Een dubbeltje op zijn kant
Traditiegetrouw zijn de wedstrijden tussen het Utrechtse Paul Keres en de Stukkenjagers uit Tilburg steevast geweldige gevechten op het scherp van de snede. In mijn herinnering liggen de uitslagen vaak rond de 5-5 en gaat het er steeds om wie het muntje de goede kant kan laten omvallen. Dit seizoen viel het onze kant op, maar dat was een dubbeltje op zijn kant! Daarmee zijn wij, De Stukkenjagers, in elk geval zonder averij op te lopen de eerste ronde doorgekomen.
Het gehele team, op onze twee gemotoriseerde Belgische broers Beukema na, had de trein en de bus maar eens uitgekozen als vervoersmiddel om het Stedelijk Gymnasium aan te doen. Omdat je het nooit weet met het openbaar vervoer, hadden we ruim de tijd genomen. En inderdaad, toen wij aankwamen zagen we slechts een paar mensen van de thuisclub druk in de weer met het sjouwen van tafels en stoelen. Zelfs de bar was nog gesloten, geen koffie dus. Dan maar een potje tafelvoetbal om onze RSI-handjes geen rust te geven…
Toen we aan de wedstrijd begonnen, heb ik in het begin weinig meegekregen van de gang van zaken aan de andere borden. Mijn gerenommeerde tegenstander, IM Hugo ten Hertog, hield me al vanaf zet drie aan het bord gekluisterd. Hij had mij verrast met een op het oog merkwaardig systeempje. Nu wist ik dat ik van hem het nodige kon verwachten, maar dit hield mij toch flink aan de praat. Toen ik pas na een groot aantal zetten eens een rondje ging maken (ik reken het halen van de koffie niet mee) maakte ik snel maar eens een tussenbalans op. En dat viel me niet tegen: veel redelijke tot goede stellingen. Slechts een enkeling had het moeilijk.
Behalve dat ik op mijn eigen bord mijn handen vol had, zag ik een volslagen idiote heksenketen op het bord tussen Lars Vereggen en IM Xander Wemmers. Lars offerde een stuk voor twee pionnen en een gevaarlijk initiatief. Dat bleek hij goed ingeschat te hebben, hij had alle kansen aan zijn zijde. Maar de stelling was uiterst gecompliceerd en toen hij niet de kritieke zetten wist te vinden, was de meester er als de kippen bij om met een dodelijke counter te komen. Dat was een tegenvaller: 1-0 voor Paul Keres.
Vereggen – Wemmers
Gelukkig waren er een paar winstpunten voor ons in de maak. Zo heeft ons kersverse clublid Mees van Osch een goede schaaktechnische zomer achter de rug. Dus toen ik hem in een zeer ingewikkelde stelling tegen Jan Jaap Janse er op los zag combineren, maakte ik me geen zorgen over de uitslag. Dat bleek ook. Toen de rookwolken waren opgetrokken, had hij een vol punt voor de onzen binnengebracht. Mees heeft de partij zelf uitvoerig van commentaar voorzien:
Janse – Van Osch
7. Pcd2?
Dit maakt het sterke pionoffer 7…e3 mogelijk.
7…f5? 7…e3!
8. fxe3 Pf5 9. Pf3 Tot zover had ik het gezien, maar ik overwoog niet om er een pionoffer van te maken. 9…Nxe3 is namelijk veel minder sterk dan de pion niet slaan en verder ontwikkelen met …Nf6 en .. .Bc5.
8. dxe4 fxe4
8…dxe4 is ook mogelijk, maar ik wilde tegen het paard op d2 spelen door veld c4 te blijven controleren.
9. e3 Pf6 10. c4 c6 11. cxd5 cxd5 12. Pc3
Deze zet ziet er tricky uit en wit heeft hier inderdaad een goede mogelijkheid. Wit miste het krachtige 13.g4! gevolgd door g5.
13. Pb5? 13. g4!
Ph4 14. g5 Pg4 15. Lb5+±
13…Lc5 13…a6! Dit is sowieso een zet die zwart wil doen. Het beperkt namelijk de witte witveldige loper en na 14. Pd4 kan zwart zijn loper op het optimale veld d6 ontwikkelen. Daar kijkt het an een 0-0 naar de witte koningstelling. 14…Ld6∓ Zwart staat hier veel beter omdat het meer ruimte heeft en het offer …Nxe3 gevolgd door … Ng4 is vaak gevaarlijk. 15. Le2 Dit laat het offer al toe: 15…Pxe3 16. fxe3 Pg4∓
14. Tc1 Lb6
15. g4?
Wit is nu wel van plan om g4-g5 door te zetten, dus zwart moet adequaat reageren. 15. Le2 O-O 16. O-O a6 17. Pd4 Pxd4 18. Lxd4 Lxd4 19. exd4 Ld7⩱
15…Pxe3
Allle witte en zwarte stukken staan goed voor dit offer.
16. fxe3
Het logische 16.. .Nxg4 is hier heel fout vanwege het mooie 17.Rxc8! Daarom maar eerst de koning in veiligheid brengen voordat we verder aanvallen.
16…O-O 16…Pxg4??
17. Txc8!! De tussenzet 17…Qh4+ is nu niet mogelijk omdat de dame gepend is! 17…Dxc8 [ 17…Txc8 18. Dxg4+-] 18. Pd6++-
17. De2
Nu vliegen de zwarte stukken richting de witte koning.
18. Dg2 Lxe3
18…Rf2 zou makkelijker hebben gewonnen.
19. Tc7 Lh6
Eerst nog even g7 dekken.
20. Dg3 a6 21. Dc3 Dh4+ 22. Kd1 Dg5 23. h4 Pe3+ 24. Kc1 Dg3 25. Le2 axb5 26. Lxb5 Lf5 27. Kb1 Tac8
28. Tc1 Txc7 29. Dxc7 Dxc7 30. Txc7 Pd1! 31. La3 e3+ 32. Kc1 exd2+ 33. Kxd1 Lg4+ 0-1
Daar kwamen zeker nog een paar punten bij want Tijmen Kampman stond op winst, na een voortreffelijk gespeeld middenspel, tegen oud Stukkenjager Gerben Veltkamp.
Ook Mart Nabuurs was tegenstander Raymond de Rooij aan het wegschuiven. Mart was het eerste klaar. Hij had zichzelf dit seizoen voorgenomen om eens te ontsnappen aan het tijdnoodspook en dat deed hem kennelijk goed. Zonder in gevaar geweest te zijn, schoof hij een gunstig eindspelletje risicoloos naar winst.
M. Nabuurs – De Rooij
Het duurde nog niet lang meer eer Tijmen zijn materiële voorsprong van drie pionnen – ondanks de aanwezigheid van ongelijke lopers had omgezet in winst. Gerben had nog wat doorgespeeld in hopeloze stelling om de stand op het scorebord nog enigszins dragelijk te houden.
Kampman – Veltkamp
Ondertussen was de partij van Stefan Beukema tegen het jeugdige talent Joris Kokje in remise geëindigd. Stefan had van te voren al gezegd dat het niets ging worden. Waarom weet ik niet, maar dan is een halfje met zwart – ondanks het ratingoverwicht van zo’n 200 punten – geen gek resultaat. Zeker niet als je even ook nog minder hebt gestaan…
Kokje – S. Beukema
Zo rond deze tijd was ik ook klaar met het gevecht tegen Hugo ten Hertog. Twee jaar geleden had ik hem nog weten te verslaan, maar als ik zie wat hij de laatste jaren voor resultaten behaalt, mag ik met recht die overwinning koesteren. Ik had me erop ingesteld dat ik het heel wat zwaarder zou krijgen als die partij toen. Ook al had ik dan wit gekregen van onze teamcaptain, dat maakt voor Hugo met zijn creatieve spel, niets uit. Dat bleek ook in de partij, want zoals gezegd was ik na welgeteld drie zetten al ‘out-of-book’.
Grooten – Ten Hertog
1. d4 g6
Ik wist dat mijn tegenstander een voorkeur heeft voor fianchettosysteempjes. Een paar jaar geleden zaten we met verwisselde kleuren tegenover elkaar en toen speelde hij 1. c4 c5 2. b3.
2. c4 Lg7 3. e4
Maar mijn tegenstander speelde hier het merkwaardige
3…e6
4. Pc3 Pe7
5. Le3?!
Dit is niet voor herhaling vatbaar. Het neutrale 5. Pf3 lijkt het beste. Na 5…d5 6. Lg5 f6 [ 6…dxc4?!
7. Lxc4 en hier staat wit heel goed.] 7. Le3 heb ik in elk geval een betere versie van de partij. Ik overwoog 5. d5 om op ruimtevoordeel te spelen, maar ik zag toch niet hoe ik mijn centrum kan gaan handhaven als zwart 5…d6 speelt en dan later met …c6 dat gaat opblazen.
5…d5 6. Pf3
Dit impliceert dat ik de belangrijke loper op e3 ga inleveren. Oorspronkelijk was ik 6. f3 van plan, maar ik zag daar nu toch maar vanaf vanwege 6…c5!?
6…dxe4 7. Pxe4 Pbc6 8. Dd2 Pf5 9. O-O-O Pxe3
Dit buitenkansje laat Hugo zich niet ontnemen. Toch zag ik het nog niet zo somber in.
10. Dxe3
10…De7
Haalt in elk geval voorlopig Pf3-e5 uit de stelling. Na het oppervlakkige 10…O-O had ik twee interessante opties. Mijn eerste gedachte was om het paard meteen op e5 te planten gevolgd door f4. Daar lijkt me op zichzelf niets mis mee, hoewel de computer vindt dat 11. Pe5 [ Maar met 11. h4!? heb ik een mooi alternatief om de zwarte stelling onder druk te zetten.] 11…f5 hier een zet is. Ik moet zeggen dat ik me niet kan voorstellen dat dit strategisch verantwoord is.
11. Pc3
Behalve het feit dat ik …e6-e5 wil verhinderen, bereid ik nu wel Pf3-e5 voor.
11…O-O 12. Pe5
12…a5
Een originele gedachte, die me enigszins verbaasde. Zwart laat vrijwillig een dubbelpion toe, maar daarmee zou hij in één klap af zijn van het voor zwart irritante paard op e5. Dus daar wilde ik liever niet op in gaan. Zwarts plan is niet alleen om de witte koningsstelling onder vuur te nemen, maar ook om met …Ta8-a5 (nadat hij …a5-a4 heeft gespeeld) het paard op e5 flink aan de tand te voelen. Het is duidelijk: het gaat erom spannen of dat paard geen reus op lemen voeten wordt… 12…Ld7 om de dubbelpion te verhinderen, had ik nu wel laten volgen door een zet als 13. h4 [ of 13. f4] 13. f4 Ook hier is 13. h4!? een mogelijkheid, het overwegen waard.
13…a4
14. a3
Omdat het ook een teamwedstrijd is, besloot ik niet alles op alles te zetten maar toch een beetje solide te blijven ‘staan’ en daarom speelde ik uiteindelijk het minder principiële Ik overwoog nu toch sterk om hem met die lelijke dubbelpion op te zadelen na 14. Pxc6 bxc6 om dan vervolgens 15. c5! te laten volgen zodat mijn loper op c4 een mooi onderkomen vindt. Want met dit gesloten stellingstype, zal hij hoe dan ook met …f7-f6 en …e6-e5 moeten komen om de zwarte velden open te breken. De loper op c4 dwingt dan de koning naar h8 en dan gaat h2-h4 weer een rol spelen! Zo zou de cirkel in mijn gedachtenproces rond zijn. Maar iets weerhield mij hiervan. Zwart kan altijd .. .a4-a3 inlassen waarop ik met b2-b3 moet antwoorden. Hij heeft dan niet alleen een voor mij lastige pion op a3, maar ik heb dan ook zwarte velden rondom mijn koning verzwakt, zodat ik de rest van de partij ‘zonder koning’ zou moeten spelen. Dat leek me tegen een speler als Ten Hertog een linke aangelegenheid aangezien ik weet hoeveel originele invallen hij vaak heeft. 15…a3 16. b3 Td8 17. Lc4 (zie analysediagram)
lijkt toch kansrijk voor wit, hoewel het in de praktijk wel zal tegenvallen.
14…Pxe5
Dat moet wel, want anders komt hij niet los.
15. dxe5 f6
En dit is natuurlijk ook de consequentie.
16. exf6 Dxf6 17. g3 e5!?
Hij speelt het heel principieel. Ik zie eerlijk gezegd ook weinig anders voor zwart.
18. Pd5 Df7 19. fxe5
Hij wil natuurlijk graag pion e5 heroveren en dan heeft hij zijn zwartveldige loper geactiveerd. Is zwarts opzet dan gelukt? Nog niet helemaal, want de witte stukken staan actief (het paard op d5 valt nauwelijks fatsoenlijk te verdrijven) en het is onwaarschijnlijk dat hij het loperpaar kan handhaven. In dat geval valt het allemaal wel mee. Ik had ook gekeken naar 19…Lf5 waarop ik 20. Ld3∞ had gepland. [ Ook mogelijk is om de zwartveldige loper onschadelijk te maken met 20. Pf6+ Lxf6 21. exf6 Tae8 22. Dc3= waarna he totaal gelijk staat.] 20. Ld3 Txe5 Natuurlijk kon ook 20…Lxe5!? waarop bijvoorbeeld 21. Dd2 kan volgen. Misschien heeft zwart hier iets meer kans dan in de partij.
21. Df4! Le6 Ook nu was 21…Lf5 een mogelijkheid die na 22. Lxf5 [ 22. Thf1?!
Df8!] 22…Txf5 23. Dxc7 Dxc7 24. Pxc7 Tc8 25. Pe6 Txc4+ 26. Kb1= leidt tot een volkomen gelijkwaardig eindspel.
22. Thf1
22. Dxf7+ Lxf7 23. The1 is ook geen probleem voor wit.
22…Lxd5
Daarmee doet hij afstand van het loperpaar en krijgen we een stelling met ongelijke lopers. Het wordt nog even oppassen aan beide kanten.
23. cxd5 Dxf4+ 24. gxf4 Th5 25. Td2 Tf8 25…Lf8 om de loper op d6 te zetten en zo pion f4 onder schot te nemen werkt ook niet na 26. Kb1
26. Kb1! Lh6 27. Tdf2 Kg7 28. f5
28…gxf5 29. Lxf5 Le3 30. Tf3 Ld4 31. h3 Tg5 32. Tf4 Le3 33. Tg4
33…h5 33…Tfxf5? faalt natuurlijk op 34. Txf5 en de toren op g5 staat gepend!
34. Txg5+ Lxg5 35. Kc2 Tf6 36. Ld3 Txf1 37. Lxf1
37…Kf6 38. Le2 h4 39. Kc3 Na 39. Lb5 pikt zwart pion d5 op met 39…Ke5
39…Ke5 40. Ld1 b6 40…Kxd5 41. Lf3+ Kc5 42. Lxb7 is natuurlijk ook geen probleem voor zwart.
41. Lf3
Hier werd de vrede getekend.
1/2-1/2
Heeft u ook geteld: er zijn nog vier partijen overgebleven. Allereerst onze viervoudige dameskampioene en teamcaptain. Zij had zichzelf zwart gegeven en kreeg het in het vroege middenspel al zwaar. Tegenstander Jan Breukelman had een paar zwaktes in het zwarte kamp ontdekt en begon die te belegeren. Dat resulteerde in een voordelig eindspel met een dubbelpion als pluspion (is dit taaltechnisch wel in orde?). Dat werd Anne helaas snel te veel en zij moest dat bekopen met de tweede nul in ons team.
Breukelman – A. Haast
Maar de overgebleven partijen zagen er gunstig uit. Jasper Beukema, onze jongste in het team, had tegen routinier Willem van de Fliert, een gezonde pion meer in een eindspel met zware stukken. De tweede die, in mijn ogen, erg goed stond, was Nick Bijlsma in zijn partij tegen Evert Rademakers. Alleen over de stelling van Mark Haast (tegen Paul Hommerson) maakte ik me aanvankelijk zorgen. Maar met plus één en twee goede stellingen zou de overwinning in elk geval niet in gevaar komen. Dat bleek toch ineens anders te liggen, want plotseling was er een remise op het scorebord gekomen in de partij van Nick. Hoe zat dat dan?
Bijlsma – Rademakers
Na een lange, ingewikkelde partij, die op en neer golfde, was er het volgende eindspel ontstaan.
37…Pb8??
Een vreselijke misrekening. Juist op dit moment kwam ik even langs het bord en wierp een blik op het bord van Nick. Ik zag hem nu ook het uitstekende De enige zet is 37…Pf8
38. exf6!
uitvoeren. Ik dacht meteen: dat heeft ie knap voor elkaar.
38…gxf6 39. Kg3
Want het is nu een soort veredeld pionneneindspel geworden waarin nou eens de ‘slechte’ loper van een paard wint. Dat paard staat gedomineerd en wit heeft de mogelijkheid een verre vrijpion te creëren.
39…Kf7
Toen ik even later weer kwam kijken, zag ik dat wit het paard had laten ontsnappen. Ik dacht even dat ik gek geworden was. Toen de partij na nog een paar zetten remise was gegeven, vroeg ik aan beide spelers hoe het eindspel volgens hun stond. Nick vertelde pas na afloop waarom hij zo slordig had gespeeld aan het eind. De hele partij lukte het hem niet om voordeel te bereiken, in het late middenspel moest hij zelfs gaan uitkijken. Eigenlijk was de hele ‘mindset’ in een verkeerde modus gekomen! Dat vond ik wel een goede omschrijving van wat hier gebeurde. Door deze mindset had hij helemaal niet aan winst gedacht. Nadat zwart …Kf7 had gespeeld, dacht hij oppervlakkig dat er dan wel …Pxc6 zou dreigen en daarom speelde hij de loper terug. Mijn idee was uiteraard om verder te gaan. Want na 40. Kh4 Kg7 Afwachten is noodzakelijk maar wit creëert nu de verst verwijderde vrijpion. [ Evert dacht dat hij de deur op slot kon houden met 40…Ke7 41. g5 f5 Maar dat berust op een misverstand. 42. gxh6 Kf6 (zie analysediagram)
43. Le8! Het paard kan er nog altijd niet uit, de koning moet uit het vierkant.] 41. g5 Kg8 [ Opnieuw werkt 41…f5 niet vanwege 42. gxh6+ Kxh6.
43. Le8! Na 43… Kg7 44. Kg5 en de koning treedt binnen met grote gevolgen!] 42. Kg4 Kg7
43. Le8! Het moet steeds komen van die tempozet. 43…Kf8 44. gxh6 Kg8 45. h7+!
Kxh7 46. Lf7 Eindelijk kan wit het paard laten ontsnappen, maar hij dringt nu vernietigend binnen met de koning als pion e6 opgeruimd is. 46…Pd7 47. Lxe6 Pf8 48. Kf5 Kg7 49. Ld5 en is gedaan.
40…Pd7 41. Kf3 Ke7 42. Ke3 Pf8 43. Ld3 Kf7 44. Le4 Ke7 ½ – ½
Dat was een stevige tegenvaller. Dan moest Jasper het maar doen. Maar het werd me al snel duidelijk dat het verzilveren van deze pluspion een hels karwei zou worden. Van de Fliert was namelijk niet van plan om de blokkade van de zwarte pluspion op te geven. En het werd ook duidelijk dat Jasper geen constructief winstplan had.
Daar stond tegenover dat de stelling bij Mark Haast zienderogen was opgeknapt. In wederzijdse tijdnood was er aan twee kanten het nodige mis gelopen. Het had geresulteerd in een stelling waarin wit een kwaliteit tegen twee, later zelfs drie pionnen had. Maar nadat Hommerson teveel stukken had geruild, werd al snel duidelijk dat de zwarte toren zeker niet de mindere was van de witte loper met zijn pluspionnen. Remise lag dus in het verschiet en dat resultaat kwam er dan ook.
En toen rustte de druk ineens op de benjamin van ons team, weliswaar bijna 2 meter lang, maar met zijn 15 jaar, toch nog vrij jong. En waar ik al bang voor was: de pluspion verdween als sneeuw voor de zon en het resterende pionneneindspel zou zomaar ineens verloren kunnen gaan… Maar mijn angst was ongegrond. De stelling was en bleef remise. En zo werd onze ‘youngster’ matchwinnaar!
Van de Fliert – J. Beukema
Paul Keres – Stukkenjagers 4½ – 5½
De persoonlijke uitslagen zagen er zo uit: