The Complete Manual of Positional Chess (Volume 1 & 2)
Om een gat in de schaakliteratuur te vullen, hebben de Russische grootmeesters Konstantin Sakaev en zijn naamgenoot Konstantin Landa een tweedelig handboek geschreven over positioneel schaak. Gezien de piekratings van 2677 (Sakaev, januari 2005) en 2678 (Landa, oktober 2007) gaat het om sterke grootmeesters. Sakaev is tevens een voormalig Russisch kampioen en tweevoudig goudenmedaillewinnaar op de Olympiade. Het doel van de boeken is om de belangrijkste positionele onderwerpen te behandelen. Onderwerpen die elke goed onderlegde schaker zou moeten kennen.
Voor wie zijn de boeken bedoeld?
The Complete Manual of Positional Chess is oorspronkelijk geschreven om Russische jeugdschaaktrainers van instructiemateriaal te voorzien. De doelgroep omvat spelers met een rating van rond de 2000-2200. Uiteraard kunnen de boeken ook voor zelfstudie gebruikt worden. Als hulpmiddel zijn de diagrammen voorzien van één tot maximaal drie asterisken om de moeilijkheidsgraad aan te duiden. Bovendien hoeven de hoofdstukken niet in chronologische volgorde gelezen te worden.
De inhoud bestaat uit bekende klassieke partijen gemengd met hedendaagse voorbeelden. Sakaev betoogt in de inleiding dat recente partijen het meest leerzaam zijn. Het schaakspel is namelijk continu in ontwikkeling en het niveau blijft stijgen. Dat maakt het des te leerzamer wanneer een grootmeester zijn plan succesvol weet uit te voeren tegen de sterkst mogelijke tegenstand. De inleiding bevat verder een aantal algemene aanbevelingen om schaken te bestuderen en de belangrijkste rol van de trainer komt ter sprake. Overigens is de inleiding in beide boeken identiek.
Volume 1: Opening and Middlegame
Het eerste handboek, gepubliceerd in 2016, bestaat uit twee delen. Deel I bestaat uit 7 hoofdstukken en gaat over de opening. Onderwerpen als ontwikkelingsvoorsprong, veiligheid van de koning en het belang van het centrum passeren de revue. De klassieke partij Fischer- Reshevsky (New York 1958) wordt als voorbeeld gebruikt in het hoofdstuk over het centrum. De beginzetten zijn 1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 g6 5.Pc3 Lg7 6.Le3 Pf6 7.Lc4 0–0 8.Lb3.
Een normale ontwikkelingszet is 8…d6, al kunnen avontuurlijk ingestelde zwartspelers verder gaan met 8…a5. Reshevsky koos in plaats daarvan voor 8…Pa5? 9.e5! Pe8? (Objectief beter is 9…Pxb3 10.exf6 Pxa1 11.fxg7, al zijn de twee lichte stukken beter dan de zwarte toren.) 10.Lxf7+! Kxf7 11.Pe6! Wit wint de dame: 11…dxe6 12.Dxd8. Na 11…Kxe6 12.Dd5+ Kf5 13.g4+ gaat zwart mat.
Deel II bestaat uit 23 hoofdstukken en behandelt het middenspel. In deel I over de opening wordt logischerwijs de hele partij gegeven. In deel II begint de analyse vaak bij een kritiek moment. Ook in dit deel gaat er een hoofdstuk over het belang van het centrum. Een recent voorbeeld is de partij Anand-Wang (Wijk aan Zee 2011), waarbij de analyse begint in onderstaande diagramstelling.
Anand koos in deze stelling voor het sterke nieuwtje 16.Pd4!! en wint de partij overtuigend in 33 zetten. Andere hoofdstukken in deel II gaan over profylactisch denken, ruimtevoordeel en bijvoorbeeld (half-)open lijnen.
Als het over open lijnen gaat, kan de partij Karpov-Unzicker (Nice 1974) natuurlijk niet ontbreken.
Met 24.La7! zorgt Karpov ervoor dat zwart geen torens kan ruilen op de a-lijn. Vervolgens neemt de oud-wereldkampioen de a-lijn over door middel van 25.Lc2 en 26.Tea1.
Volume 2: Middlegame Structures and Dynamics
Het tweede handboek, gepubliceerd in 2017, bestaat eveneens uit twee delen. Deel I, bestaande uit 20 hoofdstukken, gaat over pionnenstructuren in het middenspel. Hierbij kan gedacht worden aan structuren met een (gedekte) vrijpion, een geïsoleerde pion of een pionnenmeerderheid. Het gevaar van een ver opgerukte vrijpion wordt onder meer duidelijk in de partij Short-Shirov (Dubai 2002).
Short koos in deze rapidpartij voor het passieve 30.Tg1 en dat kostte hem uiteindelijk een punt. Beter is 30.Df7+!! Txf7 31.exf7 met winst voor wit.
Hoofdstuk 13 over de pionnenmeerderheid/minderheid en de minderheidsaanval bevat maar twee voorbeeldpartijen. Dat lijkt weinig, aangezien er alleen al over de minderheidsaanval (zoals in de Carlsbad-structuur) een dik boek geschreven kan worden. Het is voor de auteurs echter onmogelijk om op elk onderwerp uitgebreid in te gaan. Om de lezer tegemoet te komen is er aan het einde van het hoofdstuk een lijst te vinden met aanvullend materiaal. In dit geval gaat het om een tiental partijen die terug te vinden zijn in de database. Veruit de meeste hoofdstukken bevatten zo’n lijst.
Het tweede deel bestaat uit 38 hoofdstukken over ‘Dynamics’. In deze hoofdstukken gaat het onder andere over tactische thema’s als de penning, onderbreken of de vork. Onderstaande stelling uit de partij Kortchnoi-Smirin (Odessa 2007) is te vinden in het hoofdstuk over de vork.
Na 25.Pc1! gooide Smirin de handdoek in de ring. Er gaat een stuk verloren (25…Txe1 26.Pxd3). Dit soort tactische thema’s had ik niet verwacht in een boek over positioneel schaak. Ik denk dan eerder aan onderwerpen als stukken verbeteren, gebruik maken van zwakke velden en het loperpaar. Onderwerpen die overigens ook in de boeken in kwestie terug te vinden zijn. Een definitie van ‘positional chess’ wordt niet gegeven. Maar aangezien het hier een compleet handboek betreft, zijn de auteurs klaarblijkelijk van mening dat ook tactische thema’s onder de definitie kunnen vallen.
Volume 2 eindigt met een interessant hoofdstuk over stellingen met een afwijkende materiaalverhouding. Van zowel Sakaev als Landa wordt er een partijfragment geanalyseerd. Ook in andere hoofdstukken zijn er regelmatig partijen van de auteurs terug te vinden. Efimenko-Sakaev (Servië 2010) is de laatste partij van het hoofdstuk.
Wit offert de d-pion om de controle over te b-lijn over te nemen. Zwart hoeft alleen niet mee te werken: 14…Txd4 15.Tab1 Tb6! Wit wint een kwaliteit met 16.Lc5, maar dat is geen probleem voor zwart zolang de stelling gesloten blijft. Er wordt zelfs nog een kwaliteit in de aanbieding gedaan, 16…Td5!?, al was dat niet strikt noodzakelijk. De stelling is dynamisch in evenwicht.
Conclusie
The Complete Manual of Positional Chess is, zoals de naam al doet vermoeden, een zeer compleet handboek op het gebied van positioneel schaak. Het is Sakaev en Landa gelukt om de belangrijkste positionele onderwerpen te identificeren en onder te verdelen in twee boeken. De hoofdstukken bevatten zowel klassieke als hedendaagse partijen en de analyses zijn niet alleen instructief maar ook to the point. Kortom, een echte aanrader voor schaaktrainers en zelfverbeteraars!
Meer informatie en bestelmogelijkheid op de site van New in Chess.