Johan van Hulst en Wijk aan Zee
Johan van Hulst, die vorige week op 107-jarige leeftijd overleed, was clubschaker bij UCS in Utrecht en later bij Caïssa in Amsterdam. Zijn Amsterdamse clubgenoten brachten in 2011 bij zijn honderdste verjaardag een vriendenboek uit. Veel leden van Caïssa schreven een bijdrage en ook een aantal Nederlandse topschakers. In dit artikel citeer ik uit de bijdragen van de politici die herinneringen ophaalden. Want in de schaakwereld staat Van Hulst vooral bekend om zijn deelname aan de toernooien voor parlementariërs en ex-parlementariërs tijdens het Hoogovenstoernooi.
Jan Nagel was van 1977 tot 1983 lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Volgens hem werd in 1980 in Wijk aan Zee voor het eerst het officiële Parlementaire Schaakkampioenschap gehouden. De toernooien duurden langer dan nu, vier volle dagen. Hij meent dat er een stilzwijgende afspraak tussen kabinet, regeringspartijen en oppositie was om in de maand januari geen grote politieke moeilijkheden te maken.
De onberispelijke en conservatieve Van Hulst was een tegenhanger van Nagel, die eerder furore maakte bij de jonge honden van de PvdA (Nieuw Links). Bij het schaken kwam er een verandering in hun relatie. Nagel: “De kleine Politieke Partij Radicalen (PPR) had twee sterke clubschakers en meende aanspraken te moeten maken op de felbegeerde titel. Die constatering gaf Johan van Hulst en mij een zekere band: dit mocht nooit gebeuren. We begonnen elkaar te gedogen.”
Nagel, Van Hulst en Bas de Gaay Fortman namen in 1983 bijna tegelijkertijd afscheid van het Binnenhof. Bij die gelegenheid bedachten zij het toernooi voor ex-parlementariërs. Volgens Nagel is belangrijker dan de eerste prijs, het feit dat de winnaar een speech mag houden. Welke politicus wil dat nou niet?
Nagel: “Maar er is altijd een tweede speech van Johan van Hulst. In het begin werd daar een speciale reden voor bedacht, bijvoorbeeld het uitreiken van de prijs aan degene die de meeste pech had gehad en die vervolgens mocht speechen vanwege het dankwoord. Het werd in korte tijd een met grote geestdrift begroete traditie. Geestig, vol overgave en zijn ongekende eloquente gaven uitserverend, spreekt Johan van Hulst voor de vuist weg, alle andere sprekers tot gewaardeerde amateurs degraderend. Zijn speeches zijn inmiddels ook overgewaaid naar de traditionele slotsnertmaaltijd waar de honderden deelnemers de briljant gekozen woorden van de zowel oude als Jonge Caïssaspeler met een oorverdovend applaus belonen.”
Dick Dolman (PvdA) was van 1970 tot 1990 lid van de Tweede Kamer, waarvan hij van 1979 tot 1989 voorzitter was. Hij schrijft dat al in 1974 een groep parlementariërs deelnam aan het Hoogovenstoernooi, wat door de toernooidirectie dankbaar werd aangegrepen voor publicitaire doeleinden. De piepjonge Frank de Grave was een van zijn gevaarlijkste tegenstanders. Toen Nagel in de Eerste Kamer kwam, nam die zijn medesenatoren Dick van Kleef, Bas de Gaay Fortman en Johan Hulst mee naar Wijk aan Zee. De Eerste Kamerleden waren sterker dan hun collega’s van de Tweede Kamer. Dolman schrijft bescheiden dat hij tegen Nagel en Van Hulst elk eenmaal remise heeft gespeeld. Van Hulst zou eens gezegd hebben: “Ik speel door tot ik iets beter sta en dan bied ik remise aan.”
Dolman: “Dit neemt niet weg dat Van Hulst menigmaal kampioen werd als parlementariër en als oud-parlementariër. Zo speelde hij ook om een soort Johan Cruyff-schaal tegen de jonge generatie, waar hij de verse senator Ed van Thijn van het bord veegde.”
Sytze Faber (CDA) was van 1977 tot 1985 lid van de Tweede Kamer. Hij kwam er in Wijk aan Zee pas omstreeks 2005 bij, toen hij bijna tien jaar in het organisatiecomité zat van het toernooi in Hoogeveen. Faber was daar burgemeester en was daarna ook geruime tijd bestuurslid van de KNSB.
Faber had bij het Friesch Dagblad een collega, Hendrik Algra, die een eredoctoraat kreeg en dus eigenlijk geen echte hoogleraar was. Faber: “Als Algra tijdens de vergaderingen het had over Van Hulst zweemde dat soms een beetje naar stereotypen van een autodidact (Algra) over iemand die er echt voor had gestudeerd (Van Hulst): hij had het wel erg goed met zichzelf getroffen, aan boekenwijsheden geen gebrek en was het wel helemaal pluis met de (christelijke) koersvastheid? Toen ik tientallen jaren later in Wijk aan Zee Johan van Hulst voor het eerst in levende lijve ontmoette, bleek me dat Algra het indertijd niet helemaal uit de stenen had gegraven. Johan van Hulst gooit zichzelf inderdaad niet weg. Zijn belezenheid maakt indruk en dat ontgaat hem niet. En hij is inderdaad geen vuurspuwende god van de gereformeerde Olympus;. Milde ironie en humor omhullen hem.”
Ed van Thijn (PvdA) was van 1967 tot 2007 in diverse perioden lid van de Tweede Kamer, van de Eerste Kamer en minister.
“Ik heb de eer gehad tot tweemaal toe een beslissingstweekamp te hebben mogen spelen tegen Johan van Hulst om de ‘supercup’ der parlementariërs. Hij was kampioen van de oud-parlementariërs, ik was parlementair kampioen. Dat laatste was eigenlijk een aanfluiting, In mijn beste jaren eindigde ik hooguit als derde of vierde, geen schijn van kans hebbend tegen coryfeeën als Gerrit Valk, Jan Nagel, Bas de Gaay Fortman en Johan van Hulst. Dezen hadden inmiddels allen de Staten-Generaal verlaten toen ik in 1999 lid werd van de Eerste Kamer.”
De beslissingswedstrijden werden bij Van Hulst thuis gespeeld. Van Thijn: “Beide keren zei hij bemoedigend: Ed, dit wordt een makkie voor je. Bij mij is het beste er wel van af. Maar ik wist inmiddels dat dit kleinspraak was. Hij was nog altijd een geduchte tegenstander. Het spel van Johan was oerdegelijk, positioneel sterk en, naarmate de partijen vorderden, steeds dominanter. Terwijl ik alle keren redelijk uit de opening kwam, wist hij nauwgezet in het middenspel de zwakke plek in mijn stelling op te sporen. Hij wist dan met engelengeduld een zwakke pion zodanig onder druk te zetten dat deze uiteindelijk verloren ging.”
Gerrit Valk (PvdA) was van 1989 tot 2002 lid van de Tweede Kamer. Hij bevestigt de typering van Van Thijn over Van Hulst: “Een sterk wapen in zijn tactiek is dat hij vlak voor aanvang van een partij met een getormenteerde blik in de ogen kan klagen over vermoeidheid of dat op zijn leeftijd de rapidtijd van een uur voor de hele partij niet meer past, om vervolgens, nadat ik mij hierdoor in slaap heb laten sussen, met een verwoestende energie de aanval op te zoeken.”
Bas de Gaay Fortman (PPR, Groen Links) was van 1971 tot 1977 lid van de Tweede Kamer en van 1977 tot 1991 van de Eerste Kamer. Van zijn vader, ook een vermaard politicus en leeftijdsgenoot van Van Hulst, had hij drie lessen geleerd van een hoogleraar geriatrie.
1. Als je van bepaalde activiteiten placht te genieten maar bij het ouder worden gaat opzien tegen de daarmee gepaard gaande inspanningen, zet je daar dan overheen en blijf het doen.
2 Als je je iets niet meer herinnert, geef het dan niet meteen op maar blijf je geheugen aanspreken.
3 Zorg dat je geest dagelijks wordt uitgedaagd, door vakliteratuur te lezen bijvoorbeeld, cryptogrammen op te lossen, of door te schaken.
De Gaay Fortman meent dat Van Hulst alle drie de lessen opvolgde.
Johan, een mooi artikel waarin een aantal tegenstanders van Johan van Hulst bijzondere herinneringen ophalen! Na het lezen moest ik denken aan een andere prominente tegenstander, die ook helaas niet meer onder ons is.
Henk Vonhoff (1931-2010)
‘Het zal aan het bijzondere klimaat hebben gelegen dat in 1974 in Wijk aan Zee voor het eerst een parlementariërsvierkamp werd gehouden. Het door Henk Vonhoff en Ed van Thijn gewonnen toernooi kreeg zo veel aandacht in de pers dat werd besloten er een traditie van te maken. En zo geschiedde. Soms bleek het moeilijk vier schakers uit Den Haag los te weken maar geen nood, het begrip parlementariër werd ruim opgevat en ook gewezen kamerleden waren welkom.’, aldus Gert Ligterink destijds op de toernooisite.
Henk Vonhoff zou een trouw deelnemer blijven aan het jaarlijkse toernooi voor (oud)-parlementariërs in Wijk aan Zee. In februari 2009 stond Vonhoff op de frontcover van Schaakmagazine. In januari 2010 was hij voor het laatst van de partij.
In een interview met Monique van de Griendt in 2010 voor de toernooisite zei hij:
quote
‘Het volkomen ontbreken van parlementariërs in dit toernooi, stelt mij zeer teleur. Ik vind dat een tekortkoming die de schakers onder kamerleden zich zouden moeten aantrekken. Het is toch een bekende institutie. Nu wordt de fakkel alleen door de oud-parlementariërs gedragen. Ik vind dat voor het huidige parlement beschamend.’
‘Gevraagd naar zijn ideeën over de afwezigheid van de kamerleden, zei Vonhoff: ‘Als ik die ga ontwikkelen, dan worden dat eenvoudige beledigingen. Iets over het intellectueel niveau van de huidige kamerleden. Als je waarnemer in de Oekraïne wordt, is dat een redelijk excuus. Maar je moet deze instituties toch in stand houden. Ook toen ik in Groningen zat, deed ik regelmatig mee.’
Voor de eindzege tipt Vonhoff zondagochtend de bijna 99-jarige senator Van Hulst. ‘Hij is gisteren uitgestapt met twee uit twee en kreeg een bye, dat is ook een punt in ons systeem, dus hij staat er met drie uit drie het beste voor. Maar Gerrit Valk is de grote matador, met Jan Nagel.’
Nagel met zwart, gooide tegen De Gaay Fortman met g5 de knuppel in het hoenderhok. Dit had tot pionverlies moeten leiden, maar wordt door beide spelers enkele zetten lang gemist. Ondanks gebrom van alle omstanders. Nagel besluit dames te ruilen, waarop De Gaay Fortman ogenblikkelijk remise aanbiedt. Nagel denkt te vertrouwen op zijn ervaring en techniek in het dubbele toreneindspel. Dat loopt niet helemaal van een leien dakje, de witte d-pion loopt eenvoudig door. Maar als De Gaay Fortman vergeet de vrijpion met zijn toren te ondersteunen, en een poging om een matnetje te vlechten ook nog mislukt, geeft hij zich teleurgesteld gewonnen. Waarop Van Hulst hem troostend toespreekt: ‘Zelfs Homerus sliep weleens’.
unquote
Johan van Hulst en Jan Nagel wonnen de editie van 2010. Zij speelden in de laatste ronde een salonremise tegen elkaar in slechts 10 zetten. Schaakvrienden onder elkaar! Het zou de laatste keer zijn dat Vonhoff meedeed, hij overleed op 25 juli 2010, 79 jaar oud.