Ongeslagen! (2)
In mijn vorige verslag van mijn belevenissen in Dieren kon u lezen hoe ik met een gedeelde eerste plek de rustdag inging. Rustdagen zijn voor professionele schakers iets anders dan voor mensen met een kantoorbaan. Die hebben (bij een gewone werkweek) elke week twee dagen vrij. Profschakers hebben altijd wel wat te doen, al is het maar een toernooi volgen op internet. Nooit een vrije dag dus, behalve tijdens een toernooi! Sommige profschakers gebruiken zo’n vrije dag zoals God het bedoeld heeft, om te rusten dus, maar ik heb zelf de traditie om juist heel actief te zijn, en als u mijn eerdere toernooiverslagen hebt gelezen weet u vast wel dat dat meestal bestaat uit lange fietstochten maken. Dieren ligt vlakbij De Hoge Veluwe en de Posbank en ik neem sowieso mijn stadsfiets mee als ik het ONK speel, dus het zal u niet verbazen dat ik de avond voor de rustdag ‘Rondje Posbank’ van route.nl in mijn telefoon had gezet.
Toch was er een mogelijke kink in de kabel voor de fietsplannen. De weersverwachting (mogelijk regen), maar vooral dat Merijn van Delft een erg goed plan had bedacht: tijdens de rustdag een schaakvoetbaltoernooi op de camping houden (al vond ik zijn suggestie “regel even vier teamgenoten en dan kun je een team inschrijven” optimistisch). Voetballen is ook erg leuk, maar het zou al om twaalf uur beginnen. Dus stapte ik al om acht uur ’s ochtends op de fiets, heuvel op, heuvel af, minipaadjes en grote wegen, daarnaast ook regen, maar niet veel gelukkig. Als u het woord ‘acht’ in de vorige zin geloofwaardig vindt, dan kent u me niet goed; maak daar elf van. Ik heb dit keer geen foto’s van de tocht gemaakt. Als u echt nieuwsgierig bent hoe het eruitziet, klik. Voldaan en een beetje moe kwam ik rond half drie weer op de camping aan in de hoop dat ik nog bij een team kon aanschuiven. En dat kon! Merijn suggereerde dat ik bij het team met de laagste gemiddelde rating zou meedoen, de schakers uit Zwolle. En ik kon meteen gaan voetballen, uit tegen India.
Misschien vraagt u zich af of ik wel kan voetballen. Niet echt (al ben ik in mijn jeugd een paar jaar lid geweest van Hollandia Hoorn en voetbalde ik vaak met klasgenoten). Wat ik wel aardig kan, is keepen, proactief keepen zelfs, en niet bang voor de bal zijn als die op me afkomt. En de schakers uit India, kunnen die voetballen? Minder goed dan ik nog: in India wordt nauwelijks gevoetbald. Mijn teamgenoten bleken wel behoorlijke voetballers, maar namen de Indiërs niet echt serieus en door te veel gallery-play werd het slechts 3-1. Bij het schaken waren mijn teamgenoten natuurlijk kansloos, maar ik ook: 10-0 werd het, en ik zat nota bene (omdat een Zwollenaar graag tegen Sandipan wilde) op bord drie! “Ik ben beter in voetballen”, grapte ik nog. Maar dat moest ik toch nog bewijzen tegen Apeldoorn, favoriet om het voetballen te winnen. En zoals verwacht waren zij beter, of althans, zij hadden bijna voortdurend balbezit. Alleen de bal in het doel krijgen lukte niet… Soms had ik een goede redding, soms blokkeerde een verdediger de bal, soms schoten ze tegen me aan of naast, in het doel ging de bal in ieder geval niet. Aan de andere kant daarentegen… de keren dat wij de bal kregen waren we effectief: elke kans werd een doelpunt. 1-0, 2-0, 3-0…. De kwaliteit van hun spel werd er door de tegenslagen niet beter op, en zo konden we nog meer uitlopen. 6-0! Dit keer won ik ook beide potjes met schaken trouwens, al verloren we die wedstrijd wel ruim. Tegen een van de teams van Pathena hetzelfde: wij wonnen het voetbal, zij het schaken. Een vierde plek (van de zes) leverde het ons geloof ik op, maar wel de meeste punten bij het voetbal! Helaas heb ik er geen foto’s of filmpjes van, maar ik hoop wel dat het schaakvoetbaltoernooi op de rustdag een traditie wordt (props voor Merijn voor het idee en het organiseren, props voor de geblesseerde Tjark die de standen bijhield).
Maar ik was in Dieren om te schaken. De volgende dag speelde ik tegen een Turkmeen met 2485 die me wat underrated leek (hij eindigde inderdaad op +0.93) en uit zijn partijen kreeg ik de indruk dat hij goed kon aanvallen. Dat (op zijn initiatief) snel de dames werden geruild vond ik dus niet erg. Toch was de stelling latent scherp en het was voor de toeschouwers ook niet duidelijk wie er op winst speelde. Voor mijzelf ook niet trouwens. Ik miste wel een kansje in de tijdnoodfase.
Hier speelde ik 37…Txa7 maar dat levert niet meer dan remise op na 38.Txc5 Td7+ 39.Ld5 Tcd6 40.Te5 Kf6 41.Ke4 Txd5 42.Tcxd5 Txd5 43.Txd5 exd5+ 44.Kxd5 Kf5 45.g3. Met 37…Pb7! had ik de a-pion kunnen ophalen zonder de e-pion te verliezen en met een pion meer heeft zwart dan best wel kansen.
De indeling van de volgende dag (wit tegen Lucas van Foreest) gaf reden tot zorg. Lucas heeft de reputatie van het uithalen van pranks, maar dan wel van het soort waar alleen hijzelf om kan lachen. Lucas sliep in de hut naast mij. Mijn fiets stond buiten. De volgende dag was mijn band plat en was zelfs mijn ventiel eruitgehaald, dus pompen had geen zin. Zou Lucas dit gedaan hebben? Dat kon ik mij niet voorstellen want dat zou wel een erg flauwe grap zijn. Ik liep met de fiets naar de fietsenmaker. Die deed er een nieuw ventiel in, pompte de band op, smeerde ook nog even wat roestige onderdelen en dat allemaal zonder er geld voor te willen. Goede service van Lentink fietsen! Mijn eigen service was wat minder en gaf geen openingsvoordeel. Even later gaf ik remise in een stelling waarin de engine wit een plus geeft, terwijl die net als ik geen overtuigend plan voor wit ziet.
In de achtste ronde (zwart tegen GM Gavrilov) werd het een vrij snelle remise. Toch was er voor beiden wel iets mogelijk geweest.
Zwart moet hier 20…Tg8! 21.Dd4+ Kh7 22.Dh4 Th8! spelen. Geen angst voor het aftrekschaak! Dat had ik wel en ik deed 20…Tc8? waarna 21.Dd4+ Tf6 22.Lg5 Df8 23.Td1 goed voor wit is. Na 21.Td1? was 21…Tg8! nog sterker geweest dan een zet eerder, maar ik deed 21…Kg8 en na 22.Lxf8 Kxf8 werden er handen geschud.
De laatste ronde moest ik met wit tegen Erwin l’Ami en die partij heeft een voorgeschiedenis. We hebben buiten Dieren vaak tegen elkaar gespeeld: soms won hij, soms won ik, meestal werd het remise. We hebben ook drie keer in Dieren tegen elkaar gespeeld.
2007, ronde 6: Reinderman – L’Ami 0-1
2015, ronde 5: L’Ami – Reinderman 1-0
2016, ronde 9: L’Ami – Reinderman 1-0
Dat was dus een traditie die ik absoluut wilde stoppen. Ik had ook nog een klein kansje op de gedeelde eerste plaats, als ik won, Leenhouts verloor en Sandipan niet zou winnen. Voor Erwin stond er nog meer op het spel: bij remise zou hij waarschijnlijk gedeeld eerste worden en bij winst zelfs de titel veroveren. Ik kreeg al snel een prettig plusje, vooral vanwege zijn slechte loper op g7. Hoe ik verder moest komen was echter niet zo duidelijk. De c-lijn proberen te veroveren wellicht, maar ik moest ook een beetje op mijn koning letten, en op een pion op h5 die gedekt moest blijven. Ik probeerde nog wat zetjes, maar op een gegeven moment dacht ik dat mijn voordeel weg was en stond ik op het punt om remise aan te beiden. Maar wacht eens even… ik speelde mijn toren naar de c-lijn, hij opponeerde zoals verwacht, maar in plaats van torens te ruilen kwam ik met de onverwachte tussenzet 35.Df3! Hij kon een kwaliteit winnen, maar mijn dame zou dan heel veel pionnen gaan slaan, en een boel met schaak ook nog. Hij moest passief verdedigen, mijn dame drong via de verzwakte witte velden zijn stelling binnen en daarna was het erg lekker spelen voor mij en won ik gemakkelijk. Voor hem een grote teleurstelling (gedeeld derde in plaats van eerste), maar het maakte mijn toernooi goed!
En nog 0,4 ratingpunt gewonnen ook!
20 jaar geleden was dat voetbaltoernooi op de camping echt mega groot. Wel 100 schakers. Met als lijfspeuk over de bal: “Niet naar De Niet”. 😉