Top-40 Nederlandse schakers. 22: Coen Zuidema
Vier keer werd Coen Zuidema eerste bij het Nederlands kampioenschap. Drie keer moest hij die eerste plaats delen en verloor hij de barrage. Van 1965 tot en met 1973 (zeven toernooien) werd hij daarmee op Hans Ree na wel de meest succesvolle NK-deelnemer.
Coen Zuidema (geboren 29 augustus 1942) werd in 1961 en 1962 jeugdkampioen van Nederland. Ook in 1959 werd hij eerste, maar samen met Frans Kuijpers, die daarmee zijn titel behield zonder een barrage te hoeven spelen. Eigenlijk waren ze het in vijf jaar tijd dus allebei drie keer.
In 1961 verraste Zuidema bij het wereldjeugdkampioenschap in Den Haag. In de laatste partij van de voorronde versloeg hij favoriet Vlastimil Hort in een partij van tien en een half uur, terwijl de wedstrijdleiding al op de indeling van de finalegroepen zat te puzzelen. Zuidema ging naar de kampioensgroep, Hort had geen zin meer in groep B en trok zich terug met de mededeling dat hij overschaakt was. Zuidema kreeg in allerijl Hans Bouwmeester als secondant aangewezen voor de finalepoule, waarin hij tot het laatst meedeed om de medailles. In de laatste ronde werd hij teruggewezen naar een gedeelde vierde plaats, samen met Helmut Pfleger, achter kampioen Bruno Parma.
Vier keer eerste
Na een goed debuut op het Nederlands kampioenschap van 1963 werd Zuidema in 1965 eerste, samen met Lodewijk Prins. Hij verloor de beslissingsmatch met 1,5-2,5. In 1970 deelde hij de eerste plaats met Eddie Scholl. Bij een stand van 3-3 ging de beslissingsmatch over in ‘sudden death’ en verloor Zuidema de eerstvolgende partij. Twee jaar later werd hij kampioen, voor Jan Timman, Kick Langeweg en Hans Ree. Een voor die tijd zeer sterk bezet NK. In 1973 werd hij weer eerste, maar moest hij die plaats delen met Bert Enklaar en de pas in Nederland gevestigde Genna Sosonko. De ex-Rus won de beslissingsdriekamp, Zuidema werd tweede.
Ook de Olympiades wijzen uit dat Coen Zuidema in die periode een topspeler was. Van 1964 tot en met 1972 zat hij vier van de vijf keer aan het derde of vierde bord van het Nederlandse team. Met 60% uit 60 partijen scoorde hij goed.
Zijn vierde plaats op het WK-jeugd leidde bij Zuidema niet tot de ambitie om profschaker te worden. Na een toernooi was hij altijd blij als hij weer iets anders kon doen. Na zijn wiskundestudie ging hij werken bij IBM. Zijn werk en zijn gezin deden hem in 1972 besluiten met toernooischaak te stoppen. Omdat hij vond dat hij dat als Nederlands kampioen niet kon maken, liet hij er nog een kampioenstoernooi op volgen. Als nummer twee achter Sosonko zei hij de toernooivelden vaarwel.
Competitiespeler
Wel bleef Coen Zuidema competitie spelen voor Watergraafsmeer, waarmee hij zes keer kampioen van Nederland werd, meestal als eerstebordspeler. Hij werd topscorer aller tijden van dat team. In 1988 raakte de club zijn sponsor kwijt en kon zich niet meer op hoofdklasseniveau handhaven. Voor Zuidema reden een definitieve streep te zetten onder zijn schaakcarrière.
Ik zet hem op 22. Een barrage verliezen betekent geen kampioen worden, maar met vier eerste plaatsen op zeven NK’s verdient hij toch deze mooie plaats.
20 …
21 …
22 Coen Zuidema
23 Frans Kuijpers
24 Dirk van Foreest
25 Gert Ligterink
26 Erik van den Doel
27 Jorden van Foreest
28 Kick Langeweg
29 Daniel Stellwagen
30 Eddie Scholl
31 Henri Weenink
32 Robin van Kampen
33 Hans Böhm
34 Rini Kuijf
35 Hoan Liong Tan
36 Haije Kramer
37 Daniël Noteboom
38 Norman van Lennep
39 Rudy Douven
40 Rob Hartoch
Als u linksboven in het scherm klikt op ‘top 40’, kunt u langs alle voorgaande afleveringen scrollen.
De top-40 is niet gebaseerd op ratings en titels, maar op de positie en prestaties van Nederlandse schakers ten opzichte van hun tijdgenoten, nationaal en internationaal.