Schaakrubrieken weekend 28 april 2018
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Felle ouderen
Twee weken voor het Vugar Gashimov Memorial in Shamkir begon, zegde Vladimir Kramnik zijn deelname af. Hij liet weten dat hij uitgeput was. Als hij het kandidatentoernooi in Berlijn had gewonnen was hij misschien nog zo fris als een hoentje geweest, omdat winnen vaak voelt alsof het vanzelf gaat, maar zijn uitputting is zeker begrijpelijk. In de twee klassieke toernooien die hij dit jaar speelde, stortte hij zich iedere dag volledig in de strijd. In het Tata Steel-toernooi in Wijk aan Zee werden 8 van zijn 13 partijen beslist. In het kandidatentoernooi waren het er 7 van de 14. Als er wordt gevreesd voor de remisedood van het schaakspel, ligt het niet aan hem. Ik stel me voor hoeveel slapeloze nachten hij in Berlijn had. Alle nachten misschien. Hij werd in het begin gemist in Shamkir. Na twee ronden twitterde Anish Giri, altijd attent als er sprake is van een overdaad aan remises, een foto van de toernooitabel rond: tien halfjes. Hij had de dag daarna nog zo’n foto kunnen sturen, want ook in de derde ronde werden alle vijf partijen remise. De ban werd in de vierde ronde doorbroken door oud-wereldkampioen Veselin Topalov, die Sjachriar Mamedjarov versloeg. Een dag later won Topalov weer en misschien door zijn voorbeeld liet rond die tijd ook Magnus Carlsen zien dat hij partijen kon winnen, onder meer tegen Topalov zelf. Kramnik (42) en Topalov (43) zijn met Anand de veteranen van het topschaak. Anders dan de pragmatische Anand gaan ze in iedere partij tot het uiterste. Ze hebben alles al bereikt en dromen misschien dat ze hun successen nog één keer kunnen herhalen. Ze hoeven niet meer voorzichtig aan een carrière te vijlen. Vol gas, desnoods tegen de muur, waarom niet?
Veselin Topalov-Sjachriar Mamedjarov, Vugar Gashimov Memorial 2018
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 Pxe4 6. d4 b5 7. Lb3 d5 8. dxe5 Le6 9. Le3 Le7 10. c3 0-0 11. Pbd2 Pxd2 12. Dxd2 Pa5 13. Lc2 Pc4 14. Dd3 g6 Oud vertrouwd. Max Euwe had dit al met zwart in het WK voor amateurs van 1928. 15. Lh6 Ook dit pionoffer kwam al vaak voor. 15…Pxb2 16. De2 Te8 17. Pd4 Ld7 18. f4 c5 19. Pf3 Db6 20. Df2 d4 21. Lg5 dxc3 22. Dh4 c4+ 23. Kh1 Lf8 24. f5 Pd3 25. e6 Het lijkt of zwart overrompeld wordt, want na 25…fxe6 26. fxg6 wint wit snel. Zwart heeft echter een goede oplossing, een stukoffer voor een vracht pionnen. 25…Lxe6 26. fxe6 Txe6 27. Tad1 Tae8 28. Lxd3 cxd3 29. Txd3
Partij in de viewer:
Intuïtie Carlsen niet waterdicht
De vijfde editie van het Gasjimov memorial in de Azerbeidzjaanse stad Sjamkir zal niet de boeken ingaan als het hoogtepunt in de korte geschiedenis van het toernooi. Te veel deelnemers wekken de indruk dat wat hen betreft de prijsuitreiking niet snel genoeg kan beginnen. Het remisepercentage rond de 80 procent spreekt voor zich. Aan de kwaliteit van het veld ligt het niet. Karjakin, Mamedjarov en Ding streden onlangs in Berlijn tot het eind mee om de hoofdprijs in het kandidatentoernooi. Maar in de eerste zeven ronden in Sjamkir was Ding de enige van hen die een partij wist te winnen. Jaloers zal het trio kennisnemen van het spel dat Fabiano Caruana, de op een wolk zwevende uitdager van Magnus Carlsen, opnieuw laat zien tijdens het Amerikaans kampioenschap.
In zijn eerste toernooi na zijn formidabele optreden in Wijk aan Zee bleek aanvankelijk ook Anish Giri besmet door het rondwarende remisevirus. Een heilzame overwinning op de Tsjech Navara zorgde ervoor dat hij nog mag dromen van de eindzege, al zal hij dan wel de onderlinge partij tegen Carlsen moeten winnen, die na zeven ronden de leiding heeft.
De wereldkampioen steekt niet in topvorm, maar hij doet zijn best en als in de slotronden geen gekke dingen gebeuren, zal hij het toernooi wel winnen. Zeer kritisch over zijn spel was Carlsen na zijn eerste winstpartij, waarin hij een opgelegde kans op een beslissend stukoffer voorbij liet gaan.
Carlsen – Wojtaszek Sjamkir 2018
1. e4 c5 2. Pc3 d6 3. d4 cxd4 4.Dxd4 Pc6 5. Dd2 Pf6 6. b3 e6 7. Lb2 a6 8. 0-0-0 b5 9. f3 h5In sommige varianten van de Siciliaanse opening is het een goed idee wits pionnenstorm op de koningsvleugel met deze zet te bemoeilijken, maar niet in deze stelling. 10. Ph3! Le7 11. Pg5 h4 12. f4 Lb7 13. Kb1 Tc8 14. Le2 Dc7 15. The1 Ph7 16. Pxh7 Txh7
Partij in de viewer:
Boeken
Boeken zijn net als mensen, de ene bevalt gelijk en de ander niet. Op de wat langere termijn moet je je mening, je smaak, wel eens herzien maar meestal blijkt zo’n eerste indruk aardig goed. Ik kreeg twee boeken toegestuurd van uitgeverij New in Chess uit Haarlem. Super schakertjes is een leuk leerboek waarbij het lesmateriaal komt uit de partijen van kinderen. Maar pas op, dit zijn wel de toekomstige kampioenen. Onlangs won een dertienjarig jongetje, Vincent Keymer uit Duitsland, een groot Open Toernooi met een dertigtal grootmeesters en nog veel meer Internationale Meesters. En onze eigen Machteld van Foreest, 10 jaar, staat op de wereldranglijst tot 12 jaar op de eerste plaats en verslaat af en toe zeer ervaren rotten. Kortom, we kunnen zowel leren van wat die superschakertjes goed doen en wat ze, nu nog, juist niet goed doen. Een onderdeel van hun ontwikkeling is de analyse van de toernooipartijen. Van de computer krijgen ze alleen de betere zetten, van de trainers krijgen ze het diepere inzicht: waarom hebben ze een fout gemaakt? Aan die zwakte wordt vervolgens gewerkt. En over die momentopname gaat dit boek. Minstens zo belangrijk is hierbij de auteur. Franco Zaninotto is een Italiaanse trainer die internationaal met talenten werkt. Hij heeft zijn voorbeelden goed uitgezocht en uitgewerkt (van alle aspecten van een partij) en biedt met kort en helder commentaar inzicht waar iedereen wat aan heeft.
Viktoria Smietanska–Maria Lia Alexandra
1. Zoek het zwakke punt van zwart
2. Hoe val je die zwakte aan?
De zwarte koning is niet goed beschermd. Als je pion g6 weghaalt kan de dame over de diagonaal d3-h7 aanvallen en ook over de onderste rij. Meestal wordt de zevende rij gedekt door pionnen, hier niet. Dus is de zwarte koning de zwakke plek die moet worden aangevallen. 46.Dc1? Wit had moeten spelen 46.h4! 46…a4 47.h5 gxh5 48.Df5+ Kg8 (48…Kh8? 49.Tc1 Tb8 50.Pe5 en wit heeft het initiatief) 49.Dc8+ Lf8 50.Dc6 a3 51.Dg6+ met eeuwig schaak. 46…a4 47.Da1 Db3 48.De1 a3 49.De4 a2 50.Ph4 Db6 51.Da4 De6 52.Da7 Tb1 en zwart won.
“Wat mij het meest imponeerde van Viktoria was niet haar spel maar haar timemanagement” schrijft Zaninotto met een knipoog maar hij gaat vervolgens wel diep in op de tijdsverdeling gedurende een partij. Hij adviseert om standaard bij te houden hoeveel tijd gebruikt is tot 15 zetten (opening), tot 25 zetten (overgang middenspel), tot 35 zetten (middenspel), na 35 zetten (eindspel); alle zetten waarover langer dan 7 minuten is nagedacht en een evaluatie van het totale timemanagement. Je kunt tussen de regels door lezen hoe Zaninotto in de praktijk werkt. De helft van het boek gaat over strategie en de andere helft over tactiek. Na een uitgewerkt praktijkvoorbeeld volgen tientallen oefeningen.
1. is 19…Dh4 de beste zet of krijgt zwart problemen na 20.h3?
2. geef een suggestie voor een andere zet
Andere zetten zijn inferieur: na 19…Pgxe5 20.f4 staat wit gewonnen en na 19…Dg5 20.cxd5 cxd5 21.Dd4 staat het gelijk. 19…Dh4! 20.h3 Pxf2! 21.Kxf2 Pg5 22.De1 Pe4+ 23.Kf3 Pxg3 24.Lc1 De4+ 25.Kxg3 Dxe5+ en zwart won. Zo enthousiast als ik ben over dit boek, zo onverschillig liet Winnen vanuit de opening me. Nikolay Kalinichenko heeft 700 partijen verzameld die binnen de 20 zetten afgelopen zijn. Meer niet en dat is te mager voor een boek, althans naar mijn smaak.
Partijen in de viewer:
In één van de laatste nummers van een bekend schaakblad beweert de Engelse topschaker Nigel Short dat het correspondentieschaken geen enkel nut meer heeft en dus maar beter in het museum gezet kan worden. Dit vanwege de schaakcomputers die langzamerhand een grootmeesterniveau hebben bereikt. Nu hebben al die spektakels van grootmeestertoernooien van tegenwoordig ook geen enkel nut, maar bovendien kan Short zich kennelijk niet voorstellen dat er mensen zijn die het gewoon leuk vinden met elkaar contact te houden via correspondentieschaken en daarbij geen computer gebruiken omdat juist dat geen enkel nut dient. Het gaat deze liefhebbers namelijk om het contact en eventueel om iets te leren. Het winnen van de partij komt pas op de tweede plaats. Daarom nu uit die tijd – waarin mensen vriendschappen en logeeradressen in het buitenland kregen, maar soms ook voor de brievenbus bleven slapen na een verkeerde zet (om de postbode om te kunnen kopen) – een leuke correspondentiepartij:
Fiorito-Krantz uit 1988. Het Evans Gambiet. 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.b4 Lxb4 5.c3 Ld6 Er waren toen nog geen goede schaakcomputers maar de huidige vinden deze zet ook goed hoewel enigszins ongebruikelijk 6.d4 Pf6 7.dxe Lxe5 8.Pg5 d5 9.exd Pa5 10.Da4+ c6 11.dxc 0-0 Nu is juist zwart beter ontwikkeld wat niet bepaald de bedoeling is wanneer wit het gambiet van zeekapitein Evans speelt. 12.La3?! Hier moet de heer Fiorito toch langdurig over nagedacht hebben maar echt goed is deze zet niet 12..Pxc4 13.Dxc4 b5 14.Db3 b4! 15.Lxb4 Tb8 16. Dc4 Txb4 17.Dxb4 Dd3 wit geeft op,een hopeloze stelling. Deze partij komt overigens uit het boek van Sverre Johnsen: How to beat the open games, verschenen bij Gambitbooks.com, een uitgeverij die onder leiding van Murray Chandler veel doet voor de clubspeler die vooruit wil komen in de kennis die tevens de smart vermeerdert, omdat de perfecte partij voor weinigen is weggelegd. Johnsen is zowel trainer als onderzoeker, heeft een aantal geprezen openingsboeken op zijn naam en bewijst zich ook weer in dit boek. Natuurlijk niets ten nadele van de lieden die de partij starten met 1.d4 of 1. Pf3 maar ook in dit boek blijkt dat de zgn Open Spelen tot veel spektakel kunnen leiden. De auteur bedient zwart met een aantal varianten waarmee men wit uit de vertrouwde openingszetten kan halen. En zoals boven al bleek worden er de nodige correspondentiepartijen bij betrokken omdat juist daarin vaak het een en ander geprobeerd werd wat men niet zo snel in een bord-partij zou tegenkomen. Johnsen zelf wijst op wat hij noemt de Johnsen-variant: 1.e4 e5 2.Le2. Verrassende zetten ook in Twee- en Vier-paarden spel en in het Schots, alle openingen die men zelden bij grootmeestertoernooien ziet, maar op de schaakclub des te meer. Ieder hoofdstuk begint met een illustratieve partij. Dus dit boek is perfect voor de clubspeler die altijd 1.e4 speelt. (isbn 978-1-911465-23-2, 24.95 euro)
Partij in de viewer:
Probleem 2678 is een tweezet van Zagorujko:
Modelpartij van oude meester Brenninkmeijer
Sterke schakers die met hun sport stoppen, stuiten vaak op onbegrip. Als je zo goed bent, hoe is het dan mogelijk dat je iets anders gaat doen? Als ik zo sterk schaakte, dan wist ik het wel, zo is vaak de gedachte. Jeroen Piket is een vreselijk voorbeeld, maar in Groningen denken ze hierbij vooral aan Joris Brenninkmeijer. In 1986 was hij jeugdkampioen van Nederland, vanaf 1988 nam hij vijf keer op rij aan het grote NK deel. In 1990 werd hij, als jongste deelnemer, tweede achter Piket, maar voor de toenmalige topspelers Kuijf, Van der Wiel en Van der Sterren. Er zijn Groningers die hem als het grootste schaaktalent uit de geschiedenis van hun provincie beschouwen. In 2007 stopte hij, 38 jaar oud. Brenninkmeijer is psycholoog en tegenwoordig adviseur in veranderingsprocessen.
In 2014 speelde hij opeens weer een competitiewedstrijd voor Groningen. Tegenstander Lars Ootes was twee keer jeugdkampioen van Nederland geweest, maar dat wist Brenninkmeijer niet. Ootes op zijn beurt wist niet wie Brenninkmeijer was. De Groninger won. Zou hij weer vaker gaan schaken? Misschien wel, maar eigenlijk moest hij op zaterdag langs de lijn staan bij het voetballen van zijn zoontje. Weer een schok, de geniale schaker Joris Brenninkmeijer was een gewone man.
Hij speelt nu twee of drie partijen per jaar. In de achtste competitieronde won hij de schoonheidsprijs van uitgeverij New in Chess. Niet voor een spectaculaire aanvalspartij, maar voor een partij waarin hij met zwart liet zien hoe je het Siciliaans strategisch hoort te spelen. Het had voor de juryleden Hans Ree en Herman Grooten misschien wel iets mystieks. We zien onze oude makker bijna nooit meer, maar hij kan het gewoon nog.
Van Beek-Brenninkmeijer
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 a6 5.Ld3 g6 6.Le3 Lg7 7.Pd2 Pf6 8.f4 0-0 9.0-0 d6 10.a4 Pbd7 11.P4b3 e5 12.Pc4 d5 Als je met zwart in het Siciliaans ongestraft d5 kunt spelen, moet je dat meteen doen. 13.Pxe5 dxe4 14.Pxd7 Lxd7 15.Le2 Dc7 16.a5 Le6 17.Lb6 Dc8 18.Ta4 Pd5 19.Tc4 Db8 20.Lc5 Ook 20.Txe4 Pxb6 21.axb6 Lxb2 levert wit geen voordeel op. 20…Tc8 21.Ld4 Txc4 22.Lxc4
Partij in de viewer:
Op Koningsdag een feestelijke schaakrubriek
Schaakproblemen, waarbij op het bord de stukken in de vorm van letters of cijfers worden getoond, zijn gemaakt bij een bijzondere gelegenheid.
Tweezet 929 is een cadeau voor de Israëlische schaakvrienden en gecomponeerd ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de staat Israel. Die wordt dezer dagen gevierd en op 14 mei zal het hoogtepunt van de feestelijkheden plaatshebben. De zwarte stukken vormen een “7” en de witte een “0”.
Tweezet 930 is gemaakt ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de SGP. Zoals op het diagram is te zien, vormen de stukken het getal “100”.
Ook onder schaakvrienden kan er feest zijn. Woensdag trouwde Jonathan Wolvers met Tanja Roos.
Schaker Jonathan werkte mee aan het spellenplein op de Wegwijsbeurs. De vele simultaanseances schaken die daar plaatsvonden, deden danken aan de goeie oude tijd. Niet te vergeten waren de mooie simultaanseances van internationaal meester Rob Hartoch.
Op het diagram 931 vormen de witte stukken de voorletter van de bruid en de zwarte stukken die van de bruidegom – een bruid is vaak in het wit en het kostuum van een bruidegom heeft meestal een gedekte kleur.
Voor alle drie schaakproblemen geldt: wit begint en geeft mat in twee zetten.
Het Schots wordt wel wat vaker door grootmeesters gespeeld dan Bob Wilders aangeeft. Zo won Jorden van Foreest met het Schots in het Tata Steel toernooi van jeugdwereldkampioen Aryan Tari met wit in 22 zetten. Hij speelt deze opening zo nu en dan met succes.