Eindspelfinesses 54: Een problematisch eindspel

 

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”  Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. Grootmeester Twan Burg en Internationaal Meester Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.

In deze maand augustus wordt weer het toernooi om de Sinquefield Cup gespeeld. Het is al weer de vijfde maal dat miljardair Sinquefield dit toernooi financieel mogelijk heeft gemaakt. Het maakt ook deel uit van de Grand Tour 2017 en helaas moeten we het ditmaal zonder onze landgenoot Anish Giri doen. Sinds hij zijn plaats bij de Top 10 kwijt is, is het geen wet van meden en perzen meer dat hij deelnemer is bij de absolute wereldtop. Met Carlsen, Caruana, So, Aronian, Vachier-Lagrave, Nakamura en Anand zien we verder ook dat Karjakin, Svidler en Nepomniachtchi voor hun kansen gaan zich mogelijkerwijs voor het Kandidatentoernooi te plaatsen. De liveratings geeft momenteel de volgende stand aan de kop van de rangslijst te zien.

1  Carlsen 2825.6 +3.6
2 ↑1  Caruana 2811.3 +4.3
3 ↓1  So 2808.6 −1.4
4  Kramnik 2803.0 0.0
5  Aronian 2798.0 −1.0
6  Mamedyarov 2797.0 0.0
7 ↑1  Vachier-Lagrave 2793.8 +4.8
8 ↓1  Nakamura 2792.2 +0.2
9 ↑1  Anand 2783.2 +0.2
10 ↓1  Grischuk 2783.0 0.0
11  Ding Liren 2777.0 0.0
12  Karjakin 2773.8 +0.8
13  Giri 2772.0 0.0
14  Wei Yi 2753.0 0.0
15 ↑2  Topalov 2749.0 0.0
16  Svidler 2747.2 −3.8
17 ↑1  Wojtaszek 2745.0 0.0
18 ↑1  Yu Yangyi 2744.0 0.0
19 ↑1  Li Chao 2744.0 0.0
20 ↓5  Nepomniachtchi 2743.3 −7.7

Bij het volgen van dit toernooi werd mijn oog getrokken door een bijzonder interessant eindspel dat ontstond in de partij Aronian-Caruana.

Links Levon Aronian en rechts Fabiano Caruana (foto’s Frans Peeters)

De Armeniër raakte op een gegeven moment een stuk kwijt, maar het eindspel waar de partij vervolgens uitmondde, was heel remise-achtig. Aronian bezat een dubbele g-pion met wit, zwart had een pion op h6 en een zwartveldige loper. En beide partijen beschikten over een toren. Het ging om deze stelling:

De problematiek is op het eerste gezicht niet zo duidelijk. We doen daarom een paar constateringen:

1)     Als de torens geruild zijn en de dubbele g-pion van het bord is, is de stelling remise vanwege de loper van de verkeerde hoek. Maar er zijn uitzonderingen!

2)     Als de torens geruild zijn en wit beschikt nog steeds over zijn dubbele g-pion, kan zwart met de dreiging werken om met koning+loper de vijandelijke koning ‘pat’ te zetten. Dan moet wit de pionzet g4-g5 doen, waarna zwart af is van zijn randpion na …hxg5. De stelling is dan gewonnen, omdat wit nog een pionzet moet doen, waarna zwart het ‘pat’ kan opheffen. Als zwart één pion heeft veroverd werkt bovenstaande methode niet meer voor zwart.

3)     Met de torens op het bord kan zwart proberen beide g-pionnen te veroveren waarna het eindspel van toren plus loper + randpion tegen toren voor zwart gewonnen is. De winstvoering is echter zeer problematisch.

4)     Als alle pionnen van het bord gaan, is het resterend eindspel van toren plus loper tegen toren theoretisch remise, tenzij er sprake is van een uitzondering. We kennen in de literatuur ‘De stelling van Philidor’, waarin de grote eindspeltheoreticus al in de jaren 1600 had uitgezocht hoe de sterkere partij soms een winststelling geforceerd naar winst kan voeren.

Om de lezer te helpen bij het doorworstelen van de actuele partijen Aronian-Caruana, 2017, vooral om zijn voorkennis op te vijzelen, verwijs ik graag naar de volgende links waarin bovengenoemde (problematische) eindspelen al een keer besproken zijn. Krijgt u meteen een beeld van de hoeveelheid ‘content’ die collega Twan Burg en schrijver dezes in de loop van de tijd hebben geproduceerd.

Ad 1) Eindspelfinesses 14: Loper van de verkeerde hoek I

Ad 2)  Eindspelfinesses 16: Loper van de verkeerde hoek II

Ad 3) Eindspelfinesses 52: De heroïsche strijd van torens en loper van de verkeerde hoek.

Ad 4) Eindspelfinesses 34: Toren loper tegen toren 1 en Eindspelfinesses 36: Toren loper tegen toren 2

Gewapend met deze voorkennis, zijn we nu dan eindelijk toe aan de bespreking van het eindspel Aronian-Caruana.

Aronian, Levon – Caruana, Fabiano

1. d4 d5 2. Pf3 Pf6 3. c4 dxc4 4. e3 e6 5. Lxc4 c5 6. O-O a6 7. Le2 cxd4 8. exd4 Pc6 9. Pc3 Le7 10. Le3 Pg4 11. Lf4 Pf6 12. Tc1 O-O 13. Pa4 Pd5 14. Lg3 Ld6 15. Ld3 Pce7 16. Db3 b6 17. Le4 Tb8 18. Tfe1 Lb7 19. Pc3 Pxc3 20. Lxb7 Pxa2 21. Dxa2 Txb7 22. Dxa6 Tc7 23. b3 Pf5 24. Txc7 Dxc7 25. Db5 h6 26. d5 exd5 27. Dxd5 Pxg3 28. hxg3 Td8 29. Db5 g6 30. Pe5 Dc5 31. Dxc5 Lxc5 32. Kf1 Kg7 33. Ke2 Lb4 34. Tc1 Te8 35. f4 f6 36. Tc7+ Kh8 37. Tc6 fxe5 38. Txb6 exf4+ 39. Kf3 Te3+ 40. Kxf4 Ld2 41. Txg6 Kh7 42. Kf5 Txb3 43. Td6 Lg5 44. Td7+ Kg8 45. Kg4 Lf6 46. Kf5 Lg7 47. g4 Tb2 48. g3 Tb5+ 49. Ke4 Lf6 50. Td3 Tb4+ 51. Kf3 Lg5 52. Td5 Tb3+ 53. Kg2 Kf7 54. Td6 Ke7 55. Tc6 Td3 56. Ta6

Dit is de stelling die mijn aandacht trok. Zwart heeft een loper tegen een pion meer, maar hij bezit de loper van de verkeerde hoek. Zouden nu de torens geruild worden en de witte pionnen van het bord gaan, zou er sprake zijn van een dode remisestelling. De vraag rijst natuurlijk of zwart in deze stelling te torens mag ruilen. Gezien het feit dat Caruana dat deed, zal het antwoord ja zijn. Maar hoe zit dat dan?

56…Td6 57. Ta3

Aronian heeft het ook geconstateerd. Hij vermijdt torenruil. Maar nu we weten dat wit – met dubbelpion – geen torens mag ruilen vereenvoudigt dat zwarts taak. Hij heeft evenwel nog een lange weg te gaan. Na 57. Txd6 Kxd6 heeft zwart kennelijk een gewonnen stelling. De witte dubbelpion is dus van negatieve waarde. Hoe werkt dat? Laten we maar eens een plausibel spelverloop bedenken waarin we te zien krijgen hoe zwart dit zou kunnen winnen. 58. Kh1 Ke5 59. Kg1 Le3+ 60. Kg2 Ke4 61. Kh1 Kf3 62. Kh2 Lc5 63. Kh1 Kf2 64. Kh2 La7 65. Kh1 Le3 66. Kh2 Kf1  (zie analysediagram)

Het gaat om deze stelling. 67. Kh1 [ Na 67. Kh3 wordt de witte koning uit de hoek verdreven met: 67…Kg1 68. Kh4 Kg2 69. Kh5 Kxg3 70. Kg6 en nu mag zwart de laatste witte pion wel van het bord nemen omdat de witte koning niet in de hoek kan komen. 70…Kxg4 71. Kf6 h5] 67…Lg1  (zie analysediagram)

Daar zit het hem in! De witte koning wordt ‘pat’ gezet en dat betekent dat hij een pionzet moet spelen. Dat wordt hem fataal want dan verandert de zwarte h-pion in een g-pion. Na 68. g5 hxg5 is wit weer verplicht tot een pionzet. Ziehier hoe belangrijk het voor zwart is, dat wit een over een dubbelpion beschikt. Het is dus geen pat en na 69. g4 Le3 70. Kh2 Kf2 71. Kh3 Kf3 72. Kh2 Kxg4 is het resterende eindspel simpel gewonnen.

57…Ke6 58. Kf3 Ke5 59. Ta5+ Td5 60. Ta3 Kd4 61. Ta4+ Kd3 62. Ta3+ Kd2

Caruana zou het liefst nu zijn koning naar h3 willen spelen. Maar daar gaat Aronian zo lang mogelijk een stokje voor steken.

  1. Ta1
  2. Ta2+ helpt zwart alleen maar. Na 63…Ke1 64. Ta1+ Td1 65. Ta2 Kf1 kan zwart zijn plan: koning naar h3 waarschijnlijk verwezenlijken.

63…Tc5 64. Kf2 Tc2 65. Tb1 Lf6

Om verder te komen moet de loper de ideale positie op g5 opgeven.

  1. Kg2 Ke3+ 67. Kh3

Wit gaat zelf maar op het bewuste veld staan met de koning.

67…Kf2 68. Tb5 Te2

Een truc!

  1. Tb6

Zo dwingt hij de loper weer terug. 69. Tf5+ faalt op 69…Kg1! 70. Txf6 Th2#

69…Lg5 70. Tb5!?

70…Ld2

Zo wil zwart het graag spelen. Hij streeft naar …Kg1 en zo kan hij het schaakje op de onderste rij met … Le1 beantwoord worden. 70…Kg1 levert niets op vanwege 71. Tb1+

  1. Kh2

Gedwongen.

71…Kf1+ 72. Kh1

En ook gedwongen. Na 72. Kh3? Kg1 73. Tb1+ Le1 krijgt zwart zijn zin.

72…Te4

Zwart kan zijn plan niet realiseren maar omdat de witte koning danig in het nauw gedrongen is, gooit de zwartspeler het over een andere boeg.

  1. Tf5+ Ke2 74. Kg2 Txg4

Caruana besluit om de voorste van de witte dubbelpion van het bord te nemen. Dat betekent vanaf nu dat hij geen torenruil meer mag aanbieden. Maar met de dominante positie van zijn koning op e2, zal hij zich daar geen zorgen over hebben gemaakt. Belangrijk is nog wel dat zwart een gewonnen eindspel kan bereiken als hij de tweede witte g-pion verovert. Hoe lastig dat eindspel te winnen is, heb ik uitvoerig beschreven in een andere rubriek.

  1. Tf2+ Kd3 76. Tf6 Td4 77. Tf1

Ik vraag me af waarom Aronian hier geen 77. Kf3 speelde. Het is mij dan niet geheel duidelijk hoe Caruana dit had willen gaan winnen. Een voorbeeld: 77…Td7 78. Tf5 Lg5 79. Tf8 Kd2 80. Kf2 Td6 81. Tf5 en ik absoluut niet hoe zwart progressie moet boeken.

77…Ke4!

Hier staat de zwarte koning mooi.

  1. Tf8 Lg5
  1. Tf1
  2. Te8+ Kf5 80. Kf3 Td3+ 81. Kg2 Lf6 en ook nu is het niet eenvoudig om concrete vorderingen te boeken.

79…Le3 80. Tf8 Td2+ 81. Kh3 Lg1

Hij wil de witte koning in elk geval uit de hoek gaan uitroken. Dat lijkt een zinnige strategie.

  1. Kg4 Ke5 83. Tf5+ Ke6

De zwarte koning is weer helemaal terug, maar de situatie is wel wat veranderd. De witte koning kan voorlopig niet terug de hoek in.

  1. Tf1 Ld4 85. Th1 Lg7 86. Kf3 Kf5

Zo staan de zwarte stukken allemaal goed en ondervindt wit de nodige problemen.

  1. Th5+ Kg6 88. Tb5 Td3+ 89. Kf4

Aronian blijft het het liefst actief verdedigen. Het is telkens de vraag hoe zwart zijn tegenstander uit het zadel kan tillen als de witte koning in de buurt van de hoek blijft. Waarschijnlijk kan hij zijn loper naar d6 omspelen zodat hij g3 dreigt te winnen. Zoals eerder gezegd: dat eindspel is in elk geval gewonnen voor zwart. 89. Kg2

89…Lf8!

Daarmee komt de loper op d6 en wordt de pion op g3 bestookt.

  1. Tb6+ Ld6+ 91. Ke4 Td1

De toren moet even naar beneden, maar pion g3 is een groot zorgenkindje aan het worden.

  1. Kf3 Kf5

De koning staat hier heel goed.

  1. Tb5+ Le5
  1. Tb6

Aronian blijft het zijn tegenstander lastig maken. Na 94. g4+ Ke6 95. Tb6+ Ld6 96. Tb5 Td3+ 97. Ke2 Tg3 98. Th5 Lf8 99. Th4 Kf6 100. Kf2 Tc3 lijkt de witte pion toch ten dode opgeschreven.

94…h5

Zo verhindert hij weliswaar g3-g4, maar de pion kan op dit veld niet meer door de eigen loper gedekt worden.

  1. Th6 Kg5 96. Te6 Ld6
  1. Te8 Na 97. Ke2 Td5 98. Kf3 Lc7 staat zwart klaar voor een schaakje met de toren, waarna pion g3 valt.

97…Tc1 98. Te6 Td1 99. Te8 Tg1

En zo kan het natuurlijk ook.

  1. Kf2 Het is leerzaam om te zien hoe zwart wint na 100. Tg8+ Kf5 101. Tg7 Kf6 102. Tg8 Hier komt hij met 102…h4! 103. g4 h3 104. Th8 h2 en de pion is al aan de overkant.

100…Tc1

Caruana speelt het allemaal heel handig.

  1. Kf3

Dat moet.

101…Kf5!

Hier heeft 101…Tc3+ geen zin vanwege 102. Te3 Txe3+? 103. Kxe3 Kg4 104. Kf2 Kh3 want na 105. Kg1! heeft de witte koning de veilige hoek bereikt.

  1. Te3

102…Lc5 Een andere mogelijkheid is 102…Tc2 Als wit blijft volharden in passiviteit door bijvoorbeeld 103. Te2 dan wordt hij als volgt uitgeteld: 103…Tc4! 104. Te8 Tg4 en pion g3 valt.

  1. Td3

Nog altijd is het heel lastig om te zien hoe zwart daadwerkelijk verder kan komen.

103…Ke5

Om Td5+ uit de stelling te halen.

  1. Td2

Hij moet de derde rij prijsgeven. 104. Tb3 wint zwart met het gepointeerde: 104…Tc2 Dreigt mat in één! 105. g4 h4 106. g5 Kf5! en nu valt …Tf2# alleen te pareren door de toren in te leveren.

104…Tc3+ 105. Kg2

De koning is naar achteren gedreven.

105…Ke6

De koning maakt Lc5-d6 mogelijk waarna pion g3 naar het land der fabelen wordt verwezen. 105…Kf5 heeft nog altijd geen zin vanwege 106. Td5+

  1. Kh3 Ld6!

Hiervan zei Caruana later dat hij zich bewust inliet op het eindspel van toren en loper tegen toren. Dat was omdat hij geen verdediging voor zijn tegenstander kon ontdekken als wit zijn pion van het bord zou nemen.

  1. Kh4

107…Lxg3+ 108. Kxh5 Kf5!

Een check in de tablebases levert op dat Caruana het goed heeft aangevoeld. De TB geven een geforceerd mat in 23 vanaf deze stelling!

  1. Td5+?

Lang niet de meest taaie verdediging. Kan ook bijna niet anders na zo’n marathonzitting. Maar de stelling is sowieso verloren. Philidor heeft al heel lang geleden uitgezocht hoe de winstvoering verloopt. De hardnekkigste verdediging is 109. Ta2! Waarna de winstvoering er als volgt uitziet: 109…Tc1 110. Ta5+ Le5 111. Ta4 Tg1!  (zie analysediagram)

Een tempozet. Wat de bedoeling is gaan we zo zien. 112. Tb4 Tg2 113. Ta4 Tg7 114. Ta6 Lc7!  (zie analysediagram)

Hier gaat het om. De witte toren moet nu op zesde rij blijven. 115. Tc6 [ De mogelijkheid 115. Kh6 gaat sneller mis. 115…Td7! Dreigt …Lf4+ met winst. 116. Kh5 Td1 117. Ta4 Ld8! Het is prachtig om te zien hoe de zwarte toren en loper samenwerken. 118. Kh6 Td7! De allersterkste! De dreiging …Ld8-g5+ valt niet meer op te vangen.] 115…Lf4 116. Tc5+ Le5 117. Tc6  (zie analysediagram)

117…Tg5+! De witte koning wordt telkens naar een onprettig veld gejaagd. 118. Kh6 [ Op 118. Kh4 volgt 118…Tg2 en het is niet gedaan.] 118…Tg3 119. Kh7 Tg7+ 120. Kh6 Td7 121. Tc5 Td8  (zie analysediagram)

En nu moet wit de toren inleveren omdat hij het mat anders niet kan voorkomen.

109…Le5 110. Kh4

Onmogelijk is 110. Kh6 wegens 110…Th3#

110…Tc4+!

Goed gezien. Na 110…Tc4+ 111. Kh3 Tc2 valt er geen zinnig antwoord te vinden op de dreiging …Th2#.

0-1

 

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

3 Reacties

  1. Avatar
    wimw 05 augustus 2017

    Toen ik deze partij naspeelde, ontdekte ik dat de 33e zet: Ke2 van Aronian een enorme blunder was, waardoor hij dat paard kwijt raakte en dit aparte eindspel ontstond.

  2. Avatar
    Herman Grooten 05 augustus 2017

    Dat klopt inderdaad. Maar Aronian wist er daarna nog veel van te maken. Ik denk dat hij had moeten inzetten op het verdedigen van het eindspel van T+L+randpion tegen T. Ik moest dat zelf ooit proberen te winnen in een praktische partij (tijdens de uitvluggerfase), maar dat bleek uiterst lastig te zijn. Het lukte me uiteindelijk wel.

  3. Avatar
    wimw 05 augustus 2017

    Ja, het is een heel interessant, gecompliceerd eindspel, goed oefenmateriaal voor schaaktrainers, maar ik denk dat weinig getrainde clubschakers die zet 33. Ke2 hadden gespeeld. Vanuit het bestuderen van Euwe voor mij in ieder geval een heel merkwaardige zet. Overigens speelde Carlsen in de 6e match partij van 2014 tegen Anand met wit de zet Kd2, die twee pionnen had moeten verliezen, als Anand het gezien had. Carlsen won die partij uiteindelijk, maar soms zien topgrootmeesters dingen niet die clubschakers met hun simpelere achtergrond wel zien.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.