Giri komt een heel eind tegen Adams

Het is Anish Giri helaas weer niet gelukt om bij de Londen Classic meer dan een half puntje uit zijn partij te halen. Vandaag speelde hij met de zwarte stukken tegen de Brit Michael Adams en gezegd moet worden dat onze landgenoot een heel eind kwam. Een voortreffelijk gespeelde opening leverde hem zowaar een pluspion op, maar Adams bleef knap op de been. Hij vluchtte in een toreneindspel dat erg lastig te winnen was. Slechts op één moment zat er voor Giri meer in dan een puntendeling, maar toen hij die kans onbenut liet, gaf de Brit geen krimp. Hij speelde zijn toren naar een actieve post en toen was er geen doorkomen meer aan. Giri probeerde het nog heel lang, maar het was en het bleef remise.

Daarmee blijft hij op 50% staan.

Adams kwam hiermee van de nul af evenals de Bulgaar Veselin Topalov die de Fransman Maxime Vachier-Lagrave ook op remise hield.

De man die gisteren zo fraai gewonnen had, de Indiër Viswanathan Anand ging onderuit tegen de Amerikaan Hikaru Nakamura. Die won met sprankelend spel een dame tegen een toren en een stuk. De commentatoren keken nog lang naar een stelling die Anand had kunnen krijgen als hij zijn stuk voor een witte vrijpion zou hebben geofferd om vervolgens met een toren tegen een dame een soort vesting op te bouwen. GM Yasser Seirawan dacht dat het remise moest zijn, maar men was het er niet helemaal over uit of het daadwerkelijk zo was. Ik denk te kunnen aantonen dat wit de ‘vesting’ kan kraken (zie analyse aan het eind van dit artikel).

Koploper Wesley So (Verenigde Staten) wilde het kalm aan doen tegen de Armeniër Levon Aronian, maar die weigerde mee te werken. Het werd een veldslag op het scherp van de snede die resulteerde in een dubbel toreneindspel met voor wit een pluspion. Omdat zwart niet zonder tegenkansen was, nam Aronian het zekere voor het onzekere en gaf daar remise. Daarmee werd de stand na 3 ronden:

 

 

Adams, Michael – Giri, Anish

1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. Lb5+

Een dergelijke zet viel te verwachten. Adams staat niet bekend als een openingstheoreticus. Tenminste niet een speler die de ‘Mainlines’ volgt. Ook 3. c3 heeft de Brit vaak gespeeld.

3…Pd7

Hiermee toont zwart in elk geval zijn spierballen. Hij stuurt in elk geval aan op een strijd die scherp kan worden. 3…Ld7 4. Lxd7+ Dxd7 5. O-O staat ook niet te boek als een heel ambitieus systeem voor zwart.

  1. d4 cxd4 5. Dxd4 a6 6. Lxd7+ Lxd7

Zo heeft zwart het loperpaar veroverd. Weliswaar tegen een wat achterstallige ontwikkeling.

  1. Pc3 e5

Anders komt zwart niet goed los. Het grote nadeel is uiteraard dat hij veld d5 inlevert.

  1. Dd3 Tc8

In de voetsporen van een partij Adams-Radjabov, 2009. 8…h6 was de oude speelwijze. Zwart wil in elk geval Pf6 kunnen spelen, zonder dat wit met Lg5 ook nog druk op dit paard zou kunnen zetten. De monopoliepositie over veld d5 valt dan nauwelijks meer door zwart te bestrijden.

  1. O-O h6 10. Pd2

Zo speelde Vachier-Lagrave in een rapidpartij tegen Gharamian in 2012 die na harde strijd in remise eindigde. Wits strategie is duidelijk. Hij wil zijn paard via c4 (of desnoods via f1) omspelen naar e3 waarna hij veld d5 stevig in handen krijgt. 10. Le3 kwam op het bord in bovengenoemde partij die in een luttel aantal zetten remise werd gegeven.

10…Dc7!?

Vermoedelijk een versterking van de theorie. Dit verhindert in elk geval Pd2-c4, maar belangrijker is dat wit straks moeilijkheden ondervindt om zijn c-paard naar d5 te spelen. Pion c2 gaat onder omstandigheden hangen. 10…Pf6 11. Pc4 was de gang van zaken in MVL-Gharamian.

  1. Td1

Zo maakt hij veld f1 vrij voor het paard.

11…Lg4

Een stoorzet.

  1. f3 Le6 13. Pf1 Pf6 14. Pe3

Het is wit gelukt om zijn paarden op veld d5 te richten, maar voorlopig kan hij nog geen gebruik van dit veld maken.

14…Le7 15. a4 15…O-O 16. Ld2

Hij voltooit zijn ontwikkeling, maar heel geweldig ziet het er allemaal niet uit voor wit.

16…Tfd8 17. Le1

17…d5!

Mooi gespeeld van Giri. Zoals altijd heeft hij de opening weer eens voortreffelijk behandeld. Er is een ongeschreven wet in het Siciliaans dat hij als probleemloos tot … d6-d5 komt, zijn openingsproblemen definitief opgelost zijn.

  1. Pexd5 Lxd5 19. exd5 Lb4

Zo wordt de dekking van d5 opgeheven.

  1. Kh1 20…Lxc3

Op deze manier herovert zwart zijn pion en heeft hij minimaal gelijkspel. Het enige nadeel van de hele opzet voor zwart is dat er een heel stel stukken van het bord gaan en dat het lastig zal worden om op winst te spelen.

  1. Dxc3 Dxc3 22. Lxc3 Pxd5 23. Lxe5

23…Pe3

Wederom prima gespeeld. Er is ook niets mis met 23…Txc2 hoewel zwart dan nog wel even uit de penning moet geraken na 24. Lc3 Een goede mogelijkheid is dan 24…f6 25. Td4 Kf7 omdat nu het logische 26. Tad1? faalt op 26…Pxc3! 27. Txd8 Pxd1 28. Txd1 Txb2 met pionwinst.

  1. Txd8+ 24…Txd8 25. Tc1 Zwart kan nu eenvoudig een pion terugwinnen met 25. c3 Pc4 26. Ld4 Pxb2 vooral ook omdat wit niet kan counteren over de b-lijn met 27. Tb1? en zwart krijgt de overhand na 27…Pxa4 28. Txb7?? Pxc3

25…f6 26. Lc3 Pxc2

Zo heeft hij de pion weer terug en staat er een totaal gelijke stelling op het bord.  Het is misschien leuk om even stil te staan bij deze materiaalverhouding. Men zegt vaak de speler met de loper in het voordeel is ten opzichte van de paardpartij als er pionnen op twee vleugels staan. Dat is hier het geval maar toch moeten we hier een belangrijke nuance aanbrengen. Omdat er ook nog torens op het bord staan en het paard over het algemeen beter samenwerkt met een ander stuk kunnen we zeggen dat zwart hier zeker niet minder staat. In dit geval gaat de voorkeur zelfs lichtjes uit naar de paardpartij. De zwarte koning komt eerder in het centrum en sommige pionnen bij wit kunnen kwetsbaar worden, terwijl die van zwart goed geposteerd staan zodat de loper niet veel kan uitrichten.

  1. Kg1

De koning spoedt zich naar het centrum.

27…Pd4 28. Kf2 Pb3 29. Te1 Pc5

Dit is een beetje wat zwart voor ogen had. Het paard is veel beweeglijker dan de loper en wit moet er voor oppassen dat er niet te veel pionnen van hem op de verkeerde kleur komen te staan.

  1. Te7
  2. a5?? kan niet ineens op straffe van direct kwaliteitsverlies. 30…Pd3+ met winst voor zwart.

30…b6

  1. a5

Wit moet nu iets doen met zijn a-pion omdat hij anders zonder slag of stoot zou verliezen. Op 31. Ta7 heeft zwart 31…Pxa4 32. Txa6 Pxb2! en wint ook een pion. 33. Txb6?? gaat dan niet vanwege 33…Pd1+

31…bxa5 32. Lxa5 Tb8

Nu hangt pion b2 en wat moet wit doen tegen het dreigende verlies ervan?

  1. Lc3!

De beste kans omdat zwart nu moet overgaan naar een toreneindspel dat vermoedelijk niet te winnen valt. 33. Te2 Pd3+ 34. Ke3 Pxb2 levert ook een prettig eindspel op voor zwart.

33…Pd3+ 34. Ke2 Pxb2

  1. Te4!

Adams verdedigt zich uitstekend. De ruil van loper tegen paard is veel te vroeg na 35. Lxb2? Txb2+ omdat de witte koning naar een afschuwelijk veld terugmoet: 36. Kf1 a5 37. Ta7 Ta2 en dit biedt zwart uitstekende winstkansen.

35…Tc8

Wat moet hij anders?

  1. Lxb2 Tc2+ 37. Ke3 Txb2 38. g4

Dit is het verschil. De witte koning hoeft niet naar de onderste rij terug en staat veel actiever op de derde rij.

38…Tb3+

38…Txh2 levert geen serieuze kansen op na 39. Ta4 Drie tegen twee pionnen op één vleugel is theoretisch remise.

  1. Kf4?!

Misschien is dit pas het eerste echte onnauwkeurigheidje van wit in dit eindspel. Waarschijnlijk was 39. Kf2 wat veiliger.

39…Kf7?!

Ietwat timide en dat geeft Adams de gelegenheid een voor hem gunstige opstelling in te nemen. Eigenlijk de enige smet op deze partij die Giri prima heeft opgezet. Als hij hiervoor gekozen had, was de Engelsman zwaar onder druk gezet en wie weet hoe het dan was afgelopen… Giri kon nu met 39…g5+! zichzelf behoorlijke perspectieven verschaffen. Na 40. Kg3 a5 41. Ta4 Tb5 42. h4 Kf7 43. hxg5 hxg5 44. Kf2 Ke6 45. Ke3 Kd5 lijkt hij zonder meer een betere versie van het eindspel te hebben dan in de partij.

  1. Ta4 Tb6 41. h4 g6 42. h5 g5+ 43. Ke4 Te6+ 44. Kd4 44…Ke7 45. Ta5!

Dit is een groot verschil van bovengenoemde variant. Wit zet zijn toren op f5 waarmee hij de activiteit van de zwarte stukken danig inperkt. De zwarte pion valt nauwelijks nuttig te gebruiken met deze opstelling.

45…Kd7 46. Kc4 Kc7 47. Kb4 Tc6

Op 47…Kb6 volgt 48. Tf5 zoals Adams ook in de partij speelt.

  1. Tf5

Hier staat de toren ideaal. Zwart heeft geen enkel winstplan meer.

48…Te6 49. Kc4 Kb7 50. Kb4 Kb6 51. Td5 Tc6 52. Tf5 Td6

Nu moet wit wel ergens voor oppassen.

  1. Kc4

Daar trapt Adams natuurlijk niet in. Zo zou 53. Ka4?? meteen verliezend zijn: 53…Td4+ 54. Kb3 Tf4! dwingt dan een gewonnen pionneneindspel af.

53…a5

Met de pion op dit veld kan zwart ook niets meer beginnen.

  1. Kb3

Hij verdedigt zich nauwkeurig.

54…Ka6

De koning houdt gewoon de pion tegen, terwijl de zwarte koning niet over de vijfde rij kan.

  1. Kb2 Tb6+ 56. Ka3 Tc6 57. Kb2 Kb6 58. Kb3 Td6 59. Kb2 Ka6 60. Kb3 Tb6+ 61. Ka3 Kb7

Hij laat pion a5 zelfs in de steek.

  1. Ka4

Het is allemaal remise. Zo kan zwart kiezen hoe hij de remise afdwingt na 62. Txa5 Kc7 [ 62…Ta6 63. Txa6 Kxa6 64. Kb4 Kb6 65. Kc4 Kc6 66. Kd4 Kd6 67. Ke4 Ke6] 63. Td5 Kc6 64. Tf5 Kd7 maar het is en blijft remise.

½ – ½

 

Nog even kijken naar de analyse over een mogelijke stelling die zou kunnen ontstaan bij Nakamura – Anand:

 

Nakamura, Hikaru – Anand, Viswanathan

Analysediagram

Men besprak een stelling die er ongeveer zo uit zag. Dit was zo’n beetje de meest optimale stelling die hij kon krijgen als zwart zijn loper voor een verre witte vrijpion zou offeren. Seirawan dacht dat het wel eens een vesting kon zijn. De toren kan tussen e6 en g6 pendelen is dan het idee. Of met de koning zetten blijven doen zodat de witte koning niet over de e-lijn kan. Een nader onderzoekje leert dat wit toch wint. 51…Tg6 Dit geeft de afsnijding op en dan wint wit door zijn dame te offeren. [ 51…Kg8 52. Da8+ Kg7 53. Dd8 En nu mag zwart geen koningszet meer doen. 53…Tg6 ( 53…Kh7 faalt eenvoudig na 54. Df8!) 54. Ke4 De koning geraakt weer op f5 en dezelfde winstvoering is een feit!] 52. Ke4 Te6+ 53. Kf5 Tg6 54. De5+ Kg8  (zie analysediagram)

  1. Df6! waarna het pionneneindspel gewonnen is voor wit (dankzij zijn dubbele g-pion!) 55…Txf6+ 56. Kxf6 Kf8 57. g6 fxg6 58. Kxg6 Kg8 59. g4 Kf8 60. g5 Kg8 61. Kh6 Kh8 62. g6 Kg8 63. g7 Kf7 64. Kh7 met winst.

 

 

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

2 Reacties

  1. Avatar
    Ludo Tolhuizen 11 december 2016

    Dank voor de snelle analyse Herman!  Ik betwijfel of Giri echt een kans heeft gemist: na 39…g5s 40. Kg3,a5 lijkt het me dat zwart na 41. Te6,Kf7 42.Ta6 geen vorderingen kan maken. De witte toren stopt niet alleen de zwarte vrijpion, maar valt ook de zwakte op f6 aan.

    Leerzaam dat het dame + 2 g pionnen tegen toren + f pion gewonnen is; met een enkele g-pion is het een bekende vesting!

  2. Avatar
    Herman Grooten 11 december 2016

    Hallo Ludo. Jij ook bedankt voor de reactie. Ik denk eerlijk gezegd ook dat het eindspel in remise moet eindigen bij goed spel. Maar het lijkt me duidelijk dat hij hier aanzienlijk meer mogelijkheden had dan in de partij. In elk geval valt er in de stelling na 39… g5+ 40. Kg3 a5 41. Te6 Kf7 42. Ta6 Ta3 nog een hoop te spelen. Zwart kan bijvoorbeeld de pion naar a3 brengen met de toren op a1 en dan met de koning een hele mars beginnen. Wit moet nauwkeurig verdedigen om niet te verliezen.

     

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.