Top-40 Nederlandse schakers. 28: Kick Langeweg
Langdurig behoorde hij tot de Nederlandse top, maar Kick Langeweg werd nooit kampioen. In 1969 was hij er dichtbij, in Leeuwarden eindigde hij samen met Hans Ree op de eerste plaats. Anders dan in de voorgaande twee edities werd er geen beslissingsmatch gespeeld. Ree werd tot kampioen uitgeroepen omdat hij titelverdediger was. Een extra feit (dat echter niet meewoog) was dat Ree in de laatste ronde de onderlinge partij won.
Kick Langeweg (geboren 7 maart 1937) is nooit dichter bij de titel geweest. Tussen 1961 en 1989 was hij er negentien keer bij, tot en met 1972 iedere keer. Hij werd derde in 1965, 1970, 1972 en 1983. In 1980 werd hij zelfs nog tweede achter Jan Timman, een plek die hij wel met vijf anderen moest delen.
Olympiade-topper
Langeweg behoorde tot de ‘jonge honden’ die rond 1960 met het Amsterdamse VAS de Nederlandse schaakhemel bestormden. Voor hen organiseerde de befaamde organisator Berry Withuis in 1961 het IBM-toernooi, om de jongemannen de gelegenheid te geven internationaal meester te worden. Langeweg won de eerste editie met 9 uit 11 zonder remises en bleef Hein Donner voor. Een jaar later werd hij meester.
In de jaren zestig en zeventig nam Langeweg nog vele malen deel aan het IBM- en het Hoogovenstoernooi, in de hoofdgroep. Beste prestatie was IBM 1968, gedeeld derde achter Kavalek en Bronstein. In zijn topjaren won hij partijen van Portisch, Ljubojevic en Browne.
Acht maal maakte Langeweg deel uit van het Nederlandse Olympiadeteam: alle edities van 1960 tot en met 1970, plus 1978 en 1980. Met 61% uit 94 partijen behoort hij tot onze grootste Olympiadespelers. Hij behaalde een gouden bordmedaille in 1966 en een zilveren in 1980, waarmee hij de Nederlandse medaillespiegel aanvoert.
Met zijn clubteams werd Langeweg vier keer kampioen van Nederland. Met VAS in 1962 en 1963, met Watergraafsmeer in 1975 en 1976. Alles bij elkaar zou je hem een Nederlandse topspeler kunnen noemen in de jaren zestig en zeventig, met de nadruk op de jaren zestig.
Theoreticus
Van Kick Langeweg is een verzameling aan te leggen van korte verliespartijen. Maar niet, zoals bij Donner, omdat hij vaak uitgleed over een bananenschil. Regelmatig gaf hij op in stellingen die anderen nog wel hadden doorgespeeld. Het kan duiden op perfectionisme, met als gevolg grote teleurstelling als er een kleinigheid misgaat. Anders dan zijn score bij IBM 1961 doet vermoeden was hij geen houwdegen, maar een fijnzinnige positiespeler.
Na zijn carrière als wedstrijdschaker, Langeweg was altijd professional, werd hij actief bij uitgeverij New in Chess, met name voor de openingsboeken. Dat theoretische werk paste hem misschien beter dan het wedstrijdschaak, ook al bereikte hij daar zoals gezegd ook nogal wat in.
Ik zet hem op 28. Een langdurig verblijf aan de Nederlandse top weegt zwaar in deze top-40. Een bijna ontbreken van toernooizeges houdt hem af van een hogere positie.
26 …
27 …
28 Kick Langeweg
29 Daniel Stellwagen
30 Eddie Scholl
31 Henri Weenink
32 Robin van Kampen
33 Hans Böhm
34 Rini Kuijf
35 Hoan Liong Tan
36 Haije Kramer
37 Daniël Noteboom
38 Norman van Lennep
39 Rudy Douven
40 Rob Hartoch
Als u linksboven in het scherm klikt op ‘top 40’, kunt u langs alle voorgaande afleveringen scrollen.
De top-40 is niet gebaseerd op ratings en titels, maar op de positie en prestaties van Nederlandse schakers ten opzichte van hun tijdgenoten, nationaal en internationaal.
Als impertinente tiener is ooit nog eens mijn arm dusdanig fijngeknepen door Langeweg tezamen met de magische woorden “jonguh, dat gaat je geen snars aan!”, dat ik de volgende dag 5 blauwe plekken had waar zijn 5 vingers zaten. 😉 Dat was bij een toernooi in Amsterdam, vlakbij het pand van Moszkowicz. Geen idee hoe het toernooi ook alweer heette. Ik weet nog wel dat Cor van Dongen ongedeeld laatste werd en dat ik daar grote lol om had. 😉 Via de bond kreeg de jeugd toen begeleiding van Kick, alleen ik maakte het te bond.
Te bont voor de bond?
Het gerucht ging altijd dat Langeweg een niet onbemiddelde echtgenote heeft/had waardoor hij dat vak van beroepsschaker makkelijker kon volhouden dan anderen. Halverwege de jaren 90 nog bij Tata in de reservegroep tegen gespeeld. Die deelname zal toch al niet meer beroepshalve gemotiveerd zijn geweest, gok ik.
Zijn vrouw had een goede baan of praktijk. Ik zou het eerder zo zeggen, dan dat zij rijk was. In de jaren zestig kon je als beroepsschaker niet rondkomen. In de jaren zeventig en tachtig werd het wat beter, als je ieder jaar voor NK, Hoogovens en IBM werd uitgenodigd. Zeker als je ook nog voor Volmac Rotterdam speelde, maar dat speelde Langeweg niet.
Zijn dit de omgangsvormen in Bunschoten of waar dan ook? Dan maar iets meer met de tijdgeest mee, want ik geloof niet dat mijn punt is overgekomen. “Het gerucht ging altijd dat jij een wat bijzondere broer hebt/had waarmee je hier gemakkelijker de een-tweetjes kon volhouden dan anderen. Halverwege de jaren 90 nog tegen jou of je broer gespeeld.” Boeie.
Maar verder heb je wel een leuk leven, Peter?
Het gaat mij erom dat er in de publieke ruimte zorgvuldiger gecommentarieerd wordt, hopelijk als schakers onderling, en zeker als het om iemand met een respectabele staat van dienst gaat. Geef je aan de borreltafel af op de journalistieke kwaliteit van de Privé ?
Dat snap ik. Maar Jaap vertelt een anekdote over een ervaring met Kick Langeweg en Henk meldt iets dat velen al weten. Johan bevestigt dat vervolgens. Ik zie daar niet veel kwaad in.
Ik had ook nog over een leuke ervaring met Kick Langeweg willen schrijven, gewoon omdat ik dat leuk vind als reactie op dit verhaal, maar als dat op zulke zurigheid kan rekenen zie ik er maar van af…
Henk suggereert dat Langeweg een rijke vrouw getrouwd heeft en daarom kon schaken. Ik schrijf eigenlijk dat ze tweeverdieners waren. Dat vind ik een normale opmerking en wat netter. Dat je in de jaren zestig in Nederland niet van schaken kon rondkomen, is overduidelijk. Halverwege de jaren zeventig verbeterde dat, zei een andere schaker uit die tijd eens in een interview waarin hij ook zei dat hij twintig jaar later de keus voor profschaker niet meer gemaakt had kunnen hebben.
Er wordt veel gepraat over de mogelijkheden om profschaker te worden en blijven. Ik zie niet in wat er mis is met dat soort conversaties.
De leeswaardigheid van de eerdere twee reacties ontgaat mij. Is dat een overweging geweest? Zal wel aan mij liggen, maar ze komen niet erg respectvol over. Ik vind de top-40 van Johan Hut informatief, en zoals hij zelf al heeft aangegeven is de gekozen volgorde subjectief. Jammer dat dat aanleiding tot dergelijke reacties geeft.
Huh? Volgens mij maak ik duidelijk dat ik een impertinente tiener was (=negatief voor mezelf) en dat ik het zelf te bond maakte (=negatief voor mezelf), wat impliceert dat het een prima standje was van Langeweg dat ik kreeg.
Persoonlijk vind ik reacties zonder verdere inhoud waarbij de toon van andere reacties wordt bekritiseerd onleeswaardig. 😉
Jaap, dat toernooi vlak bij Moszkowicz, was dat in een zijstraatje van een gracht, boven een Italiaans restaurant? Dan was dat het Lost Boys Toernooi, een jaar of vijftien geleden. Ik herinner het me vooral als het toernooi van Ron Nep, die Karel van der Weide en Friso Nijboer versloeg.
Johan, het Lost Boys toernooi was in sporthal De Pijp in A’dam zuid.
Weet ik, ben ik ook geweest. Maar de editie met Ron Nep was bij die gracht. Eenmalig, misschien. Zijn prestatie werd ook bekend doordat hij nog geen FIDE-rating had. Hij kwam toen met een rating op basis van negen partijen de Nederlandse ratinglijst binnen op de veertiende plaats.
Grappig allemaal. Volgens mij was het Lost Boys juist in Antwerpen. Daar ooit nog eens op camping gezeten met veel schaker en dan via zo’n extreem steile roltrap met je fiets balancerend onder het water door naar de zaal.
Was Amsterdam niet lang geleden het Amsterdam Chess Tournament? En dat was idd het toernooi van Ron Nep! En natuurlijk waar Cor van Dongen laatste werd. 😉 Het is wel jammer dat in deze tijd een ‘Ron Nepje’ meteen als fraude geval bestempeld zal worden. Ron kon er toen nog van genieten. Ben je nu een CM/FM die wat GMs omver schopt in bloed vorm, dan gaat de scheids meteen je ondergoed controleren. Het trieste van deze tijd.
Goed, even opgezocht. Het was in 2000, het eerste jaar dat Lost Boys in Amsterdam was en het was in de Nieuwe Spiegelstraat. Een jaar later was het in Sporthal De Pijp. Daarna werd het twee jaar niet gehouden en in 2004 kwam het Amsterdam Chess Tournament.
Tot en met 1999 was het in Antwerpen.
Peter, bedankt voor het compliment. De volgorde is inderdaad subjectief en ook heel moeilijk. Maar ik ben gestopt me daar zorgen over te maken. Het leukste is, denk ik, dat lezers schakers van naam kennen en er nu wat meer informatie over krijgen. Zelf doe ik ook leuke ontdekkingen. Ik schrijf alles namelijk niet uit mijn geheugen, ik doe ook onderzoek. Zo is er een schaker uit de jaren veertig/vijftig over wie ik bijna niets wist en waar ik twee in memoriams van heb gevonden. Dan kan ik wel een verhaal schrijven.
Als ik me waag aan een voorspelling van de top drie dan loop ik natuurlijk vooruit op de zaken maar voor mij zou het zijn:
1. Euwe (geen twijfel mogelijk)
2. Timman (wat mij betreft zeker in de top 3)
3. Giri
Over de eerste twee is inderdaad geen discussie mogelijk. Wie Timman wil passeren, moet wereldkampioen worden of nummer één van de wereldranglijst. Ook bij zijn aantal belangrijke toernooizeges komt niemand nog in de buurt.
Er zijn tot dusver 13 artikelen verschenen in deze serie met een gemiddelde tussentijd van 10.4 dagen. Dat betekent dat we rond 22 april 2018 waarschijnlijk de definitieve onthulling tegemoet kunnen zien!
Zou het, in theorie, nog mogelijk zijn dat een Nederlandse schaker zich in de komende periode tot 22 april zodanig ontwikkeld dat hij eigenlijk in de lijst opgenomen zou moeten worden, terwijl dat nu nog niet het geval is? Dat had misschien al kunnen gebeuren door een onverwachte winnaar op het laatste NK, ware het niet dat Van Wely gewoon weer kampioen is geworden.
Ik ga versnellen, want ik wil het zeker dit jaar afronden. Is ook niet moeilijk.
Als Sipke Ernst kampioen was geworden had ik dat leuk gevonden, maar dan had ik inderdaad een klein probleempje. Waarmee ik al verklap dat hij er niet in komt. De volgorde staat overigens nog niet precies vast, wel in hoofdlijnen. En die volgorde kan inderdaad nog beïnvloed worden.
Dat Loek van Wely gewoon weer kampioen is geworden, 17 jaar na zijn eerste titel, is een behoorlijk pluspunt.
Overigens zitten er tussen 10 en 28 natuurlijk meer verrassingen dan in de top tien.
@Peter, het is mooi om te zien hoe mensen anders tegen de wereld aan kijken.
Zelf heb ik ‘zorgvuldig commentariëren’ in de ‘publieke ruimte’ opgegeven. Naar wiens normen & waarden zou dat dan moeten zijn? En wie vindt wat precies wel en niet publieke ruimte? En wie vindt wat wel en niet zorgvuldig? Wat is eigenlijk überhaupt de definitie van ‘publieke ruimte’? Ik vind zowel mijn opmerking als die van Hendrikom prima. Jij vindt dat niet. Het is zoals het is. 😉
Het gaat ook niet om jouw of mijn grenzen, maar om die van Kees Schrijvers. Of zoals mijn goede vriend die eigenaar is van een zelfontwikkelingsforum altijd zegt bij gezeik van zijn leden; “het is hier geen democratie”. We horen het wel van onze Kees wanneer iets niet gezegd mag worden.
Persoonlijk vind ik (volgens mijn idiosyncratische waarde hiërarchie) dat Kick geen ‘respectabele staat van dienst’ heeft. De vraag is hoe zien jij en ik dat begrip. In mijn herinnering was het een prima kerel en geen onvertogen woord over Kick, maar dat betekent nog niet dat alles maar heel lief en salon socialistisch geformuleerd hoort te worden.
Persoonlijk stoor ik me eraan wanneer mensen over de vorm beginnen, want dat laat alleen maar zien dat ze hun eigen emotionele toestand niet beheersen.
Verder vind ik de Privé juist een heel cool blad. 😉
Oké, dit kan beter via een praatgroep, dat is handiger om dit soort onderwerpen te bespreken. Wie gaat er een beginnen ;-).
Ik heb even gekeken naar wat toernooien van Langeweg. In het IBM toernooi van 1972 eindigde hij boven Ree, Donner en Timman o.a. door winst op 5 grootmeesters, Ivkov, Ljubojevic, Szabo, Robatsch en Donner.
Het is jammer dat je bij deze serie geen spannende partijen toevoegt. Daarom deze schitterende overwinning op collega Herman Grooten tijdens een Nederlands kampioenschap
www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1275789
De overwinning van Langeweg op Najdorf (Wijk aan Zee, 1971) is misschien ook wel karakteristiek:
www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1101831
“In 1982 werd hij zelfs nog tweede achter Jan Timman, een plek die hij wel met zes anderen moest delen.”
Dit was volgens mij niet in 1982, maar in 1980. In 1982 werd Hans Ree kampioen en werd Paul van der Sterren tweede. Langeweg deelde de tweede plaats niet met zes, maar met vijf anderen, wat overigens nog steeds veel is.
Of er sprake was van een “rijke vrouw van Langeweg” waag ik te betwijfelen. In het toernooimagazine van het IBM schaaktoernooi van 1978 worden onder meer de partners van Hans Ree (Isa) en Kick Langeweg (Inge) geïnterviewd. Over hoe het is om met een schaker te leven, vertelt Inge dat het een boeiend leven is, hoewel ze ook komkommertijden kennen, wat Kick’s inkomen betreft. Ze is lerares Nederlands en Frans op een middelbare school en ze is blij met haar eigen baan en inkomen, zeker als haar man voor het schaken (zijn werk) in het buitenland zit. Ik maak hier niet uit op dat Langeweg omhoog getrouwd is, en zich een fijn leventje als (prof)schaker kon permitteren.
Merkwaardig foutje, cijfers is nou niet bepaald mijn zwakke punt. Ik heb het aangepast, bedankt. Ze werden (in 1980) inderdaad met z’n zessen tweede.
Afgelopen zaterdag speelde Kick voor VAS nog remise tegen Wijkertoren. Naast hem zat Khoi Pham die groot respect voor mijnheer Langeweg heeft. De twee schelen bijna 70 jaar. Beide speelde remise.
Prachtig om te lezen die top 40. Er is niet veel op af te dingen. Ik maak twee opmerkingen: wat mij betreft staat Lodewijk Prins te hoog en Kick Langeweg te laag. Een belangrijke, wellicht ondergewaardeerde speler als Carel van den Berg mis ik helaas.
Grappig, hier beland door een artikel van Roel van Duijn, die beweerde dat Langeweg NK werd. Hmm, toch net niet, of gedeeld 1e. Ok, vooruit, Roel, maar niet officieel.
Ik vind dat L. Prins op een prachtplek staat, want de man won toernooien! en werd NK.
Over Langeweg: geen mening. Wel een mooie naam, ook dat Kick.
Carel van den Berg: heel goed dat ‘jadeboer’ over hem begint. Had best gepast, mss bij een top-50 dan of zo, maar helaas, Johan kan het niet meer uitbreiden. Ach, zo zijn er nog wat ontbrekenden. Dat houdt het spannend.