Schaakrubrieken weekend 21 april 2018
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Snelheidsduivels
De grote kanonnen van het internationale schaak hebben een tijdje gezwegen, maar de afgelopen week klonken ze weer. Woensdag begon het Amerikaans kampioenschap in St. Louis en een dag later begon het vijfde Vugar Gashimov Memorial in de Azerbeidzjaanse stad Shamkir. Daar doen sterren mee als Carlsen, Mamedyarov, Ding Liren en onze Anish Giri. Oud-wereldkampioen Veselin Topalov is er ook. We hebben hem lang niet gezien in toptoernooien en hij zei wel eens dat hij er weinig zin meer in had. Ook tussen de toptoernooien door is er altijd iets leuks te beleven. Sinds 2015 bezoek ik trouw de jaarlijkse snelschaakmatches van de jonge Amsterdammer Hing Ting Lai in Café de Laurierboom in de Amsterdamse Jordaan. De eerste keer deed hij het tegen de snelschaakduivel van de Zaanse Schans, Manuel Bosboom, die beroemd is doordat hij in 1999 tegen Kasparov in Wijk aan Zee een blitzpartij in een belangrijk officieel snelschaaktoernooi won. In 2015 bleek Hing Ting nog sneller en duivelser en Bosboom had geen kans. Ze speelden toen vijftig partijen met een bedenktijd van drie minuten per persoon voor de hele partij. Zo bleef het ook de volgende jaren. Hing Ting Lai won van grootmeester Dimitri Reinderman en verloor nipt met 25½ – 24½ van de Nederlandse kampioen Jorden van Foreest. Dit jaar speelde hij weer tegen de kampioen van Nederland, maar dat was nu Loek van Wely. Hoger konden de organisatoren niet reiken en spannender kon het niet worden. Na vijftig partijen stond het gelijk, 25-25. Een barrage van twee beslissingspartijen. Weer gelijk, 1-1. En pas daarna scoorde Van Wely in de volgende barrage 1½ – ½. Hij bleek op het nippertje toch de beste snelschaker.
In de volgende partij uit de Belgische clubcompetitie, met een normaal tempo, spelen twee Nederlandse kampioenen tegen elkaar. Anne Haast is sinds 2014 steeds kampioen bij de vrouwen en Hing Ting Lai was in 2015 en 2016 jeugdkampioen. Langzaam schaken kan hij ook.
Anne Haast-Hing Ting Lai, Belgische clubcompetitie 2018
1. e4 g6 2. d4 Lg7 3. Pc3 d6 4. Le3 a6 5. Dd2 b5 6. 0-0-0 c6 7. h4 h5 8. f3 Dc7 9. Kb1 Pf6 10. Ph3 Lxh3 11. Txh3 Pbd7 12. Th1 c5 13. dxc5 dxc5 14. g3 Wit speelt kalm, al te kalm. Een felle computervariant is 14. Lf4 Pe5 15. g4 en als zwart dat pionoffer roekeloos aanneemt met 15…hxg4 16. fxg4 Pfxg4 staat wit na 17. Lh3 erg goed. 14…0-0 15. Lh3 Pb6 16. Df2 Pc4 17. Lxc5 Te gulzig. Na het bescheiden 17. Lc1 zou het nog wel gaan, al staat zwart prettig. 17…Pxb2 Dat schudt een gewiekste snelschaker uit zijn mouw. 18. Kxb2 b4
Partij in de viewer:
Caruana is torenhoog favoriet in St. Louis, hét nieuwe schaakparadijs van Amerika
Fabiana Caruana is torenhoge favoriet op het toernooi georganiseerd door multimiljonair Rex Sinquefield
Bij gebrek aan commerciële belangstelling is het schaken in de Verenigde Staten altijd afhankelijk geweest van privé-sponsoren. Meestal waren dat oprechte liefhebbers, die op de achtergrond bleven en tevreden waren als op hun kosten de grootmeesters hun kunst etaleerden. Maar er waren ook weldoeners die meer verlangden en soms merkwaardige eisen aan hun beschermelingen stelden. Ruim honderd jaar geleden was de zakenman Isaac Rice zo trots op een door hem bedachte, volstrekt incorrecte gambietvariant (1. e4 e5 2. f4 exf4 3. Pf3 g5 4. h4 g4 5. Pe5 Pf6 6. Lc4 d5 7. exd5 Ld6 8. 0-0? Lxe5 9. Te1 De7) dat hij toernooien organiseerde, waarin spelers als wereldkampioen Emanuel Lasker verplicht waren de partijen met zijn bedenksel te beginnen. Na de dood van de mecenas in 1915 is weinig meer van het Rice-gambiet vernomen. Tegenwoordig kent het schaken in de VS een periode van bloei. Het nationale team won de Olympiade in 2016 en Fabiano Caruana speelt komend najaar om de wereldtitel tegen Magnus Carlsen. De zegeningen zijn voor een groot deel te danken aan multimiljonair Rex Sinquefield, die in zijn woonplaats St. Louis een schaakparadijs heeft gesticht, waarin de toernooien elkaar opvolgen. Ik gun de Amerikanen hun periode van voorspoed en hoop voor hen dat Sinquefield het eeuwige leven heeft. Woensdag begon in St. Louis het toernooi om het nationaal kampioenschap, waaraan alle Amerikaanse topspelers meedoen. Caruana is na zijn overwinningen in de kandidatenstrijd en de Grenke Classic de favoriet, al zou kunnen blijken dat drie toernooien op rij te veel van het goede is. Tot zijn genoegen kostte zijn eerste winstpartij weinig energie.
Caruana-Lenderman (St.Louis 2018)
1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Lb4 4. e5 c5 5. a3 Lxc3+ 6. bxc3 Da5 7. Ld2 Da4 8. Dg4 Kf8 9. h4 Pc6 10. h5 h6 Niet speelbaar is 10 … Pxe5 11. Df4 Pc6 12. Dd6+ Pge7 13. h6. 11. Dd1 cxd4? Nu krijgt wits loperpaar de ruimte. Volgens Caruana is 11 … b6 12. Pf3 La6 de aangewezen weg voor zwart. 12. Pf3 dxc3 13. Lxc3 g5 Het zal Lenderman pijn hebben gedaan deze afschuwelijke zet uit te voeren, maar wat moest hij doen tegen de dreiging 14. Th4? Na de passieve terugtocht 13 … Pd8 14. Pd4 Dd7 heeft wit alle tijd om de aanval tegen de zwarte koning voor te bereiden. 14. hxg6 De4+ 15. Le2 Dxg6 16. Dd2 Pge7 17. Ld3 Dxg2 Zwart berust in een snelle nederlaag. Over zijn lot na 17 … Dg7 18. 0-0-0 Ld7 19, Th3 zal hij zich geen illusies hebben gemaakt. 18. Ke2 Dg4
Partij in de viewer:
65+
In de Poolse plaats Walbrzych worden op dit moment twee EK’s voor landenteams verspeeld, één voor 50+ en één voor 65+. Voor de schaaksport lijkt 50+ net een tikkie te jong: op de huidige wereldranglijst staan bij de top 50 vijf spelers die daar in de buurt komen (Vassily Yvanchuk 49, Viswanathan Anand 48, Michiel Adams 46, Veselin Topalov 43 en Vladimir Kramnik 42). Dus keek ik naar de lijst van deelnemers van 65+ en mijn oog werd gelijk getrokken naar de Fin Heiki Westerinen, inmiddels 73 jaar en nog steeds actief. Als ik aan de toernooien met Heiki denk, schiet ik gelijk in een glimlach.
Heiki werd grootmeester in 1975, hij speelde veel in Nederland. Wat bierconsumptie betreft was Heiki niet te verslaan. Hij bestelde nooit een biertje, altijd een kratje. Aan die levenslange onmatigheid hield hij wel een tik over, een constante korte ruk met het hoofd. Zijn stem was ook aangetast, wat hij zei kwam van ver in de keel en omdat mensen vaak vroegen wat hij gezegd had, sprak Heiki zo min mogelijk. Hij was altijd goed geluimd en speelde agressief. Ik heb hem nu al zo’n vijfentwintig jaar niet meer gezien maar kennelijk is zijn verstand niet echt aangetast want hij speelt aan bord 1 van het eerste team van Finland. In de eerste ronde moest Finland 1 tegen Finland 2.
P. Kauko-H. Westerinen
Pekka Kauko mag dan in zijn regio een grootheid zijn, tegen het diepere inzicht van Heiki is hij niet opgewassen. Het wordt een mooie les in strategie. 1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.Pf3 Tegen een sterkere tegenstander is het vier-pionnenspel in het Konings-Indisch (5.f4) een goed verrassingswapen. 5…0-0 6.Le2 e5 7.0-0 Pbd7 8.Te1 c6 9.Tb1 Te8 10.dxe5 dxe5 11.h3 Dc7 12.b4 Pf8 13.Le3 Pe6 14.Dc1 Ph5 15.Lf1 Pd4 Wit dacht kennelijk dat hij zijn stukken had ontwikkeld en wat ruimte had gepakt op de damevleugel maar feitelijk heeft zwart het initiatief al overgenomen. Pd4 staat daar als een vorst en moet geruild worden. Wit doet een eerste concessie door het loperpaar op te geven. 16.Lxd4 exd4 17.Pa4 b6 18.Pb2 Lb7 Zwart heeft een ruime keuze aan goede voortzettingen 18…a5 en 18…Pf4 en 18…c5 en ook 18…Pf6 19.e5 Pd7 20.Pd3 c5 in alle gevallen met beter spel. De tekstzet geeft wit de gelegenheid voor 19.c5! b5 20.a4 a6 21.Pd3 Pf6 22.axb5 cxb5 23.e5 Pd7
Partij in de viewer:
Het naspelen van de beste partijen van de beste spelers uit de schaakhistorie dient tweeërlei doel: allereerst kan het degene die dit doet evenveel genot geven als bijv. het luisteren van muziek. Met andere woorden: het kan de mens gelukkig maken. Met deze termen heb ik intussen alle genderproblemen omzeild. Maar uiteraard kan men van het deskundige commentaar, vooral wanneer dit van de spelers zelf is, veel leren voor de eigen partijen. Veel van het bovenstaande is al jaren te vinden in het blad New In Chess en nu is door Steve Giddins een bloemlezing samengesteld uit de nummers van de laatste 25 jaren. Natuurlijk passeren alle wereldkampioenen uit die tijd de revue, maar ook hun tegenstanders die het net niet lukte komen aan bod, zoals ‘onze’ Jan Timman, Kortchnoi, of Karjakin. Zo’n 350 pagina’s genieten, leren en met één partij per dag zit je alweer midden in de zomer en aan de vooravond van het nieuwe schaakseizoen; en daardoor dus goed voorbereid (ISBN 978-90-5691-717-3, prijs € 22,95) Wat is er toch aan de hand met Carlsen? De superieure wereldkampioen kwam in het Grenke-toernooi in Baden-Baden, schouwtoneel van zo menig legendarisch grootmeestertoernooi, niet toe aan zijn topvorm. Tegen Meier, een speler met een paar honderd ELO-punten minder, ontsnapte hij met remise na een blunder als bij Tata tegen Jones.
Meier-Carlsen
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.g3 Lb4+ 5.Ld2 Le7 6.Lg2 0-0 7.0-0 Pbd7 8.Dc2 c6 9.Lf4 Pe4 10.h4 Pdf6 11.Pbd2 Pxd2 12.Pxd2 Ph5 13. Le3 f5 14.Lf3 De8 (beter f4) 15.Lg5
Pf6 16.e3 b6 het gaat gelijk op, wit staat beter volgens de machine. 17.Tac1 een duidelijk geval van de verkeerde toren 17..La6 18.a3 Pe4 19.Lxe7 Dxe7 20.Le2 Lb7 21.b4 Tac8 22.c5 e5 23.dxe Dxe5 24. Pxe4 ook nu, maar dan voor wit was f4 beter 24..fxe 25.Dc3 Df5 26.a4 g5 een vreemde zet, zet de koning in zijn hemd, opent de h-lijn voor wit 27.hxg Dxg5 28.Kg2 Tc7 29.Th1 Tg7 30.Tcg1 Df5 31.Kf1 La6 32.b5 cxb 33.Th5 Df7 34.De5 Lb7 35.cxb bxa hier was axb gewenst, wit heeft zo langzamerhand een stelling die tot winst kan leiden en het wordt nog erger: 36.bxa7 La8? (Dc7!) 37.Tg5 Dxa7?? Nu staat zwart totaal verloren en de digitale toeschouwers weten niet hoe ze het hebben. 38. Lg4 Kh8 39. Ta1?? Met deze totaal zinloze zet vergooit Meier zijn kansen op eeuwige roem. 41..De7 42.Dxg7+ Dxg7 43.Txg7 Kxg7 44,Txa4 Lc6 45. Tb4 en remise.
Wit had in de boeken kunnen komen met 39.Th5 Df7 40.Txh7+ Kxh7 41.Th1+ Kg8 42.Le6 Lc6 43.Lxf7+ Txf7 44.Th6 Ld7 45. Dxd5 enz. Het materiële overwicht van wit wordt overweldigend en een kind kan de was doen. Hoewel, net als bij het Kandidatentoernooi bleek ook hier dat grootmeesters in staat zijn een vrijwel gewonnen positie te verknoeien. En alle sporters weten dat ‘vorm’ ondanks de moderne sportwetenschap ongrijpbaar is. De nodige vorm had in ieder geval Caruana, die met een vol punt voorsprong op Carlsen na de Kandidaten ook dit toernooi won. Een waarschuwing voor Carlsen, maar in november kan het zomaar weer andersom zijn.
Partij in de viewer:
Probleem 2677 is een driezet van Wurzburg
De rijke geschiedenis van Leiden
De landstitel van LSG is het hoogtepunt in de Leidse clubgeschiedenis. De club werd in 2014 en 2017 al tweede, maar deze titel was nodig om de legendarische tweede plaats van Philidor Leiden in 1967 te doen vergeten. Op toernooigebied heeft Leiden een bijzonder rijke geschiedenis. Die begon in 1936 met het eerste Noteboomtoernooi, het oudste Nederlandse schaaktoernooi op topniveau. Daniël Noteboom was de sterkste schaker van LSG en een Nederlandse topschaker, maar hij overleed in 1932 op 22-jarige leeftijd. Op de lijst van toernooiwinnaars staan Max Euwe, Hein Donner, Jan Timman en John van der Wiel.
Het 25e toernooi werd in 1965 gehouden in Noordwijk met een extreem sterke bezetting. Michael Botwinnik won, voor Bent Larsen, een van de sterkste schakers van dat moment, en oud-wereldtopper Salo Flohr.
Bij het 75-jarig clubjubileum in 1970 organiseerde LSG in Oegstgeest een vierkamp waarin Hein Donner drie van de sterkste schakers van dat moment bestreed. Hij werd tweede achter wereldkampioen Spasski, voor Larsen en Botwinnik. Het grootste toernooi in Leiden is momenteel het Leiden Chess Tournament. Dit wordt sinds 2007 georganiseerd door schaakjournalist Jan Bey en is altijd het eerste in de reeks grote Nederlandse zomertoernooien. Leiden is ook altijd een kweekvijver geweest van grote jeugdtalenten. Daaruit kwamen de grootmeesters John van der Wiel, Jeroen Piket, Erik van den Doel en Dennis de Vreugt voort, alsmede talloze meesters. De eerste twee kwamen van Philidor, later werd vooral Leiderdorp een opleidingsclub. Een van de jongste spelers van LSG 1 is Arthur Pijpers. Vorige week noemde ik hem al als topscorer van dit seizoen. In zijn laatste wedstrijd boekte hij een krachtige overwinning.
Rijnaarts-Pijpers
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 Pc6 6.Lg5 e6 7.Dd2 Db6 8.Pb3 a6 9.Le2 Le7 10.Lxf6 Lxf6 11.Dxd6 Le5 Zwart heeft een pion geofferd voor een ontwikkelingsvoorsprong, die echter nog niet duidelijk is. 12.Dd2 0-0 13.0-0 Td8 14.Ld3 Na 14.De3 is het onduidelijk waar zwart zijn voordeel van wil halen. Misschien wil hij tegen de dubbele c-pion spelen, maar heel overtuigend lijkt het nog niet. 14…Pa5 15.Pd1 Kennelijk is wit toch bang voor de dubbele c-pion, die hij na 15.Pxa5 Dxa5 niet kan vermijden. 15…Pc4 16.Dc1 Wit wil zijn b-pion natuurlijk behouden, maar nu staan te veel witte stukken op verkeerde velden. Zwart is er ook nog niet, zijn damevleugel moet hij nog ontwikkelen. 16…Dc6 17.f4 Lc7 18.e5 b5 19.Pd2 Lb7 Nu dit gelukt is, staat zwart florissant en is de witte pluspion geen cent meer waard. 20.Pf3 La5 21.Lxc4
Partij in de viewer:
De promotie van een pion naar de overkant van het bord komt regelmatig in een schaakpartij voor. Meestal wordt dan de pion ingeruild voor een dame, omdat dat het sterkste stuk is. Sporadisch wordt er in een schaakpartij een ander stuk genomen. Als de pion tot een ander stuk dan een dame promoveert, heet dat minorpromotie. Deze thematiek komt veel voor in schaakproblemen en in het eindspel. De tweezetten 927 en 928 waren vorige maand ter oplossing aangeboden en vallen onder de categorie promotiethematiek in de Meredith. Een Meredith is een probleem met maximaal twaalf stukken. Beide problemen zijn begin vorige eeuw gecomponeerd en honderd jaar oud.
In tweezet 927 van T. Salthouse staan maar liefst vijf witte pionnen op de zevende lijn die kunnen promoveren. De sleutelzet is 1. f8P! Wit heeft blijkbaar aan twee paarden niet genoeg. Zwart is na de sleutelzet in tempodwang. Als zwart met het paard van b6 speelt dan speelt wit 2. c8P mat. Als dat zwarte paard naar c8 speelt, volgt 2. bxc8P mat. Als het andere paard een zet doet, volgt er 2. g8P mat. Gaat dat paard naar g8,dan speelt wit 2. hxg8P mat. Het probleem telt dus vijf promoties tot paard. Iedere witte pion wordt paard, en dat terwijl er al vier paarden op het bord staan. Terecht wordt dit probleem het negenpaardenprobleem genoemd.
In tweezet 928 van C.G. Watney zijn het zwarte pionnen die promoveren. De sleutelzet is 1. De8! Weer is zwart in tempodwang. Op 1. … Kd1 speelt wit 2. Dh5 mat en op 1. … Kf1 2. Db5 mat. De beide zwarte pionnen zorgen voor de rest van de varianten. Als zwart met de d-pion tot dame, toren of loper promoveert, is het mat door 2. Ped2 . Wit moet ook veld f1 dekken. Als de d-pion tot paard promoveert, is 2. Db5 mat. De stelling is symmetrisch en daarom komt er op 1. … f1 D/T/L 2. Pf2 mat, veld d1 moet gedekt worden, en op 1. … f1 P is 2. Dh5 mat. Mooie promoties wordt gevolgd door mooi batterijspel.