Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 15: Mikhail Botwinnik

 

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het mij gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin de schaak­geschiedenis voor het voetlicht wordt gebracht. In de vorige aflevering hebben we het gehad over Max Euwe (1901-1981), de enige Nederlander die ooit wereldkampioen schaken werd. In deze nieuwe aflevering zullen we het hebben over Mikhail Botwinnik (1911 – 1995).

 

Nadat Euwe in 1935 de titel had veroverd op Aljechin moest hij twee jaar later in de revanchematch de eer aan zijn tegenstander laten. Toen Aljechin in 1946 stierf was hij nog altijd de regerend wereldkampioen. Dat betekende dat de titel vacant was en terecht kwam bij de man die hem nog in 1935 verslagen had.

 

Maar Euwe was een gentleman, hij wilde niet op deze manier gekroond worden en hij stelde voor om de titel ter beschikking te stellen aan de Fide, de wereldschaakbond, die in 1924 was opgericht. Deze bond besloot om vlak na de tweede wereldoorlog een zeer sterk bezet internationaal toernooi te houden met de wereldtitel als inzet.

Mikhail Botwinnik (foto bron onbekend)

Dat evenement kwam er in 1948 waarbij er voor de eerste helft in Den Haag en voor de tweede helft in Moskou werd gespeeld. Uitgenodigd werden Reshevsky, Botwinnik, Keres, Smyslov, Euwe en Fine. Laatstgenoemde bedankte echter omdat hij geen vergoeding van de Amerikaanse schaakbond kreeg.

 

Na harde strijd eindigde Mikhail Botwinnik (1911 – 1995) bovenaan en werd hij tot wereldkampioen uitgeroepen. Met deze wereldtitel luidde hij tevens het begin in van de jarenlange overheersing van de Sovjet-Unie. Het spel van Botwinnik wordt gekenmerkt door zijn fijnzinnige positionele gevoel dat gepaard ging aan een technisch bijna perfecte eindspelbehandeling. Een voorbeeld hiervan zien we terug in de volgende partij.

Botvinnik, M. – Konstantinopolsky, A.

1. e4 c6 2. d4 d5 3. exd5 cxd5 4. c4 Pf6 5. Pc3 e6 6. Pf3 Le7 7. Lg5 O-O 8. Tc1 Pc6

  1. c5!

Vanaf dit moment wordt het verloop van de strijd bepaald door de speciale kenmerken van de pionstructuur. Wit zal proberen door middel van zijn meerderheid op de damevleugel het ruimtevoordeel wat hij daar heeft uit te bouwen.

9…Pe4

9…b6 Een poging om de pionmeerderheid te breken wordt opgelost door 10. Lb5! Ld7 11. Lxc6 Lxc6 12. b4 en wit handhaaft zijn pionnen.

  1. Lxe7 Dxe7 11. Le2 Ld7 12. a3 f5?

Een ernstige strategische fout. Zwart geeft zonder slag of stoot de controle over veld e5 op, terwijl hij het corresponderende veld e4 niet permanent in handen heeft vanwege de mogelijkheid f2-f3. Botwinnik reageert uiterst adequaat.

  1. Lb5!

De bedoeling is om deze loper voor het paard te geven waardoor wit meer invloed krijgt over veld e5.

13…Pg5

13…Pb8 viel misschien iets voor te zeggen.

  1. Lxc6! Pxf3+ 15. Dxf3 bxc6
  1. Df4!

Zo bewerkstelligt wit de blokkade over de zwarte velden.

16…Tae8 17. O-O

  1. De5! is minder goed vanwege 17…f4 gevolgd door … Tf5.

17…e5 18. Dxe5 Dxe5 19. dxe5 Txe5 20. f4!

Opnieuw legt wit een pion op de voor hem goede kleur vast waardoor de loper op d7 nog slechter wordt dan hij nu al is.

20…Te7 21. Tfe1 Tfe8 22. Txe7 Txe7 23. Kf2 Kf7 24. Td1!

  1. Te1 In principe wil wit graag de andere toren ook ruilen, maar omdat pion d5 nog niet geblokkeerd is, kan zwart zich loswurmen met 24…Txe1 25. Kxe1 d4! 26. Pe2 Ke6 27. Pxd4+ Kd5 28. Pf3 Kxc5 en zwart heeft het evenwicht hersteld.

24…Te8 25. Td2 h6

  1. Te2

Zo is de afruil wel gerechtvaardigd omdat wit nu met paard kan terugnemen waardoor het veld d4 in handen krijgt.

26…Tb8 27. Ke3

Wit brengt de koning naar het centrum. 27. b4 is minder goed vanweg 27…a5

27…Tb3 28. Kd4 Kf6

Het winstplan bestaat nu uit de volgende drie fasen: 1) verjagen van de indringer op b3 2) opmars van de pionnen op de damevleugel met het doel om een vrijpion te creeren 3) het benutten van deze vrijpion.

  1. Pa2 Tb8

29…a5 30. Pc1 Tb8 31. b3 gevolgd door een doelmatige voorbereiding van de opmars b3-b4.

  1. b4

30…g5

30…a5 Een poging om actief te worden zou nu falen op 31. bxa5! Ta8 32. Pc3 Txa5 33. a4 Ta7 34. Tb2 gevolgd door de hergroepering Tb2-b4, Pc3-a2-c1-b3 en a4-a5 benevens Tb4-b6 en mogelijk a5-a6, Pb3-a5. Wit moet wel steeds rekening houden met de tegenkans Ta7-e7-e4+.

  1. g3 gxf4 32. gxf4 a6 33. Pc3 Tg8

Zwart ziet in dat hij de verdere opmars van wit niet kan tegenhouden en probeert onrust te zaaien op de andere kant van het bord.

  1. a4 Tg4 35. Tf2 Le6

35…Le8 brengt eveneens geen redding na 36. b5 axb5 37. axb5 cxb5 38. Pxd5+ Ke6 39. Te2+ Kf7 40. Txe8! Kxe8 41. Pf6+ Ke7 42. Pxg4 fxg4 43. f5 h5 44. c6 h4 45. c7 Kd7 46. f6 g3 47. c8=D+ Kxc8 48. f7

  1. b5 axb5 37. axb5 cxb5 38. Pxb5 Tg1
  1. Pc3!

Een noodzakelijke zet om de dreiging … Td1+ tegemoet te treden en tegelijkertijd Pxd5 mogelijk te maken.

39…Kf7 40. Tb2

Wit activeert zijn toren. Ook mogelijk was overigens 40. c6!? 40. c6 Ke7 41. Tc2 Tf1 42. c7 Kd7 43. Pxd5 Td1+ 44. Ke3

40…Tf1 41. Pe2 Te1

41…Kf6 42. c6 Tf2 43. c7 Txh2 44. Tb6 is uit.

  1. Ke5 d4

42…Ke7 43. c6 d4 44. Tb7+ Kd8 45. Kd6 Txe2 46. Tb8+ Lc8 47. c7+ en wit wint opnieuw.

  1. Kxd4 Kg6 44. Pc3 Kh5 45. Te2

In feite de beslissing. Met de torenruil forceert wit een vrije doortocht voor zijn c-pion.

45…Txe2 46. Pxe2 Kg4 47. Ke5 Lc8 48. Pd4 h5

  1. Pxf5!

Altijd aardig om even gebruik te maken van de tactische finesses die de stelling biedt.

49…Ld7

49…Lxf5 50. h3+ Kxh3 51. Kxf5 h4 52. c6 Kg3 53. c7 h3 54. c8=D en zwart komt meters tekort.

  1. Pg7 La4 51. f5 Kg5 52. Pe6+

Een meesterstuk van logica! schrijft Hans Muller die de partij becommentarieerde.

1-0

 

Mikhael Botwinnik staat ook bekend als de man die, nadat hij de wereldtitel had veroverd, deze driemaal kwijtraakte aan een landgenoot. Nadat Botwinnik in 1948 in het toernooi van Den Haag en Moskou wereldkampioen was geworden werd het systeem voor de wereldtitel veranderd. De nieuwe uitdager van de wereldkampioen kwam voort uit een lange reeks van voorronden en in 1951 was dat de geniale David Bronstein. Met nog drie partijen te spelen leidde de uitdager met 1 punt voorsprong maar op de valreep slaagde Botwinnik er nog in om een gelijkspel af te dwingen, waardoor hij als wereldkampioen zijn titel behield. Twee jaar later viel de beurt aan Vassily Smyslov (geboren in 1921) om de wereldkampioen uit te dagen en opnieuw eindigde de tweekamp onbeslist. In 1957 was het wel raak voor Smyslov toen deze maar liefst 6 partijen wist te winnen tegenover 3 nederlagen, terwijl de overige 13 partijen in remise eindigden. De wereldkampioen had recht op een revanchetweekamp die binnen een jaar gespeeld werd en door Botwinnik overtuigend gewonnen werd. Hetzelfde scenario speelde zich af in 1960 toen de briljante en onberekenbare Mikhael Tal (1936 – 1992) Botwinnik in 1960 opnieuw van de troon stootte met zijn onnavolgbare spel. Maar de verslagen wereldkampioen bleek de meester van de voorbereiding want in de revanchematch slaagde hij er opnieuw in om zijn eigen zwaktes te lokaliseren en die van de tegenstander bloot te leggen. Voor de derde maal in zijn carrière werd Botwinnik tot wereldkampioen gekroond. In 1963 verdedigde Botwinnik nog eenmaal zijn titel, ditmaal tegen Tigran Petrosian (1929 – 1984), die zijn rivaal pas in de slopende slotfase van de tweekamp de baas was. Inmiddels op leeftijd gekomen, zag Botwinnik er geen heil meer in om zich wwer op te laden voor een revanchetweekamp met Petrosian, zodat deze in de daarop volgende jaren de titel behield. Naast de ijzeren discipline die Botwinnik in al die jaren aan de dag legde, werd hij de meester van de openingsvoorbereiding genoemd. Hiervan een tweetal voorbeelden.

 

Botvinnik, Mikhail – Spielmann, Rudolf

1. c4 c6 2. e4 d5 3. exd5 cxd5 4. d4 Pf6 5. Pc3 Pc6 6. Lg5

6…Db6?!

Zwart gaat veel te vroeg met de dame op stap.

  1. cxd5 Dxb2?

Wie A zegt, moet ook B zeggen, maar in dit geval was het niet aan te raden om op avontuur te gaan met de dame.

  1. Tc1 Pb4

Goede raad is duur, maar na deze zet wordt de terugtocht van de dame afgesneden en zit de dame definitief in de knip..

  1. Pa4 Dxa2 10. Lc4 Lg4 11. Pf3 Lxf3 12. gxf3 Zwart gaf zich gewonnen omdat hij na 12. gxf3 Da3 13. Tc3 alleen ten koste van een stuk de dame kan redden.

1-0

 

Botwinnik – Keres

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. e3 O-O 5. a3 Lxc3+ 6. bxc3 Te8 7. Pe2 e5 8. Pg3 d6 9. Le2 Pbd7 10. O-O c5 11. f3! cxd4? 12. cxd4 Pb6 13. Lb2

13…exd4

Hoe neemt wit terug? Of neemt wit helemaal niet terug?

  1. e4!

Botwinnik speelde deze zet waarmee hij zich opmaakt om terug te nemen met de dame op d4. De loper op b2 wordt het monster dat deze partij gaat beslissen. Op dit moment is 14. Dxd4 niet zo handig vanwege 14. … Pa4. 14. Dxd4 Pa4 15. Lc1 Pc5 en wit heeft moeite om een mooie opstelling van stukken te bewerkstelligen.

14…Le6 15. Tc1 Te7 16. Dxd4

Nu de loper naar a1 kan is het moment gekomen om de batterij naar g7 op te zetten.

16…Dc7

  1. c5!

Zo lost wit zijn zwakte op, vermijdt hij dameruil en maakt hij de stelling nog meer open, hetgeen zijn loperpaar ten goede komt.

17…dxc5 18. Txc5 Df4 19. Lc1 Db8

  1. Tg5!

Zoals aangekondigd is g7 het aanvalsdoel.

20…Pbd7

20…Pe8 helpt ook niet na 21. Ph5 f6 22. Pxf6+

  1. Txg7+! Kxg7 22. Ph5+ Kg6?

Nu gaat het geforceerd mat, maar ook na het betere 22…Kh8 zou zwart het onderspit delven. 23. Lb2! en wit wint een stuk terug waarna de aanval even hard doorgaat. In de ‘computervariant’ blijkt hoe: 23…La2 24. Pxf6 Pe5 25. f4 en dit houdt zwart niet droog.

  1. De3!

Mat valt niet meer te voorkomen.

1-0

 

 

(Geraadpleegde bron o.a. “Geschiedenis van het schaakspel” door Silbermann/Unzicker). Deze serie is lange tijd geleden verschenen in het Eindhovens Dagblad. Inmiddels zijn deze artikelen aangepast en verder uitgebreid.)

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

17 Reacties

  1. Avatar
    Henk Dissel 18 maart 2017

    Bedankt weer voor je bijdrage, Herman. Altijd een goede reden om partijen na te te spelen van de zojuist door jou behandelde speler.

    Botwinnik had geen recht op een revanche tweekamp tegen Petrosian. Dit recht was kort daarvoor afgeschaft door de FIDE. Zie o.a. blz 247 van deel 2 “My Great Predecessors” van Kasparov. Botwinnik was als verliezend wereldkampioen wel rechtstreeks toegelaten tot de knock out matches die de uitdager van Petrosian aan zou moeten wijzen. Deze matches waren de opvolger van het kandidatentoernooi. Over de combines die in 1962 plaatsvonden  hoeft denk ik geen info meer gegeven te worden (…) Botwinnik werd in de eerste ronde gekoppeld aan Smyslov.  Botwinnik trol zich echter in maart 1965 terug. Hij werd vervangen door Efim Geller die met 5.5 – 2,5 Smyslov versloeg. (Info Soviet Chess 1917-1991 Andrew Soltis blz 268)

     

  2. Avatar
    wimw 19 maart 2017

    Hetzelfde verhaal via zijn biografie: Botwinnik lost the title for the last time to Tigran Vartanovich Petrosian in 1963. FIDE had eliminated the return match and so Botvinnik chose to retire from world championship play.

  3. Avatar
    Herman Grooten 19 maart 2017

    Hallo Henk. Ik heb helaas te weinig tijd om de schitterende boeken van Kasparov nauwgezet uit te pluizen en daarom kende ik deze details niet die jij noemt. In elk geval bedankt voor de waardevolle aanvullingen!

  4. Avatar
    Eric van t Hof 19 maart 2017

    Graag zou ik aan het bovenstaande enkele zaken willen toevoegen.

    “Toen Aljechin in 1946 stierf was hij nog altijd de regerend wereldkampioen. Dat betekende dat de titel vacant was en terecht kwam bij de man die hem nog in 1935 verslagen had.”

    Dat is niet het volledige verhaal. In 1938 was er namelijk een kandidatentoernooi gehouden met Paul Keres als winnaar (het bekende AVRO toernooi). Hiermee had Keres het recht op een WK-match verworven. Aljechin ontweek deze WK-match echter op zijn gebruikelijke wijze. Hij had immers ook sinds 1927 een revanchematch met Capablanca steeds ontweken.

    “Uitgenodigd werden Reshevsky, Botwinnik, Keres, Smyslov, Euwe en Fine. Laatstgenoemde bedankte echter omdat hij geen vergoeding van de Amerikaanse schaakbond kreeg.”

    Daar valt wel iets meer over te vertellen. De zeskamp was nota bene voor het eerst al in 1946 voorgesteld door Reuben Fine zelf! Dit voorstel werd echter door de Russen afgewezen. Zij daagden Aljechin direct uit voor een WK-match, met Botwinnik als tegenstander! Eigenlijk zou Keres de uitdager moeten zijn (zie hierboven), maar Keres werd om politieke redenen gepasseerd. De geplande WK-match Aljechin-Botwinnik ging niet door wegens het plotselinge overlijden van Aljechin in 1946.

    Vervolgens werd de zeskamp weer nieuw leven ingeblazen en er werd overeenstemming bereikt met alle(!) spelers, inclusief Fine, om dit toernooi in 1947 te houden. Kort voor het toernooi trokken de Russen zich echter weer terug, omdat een Nederlandse krant had gesuggereerd dat de Russen onderling remises zouden gaan spelen.

    Het volgende jaar bedachten de Russen zich opnieuw en werd het toernooi alsnog gehouden. In die tijd was Fine echter, volgens zijn eigen verklaring, net aan de slag gegaan in zijn nieuwe beroep als psychoanalist, waardoor hij niet in staat was deel te nemen.

    • Avatar
      Henk Dissel 19 maart 2017

      Over de vacante titel van Aljechin valt erg veel te schrijven. Herman is geen (schaak)historicus en het valt hem zeker niet te verwijten dat hij ‘vlot’ door de geschiedenis heen gaat. Hermans kracht is het onder de aandacht brengen van de Grote schakers uit het verleden, met speciale aandacht voor hun schaaktechnische bijzonderheden. Hij benut zijn schaakboekenkast daarom op een andere manier dan een aantal van zijn volgers/ fans 🙂

      Na AVRO 1938 heeft ook Botwinnik Aljechin uitgedaagd. Uiteraard met volledige toestemming van de Sovjetautoriteiten. De uitdaging (1939) werd ruw onderbroken door WO 2. Aljechins antisemitische publicaties maakten hem tot “persona non grata” in de schaakwereld. Hier komt het idee vandaan hem de titel te ontnemen en deze te laten betwisten door de 6 spelers die Eric noemt. Dit idee dateert al van voor 1946. Aljechin kreeg voor Hastings 1945/46 een uitnodiging. Dit was volkomen onacceptabel voor de Amerikanen (en Nederland). Het toernooi zou een “Victory Congress” zijn. Voor een schaker die pertinent “fout” was geweest tijdens WO 2 was geen plaats. Kort voor Aljechins overlijden herhaalde Botwinnik (lees de Sovjet Schaakbond) zijn uitnodiging aan Aljechin om een tweekamp, met als inzet de wereldtitel, te spelen. Dt was in febr 1946. Aljechin overleed de volgende maand. In datzelfde 1946 vond het FIDE-congres in Winterthur plaats. Hier kwam het idee van de 6-kamp wederom naar voren. Voorts werd besloten de winnaar van Groningen (1946) toe te voegen evenals de winnaar van Praag 1947. Voorwaarde was dat het een speler zou zijn die niet tot de 6 behoorde. Ook Praag 1947 leverde geen extra speler op. Het toernooi bleek uiteindelijk niet zo sterk bezet te zijn als vooraf gedacht was. Tijdens het FIDE congres van 1946 werd niet alleen gekeken naar de onmiddellijke opvolging van Aljechin, maar ook naar het vervolg daarop. Het idee van zone- en interzonetoernooien gevolgd door het kandidatentoernooi werd daar bedacht.

      N.a.v. Winthertur liet de Amerikaanse schaakbond weten niet in te stemmen met Fine. Hij had niet aan het Amerikaans kampioenschap meegedaan. Genoemd werden de nummer 2 Kashdan , geëindigd achter Reshevsky en Denker, de voorganger van Reshevsky.

      In  aug 1947 vond het FIDE congres in Den Haag plaats. De Sovjet Unie was in 1946 lid van de FIDE geworden en zou nu voor het eerst aanwezig zijn. De vacante titel van Aljechin was een belangrijk agendapunt. De Sovjets ontbraken de eerste dag van de vergadering. Dit is de dag waarop Euwe weer de Wk-titel (terug)kreeg. De volgende dag gaf hij deze weer retour aan de FIDE. De vergadering was nu eigenaar en zou formeel beslissen hoe de stijd om de titel plaats zou vinden. Tijdens dit congres werd ook gesproken over de plaats waar gespeeld zou worden. Fine had indertijd sterk gepleit voor de USA (Los Angeles/ New York). Vanuit de USA bestond echter geen belangstelling de organisatie op zich te nemen. Tijdens het congres kwam met tot overeenstemming. 1 maart 1948 als startdatum. Eerste helft van het WK in Den Haag. De tweede helft in Moskou.  Omdat Fine op het laatste moment afzegde, werd de zeskamp teruggebracht tot een vijfkamp. Een reservespeler werd niet aangewezen. In plaats van vier onderlinge partijen werden het er 5. Elke ronde was een deelnemer vrij. Het evenement zou nu 25 ronden gaan beslaan. Cyclus 1 en 2 in Den Haag. 3 t/m 5 in Moskou.

      Geraadpleegd heb ik Dr Max Euwe Wereldkampioenschap schaken 1948 (Lochem 1948). De Euwe-biografie van Münninghoff/ Welling (Amsterdam / Antwerpen 1976) en Soltis Soviet Chess 1917-1991 (Jefferson 2000). Het onlangs in Engelse vertaling verschenen prachtige boek van Paul Keres “The World Championship in Chess 1948”, dat in 1949 verscheen, biedt geen extra info v.w.b. de situatie na Aljechins overlijden. Info over de rol van Nederlandse krant(en) ben ik niet tegengekomen. Ook niet over individuele onderhandelingen met Sovjetspelers: alles werd beslist door de bond (lees partij).

      Ook ik ben geen (schaak)historicus.  Wie aanvullingen heeft prima!

  5. Avatar
    FlatlandR 19 maart 2017

    In de tekst lijkt het net alsof Smyslov nog zou leven. Hij stierf echter in 2010.

  6. Avatar
    Herman Grooten 19 maart 2017

    Ik ben inderdaad geen historicus en pretendeer dat ook niet, maar ik heb de kwesties die Henk van Dissel aanroert, wel met grote interesse gelezen. Het was inderdaad veel ingewikkelder dan ik beschreven heb. Ik herinner me in dit verband nog wel een aardige anekdote, die de vorig jaar overleden schaakjournalist Jules Welling me ooit voorschotelde. In een kolderavond die we samen ooit voor onze schaakvereniging hadden georganiseerd, hadden we een quiz, waarin een van de vragen die hij had bedacht, was: ‘hoeveel keer is Euwe wereldkampioen geweest?’
    Het antwoord is verrassend: driemaal! In bovenstaand verhaal is de tweede keer beschreven, maar Euwe was kennelijk ook ooit ‘amateur wereldkampioen’ geweest, een titel die vroeger bestond.

  7. Avatar
    wimw 20 maart 2017

    Schakers, die de WK matches van Botwinnik tegen Smyslov, Tal en Petrosian hebben meegemaakt, weten nog wel dat die revanchematch voor de WK-match tegen Petrosian in 1963 was afgeschaft. Igor Botwinnik schrijft daarover in het matchboek dat zijn vader er niet tegen protesteerde, maar het wel een ongerechtvaardigde breuk met een al lang bestaande traditie vond. Je kunt het niet deelnemen van Botwinnik aan de daarop volgende kandidatenmatches toch wel als een vorm van protest zien.

  8. Avatar
    Johan Hut 20 maart 2017

    Correctie op Eric van ’t Hof: Aljechin heeft na AVRO 1938 de match tegen Keres niet tegengehouden. Wat hij alleen niet meer wilde, was een rondreizend circus, zoals zijn twee matches tegen Euwe en het AVRO-toernooi. De AVRO wilde de match Aljechin-Keres organiseren, maar Keres vroeg uitstel vanwege zijn studie. Daarop werd Fine aangewezen als uitdager, maar die vond als jood de grond in Europa te heet onder de voeten geworden. Intussen praatte Aljechin ook met Flohr, die een sponsor had gevonden, maar die besprekingen werden ook beëindigd (door Flohr) vanwege de dreigende oorlog. En Aljechin sprak met Botwinnik. Aljechin wilde best weer een WK-match spelen.
    Mijn clubgenoot Adri Plomp heeft heel veel onderzoek gedaan naar de opvolging van Aljechin, niet alleen in een paar schaakboeken. Hij heeft er grote artikelen over gepubliceerd in het clubblad van HSG. Ook heeft hij veel andere ontwikkelingen onderzocht en ik heb er veel aan gehad voor mijn boek over Hilversumse schaakgeschiedenis, in 2012. Helaas overleed Adri kort voordat dat boek verscheen.
    Over de periode direct na de oorlog weet ik minder, maar het verhaal van Henk Dissel komt heel zorgvuldig op mij over. Voor mijn boek was het trouwens ook leuk dat het eerste zonetoernooi in de geschiedenis werd gehouden in Hilversum, in 1947. Het was het 60-jarig jubileumtoernooi van HSG. Dat was dus al voor het WK 1948 en was de eerste aanzet voor het WK 1951.

    • Avatar
      Eric van t Hof 20 maart 2017

      Bedankt voor de aanvulling. Mijn informatie is gebaseerd op een boek van Fine en die had vanuit zijn positie waarschijnlijk een gekleurd beeld van de situatie. Hij schrijft zoiets als dat “Aljechin op de hem bekende wijze de match tegen Keres ontweek” en dat is niet per se in tegenspraak met wat jij schrijft. Dat Keres ook uitstel had gevraagd, wist ik nog niet.

      Bij Henk Dissel lees ik dat de Amerikaanse schaakbond niet instemde met de deelname van Fine. Dat wist ik ook nog niet, maar over die schaakbond heeft Fine ook wel wat geschreven, wat er in het kort op neer kwam dat hij deze organisatie totaal niet serieus nam. Die weigering was ook wel een beetje raar; Kashdam was toen al zo’n 15 jaar over zijn hoogtepunt heen. Stel je ter vergelijking voor dat de KNSB niet akkoord zou gaan met de deelname van Giri aan de Grand Prix, omdat hij niet heeft deelgenomen aan het Nederlands Kampioenschap.

  9. Avatar
    wimw 20 maart 2017

    Ter aanvulling: van 24-12-1939 tot 15-1-1940 speelden Euwe en Keres op vriendschappelijke basis een match over veertien partijen in Nederland, in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en ook Hilversum. Aanvankelijk nam Euwe een voorsprong in de match, maar uiteindelijk won Keres met 7,5 tegen 6,5. Toch weer een bewijs dat Euwe toen heel sterk speelde. Het was jammer dat hij in 1948 zozeer met de organisatie van het eerste, Nederlandse deel van de vijfkamp om het wereldkampioenschap bezig was, dat zijn voorbereiding daaronder leed en hij laatste werd.

  10. Avatar
    Johan Hut 20 maart 2017

    Ja, staat ook in mijn boek, waarin Wim van der Wijk (en dat is niet wimw) overigens ook veel geschreven heeft. Maar dit deel heb ik beschreven. Euwe had de tweede helft van het AVRO-toernooi gewonnen, dat is niet zo bekend. Daarom wilde het Euwe-comité naast de match Aljechin-Keres een match Euwe-Fine, om (al was het vriendschappelijk) de nummer 3 van de wereld aan te wijzen. De AVRO was niet geïnteresseerd en grappig genoeg kwam het comité toen bij de VARA terecht. Opmerkelijk dat toen Keres een match tegen Aljechin afwees, hij wel naar Nederland kwam om tegen Euwe te spelen. Uitdrukkelijk werd afgesproken dat het geen kandidatenmatch was. Het was puur om te kijken of Euwe nog steeds een wereldtopper was.
    Na de krappe nederlaag schreef redacteur Eggink in het bondsblad: “Deze teleurstelling wordt echter verzacht door de gedachte, dat de toekomst nu eenmaal der omhoogstrevende jeugd toebehoort en dat een eervolle nederlaag is geleden tegen een schaakkunstenaar van een zeer uitzonderlijk talent.”
    Wim en ik hebben veel plezier beleefd aan het schrijven van dat boek. Van het AVRO-toernooi is trouwens geen enkele ronde in Hilversum gespeeld. Wim loste dat op door in zijn voorwoord te schrijven dat je ook ‘Hilversum’ tussen aanhalingstekens mocht schrijven en dat dat ‘de omroepen’ betekende.

  11. Avatar
    wimw 21 maart 2017

    Keres speelde met Estland [bronzen medaille] in de Olympiade van 1939 in Buenos Aires en daarna nog een toernooi in die stad, dat hij samen met Najdorf [Polen] won. Maar intussen had Duitsland Polen bezet en de Sovjet Unie Estland, zodat Keres niet eenvoudigweg terug kon naar zijn vaderland. De match in Nederland kwam dus wel goed uit.

    • Avatar
      Henk Dissel 21 maart 2017

      Het spelen van de match Euwe – Keres was al afgesproken voor dat de Olympiade in Buenos Aires gespeeld zou worden, WimW. Hierna keerde Keres terug naar Estland. Speelde vervolgens in het teamkampioenschap van Estland evenals het teamkampioenschap voor spelers van onder de 26 jaar. Toen de Sovjet Unie later het jaar de Baltische staten inlijfde (Molotov-Ribbentrop pact) zien we Keres als deelnemer aan het 20ste kampioenschap van de Sovjet Unie. (5 sept- 3 okt 1940) Het toernooi werd (verrassend) gewonnen door Bondarevsky en Lilienthal met 19:13,5 voor Smyslov met 13, Keres (12) en Boleslavsky en Botwinnik 11,5.  In de strijd om het uitdagerschap van Aljechin een belangrijk resultaat. Voorjaar 1941 (23 maart/29 april)  leidde dit tot het (unieke) Absolute Sovjet Kampioenschap. Botwinnik herstelde zijn gezag en scoorde in dit 4-rondig toernooi 13,5 uit 20.Hij bleef Keres 2,5 punt voor. Smyslov werd derde met 50%.  Na de oorlogsverklaring van Nazi Duitsland aan de Sovjet Unie kwamen de Baltische staten bij Duitsland. Keres zien we de komende jaren (1942-1944) toernooien spelen in Duitsland en door de nazi’s bezette gebieden: Praag, München, Salzburg, Poznan. Nadat de Sovjet Unie Duitsland verslagen had en de Baltische staten weer door de Sovjet Unie ingelijfd werden, keerde Keres weer terug als Sovjet-schaker. Dat ging niet zonder problemen. Waarom bijv werd hij in 1946 niet naar het Stauntontoernooi gestuurd?

      Na Botwinnik (1911) zal Herman wel Keres (1916) onder de loep nemen. Enkele voorschotjes hebben we al genomen afgelopen dagen, Herman 🙂

       

  12. Avatar
    wimw 21 maart 2017

    Goed dat dit gecorrigeerd is. Omdat het Molotov-von Ribbentrop niet-aanvalsverdrag van 23-24 augustus 1939 is, dacht ik dat Estland in de herfst van 1939 al bezet was door Sovjet troepen, maar toen moest Estland alleen 25.000 man Sovjet troepen op zijn grondgebied toelaten. Pas in juni 1940 werd Estland door de Sovjet Unie ingelijfd. Later toen Nazi-Duitsland de Baltische staten binnenviel, heeft Keres toch wel een heel moeilijke tijd in de oorlog gehad.

  13. Avatar
    Herman Grooten 22 maart 2017

    Ik durf bijna niets meer hierover te schrijven 🙂 . Er zitten kennelijk zeer grote kenners en zelfverklaarde historici onder de bezoekers van Schaaksite. Ik baseer de meeste van mijn gegevens op het boek van Silbermann en Unzicker. Aangezien dat Oostduitsers zijn, leek me dat zij zeer zorgvuldig te werk zijn gegaan, maar zo te merken hebben zij indertijd ook niet alles geweten. Maar ik ben heel blij met al deze commentaren want zo kunnen we sommige gebeurtenissen in het verleden in een bepaald perspectief gaan zien.

  14. Avatar
    wimw 22 maart 2017

    Herman, Wolfgang Unzicker was een West-Duitse grootmeester en het boek werd bij de West-Duitse uitgeverij Bertelsmann uitgegeven. Wat Keres betreft baseerde ik me op een artikel ter gelegenheid van zijn 100e geboortedag. Daarin stond dat Keres vanuit de Argentijnse hitte naar het door een zeer strenge winter geteisterde Nederland kwam en dat zijn vaderland Estland door de Sovjets was bezet. Er zijn dus wel meer historische artikelen, die niet helemaal kloppen. En dan is het goed dat er commentaar komt en we met zijn allen wijzer worden.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.