Spachess: Ten Hertog niet goed in dameoffers
|
Ten Hertog – Kunin na 20.Kh1
|
Bosboom – Ten Hertog na 30.Txf5 |
Bij de vier op papier sterkste spelers in het Science Park schaaktoernooi zitten drie buitenlandse grootmeesters en de kans is dus aanzienlijk dat één van hen dit jaar de toernooioverwinning mee naar huis neemt. Natuurlijk proberen diverse Nederlanders dat te voorkomen, zoals Erik van den Doel en Robby Kevlishvili, maar na vier ronden leek het erop dat Hugo ten Hertog onze grootste hoop was. Hij had net Ulybin verslagen, een van die drie buitenlandse grootmeesters. Wat zou er nog meer in het verschiet liggen? Nou, kansen op nog meer overwinningen, want zowel in de vijfde als de zesde ronde kreeg de creatieve speler van Paul Keres goede stellingen. Het werden echter twee nullen, in beide gevallen door niet goed genoeg te verdedigen. En in beide gevallen had het iets met een dameoffer te maken. En zo staan na zes ronden gewoon de vier grootmeesters bovenaan, samen met Manuel Bosboom, dat wel.
In Ten Hertog – Kunin leek wit met een prettig plusje uit de opening gekomen te zijn. Meer ruimte, actievere stukken, voordeel uitbouwen met 18.d5. Zwart doet vervolgens voor het eerst iets actiefs, maar de loper op g4 zal daarna gewoon terugmoeten toch? Waarna wit groot voordeel heeft. En toen kwam opeens 20…Dxg3. Zomaar! Dat wit de dame niet meteen mag slaan is duidelijk, maar er zal toch wel een tussenzet in zitten? En inderdaad. Helaas vond Hugo die echter niet en op zet 24 stond hij mat. Mooi verliezen is ook een kwaliteit…
Ook een dag later tegen Bosboom kreeg Hugo ondanks het Nijlpaardensysteem al snel een prettige stelling. Weliswaar had wit een stuk geofferd, maar de compensatie was bij lange na niet genoeg. Dat was het even later echter wel en nog iets later leek het totaal uit. Dat was het echter niet. Had zwart zijn dame gezet op een veld waar het zowel ongedekt stond als geslagen kon worden, dan had de uitslag van de partij heel anders kunnen zijn. En dan had 20…Dxg3 goede competitie gekregen voor de zet van het toernooi. Zoals het ging was het echter een echte Bosboomoverwinning.
Weer een nieuw schaakbegrip geleerd van Dimitri: “zelfpenning”. 😉
Die stelling na 20 Kh1 is van Ten Hertog – Kunin en niet van Ten Hertog – Ulybin.
Al die Russische namen ook henk! En Jaap, ik weet niet of het een officiële term is, maar het wordt wel vaker gebruikt.
Ik kende die term nog niet, maar van ‘zelfpenning’ is het een kleine stap naar ‘zelfschaak’. 😉
Hebben jullie bij de partij Ten Hertog tegen Kunin gekeken naar de tussenzet 21. dxc6. Als de dame teruggaat, volgt cxb7 en na een zet met het zwarte paard slaat wit het paard op f6 en daarna de loper op g4. En als zwart terugslaat met bxc6 en wit Pa4 speelt kan de dame niet naar d6 om de loper op c5 te dekken vanwege Lxh7+. Dan hangen beide lopers. Misschien overzie ik iets, maar het is een aardige wending dat tegenoffer op h7.
21.dxc6 is wel een variant om te vermelden ja, want fraai: 21…Txd3 (profiteert van de zwakte van de onderste rij) 22.cxb7 Dxg2+!! 23.Kxg2 Lxf3+ 24.Kf1 Pg4 25.Txd3 Pxh2 mat!
Hugo is niet de enige die niet goed is in dame-offers. Lees maar eens schaken-brabo.blogspot.be/2016/09/de-schaakmicrobe.html. Ach en de Hugo waar ik het over heb in mijn artikel is mijn zoon dus niet Ten Hertog. 🙂
Een mogelijk verklaring voor het missen van dame-offers wordt misschien gegeven op www.danamackenzie.com/blog/?p=4473. Mensen zelfs grootmeesters zijn niet zo goed in het vinden van matcombinaties.