Top-40 Nederlandse schakers. 24: Dirk van Foreest
Was hij de sterkste Nederlandse schaker van de negentiende eeuw? Was hij eigenlijk de eerste ‘echte schaker’ van Nederland? Was hij veel sterker dan zijn broer Arnold? Had hij een wereldtopper kunnen worden als hij geen huisarts was geworden? Deze vragen over Dirk van Foreest zijn na meer dan een eeuw moeilijk te beantwoorden. Misschien zijn de antwoorden op de vier vragen respectievelijk ja, nee, ja en niet te zeggen.
Jonkheer Dirk van Foreest (geboren 3 mei 1862) kwam op negentienjarige leeftijd naar Amsterdam en werd meteen met overmacht kampioen van VAS. In 1885, 1886 en 1887 won hij de bondswedstrijden, die veel later met terugwerkende kracht officieuze kampioenschappen van Nederland werden genoemd. In dezelfde tijd voltooide hij zijn studie geneeskunde, waarna hij huisarts werd, eerst in Heemskerk en later in Oosthuizen (Noord-Holland).
Dat werk kon hij niet combineren met toernooischaak. Wel werd hij nog lang uitgenodigd voor wedstrijden met het Nederlandse team, speelde hij correspondentieschaak en componeerde hij problemen. Volgens Hans Bouwmeester en Bert Kieboom in het negende Prismaboekje was hij geen bijzondere componist, maar wel eentje die er aandacht aan besteedde in een periode dat het probleemschaak in Nederland kwijnend was.
Na zijn pensionering in 1928 vestigde Dirk van Foreest zich in Bussum. Dat was een idee van zijn broer Arnold, omdat Dirk geen stadsmens was en Bussum het enige dorp was met een sterke schaakclub. Voor BSG speelde hij van 1928 tot 1943 (dus tot op hoge leeftijd) nog zeventig partijen, de meeste in de hoofdklasse, met een score van vijftig procent.
Eerste echte schaker?
In 1945 verscheen een boekje met de beste partijen van de toen bejaarde Van Foreest. Mr. G. Oskam noemde hem in zijn voorwoord ‘de eerste echte schaker van ons land’. Daarvoor zouden schakers knoeiers zijn geweest die rare openingen speelden. Oskam: “Hadden uitmuntende spelers vroeger slechts plaatselijken invloed gehad, Van Foreest was een landelijke beroemdheid, die over geheel Nederland heerschte; overal verrezen schaakclubs en steeg het spelpeil.” Max Euwe schreef in hetzelfde boekje: “Zijn stijl en vindingrijkheid zijn van dien aard dat men zonder aarzeling kan vaststellen: met wat meer en geregelder practijk zou hij tot de vooraanstaande schaakmeesters van de wereld hebben behoord. Zijn stijl is allround, met een tikje voorkeur voor het agressieve. Behalve in het combinatiespel muntte hij ook in het eindspel uit. In het algemeen kan worden vastgesteld, dat het verrassende element in zijn partijen op den voorgrond trad.”
Dezelfde Oskam zei op een receptie bij de tachtigste verjaardag van Van Foreest: “Twee mannen hebben door hun speelkracht en door de bekoring van hun persoon het schaakspel in Nederland populair en groot gemaakt: Dirk van Foreest en Max Euwe.”
Dirk van Foreest overleed op 24 februari 1956. Zijn broer Arnold was ook een sterk schaker, maar al snel een belangrijk bestuurder. Arnold was de betovergrootvader van Jorden en zijn broers en zus.
Legendevorming?
Als ik de woorden van Euwe en Oskam serieus zou nemen, zou ik Dirk van Foreest in de top-10 moeten zetten. Maar Euwe schreef over iedereen lovend en Oskam was kennelijk een groot fan van Van Foreest. Oud-hoofdklasser Erik Olof schreef op de website van schaakclub Utrecht dat er inzake Dirk van Foreest aan legendevorming werd gedaan, hij zou een mythe zijn. Ik ga tussen Euwe/Oskam en Olof in zitten en zet hem op 24. Net onder de helft van deze top-40.
22 …
23 …
24 Dirk van Foreest
25 Gert Ligterink
26 Erik van den Doel
27 Jorden van Foreest
28 Kick Langeweg
29 Daniel Stellwagen
30 Eddie Scholl
31 Henri Weenink
32 Robin van Kampen
33 Hans Böhm
34 Rini Kuijf
35 Hoan Liong Tan
36 Haije Kramer
37 Daniël Noteboom
38 Norman van Lennep
39 Rudy Douven
40 Rob Hartoch
Als u linksboven in het scherm klikt op ‘top 40’, kunt u langs alle voorgaande afleveringen scrollen.
De top-40 is niet gebaseerd op ratings en titels, maar op de positie en prestaties van Nederlandse schakers ten opzichte van hun tijdgenoten, nationaal en internationaal.