Megarecord voor Tom de Ruiter
Twaalf jaar geleden vestigde ik in onder andere Schaakmagazine de aandacht op Tom de Ruiter, die zijn 400e partij in de KNSB-competitie had gespeeld. Toen vroeg ik me nog af of dat uniek was, of dat meer mensen dit hebben bereikt. Nu hij ruim een week geleden zijn 500e partij heeft gespeeld, weet ik het zeker. Het record van De Ruiter zal nooit worden geëvenaard.
Tom de Ruiter werd geboren in 1933. In 1951 viel hij, als achttienjarige, in in het tweede team van De Dom uit zijn woonplaats Utrecht. Dit was toen kennelijk een sterke club, want ook het tweede team speelde in de landelijke competitie. De Ruiter won zijn debuutpartij tegen Hengelo. Na 32 partijen voor De Dom verhuisde hij in 1957 naar het grotere SC Utrecht. Daarvoor speelde hij 71 partijen.
De Ruiter was een topspeler binnen de Sticht-Gooise Schaakbond. Hij werd persoonlijk kampioen in 1956, 1964, 1966 en 1967. Een rivaal van hem was Dick van der Lijn, die kampioen werd in 1962 en 1963.
Van der Lijn was leraar aan een middelbare school in Naarden, De Ruiter in Utrecht. Toen de school in Naarden een nieuwe directeur zocht, kwam Van der Lijn op het lumineuze idee die vacature persoonlijk bij zijn schaakrivaal onder ogen te brengen. De Ruiter kreeg de baan, verhuisde naar Naarden en werd lid van BSG in Bussum. Naarden is een buurgemeente van Bussum zonder eigen schaakclub, bovendien speelde BSG toen al (heel lang) op het hoogste niveau.
Kort daarna bereikte Tom de Ruiter het sportieve hoogtepunt in zijn schaakcarrière. Zowel in 1969 als in 1970 plaatste hij zich voor het Nederlands kampioenschap. In 1969 werd hij ‘slechts’ tiende van de twaalf, maar versloeg kampioen Hans Ree. Tegen Kick Langeweg, die samen met Ree eerste werd, speelde hij remise. Een jaar later werd De Ruiter gedeeld zevende.
Kampioen van de SGS werd hij nog in 1971, 1981 en 1982, dus in totaal zeven keer. Van der Lijn werd nog kampioen in 1972 en 1978, dus in totaal vier keer.
De Ruiter bleef jarenlang voor BSG 1 spelen, alleen onderbroken door een periode van sponsoring. Tegenwoordig speelt hij in het tweede, dat ook in de KNSB-competitie speelt. BSG 2 speelde ook enkele jaren in de SGS-competitie, dus het totale aantal competitiepartijen is nog iets hoger. Wie zich afvraagt hoe snel je de 500 bereikt, moet nog even bedenken dat er tot en met 1971 zeven partijen per jaar werden gespeeld. De Ruiter is nu 85 en heeft sinds zijn 18e weinig partijen gemist. Dat brengt mij tot de conclusie dat zijn record nooit zal worden geëvenaard.
Extra leuk is dat hij zijn record bereikte op de dag dat zijn team BSG 2 overtuigend kampioen werd in de derde klasse. Zelf scoorde hij dit seizoen nog netjes 4,5 uit 7.
De Ruiter is er trots op dat hij in zijn lange schaakcarrière heeft gespeeld tegen Euwe, Timman, Ree, Donner en Piket. In de reservegroep van het Hoogovenstoernooi speelde hij zelfs eens tegen Peter Leko, toen nog een klein jongetje.
Vorige week zei iemand tegen mij dat De Ruiter nu 50 jaar lid is van de KNSB. Dat is uiteraard een misverstand, dan zou hij nooit tot die 500 partijen hebben kunnen komen. Hij is dit jaar 50 jaar lid van BSG.
Tom de Ruiter speelt ook correspondentieschaak en is voorzitter geweest van de Nederlandse Bond voor Correspondentieschakers. In 2006 kreeg hij de gouden erespeld van de KNSB, niet op basis van 50 jaar lidmaatschap, maar op basis van prestaties en verdiensten.
Beste Johan!
Een mooi artikel voor een icoon! Natuurlijk, kleine aanvulling, is Tom ERELID van de Nederlandse Bond voor correspondentieschakers!
Wil je het record van Tom de Ruiter breken dan vraagt dat om ca. 60 jaar stug doorspelen in de KNSB-competitie. Dat is op zichzelf redelijk goed te doen; behoorlijk veel spelers zijn als (jongere) tiener in de KNSB-competitie begonnen.
Ik zie 2 hoofdredenen waarom dit record voor eeuwig zal blijven staan:
1. Die 60 jaar vraagt om een Duracell mentaliteit. Die hebben slechts weinigen. Er zijn genoeg bedreigingen van fysieke aard, of in de vorm van andere prioriteiten.
2. Je speelsterkte mag in die 60 jaar niet teveel fluctueren. Als je al op jonge leeftijd in de KNSB-competitie kunt meekomen dan kun je zomaar grootmeester worden, waarna de KNSB-competitie eerder tot een (in de tijd gelimiteerde) inkomstenbron wordt. Tegelijkertijd mag je met het vorderen der jaren niet teveel in speelkracht teruglopen.
Later bedacht ik: als Eddie Scholl op z’n 80e nog steeds in Philidor 1 of 2 speelt, kan hij de 500 ook bereiken. Zie dit artikel. Hij speelt nu nog steeds in het eerste.
En er volgt nu een klassieker: een echt Heijdens karwei! www.bsg-bussum.nl/bsg-kent-een-makkelijke-middag-in-gouda/
Haal je nu niet Ton van der Heijden en Tom de Ruiter door elkaar? Ton is 28 jaar jonger dan Tom.
Zeg nooit nooit.
Best een stellige stelling. Ik zit zelf inmiddels bijna aan de 250, dus bij leven en niet (verdere) aftakeling zou ik de 500 ook wel moeten kunnen halen. Rond mijn 70e al!