 44.Dc6 Dd8 45.f5 a3 46.fxe6 Kg7 47.e7 Dxe7 48.Dxb6 Pd3 49.Da5
Wit had hier ergens met e5 die pion moeten offeren om zijn loper te activeren.
49…Dc5 50.Da6 Pe5 51.De6 h5 52.h4
Wit geeft het op. Na 53.Dxa2 Pg4+ 54.Kh3 (54.Kh1 Dc1+) 54…Dg1 zijn de dreigingen Dh2 en Pf2 beslissend. Merk op hoe prachtig de dame op g1 ook de witte dame in toom houdt, die gek genoeg geen schaakjes meer heeft na 55.Db2+ Kg6. Daarom had wit zijn pion op e4 een keer moeten geven, zodat hij hier Le4+ zou hebben.
Voor beginners A7181
Voor gevorderden B7181
In de tweekamp om het wereldkampioenschap tussen de Noor Magnus Carlsen en de Rus Sergej Karjakin is de remiseserie deze week onderbroken. De eerste zeven partijen eindigden allen in remise. Uitdager Karjakin won met zwart de achtste ronde van de match. In een lange partij waarin veel gebeurde, ging Carlsen in het middenspel risico’s nemen. Karjakin liet enkele steken vallen, vooral in de tijdnoodfase.
De partij volgt hieronder zonder commentaar. Bij twee belangrijke momenten uit de partij (zie diagrammen) volgt er uitleg.
Carlsen,M. – Karjakin,S.
1. d4 Pf6 2. Pf3 d5 3. e3 e6 4. Ld3 c5 5. b3 Le7 6. 0-0 0-0 7. Lb2 b6 8. dxc5 Lxc5 9. Pbd2 Lb7 10. De2 Pbd7 11. c4 dxc4 12. Pxc4 De7 13. a3 a5 14. Pd4 Tfd8 15. Tfd1 Tac8 16. Tac1 Pf8 17. De1 Pg6 18. Lf1 Pg4 19. Pb5 Lc6 20. a4 Ld5 21. Ld4 Lxc4 22. Txc4 Lxd4 23. Tdxd4 Txc4 24. bxc4 Pf6 25. Dd2 Tb8 26. g3 Pe5 27. Lg2 h6 28. f4 Ped7 29. Pa7 Da3 30. Pc6 Tf8 31. h3 Pc5 32. Kh2 Pxa4 33. Td8 g6 34. Dd4 Kg7 35. c5 Txd8 36. Pxd8 Pxc5 37. Dd6 Dd3 38. Pxe6+ fxe6 39. De7+ Kg8 40. Dxf6 a4 41. e4 Dd7 42. Dxg6+ Dg7 43. De8+ Df8 44. Dc6 Dd8 45. f5 a3 46. fxe6 Kg7 47. e7 Dxe7 48. Dxb6 Pd3 49. Da5 Dc5 50. Da6 Pe5 51. De6 h5 52. h4 a2 0-1.
Karjakin had 37. …Da3-a4 moeten spelen. 37. … Dd3 maakt een combinatie mogelijk voor Carlsen. Hij speelde 38. Pxe6+! Dit paard kan niet genomen worden door zwarts paard wegens dameverlies. Er volgde 38. … fxe6 39. De7+ Kg8 en 40. Dxf6. Carlsen won een pion terug, hij offerde eerst twee pionnen.
Karjakin speelde de mooie slotzet 52. … a2! Zwart gaat promoveren dus wit moet wel nemen. Na 53. Dxa2 komt 53. … Pg4+ 54. Kh3 Dg1! (dreigt mat op h2) 55. Lf3 Pf2+ en wit verliest zijn dame. Wit kan op zet 54 ook Kh1 spelen, dan volgt er 54. … Dc1+ 55. Lf1 Dxf1 mat.
De negende partij werd remise. De stand is nu 5-4 in het voordeel voor Karjakin. Er zijn nog drie ronden te gaan.