Gespot 87: Schaken is soms een wrede sport

 

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

Afgelopen zaterdag, 9 december 2017, hield de KNSB in Utrecht, op het stedelijk Gymnasium (thuishonk van schaakvereniging Paul Keres) een grote themadag voor gediplomeerde schaaktrainers, wedstrijdleiders, kadermensen en andere geïnteresseerden. Parallel hieraan werd ook de bondsraad gehouden.

Ik was ook benaderd om een drietal workshops te verzorgen. Eén daarvan had ik de titel ‘Gaat het om de knikkers of om het spel?’ meegegeven. Zoals de toehoorder al snel te weten kwam, stond de vraag centraal hoe we de motivatie in het spel hoog kunnen houden. En lukt dat dan ook nadat je vreselijk geblunderd hebt? Ik kon het niet laten om de deelnemers een citaat van Donner voor te lezen dat ging over de volgende partij.

Links Jan Hein Donner en rechts Boris Ivkov (bron foto’s onbekend)

Garcia – Ivkov

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. e3 c5 5. dxc5 Lxc5 6. b3 O-O 7. Dc2 Pc6 8. a3 Lb6 9. Lb2 Te8 10. Pc3 d4 11. Td1 e5 12. e4 Pg4 13. Pa4 La5+ 14. b4 Pxb4 15. axb4 Lxb4+ 16. Td2 Ld7 17. Lc1 b5 18. Pb2 Tc8 19. Le2 Le6 20. O-O bxc4 21. Pxc4 Dc7 22. Da4 Lxd2 23. Lxd2 Lxc4 24. Tc1 Dc6 25. Txc4 Dxe4 26. Txc8 Txc8 27. Dd7 Tf8 28. Lf1 Pf6 29. Dc7 Pd5 30. Dd7 Pf4 31. h3 Db1 32. Le1 e4 33. Df5 Pe6 34. Ld2 g6 35. Df6 exf3 36. g4

Het gaat om de volgende situatie: de Joegoslaaf Boris Ivkov staat op de eerste plaats in een toernooi in Havana (Cuba), boven Bobby Fischer, Vassily Smyslov en Efim Geller. Het volgende citaat is genomen uit het artikel Mogen omstanders denken? (De Tijd, 5 oktober 1965)

“Er zijn nog twee partijen te gaan en in de voorlaatste ronde staat Ivkov gewonnen tegen de Cubaan García, de hekkensluiter van het toernooi. Zou hij winnen was hij reeds één ronde voor het eind winnaar. Hij won een pion, nóg een en toen nog de kwaliteit. Wat toen gebeurde onttrekt zich aan het menselijk bevattingsvermogen. ‘Geheime krachten in de sport? Is er iets in een mens dat niet winnen wil? Openbaart het zich in extreme gevallen in een opzettelijke poging, al het kunstig opgebouwde in één klap te vernietigen? Ivkov was in tijdnood, maar dat is geen afdoende verklaring. Er gebeurde dit: Op de 36ste zet was het lichte initiatief dat García nog had voor zijn verloren materiaal ten einde. Alle dreigingen bezworen. Ivkov kon vier neutrale zetten doen. Dan zou zijn tijdnood voorbij zijn en zou García opgeven. Hij moest zijn 36ste zet doen. Ivkovs had zweefde aarzelend over het bord. Ik stond ernaast. De beste stuurman. Ik zag hij dat hij praktisch geen fout kon maken. Als hij de dame niet op een gedekt veld zette, was verder iedere zet goed. Ineens zag ik de verschrikkelijke mogelijkheid. Als hij de pion speelde, kwam de diagonaal vrij voor de witte loper en was het mat ondekbaar. Op hetzelfde ogenblik greep Ivkov de loper op pion en speelde 36… d4-d3??? García riposteerde onmiddellijk en plaatste de loper op c3. Ivkov kromp ineen, lachte en zakte achterover. Hij deed geen zet meer, kon dat ook niet meer doen en overschreed de tijd. De geest van de schaker in tijdnood is in uiterste concentratie een openheid. Is hij op zulke ogenblikken gevoelig voor onbekende invloeden? Mogen de omstanders dan niet alleen niet meer praten, maar zelfs niet meer denken? Heb ik Ivkov gestoord? Voorzichtig heb ik het hem gevraagd, maar hij zei dat het z’n eigen stommiteit was. García kreeg natuurlijk een ovatie van het publiek. Maar wij, Ivkovs collega’s, hebben hem niet gefeliciteerd. Ivkov had het toernooi prachtig gespeeld en hij verdiende het te winnen. Hij had nog een kans. Nog altijd stond hij aan kop”.

U raadt het al: Ivkov verloor nog een keer en hij werd tweede achter Smyslov. De oud-wereldkampioen eindigde op 15½ uit 21. Gedeelde tweede met een half puntje minder werden, naast Ivkov en Geller ook nog Fischer (die per Telex meedeed, omdat hij van de V.S. niet mocht afreizen). Er volgde dus

36…d3?? 37. Lc3 1-0

 

Daarna liet ik ze nog een sterk staaltje zien van een vreselijke blunder.

 

Zwart ziet zich in deze stelling geconfronteerd met gevaarlijke witte dreigingen zoals 1. Lc4+ Kf8 2. Pd7 mat of 1. … Kh8 2. Pf7+ Kg8 3. Dxe8 mat. Daarom bood hij remise aan. Wit antwoordde hem terecht dat hij eerst zijn zet moet doen. Een goede gewoonte: een speler moet eerst een zet doen, dan remise aanbieden waarna hij pas de klok mag indrukken. Zwart dacht daarom een tijdje na en speelde:

1…Dxb2+!!

Een briljante oplossing voor het stellingsprobleem. Ineens blijkt dat wit geforceerd mat gaat na 2. Kxb2 Tb3+ 3. Ka2 Ta8+ 

Wit was in zo’n shock dat hij vergat het remise-aanbod alsnog aan te nemen. In plaats daarvan gaf hij het op.

0-1

 

Natuurlijk kreeg ik hiermee de lachers op mijn hand. Dit maakt weer duidelijk dat wij, mensen van vlees en bloed, de raarste muizenissen in ons hoofd hebben. En juist dat maakt het misschien zo fascinerend om dit spel te blijven beoefenen. Daar hebben we geen Stockfish of Alpha Zero voor nodig…

 

 

 

 

 

 

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

8 Reacties

  1. Avatar
    wimw 10 december 2017

    Leuk verhaal over Ivkov, dat me bekend voorkwam, maar het veelzeggende partijfragment herinnerde ik me niet. Misschien aardig om te vermelden dat dit toernooi in Havana 22 deelnemers had en dus 21 rondes telde. Het begon op 25 augustus 1965 en de laatste ronde was op 26 september. Het duurde dus ruim twee keer zolang als de meeste toernooien van tegenwoordig. Ik heb veel respect voor de schakers van die tijd, toen de toernooien zwaarder waren dan tegenwoordig. In de laatste ronde verloor Ivkov overigens met wit van Robatsch in een gesloten Spaanse partij.

     

  2. Avatar
    Pieter Priems 11 december 2017

    Heel herkenbaar! Goede conclusie, we bijven mensen van vlees en bloed en zijn geen machines!

  3. Avatar
    Herman Grooten 11 december 2017

    Ja, in die tijd duurden toernooien soms een hele maand. Als ik me goed herinner waren er in de Interzonale toernooien (in de strijd om het WK) ook 22 deelnemers. Als je dan ook bedenkt dat er partijen werden afgebroken en de spelers op de ‘rustdag’ soms twee of drie zogenaamde hangpartijen zaten te spelen (en tussendoor zaten te analyseren) dan kunnen we niet anders dan hier respect voor hebben. We hoeven alleen maar het beroemde eindspel Timman-Velimirovic in herinnering te brengen.

  4. Avatar
    Dimitri Reinderman 11 december 2017

    Vroeger hoefde er niet elke dag urenlang geplugd te worden….

  5. Avatar
    wimw 11 december 2017

    Ja, het eerste interzonale toernooi dat ik volgde was dat van Bad Portoroz in 1958 met 21 deelnemers en gewonnen door Tal. Zijn weg tot het wereldkampioenschap was veel langer dan wat de huidige grootmeesters doorlopen. In 1958 won hij het kampioenschap van de Sovjet Unie: 18 partijen. Interzonaal toernooi Bad Porotoroz: 20 partijen. Kandidatentoernooi Bled 1959, waarin de acht grootmeesters elkaar vier keer troffen: 28 partijen. Totaal dus 66 partijen. En toen duurde de WK-match nog 24 partijen, het dubbele van tegenwoordig.

  6. Avatar
    Herman Grooten 11 december 2017

    @Dimitri: daar vergis je in. De spelers hadden een hele lading boeken (o.a. Schaakinformator) bij zich en gingen daar hun tegenstanders in opzoeken. Of werken aan het verbeteren van het eigen repertoire. Dat was echt afzien, kan ik uit ervaring zeggen…

  7. Avatar
    Johan Hut 11 december 2017

    Ja, daarvan stamt het woord ‘variantenkoffer’. Die hadden ze allemaal bij zich. Als Nederland met zes man naar een Olympiade ging, verdeelden ze de Informators over hun koffers, dat was dus iets makkelijker. Dat vertelde Geurt Gijssen me eens. In zijn tijd nam hij dan ook een aantal Informators mee, als onpartijdige arbiter maar wel deel uitmakend van de Nederlandse delegatie en dus meedragend aan de noodzakelijk mee te nemen bibliotheek.

  8. Avatar
    Herman Grooten 11 december 2017

    Een bekende anekdote is dat een Nederlandse grootmeester steevast op een toernooi verscheen met een enorme, zware koffer, nauwelijks te dragen met daarin uitsluitend schaakboeken én een tandenborstel 🙂

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.