“Ten little Indians”door Theo Mooijman. Column van Schaakvereniging Promotie.
De zaterdag voor de Landelijke verkiezingen wordt er geflyerd, door alle partijen. Als je genoeg mensen hebt, wordt er al eerder gestart: de zaterdag er voor en een koopavond. Ook na ‘de’ zaterdag is er campagne-activiteit bij voorbeeld op de stations. Maar het zwaartepunt is en blijft toch het campagne voeren op ‘de’ zaterdag bij de winkelcentra. Als afdelingsvoorzitter ontkom ik natuurlijk niet aan mijn lot: ik moet meedoen. Dat is hoognodig om een voldoende aantal mensen op de been te brengen om een heel winkelcentrum te aan te kunnen. Om zo veel mogelijk mensen een folder te kunnen aanbieden volstaat niet dat slechts bij één toegang een team staat.
Tijdens het verblijf bij de toegang komt de samenleving voorbij. Het was goed weer, droog en een beetje zonneschijn. Dat helpt. We hoeven dan niet een overdekt stukje op te zoeken. En we mogen verwachten dat eventueel chagrijn niet van het weer komt. En toch: het is schrikbarend hoeveel mensen met boze, grimmige of chagrijnige gezichten voorbij lopen. Sommigen kijken mij zo boos aan alsof het lijkt dat ik of mijn partij er de schuld van is dat zij geen miljonair zijn met een huis in de Algarve. En het loopt door alle generaties heen: van jong tot oud. De meesten zeggen niets. Maar als zij wat zeggen is dat in het gunstigste geval ‘mijn partij niet’. Een aantal van hen geeft duidelijk aan dat de PVV voor hen de partij is. Een paar keer folderen levert natuurlijk nog geen wetenschappelijk bewijs, maar de opvatting dat de teleurgestelde, boze, grimmige, chagrijnige medemens zich richt of aan getrokken voelt tot de PVV werd hier wel gestaafd.
En er is nog iets anders: van de mensen met een open blik nam een grote meerderheid een folder van mij aan of legde mij vriendelijk uit dat zij er al uit waren en de keus niet op mijn partij was gevallen. Dat zijn de momenten waarop je weer energie krijgt om door te gaan.
Een mooie bijvangst van het vele uren in een winkelcentrum doorbrengen is het weer terugzien van oude bekenden. En dat waren er heel wat. Sommigen met een nieuw kleinkind, maar helaas ook iemand die onlangs een partner verloren had.
Een man zei dat de politiek zich alleen vlak voor de verkiezingen laat zien. Ik antwoordde hem dat de politici zich vast en zeker vaker zouden willen laten zien, maar dat zij slechts over één leven beschikken. Je kan maar op één plaats tegelijk zijn.
Dat laatste werd weer eens manifest toen twee dagen voor deze zaterdag een speler van ons eerste team zich ziek meldde. Wij hebben tien spelers die qua speelsterkte nog wel zouden kunnen invallen in de KNSB 3e klasse.
Ten little Indians, uit de begintijd van the Beachboys en uit de periode van the Yardbirds dat Jimmy Page de sologitarist was. Kent u het? Er verdwijnt steeds een indiaantje.
Eentje moest al meedoen vanwege een absentie en eentje gaat zijn laatste invalbeurt volgende keer vervullen. Toen waren er nog acht. Eentje was er jarig en eentje was op vakantie. Er bleven er nu nog zes. Eentje had de beurt om te rijden voor het voetbalteam van zijn zoontje en eentje was op vakantie. Nu nog maar vier op de lijst. Eentje moest werken en eentje had andere afspraken. En nu waren er nog maar twee. Eentje had ook andere afspraken en eentje moest de hele dag flyeren bij een winkelcentrum. En toen moest ons eerste team met zeven man aantreden (en speelde gelijk).