“Vraag gerust” door Theo Mooijman. Column van Schaakvereniging Promotie
Tijdens de najaarsvakantie vertoefden wij in Canterbury, Kent. Kennelijk een zeer populair oord want tot de vele talen die wij hoorden spreken, behoorde ook het Nederlands. Het pleintje voor de kathedraal fungeerde vaak als verzamelplaats voor groepen en daar waren ook Nederlandse schoolklassen bij. De kathedraal wordt druk bezocht ondanks de hoge toegangsprijs. De meeste kathedralen hanteren de omgekeerde methode: gratis naar binnen, maar een dringend verzoek een substantiƫle donatie te doen. Anders komen er waarschijnlijk weinig mensen. Dat heeft Canterbury niet nodig: er zijn genoeg toeristen die het er voor over hebben. Als je toch gratis naar binnen wil,
is er een sluiproute: de kerkdienst van half zes bijwonen. Echt bijwonen, niet doen alsof, want het grootste deel van het gebouw is dan niet meer verlicht. Je bent dan echt niet alleen want wij zaten er met zo’n 150 man waaronder een gezelschap leraren uit Amsterdam.
Het was die middag druilerig weer en dan ga je op zoek naar musea. Wij liepen vrij snel tegen het Vrijmetselaars-museum aan. Twee heren heetten ons welkom en vroegen of wij een band met de orde hadden. De loge in onze woonplaats is vlakbij en met Open Monumentendag zijn wij er enige malen geweest. Dat was het. Een in voortreffelijk Nederlands geschreven gids werd aangereikt met de beleefde aanmoediging om vragen te stellen. Wij namen direct kennis van het feit dat de hertog van Kent de huidige grootmeester is en dat Nat’ King’ Cole en Count Basie ook broeders waren geweest. Duke Ellington kennelijk niet, hij had trouwens wel mooi in het rijtje gepast.
Op een van de afbeeldingen konden wij de zwarte en witte vakjes tellen van de vloer van de tempel. 15 bij 15, met zwarte velden op de hoeken. Symboliek van licht en duisternis. In een van de vitrines ontwaarde ik een broche met daarop afgebeeld een echt schaakbord (8 bij 8) en een ridder te paard. Tijd om een vraag te stellen. ‘Is er een relatie tussen de orde en schaken?’ Niet dat ik weet, was het korte antwoord.
Hiermede werd bevestigd wat ik eigenlijk al wist: als een Engelsman zegt ‘stel gerust vragen’, dan bedoelt hij het tegenovergestelde. Er zijn natuurlijk wel overeenkomsten: de titel van grootmeester bijvoorbeeld. De orde hanteert leerborden met symbolen. Onze ‘Staunton’ pionnen zijn gemodelleerd naar de beide pilaren van de tempel van Salomo. Veel is het niet, maar toch.
Zijn er schakers die tevens vrijmetselaar zijn? Onder de amateurs zeer zeker, dat zullen er velen zijn, maar onder de profs?
Ik vraag het mij af, als mondiaal topsporter heb je weinig aan zo’n netwerk. Toetreden schept verplichtingen, wil je dat wel?
Ik stuitte op een passage uit het boek van Jan Timman over Alexander Aljechin. Ik citeer:
‘Aljechin was lid van de vrijmetselarij. Geestelijke eenzaamheid was de voornaamste drijfveer om die stap te nemen’. Hij schrijft ook dat Aljechin nooit sprak over zijn lidmaatschap, hetgeen bij mij de vraag oproept hoe dat dan bekend geworden is.
De zoekvraag ‘schakers-vrijmetselaars’ gaf mij geen verdere resultaten. Wel werd, op een lagere plaats in de zoek-hiĆ«rarchie, een opvallende koppeling gemaakt: Kasparov was te gast geweest op een recente Bilderberg conferentie! Dus toch?