“Niet nodig” door Theo Mooijman. Column van Schaakvereniging Promotie.
Ik krijg dagelijks e-mails van onbekenden. Als mijn provider de e-mail niet in de map ‘ongewenst’ plaatst, maak ik hem open als het onderwerp in goed Nederlands is gespeld. Er zijn mensen die helemaal geen e-mails van onbekenden openen, maar ieder die maatschappelijk actief is zal het wel moeten doen. Anders kunnen belangrijke berichten gemist worden.
Twee weken geleden kreeg ik een e-mail van een onbekende met als onderwerp ‘vragenlijst profielwerkstuk’. In mijn periode als gemeenteraadslid was ik gewend dergelijke verzoeken te krijgen (en er aan mee te werken), doch die tijd ligt al weer drie jaar achter mij. Maar je weet het nooit, wie weet worden alle lokale partijen gevraagd en ik ben tenslotte de lokale contactpersoon voor mijn partij.
Het verzoek bleek te komen van een VWO-leerling uit een zuidelijke gelegen provincie
en bevatte deze twee vragen:
-het faillissement van een voetbalclub, hoe kan het en hoe verloopt het?
-hoe kunnen voetbalclubs soms niet failliet gaan terwijl zij hoge schulden hebben?
In eerste instantie dacht ik ‘dat is bijzonder, hij heeft zich zo goed in het faillissement van de BV Veendam verdiept dat hij zelfs mijn naam als fractievoorzitter is tegengekomen”.
Maar vrij snel dacht ik ”nee dat kan niet, een VWO leerling zal dat niet doen, dat kan je alleen van een student journalistiek verwachten”.
Ik las de e-mail nog eens goed door en stuitte op de zin “u bent betrokken (geweest) bij de SC Veendam”. Daar zit ‘m de kneep. Na het eerste faillissement is de naam BV Veendam gewijzigd in SC Veendam. De jongeman heeft ‘SC Veendam’ ingetikt in google en is daar mijn naam tegengekomen. En heeft direct geconcludeerd dat ik bestuurslid ben of was van de betaald voetbalorganisatie. Het typeert de huidige snel-snel generatie. Internetten op de mobiele telefoon en na het verschijnen van een enkele zin al tot conclusies komen.
Nu wil het toeval dat ik als raadslid zeer goed op de hoogte ben door de vele aanvragen om gemeentelijke steun door de BV Veendam. Ik heb de jongeman dan ook teruggeschreven dat ik voorzitter ben van de schaakvereniging SC Veendam en dat ik uit hoofde van mijn raadslidmaatschap toch goed op de hoogte ben van het betaald voetbal. Zijn vragen waren echter zo open gesteld dat beantwoording aanzienlijk meer tijd zou vergen dan bijvoorbeeld het schrijven van deze column.
Ik bood hem daarom een telefonisch interview aan waarin ik op alle aspecten zou ingaan.
Hij bedankte mij vriendelijk voor het aanbod, het was niet nodig.
Een compleet uitgewerkt stuk had hij natuurlijk wel willen hebben, maar detail vragen bedenken , opbellen, antwoorden noteren en dan dat alles ook nog eens uitwerken, dat was kennelijk te veel werk.