Belevenissen van een arbiter: “Ik bied weer remise aan…!”

Hinderen van je tegenstander. Het kan op vele manieren en het kan dan per ongeluk gaan of met opzet. Het laatste komt gelukkig zeer weinig voor. Het eerste des te meer. Velen zullen het niet beseffen maar het aanbieden van een drankje aan de tegenstander terwijl die aan zet is, kan al als hinderen beschouwd worden. Gelukkig zijn er weinigen die daar aanstoot aan nemen en gewoon de order dankbaar doorgeven. Het wordt ernstiger als men opzettelijk de tegenstander uit de concentratie probeert te halen. Het regelmatig doordringend aankijken van de tegenstander kan zo’n manier zijn. Schoppen onder de tafel is een andere vervelende wijze. IM Herman Grooten heeft dat vroeger aan den lijve ondervonden en hij doet daar in 2011 in een column op schaaksite.nl fraai verslag van. Ik hoop niet dat er iemand op het idee komt om dit ook eens uit te proberen!

Een andere vorm van – onbewust – hinderen is eten achter het bord terwijl de tegenstander aan zet is. Het is niet prettig om een kauwend en soms smakkend persoon tegenover je te hebben terwijl je probeert uit te vinden of dé zet van de partij in de stelling verborgen zit. Laatst in de KNSB-competitie zag ik daar nog een prachtig voorbeeld van. Een jongeman zat rechtop achter zijn schaakstukken een broodje gezond te verorberen op een groot rond bord, welke hij vlak onder zijn neus hield om de vallende tomatenresten en blaadjes sla na iedere hap niet op de tafel te laten vallen. Zijn tegenstander, een man van ver in de middelbare leeftijd, zat rustig en onverstoord over zijn volgende zet na te denken en had gelukkig geen oog voor dit smulfestijn. Een geluk bij een ongeluk. Schakers: eten doe je in de barruimte, ergens in de hoek van de speelzaal, maar liever niet achter het bord, zeker niet als je tegenstander aan zet is!

Een remiseaanbod op een verkeerd moment kan ook hinderen zijn. Een remiseaanbod hoor je te doen als je je zet gedaan hebt en voordat je de klok indrukt. Heel vaak wordt dit ook gedaan na het indrukken van de klok, oftewel als de tegenstander aan zet is. Fout natuurlijk, maar evenals bij het drankje aanbieden zijn er weinig spelers die hier problemen mee hebben. Het kan anders worden als er meermalen remise wordt aangeboden. Dat is niet gepast. Eenmaal is genoeg. Tenzij er drastische veranderingen op het bord hebben plaatsgevonden weet een speler echt nog wel dat zijn opponent met remise genoegen neemt. Helemaal erg wordt het als er niet alleen meermalen remise wordt aangeboden maar dit ook nog eens in de tijd van de tegenstander wordt gedaan! En ik kan dat weten want het is mij een keer als speler overkomen.

Het is al gauw een aantal jaren geleden dat ik op een maandagavond in een zaaltje van de Ontmoetingskerk, onze speellocatie in Naaldwijk, plaats neem achter het bord voor een wedstrijd van ons team in de HSB-competitie. Voordat we de klok aanzetten schud ik de hand van mijn tegenstander, een man van rond de 40 jaar. Na de opening ontbrandt de strijd en als we in het middenspel zijn aangeland is de materiaalverhouding nog wel gelijk maar heb ik wel een mooi initiatief. Als ik volop aan het denken ben over een volgende zet klinkt er opeens vanaf de andere kant van het bord: “Ik bied remise aan!” Hmm, en dat in mijn tijd? Maar goed, dat gebeurt wel meer, laat ik er maar niet al te moeilijk over doen. Maar ik voel me niet geroepen om het mondeling af te wijzen. Ik verzink weer in gedachten en sla het aanbod af door even later mijn volgende zet uit te voeren. Een paar zetten later gebeurt het weer: een remiseaanbod in mijn tijd, wat ik nu onmiddellijk en nadrukkelijk, maar wel vriendelijk, afwijs. Het wordt eentonig maar het komt nog een derde keer voor terwijl mijn positie eerder verbeterd is dan verslechterd. Ik wijs het opnieuw direct mondeling af en schudt daarbij ook wat meewarig mijn hoofd. Dat is een bevestiging van mijn afwijzing en een reactie op zijn gedrag, maar dat zal hij wel niet doorhebben. Toch verwacht ik dat het nu wel afgelopen zal zijn met het aanbieden van remise. Hij zal nu zo langzamerhand wel doorhebben dat ik gewoon door wil schaken. Maar daarin vergis ik mij lelijk. Even verderop in de partij – we gaan richting het eindspel – voltooit hij een zet, richt zich op en verklaart met gebiedende stem die in het hele zaaltje te horen is: “Ik bied weer remise aan en als je weigert, ga ik het vanaf nu na iedere zet opnieuw aanbieden!” Zo, dat komt binnen! Ik ben niet gauw van mijn stuk gebracht maar nu kijk ik hem verbouwereerd aan en ben even de weg kwijt. Uiteindelijk zet ik de klok stil en laat hem weten dat dit zo toch niet kan en ik ga onze wedstrijdleider Leo Duijvesteijn zoeken die in een ander zaaltje verblijft. Als ik hem gevonden heb, vertel ik hem mijn relaas en verzoek hem om mij minstens een paar minuten extra tijdvergoeding te geven voor al dit ongerief. Leo hoort mij geduldig aan en stelt mij wat op mijn gemak terwijl wij weer teruglopen naar de speelzaal. Vlak voordat wij daar aankomen laat Leo mij weten dat hij een tijdvergoeding nu niet direct nodig vindt. Ik ben het natuurlijk niet met hem eens maar protesteer niet en accepteer de beslissing van de wedstrijdleider. Eenmaal binnen spreekt hij de man toe en laat daarna de partij weer verder gaan.

Hiermee is het verhaal eigenlijk wel verteld. Ik heb mijn tegenstander niet meer gehoord en de partij heb ik overeenkomstig de stelling naar mij toe kunnen trekken. Achteraf hoorde ik dat onwetendheid en onervarenheid de oorzaken waren van zijn escapades. Het zij hem vergeven. Hinderen doen we allemaal wel eens, bewust of onbewust. En niet alleen bij spelers. Ook arbiters worden wel eens gehinderd. En dan noem ik nu alleen maar onleesbare opstellingen inleveren bij een competitiewedstrijd!

 

16 Reacties

  1. Avatar
    Hendrikom 21 december 2016

    Ik heb het in de Belgische competitie eens meegemaakt dat mijn tegenstander zijn sandwiches uit het folie aan het halen was en de arbiter direkt ingreep en de speler maande dat elders te doen. Erg prettig als je daar zelf niet een discussie over hoeft te starten als je aan het schaken bent!

  2. Avatar
    Frits Fritschy 21 december 2016

    Ik neem aan dat het meerdere malen tijdens een partij remise aanbieden valt onder artikel 11.5, hinderen van de tegenstander door  ‘unreasonable offers of a draw’. Blijkbaar om dat te kunnen controleren, is een aantal jaren geleden artikel 9.1b2 ingevoerd: ‘The offer of a draw shall be noted by each player on his scoresheet with the symbol (=)’.

    Ik vraag me af aan hoeveel mensen deze laatste regel bekend is. Ik zie het nooit iemand doen.

  3. Avatar
    Johan Hut 21 december 2016

    Paar weken geleden, KNSB-competitie, 1e klasse! Speler A is in hoge tijdnood. Er worden zetten herhaald. Terwijl A weer aan zet is, vraagt tegenstander B opeens aan A: “Wat zijn eigenlijk de regels voor remise aanbieden bij zetherhaling?” (De arbiter is uiteraard in de zaal aanwezig.)

    A reageert begrijpelijkerwijs geïrriteerd. Het wordt wel snel remise. B zegt tegen een verslaggever van een regionaal dagblad (nee, niet ik): “A vindt mij geloof ik een lul.” De verslaggever schrijft dat letterlijk in de krant. Ook beslist niet netjes van de journalist.

    A treft natuurlijk geen enkele blaam.

    • Avatar
      Frits Fritschy 21 december 2016

      Heeft de arbiter uit zichzelf gereageerd (zou hij gedaan moeten hebben) of heeft A de klok stilgezet en de arbiter geroepen? Het lijkt me dat A minimaal tijdscompensatie had moeten krijgen, maar gezien A’s hoge tijdnood was een zwaardere sanctie (verlies van de partij voor B) ook niet onmogelijk geweest (zie art. 11.6 en 12.9). Je mag immers in de eerste klasse KNSB verwachten dat spelers enige kennis van de regels hebben, en dan lijkt het stellen van een dergelijke vraag aan een tegenstander in hoge tijdnood toch wel erg op bewust hinderen.

      • Avatar
        Dimitri Reinderman 21 december 2016

        Er zijn helaas weinig arbiters die de moed hebben in zo’n situatie een nul te geven. Op zijn hoogst een lichte tijdscompensatie.

  4. Avatar
    Dimitri Reinderman 21 december 2016

    Sutovsky, de voorzitter van de ACP (bond voor schaakprofessionals) heeft wel eens tegen mij remise aangeboden, in mijn tijdnood, terwijl ik aan zet was. Hij verklaarde achteraf iets als dat hij niet wist dat dat niet mocht. Sure….

  5. Avatar
    Eric van t Hof 21 december 2016

    Naast het “per ongeluk hinderen” en “met opzet hinderen” ervaar ik in de praktijk nog het meest een derde type van hinderen, dat ik “onbewust hinderen met opzettelijk aangeleerd gedrag” zou willen noemen. Voorbeelden hiervan zijn:

    – Het eindeloos blijven draaien van een pion in de eigen hand.

    – Het eindeloos trillen met een been of voet.

    – Het eindeloos betasten of aaien van het eigen gelaat, baard, snor of haarlok.

    Het probleem hiermee is dat deze handelingen plaatsvinden in mijn gezichtsveld als ik mij probeer te concentreren op de stelling op het schaakbord. Het is dus niet zo zeer de handeling zelf die mij irriteert, maar het feit dat er voortdurend iets beweegt, zorgt ervoor dat ik me niet goed kan concentreren op de stukken.

    Dit probleem staat niet echt in het reglement beschreven en aangezien de betrokkene het meestal gedachteloos doet, valt het ook lastig onder (opzettelijk) hinderen te scharen. Verschillende keren heb ik dit soort zaken besproken met de wedstrijdleider van dienst, maar die kunnen meestal geen oplossing bieden. Vaak probeer ik dan maar zelf een oplossing te vinden. Als iemand maar blijft draaien met die pion bijvoorbeeld, dan pak ik die pion gewoon af. Het is echter niet altijd makkelijk dit op te lossen; je krijgt snel een conflict met de tegenstander en dat wil ik dan eigenlijk ook weer niet. Gewoon vragen of iemand wil ophouden met dat beentrillen, heeft bijna nooit effect. Het is een soort rare aangeleerde tic, die je wel veel ziet bij schakers.

  6. Avatar
    TD 21 december 2016

    Kortgeleden vertelde iemand mij dat hij zich buitengewoon stoorde aan de zg. “zwevende hand”. De betreffende speler bewoog zijn hand, waarschijnlijk door zenuwen in tijdnood, voortdurend boven een evt. te verzetten pion of stuk. Als de hand dan alsnog beweegt naar een ander(e) pion of stuk wordt het helemaal vervelend.. Ik neem aan dat dit ook hinderen is, daar het zicht op het bord continu verstoord wordt. Plus dat het ritueel op zichzelf al verstorend kan zijn.

    • Avatar
      Eric van t Hof 21 december 2016

      Bij het uitvoeren van de zet zijn er verschillende vormen van hinderen mogelijk:

      – Inderdaad: de zwevende hand.

      – Twee zwevende handen – wanneer het geslagen stuk met de andere hand wordt weggenomen (dat schijnt dan te mogen).

      – Zetten, klok indrukken, stuk rechtzetten.

      – Stukken niet ongeveer in het midden van een veld neerzetten, maar aan de rand van een veld of zelfs er een klein beetje overheen.

      – Bij de rokade eerst de toren verzetten, daarna pas de koning.

      – Bij een promotie de pion laten staan.

      – Een stuk overdreven hard neerzetten op het bord.

      – Een stuk overdreven parmantig door de lucht laten zweven en neerzetten.

      – Een stuk denkbeeldig vastschroeven in het bord.

      – Een stuk als het ware een beetje laten schaatsen over het bord.

      – Een stuk met alleen de vingertop zachtjes richting zijn bestemming duwen.

      – Met het stuk een schijnbeweging maken, bijvoorbeeld: Pf3-(e5)-g5 of Lc1-(h6)-g5.

       

  7. Avatar
    Frits Fritschy 21 december 2016

    Ja, Eric en TD, zo kunnen we nog wel even verder gaan. Er zijn ook spelers die afgeleid worden door een mooie dame aan de overkant van het bord (al of niet met decolleté), mensen met een geel overhemd of mensen met een rokershoestje. Ik ben eens op bezoek geweest bij een club waar iemand speelde die aan een soort beademingsapparaat lag. Lijkt me ook even wennen, als tegenstander.

    Een aantal situaties die jullie noemen, kunnen hinderlijk zijn voor de tegenstander, maar dat ligt dan wellicht voornamelijk aan het (geringe) incasseringsvermogen van de tegenstander. Correspondentieschaak is misschien een oplossing? Al zijn daar ongetwijfeld ook wel mogelijkheden om je overgevoelige tegenstander het bloed onder de nagels vandaan te halen.

    Daarnaast noem jij, Erik, enkele situaties waar het reglement al in voorziet: bij de rokade eerst de toren verzetten en dan de koning; zetten, klok indrukken en dan stuk rechtzetten; en bij een promotie de pion laten staan.

    Ik denk dat er wel enige beperkingen zijn aan artikel 11.5 (‘It is forbidden to distract or annoy the opponent in any manner whatsoever.‘). De redactie van dit artikel veronderstelt toch wel impliciet dat er ten eerste enige vermijdbaarheid aan het hinderlijke gedrag zit en ten tweede dat er enige bewustheid van handelen bestaat bij de handelende partij.

    Ik probeer me nu al een paar minuten voor te stellen hoe iemand een stuk overdreven parmantig door de lucht laat zweven. Ik zou daar zeer door afgeleid worden, maar het ook graag eens meemaken. Was dit niet bewust afleiden van medeforumbezoekers?

    • Avatar
      Eric van t Hof 22 december 2016

      Ha Frits, sommige van mijn voorbeelden zijn inderdaad wat vergezocht, waarmee ik maar wil aangeven dat het hinderen zich vaak in een wat grijs gebied bevindt m.b.t. het reglement. En het is ook nogal subjectief. Dat jij nog nooit een stuk overdreven parmantig hebt zien zweven, verbaast me toch!

      Het moeilijkste aspect vind ik wat jij noemt “enige bewustheid van handelen”. Is de eigenaar van het trillende been zich ervan bewust dat zijn been trilt of dat hij zijn been laat trillen? En is dit “vermijdbaar”? Als er sprake is van stoornis in het autistisch spectrum waarschijnlijk niet. Maar in de meerderheid der gevallen, vermoed ik, is dit gewoon een bewust niet onderdrukt zenuwtrekje. En dan valt het wat mij betreft toch echt onder met opzet hinderen. Hetzelfde geldt m.i. voor de aangeleerde gewoonte om steeds met een geslagen stuk in de hand te draaien, of twee geslagen stukken op tafel als in een kleine dans voortdurend van plaats te laten wisselen.

      Wat betreft je suggestie voor correspondentieschaak: die wil ik van harte onderschrijven! Belangstellenden kunnen zich aanmelden via www.correspodentieschaken.nl

      • Avatar
        Frits Fritschy 22 december 2016

        Ach, Eric, er zwermen nu al enige tijd als drag queen vermomde lopers om mijn hoofd. Je wordt bedankt.

        Ik had nog een derde criterium moeten toevoegen: aantoonbaarheid van bewust handelen en vermijdbaarheid. Als iemand erop gewezen wordt dat het trillen van zijn been hinderlijk is, kan die persoon zeggen dat hij het onbewust doet. Wat moet je dan als wedstrijdleider? Als iemand hardop gaat praten terwijl jij aan zet bent, valt dat wat moeilijker vol te houden. Iemand ‘onbewust’ schoppen onder de tafel is een ander geval. Ook als je dat écht onbewust zou doen, zou een arbiter je ongeschikt moeten verklaren om mee te doen aan de wedstrijd.

        Er is het bekende geval van GM Miles die een aantal ronden van het Interpolistoernooi plat op zijn buik liggend speelde vanwege rugklachten. Heel wat hinderlijker, lijkt me, dan iemand die vlak na het indrukken van de klok zegt: “O ja, ik bied remise aan”. Het eerste was echter aantoonbaar onvermijdelijk (ik neem aan dat er een doktersattest was), het tweede niet. Al valt erover te twisten hoe ver een wedstrijdleider mag gaan in de interpretatie van art. 12.2f (‘take special measures in the interests of disabled players and those who need medical attention‘).

        Een wedstrijdleider heeft de vrijheid om met klachten over ervaren hinderlijk gedrag creatief om te gaan. Hij kan bijvoorbeeld geslagen stukken van de tafel verwijderen. Maar soms zal hij gewoon duidelijk moeten maken dat er volgens zijn interpretatie van hinderlijk gedrag geen sprake is. Klagen over hinderlijk gedrag kan óók hinderlijk gedrag zijn.

  8. Avatar
    GHT 22 december 2016

    ’t Is iets heel anders, maar tijdens een (ARENA) computer partij was er al 49 zetten geen stuk geslagen of pion gezet. Op die 49e zet, witte Koning op h1, zwart op a8, speelde zwart De4+. Wit speelde Lf3, met penning op de Dame. Zwart speelde Dc6, en het was remise. Ik keek er van op. Zelf ben ik nooit in die situatie geweest, maar met -zeg- een koning op g1 zou je dus, op de 50e  zet zonder pion- of slagzet, je ongedekte Dame op g2 kunnen zetten en remise claimen?

    • Avatar
      Hendrikom 23 december 2016

      Ik meen dat Ivantsjoek wel eens materiaal heeft weggegeven, vergezeld van een claim.

      • Avatar
        Eric van t Hof 23 december 2016

        Dat zou de partij Ivanchuk – Kamsky gespeeld in 2009 kunnen zijn. Ivanchuk doet met 64. Txg4 de laatste slagzet. Vervolgens spelen ze nog allebei 49 andere zetten.

        Na het noteren van 114. Td4 claimt Ivanchuck remise op grond van de 50-zetten regel. Dat was wel essentieel volgens mij, want als hij in plaats van het noteren de zet 114. Td4 daadwerkelijk had uitgevoerd, had Kamsky gewoon met 114…Lxd4 verder kunnen spelen. Na 115. exd4 is het zelfs snel mat in 7 zetten.

  9. Avatar
    Frits Fritschy 23 december 2016

    Al zou de 51e zet mat zijn: als er op correcte wijze remise geclaimd is, doet hoe het staat er niet meer toe.

    Een bijzonder geval is de relatief nieuwe 75-zettenregel: het is automatisch remise als er 75 zetten gespeeld zijn zonder pion- of slagzetten; de partij is daarmee beëindigd en alles wat daarna gebeurt doet niet ter zake. Claimen is dus niet nodig. Stel nu dat die 75e zet een matzet is; dat beëindigt de partij ook onmiddellijk. Wat heeft dan voorrang? Daarin voorzien de regels: mat gaat in dat geval vóór.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.