Top-40 Nederlandse schakers. 16: Theo van Scheltinga
Een Nederlands kampioenschap spelen 47 jaar na de eerste keer, dat is de opvallendste prestatie van Theo van Scheltinga. Belangrijker is dat hij in zijn toptijd de nummer twee was achter Euwe en ook in het Hoogovenstoernooi behaalde hij een enorme erelijst.
Theo van Scheltinga (geboren 6 maart 1914) debuteerde op zijn 22e, in 1936, op het NK met een derde plaats. Na nog wat vergelijkbare resultaten won hij in 1947 met grote overmacht het NK-kandidatentoernooi. De titelmatch tegen Euwe verloor hij met 5,5-2,5, wat wel beter was dan wat al zijn tijdgenoten tegen Euwe presteerden. In 1950 en 1952, toen Euwe weer gewoon aan het NK-toernooi deelnam, werd Van Scheltinga beide keren tweede achter de onaantastbare. In 1958, toen Euwe van het toneel was verdwenen, werd hij derde achter Donner en Cortlever. Ruim twintig jaar was Van Scheltinga dus al Nederlands nummer twee of drie.
Dat was voorlopig zijn laatste NK, maar in 1967 en 1973 plaatste hij zich weer en scoorde hij vijftig procent. Zijn grootste stunt was dat hij zich in 1983 via de voorwedstrijden als 69-jarige voor de laatste keer kwalificeerde voor het NK, waar hij de toenmalige toppers Böhm en Ligterink versloeg. Dat hij slechts negende werd, kun je onmogelijk als een smet zien.
Tartakower, Capablanca, Aljechin
Van Scheltinga speelde vanaf 1937 vijf opeenvolgende Olympiades, waarin hij 53% scoorde. Zijn hoogtepunt was die van 1939, waar hij bij afwezigheid van Euwe aan het eerste bord speelde. Hij versloeg Tartakower, verloor van Capablanca en speelde remise tegen Aljechin. “Nooit heb ik beter gespeeld dan toen”, zei hij daarover. In 1950 speelde hij achter Euwe aan het tweede bord en twee jaar later voerde hij de ploeg weer aan.
Van 1939 tot 1952 stond Van Scheltinga (laag) in de top honderd van de wereld, die later met terugwerkende kracht door Chessmetrics is berekend. In 1960/61 stond hij er weer even in.Zijn weg naar de wereldtitel werd vroeg gestuit. In het allereerste zonetoernooi, Hilversum 1947, werd Van Scheltinga wel mooi vierde. In Dublin 1957 eindigde hij lager, maar in Boedapest 1960 behaalde hij met een tweede plaats een bijzondere prestatie. Hij verloor de barrage op weg naar het interzonetoernooi.
Van Scheltinga won de Hoogovenstoernooien van 1944 en 1947, toen ze al net iets meer waren geworden dan een toernooi voor de Nederlandse top. Waarschijnlijk mede omdat hij van Amsterdam naar Beverwijk verhuisde, werd hij in totaal 21 keer voor de hoofdgroep uitgenodigd. De laatste keer, in 1969, versloeg hij Kavalek, Lombardy en Ree. Vele malen nam hij nog deel aan de meestergroep (B-groep) en de reservegroep, een groep op het niveau van de huidige hoogste tienkamp.
Integer
Hans Bouwmeester omschreef zijn strijdmakker Van Scheltinga als een voortreffelijk strateeg, met een veilig en gezond openingsrepertoire en een bijzonder talent voor de ‘petite combinaison’. Van Scheltinga was timmerman van beroep. Voor grote toernooien, zoals Olympiades, nam hij wel eens ontslag. Omdat hij zo’n groot vakman was, kwam hij daarna altijd weer snel aan het werk. Bij Hoogovens kreeg hij een leidinggevende functie die hij tot aan zijn pensionering volhield. In diverse omschrijvingen komt hij naar voren als serieus, gezaghebbend en integer. Een bekende uitspraak is tegen Donner: “Ben je nou niet eens uitgepuberd?” Het schrijven van boeken was niets voor hem, maar Van Scheltinga had wel een schaaktechnische rubriek in het bondsblad, gaf trainingen en was jarenlang coach van de nationale damesploeg.
Theo van Scheltinga overleed op 30 juli 1994, op tachtigjarige leeftijd. Ik zet hem op 16. Dat is geen plek te hoog. Van 1939 tot 1952 was slechts Euwe groter dan hij en daarna deed hij nog heel lang mee op het hoogste niveau.
14 …
15 …
16 Theo van Scheltinga
17 Dimitri Reinderman
18 Salo Landau
19 Jan Smeets
20 Nico Cortlever
21 Hans Bouwmeester
22 Coen Zuidema
23 Frans Kuijpers
24 Dirk van Foreest
25 Gert Ligterink
26 Erik van den Doel
27 Jorden van Foreest
28 Kick Langeweg
29 Daniel Stellwagen
30 Eddie Scholl
31 Henri Weenink
32 Robin van Kampen
33 Hans Böhm
34 Rini Kuijf
35 Hoan Liong Tan
36 Haije Kramer
37 Daniël Noteboom
38 Norman van Lennep
39 Rudy Douven
40 Rob Hartoch
Als u linksboven in het scherm klikt op ‘top 40’, kunt u langs alle voorgaande afleveringen scrollen.
De top-40 is niet gebaseerd op ratings en titels, maar op de positie en prestaties van Nederlandse schakers ten opzichte van hun tijdgenoten, nationaal en internationaal.
Leuk, Damjanovic-Langeweg.
Ik denk met veel warmte terug aan Van Scheltinga. In de eerste helft van de 1970s verzorgde hij schaaktrainingen in Beverwijk voor jeugdspelers in de IJmond en omgeving. Cycli van twee jaar, op de zaterdag. In de eerste jaargang deden o.a. Koopmans en Uijlings mee, in mijn jaargang onder meer Van Nieukerken en een aantal spelers van Kijk Uit IJmuiden, en in de (bij mijn weten) laatste reeks onder andere Peter de Roode. Ik kan me nog goed herinneren dat wij, als jonge honden, vooral meer gehak wilden, maar hij legde de nadruk op positiespel. Hadden we (ik) maar beter opgelet…..
Van Scheltinga was inderdaad een zeer aimabele man. Ik heb de eer gehad nog ooit tegen hem te mogen spelen in de Halve Finales voor het NK. Ik had een dame en pluspion tegen toren en loper, maar hij slaagde erin er een vesting van te maken. De partij was afgebroken en samen met mijn analysepartner, IM Peter Scheeren, hadden we een geweldige valstrik gevonden. Van Scheltinga trapte er evenwel niet in. Naar aanleiding van de analyse na afloop maakte René Olthof er een eindspelstudie van. Dit alles staat beschreven in één van mijn columns: Column 46: de briljante zet die niet op het bord kwam.