“Wandelen” door Theo Mooijman. Column van Schaakvereniging Promotie.
Kort na de eeuwwisseling had ik contact gelegd met de plaatselijke damvereniging. Aanleiding was de uitnodiging van de welzijnsorganisatie om op de jaarlijkse ouderendag aanwezig te zijn teneinde de schaaksport te promoten onder ouderen. Plaats van handeling: de sporthal. Het programma bevatte optredens van een regionaal amateur koor en een semi-professionele zangeres.
Achterin de hal waren de kramen geplaatst voor de ouderenverenigingen, domotica aanbieders en alle firma’s en organisaties die er belang bij hadden zich te presenteren aan de ouderen. Gebroederlijk hadden wij tussen de kramen twee dam- en twee schaakborden geplaatst en het wachten was nu op publiek.
Gelukkig waren er van beide verenigingen twee personen gekomen zodat wij de wachttijd konden benutten met onderlinge duels. Toen ons publiek werd ‘aangevoerd’, zo mag ik het echt noemen, voelden wij al nattigheid. Het waren vooral bewoners van verzorgingstehuizen in de omgeving en dan ook nog eens de mensen die ‘wel een verzetje konden gebruiken’.
Onze doelgroep, de vitale oudere, was duidelijk ondervertegenwoordigd. Dat vertaalde zich duidelijk in de belangstelling voor de vier borden. Er werd wel een praatje gemaakt: ‘nee, schaken kan ik niet, wel een beetje dammen’. Dat was de teneur. Op zo’n dag komt er ook een serie professionals langs, mensen die van hun baas in werktijd naar zo’n evenement mogen of moeten. Daar moesten wij het van hebben die wilde wel achter de borden plaatsnemen.
De damvereniging haakte na één keer meteen af; wij, de schaakvereniging, hebben het nog drie jaar volgehouden.
Vorige week was ik aanwezig bij een door het Provinciaal bestuur georganiseerde avond over het samenstellen van een compleet wandelnetwerk in onze provincie. Ook aanwezig: de voorzitter van de damclub. Leeftijdgenoot. Nooit meer gezien sedert die ouderendag. Hij wist mijn naam nog en tot mijn diepe schaamte kon ik niet meteen op zijn naam komen. Nee, hij was al lang geen lid meer van de damclub en ja, hij speelt nog wel maar dan bij een andere vereniging in een andere plaats. Maar zijn passie was het niet meer. Dan was nu wandelen. En dan niet een stukje, maar grote afstanden. Dagelijks een rondje van een in mijn ogen gruwelijk aantal kilometers om in conditie te blijven en wekelijks natuurlijk fikse wandelingen op vierdaagse niveau. Petje af.
Ik heb ooit mijn toen nog jonge gezin laten lopen van Fenchurchstreet station naar Bayswater (halverwege Oxfordstreet: ja, hoor wij zijn er bijna). Ongemerkt hebben wij in heuvelachtige gebieden en in steden behoorlijke afstanden afgelegd, ik heb twee etappes van het Pieterpad gelopen en één keer heb ik mij gewaagd aan een wandeling Veendam-Stadskanaal (18 kilometer). Maar verder? O, ja van rijkswege heb ik met en zonder bepakking vele kilometers moeten lopen, lang geleden.
Een stuk wandelen prima, maar de overstap van schaken naar de wandelsport. Ik moet er niet aan denken.