‘Ik schaakte als een man.’
In 2015 beweerde schaakgrootmeester Nigel Short dat zijn vrouwelijke equivalent niet bestaat: vrouwen hebben niet de juiste hersenen voor het schaakspel. Wereldwijde ophef ontstond, zoals altijd na zo’n soort opmerking. Maar is het wáár?
Schaken is een intellectuele sport die vooral door mannen wordt gespeeld en waarin vooral mannen uitblinken. Slechts 5% van de geregistreerde schaakspelers en maar 1% van de grootmeesters is vrouw. Als schaken veel meer wordt gespeeld door mannen dan door vrouwen, dan is het niet meer dan logisch dat onder de uitblinkers ook meer mannen zijn. Dit verklaart al bijna het hele verschil. Maar kunnen vrouwen überhaupt ook schitteren? Als voor schaken mannenhersenen nodig zijn – wat dat ook moge zijn – dan zou dat niet moeten kunnen.
Speelt de schrijfster van dit artikel schaak in een club?
Kunnen schaken op 4 jarige leeftijd heeft niets te maken met talent. Mijn zoon kon het al op 3 jaar en sommigen zelfs op 2 jaar. Vanaf het kind kan communiceren en een normale ontwikkeling heeft, kan je het spel aanleren. Zie bv. schaken-brabo.blogspot.be/2017/04/jong-en-oud.html
Mijn dochter heb ik het schaken ook aangeleerd maar het boeide haar helemaal niet. Ik zie trouwens bij heel veel meisjes dat spelletjes spelen hen veel minder interesseert dan bij jongens. Het grote verschil in aantallen tussen meisjes en jongens zou dus wel eens veeleer liggen bij interesse dan sociale angst. Meisjes doen nu eenmaal liever andere dingen graag dan jongens.
Mannen hebben meer hersenverbindingen van voor naar achter dan vrouwen en vrouwen hebben meer links rechts verbindingen tussen de hersenhelften dan mannen.Nigel Short heeft gelijk. Wereldkampioen zijn is extreme kwaliteit hebben op een smal afgebakend terrein, schaken is een voorbeeld. Muziek componeren ook, Mozart kon op zijn vijfde al na één keer horen van een uitvoering de vierstemmige muziek foutloos op papier zetten. Extreme voorbeelden zijn er ook aan de andere kant. Aanslagplegers zijn bijna allemaal mannen.