Joop van Oosterom: vooral liefhebber (deel 3, slot)
Joop van Oosterom was een gepassioneerde jeugdschaker en kwam met HSG in 1957 in de hoofdklasse. Zijn maatschappelijke carrière stond zijn schaakcarrière in de weg. Met zijn bedrijf Volmac sponsorde hij de schaakclub Rotterdam. Privé ging hij HSG sponsoren. Met Viktor Kortchnoi en later met de zussen Polgar kwam hij in aanraking en hij gaf ze alle steun die ze wilden. Dit deed hij vooral omdat hij de schaakwereld ten dienste wilde zijn en omdat hij zichzelf met wereldtoppers wilde omringen. Dit is een korte samenvatting van deel 1 en deel 2 van deze serie. Vandaag het slot.
Secondanten
Joop van Oosterom was al in de jaren zestig begonnen met correspondentieschaak. Een ideale oplossing bij zijn drukke zakelijke bezigheden, die toernooischaak in de weg stonden. Of toch niet? Misschien vroeg correspondentieschaak wel meer tijd dan bordschaak.
In 1981 werd hij Nederlands kampioen. Dat was dus nadat Viktor Kortchnoi zijn vermoedelijke secondant was geworden (zie deel 2). Over die secondanten was later veel te doen, vooral toen hij in 2003 Jeroen Piket aanstelde als persoonlijk secretaris. Piket volgde voor dat doel een bancaire spoedopleiding, maar weinig mensen geloofden dat hij echt werd aangesteld om de zakelijke belangen te behartigen. Ik geloof het wel en het ligt ook in de lijn van hoe Van Oosterom met mensen omging, ook in de keiharde zakenwereld. Hij vroeg geen financieel genie naast zich, maar een man die hij geschikt vond en die hij wel tot financieel deskundige wilde laten opleiden. Dat Piket vanaf dat moment geen schaker meer was, is wel een vreemd element in dit verhaal, want Van Oosterom zag hem zo graag als schaker.
Begin jaren tachtig kwam HSG in de hoofdklasse en werden onder anderen Paul Boersma en Leon Pliester als spelers aangetrokken. Dat zij de belangrijkste secondanten van Van Oosterom werden, is geen vermoeden maar een feit. Dat seconderen betekende niet dat zij de eigenlijke spelers waren. Ze deden suggesties, Van Oosterom maakte de keuzes. Na het eerste Amber-toernooi in 1992 traden ook Ljubomir Ljubojevic en Lev Poloegajevski tot zijn vriendenkring toe. Dat ook zij secondanten werden, is weer een vermoeden.
Wereldkampioen
Wat ik wel van goede bronnen hoor, is dat Van Oosterom van zijn secondanten veel verschillende zetten en ideeën kreeg aangereikt. Ook zijn broer Henny dacht daarbij mee. Hij moest zelf de keuzes maken en uiteraard was dat niet altijd de zet van de speler met de hoogste Elo-rating. Hij was toch echt zelf wel de speler. Toen hij in 2005 wereldkampioen werd (in 2007 werd hij het nog een keer) bogen diverse schaakjournalisten zich over de vraag hoe we dit moesten opvatten. Tim Krabbé was het meest kritisch: “Jeroen Piket is wereldkampioen geworden.” Hij wist kennelijk niet dat toen Piket in Monaco kwam, Van Oosterom al eerste stond op de wereldranglijst. Gert Ligterink en Hans Ree gaven toe dat ze weinig begrepen van de ingewikkelde partijen van Van Oosterom. Terwijl ze toch wel altijd alles begrepen van de partijen van Kasparov en Kramnik.
Ligterink: “Iedereen maakt gebruik van computerprogramma’s en het is niet verboden grootmeesters om advies te vragen. Wie er problemen mee heeft, kan beter een banvloek over het correspondentieschaap uitspreken dan Van Oosterom zijn succes misgunnen.”
Herman Grooten, oud-teamgenoot bij HSG, in Trouw: “Hoewel Van Oosterom ongetwijfeld af en toe advies zal inwinnen bij het bevriende (groot)meestersgilde, ‘verdenk’ ik hem ervan dat hij het gros van de zetten zelf bedenkt en speelt.”
Omringen met sterren
Het Amber-toernooi in Monaco en later Nice is waarschijnlijk dat waar Joop van Oosterom het meest om wordt herdacht. De eerste keer nog ‘Melody Amber’ en alleen rapid, vanaf de tweede keer ‘Amber’ en rapid plus blindschaak. Wereldtoppers werden in de watten gelegd en er was een enorme prijzenpot. Van Oosterom wilde topschakers om zich heen. Niet alleen de toppers van dat moment. Hij sponsorde ook in wisselende Europese hoofdsteden toernooien met de sterkste vrouwen van het moment plus sterren uit het verleden. Daaronder Boris Spasski en Lajos Portisch, die hij kende van het wereldjeugdkampioenschap van 1955. Later kwamen hiervoor in de plaats toernooien in Amsterdam met wereldtoppers en jonge talenten.
Jong talent, daar had hij een zwak voor. De zussen Polgar had hij al alle trainingsmogelijkheden gegeven, zoals ik in deel 2 vertelde. Voor Jeroen Piket sponsorde hij tien trainingsmatches tegen wereldtoppers. Bij de Amber-toernooien waren altijd jonge HSG’ers welkom als ‘stagiairs’, zoals Daniel Stellwagen, Jan Smeets en Erwin l’Ami. Hij liet zelfs eens Alexander Beljavski overkomen om de jongens les te geven. Zoals ik eerder schreef: ja, Joop van Oosterom wilde schatrijk worden en hij wilde de grootste worden, maar het ging hem zeker niet om hemzelf alleen. Het ging hem ook om schaken en om schakers.
Mysterie
Na twintig Amber-toernooien stopte hij ermee, na het laatste toernooi in 2011. In datzelfde jaar stopte hij ook met de sponsoring van HSG. Aan alle mooie dingen komt een eind, dachten ze in Hilversum na dertig jaar. Dankbaarheid overheerste. Naar een reden vragen was om te beginnen na al die tijd niet netjes, maar had ook geen zin. Een antwoord zou je niet krijgen. Joop van Oosterom was in de loop van de tijd een mysterie geworden, onbereikbaar voor de pers en zelfs schaakorganisatoren werden naar zijn medewerkers verwezen. Sinds zijn hersenbloeding en gedeeltelijke verlamming in 1994 was die afzondering aanzienlijk toegenomen. Mysterieus was hij, mysterieus stierf hij, in oktober. Pas begin februari kwam het nieuws naar buiten.
Joop van Oosterom was erelid van HSG, van de KNSB en van de FIDE.
Graag wil ik je bedanken voor je inzet van deze zeer duidelijke serie artikelen. Het mooie van deze tijd is dat geld minder belangrijk is geworden. Er is eindeloos veel schaakinfo op het internet te vinden waarmee elke arme jonge schaker enorm goed kan worden.
Ljubo was verder dol op chinees eten en vroeg zelfs een keer wat IJsselmeervogels gedaan had 🙂 Misschien kennen velen hem van hoe hij (zijn eigen) schaken becommentarieert, maar er bestaat denk ik geen onderwerp waar hij niet veel van weet en daar dan vervolgens het hoogste woord over heeft 🙂
Veel dank voor deze boeiende en genuanceerde reeks artikelen, die een hiaat in mijn kennis over het Nederlandse schaakleven opvullen, zeker over de periode van voor 1958 het jaar dat ik lid werd van een schaakvereniging. Maar over veel van de periode daarna wist ik ook niet zoveel. Een behoorlijk aantal correspondentie partijen van Joop van Oosterom zijn terug te vinden via deze link. http://www.365chess.com/players/Joop_Van_Oosterom
Ik ben blij met de vele positieve reacties. Inderdaad heb ik geprobeerd een nuance aan te brengen, omdat Joop van Oosterom makkelijk gezien kan worden als een man die met geld kampioenschappen kocht. Dat deed hij ook wel, maar toch vooral uit plezier en velen konden ervan meegenieten. Zijn broer Henny is blij dat er nu toch op een waardige manier aandacht wordt besteed aan de man die in oktober in stilte is overleden. We hebben hier de afgelopen week goed contact over gehad. Per mail uiteraard, Henny woont in Amerika.
Henk, ik heb niet vaak met Ljubo aan tafel gezeten (althans een eettafel), maar ik herinner me nog een etentje bij de play-offs in Breda. Ian Rogers informeerde naar Ljubo’s mening over de oorlog in Joegoslavië en jij dacht meteen: neeeeee. Er volgde een zeer lange monoloog.
Alleen Kasparov heeft hij nooit kunnen strikken. Of misschien had Joop daar geen zin in.
Strikken in welke zin precies?
Maar wat gaat Jeroen Piket nu doen om de kost te verdienen? Hij heeft een gezin, dus er zal toch brood op de plank moeten komen.
Piket is nog lang niet klaar in Monaco. Of dacht je dat Van Oosterom die miljard euro gewoon op de bank had staan? En na dertien jaar een interntionale financiële topfunctie te hebben gehad bij een miljardair zal hij bij andere bedrijven van harte welkom zijn.
En anders een schaaksite crowdfunding actie om een herscholingsfonds tot professioneel schaker te bewerkstelligen.