Pareltjes, bliksem en zwijnen
Een verslag door: Benno de Jongh, foto’s: Harry Gielen
Wie wint die Weekender? Op Hemelvaartsdonderdag meldden zich ruim zeventig deelnemers aan de start van het Weekendtoernooi Groninger Combinatie & NOSBO PK 2018, om pas na zeven ronden op zondagavond antwoord te kunnen geven op die vraag. Bezoekers uit alle delen van Nederland, vele locals en een enkele verdwaalde Duitser, Bosniër en Rus besloten een lang, gezellig schaakweekend in Groningen door te brengen. Onder hen acht titelhouders, van wie GM Sipke Ernst en IM Lucas van Foreest volgens de bookmakers de uitgesproken favorieten waren.
Voor het eerst werd het zogenoemde Versneld Zwitsers van stal gehaald. In Jip en Janneke-taal betekent dit indelingssysteem dat in de eerste ronden de echt goede niet tegen de echt slechte hoeven, en er dus meer leuke partijen zijn. Over de voor- en nadelen kan lang gediscussieerd worden – en er zal ongetwijfeld tot in den treure over gesoebat zijn op verscheidene schaakforums – iets dat we hier zullen nalaten te doen. Een voorzichtige conclusie valt wel te trekken: over gebrek aan interessante partijen was allerminst te klagen. De honderden fans die op het evenement afkwamen of het thuis via internet volgden konden hun schaakhart ophalen en zonder veel moeite de nodige pareltjes ontwaren. Voor de mindere goden onder de deelnemers was het resultaat van dit nieuwe systeem een stoelendans die soms leidde naar een plekje tussen de grote jongens, op een van de prestigieuze live-borden. Daar horen we eigenlijk ook thuis als we simpelweg niet zoveel blunders zouden maken, toch? Om na een verliespartij weer af te moeten druipen naar de andere kant van de zaal, waar het opeens kilometers lopen lijkt naar je ‘oud-collega’s’. Tussen winst en verlies, tussen hoop en vrees, tussen grootmeester en patzer. Kortom: het onevenwichtige leven van de toernooischaker in een notendop en een lang weekend gevat.
De topborden, met op de voorgrond verrassing Casper Rupert en jeugdtalent Pham Khoi
Tot zover het gevoel, terug naar de feiten, naar de keiharde punten. En om maar direct met de deur in huis te vallen, het toernooi werd met 6½ punten uit 7 ronden een kluif voor Lucas van Foreest. Lucas won het beslissende onderlinge duel tegen Ernst en kan zich een jaar lang de beste schaker van Noord-Nederland noemen, een droom die uitkomt voor de jongeman. Naar eigen zeggen stond Van Foreest in geen enkele partij minder. Nadere inspectie met Stokfish en Rybka laat echter zien dat Lucas een paar keer flink zwijnde. Het tekent de branie van de tweede Van Foreest-telg. Optimisme en zelfvertrouwen zijn een deugd in het schaken, en stralen wellicht ook af op z’n tegenstanders. Zoals het geval leek in de partij tegen Eelke de Boer, waarin de IM een toren weggaf (Stap 2), maar uiteindelijk kon afwikkelen naar remise (Stap 6).
Eelke de Boer – Lucas van Foreest, ronde 3, stelling na 25.Pb2-d1. Van Foreest staat na 26…Da1 duidelijk beter, maar denkt zich een handigheidje te kunnen permitteren met 26…Dd4. De Boer ziet echter dat hij na 27. Dxb8 Txb8 28. Txd4 exd4 29. Lc6 vrij simpel een toren op kan halen. Van Foreest heeft met zijn verbonden vrijpionnen net voldoende compensatie om remise te houden. Noem het stellinggeluk, noem het branie, noem het een vooruitziende blik.
Van Foreest: “Ik heb goed gespeeld. Voor het eerst in mijn nog prille schaakcarrière ben ik zaken achter het bord gaan uitrekenen. Ik ben erachter gekomen dat dat handig is, rekenen. Dat ga ik vaker doen.” Zijn doel voor dit kalenderjaar is een rating van 2500 en de GM-titel te bereiken, waarvoor hij een laatste norm nodig heeft. De mens achter de schaker wil dit jaar ook zijn schoolexamen halen. Dat de doorgaans patent geklede youngster niet alleen geïnteresseerd is in schaken, bewijst hij met zijn mini-colleges voor en na de partijen aan z’n ‘peers’ over de moderne geschiedenis. Maar schaken blijft voorlopig toch de hoofdmoot.
Lucas van Foreest test zijn rekenvaardigheden
“Mijn lastigste partij van het toernooi was misschien wel tegen Casper Rupert in ronde 6”, aldus Lucas. “Normaal gesproken maken spelers van zijn niveau na de opening snel een fout, maar hij bleef goede zetten doen en mij onder druk zetten. Ik had het idee tegenover een 2400-speler te zitten. Speelt hij 26.Df8! dan kan direct de vrede getekend worden.”
Lucas van Foreest – Casper Rupert, ronde 6, stelling na 26.Te6-e8+. Nu is 26…Df8! de beste. Wit is gedwongen met de dame te slaan op f4, waarna zwart kalm terugneemt met de g-pion. Er volgt een afwikkeling naar een ongelijke-lopereindspel, waar wit na een paar nauwkeurige zetten tevreden mag zijn met remise.
Van Foreest: “In de laatste ronde tegen titelverdediger Nick Maatman kwam er veel theorie op het bord, maar ik denk dat ik gedurende de partij druk bleef zetten waar hij uiteindelijk voor zwichtte.”
Sipke Ernst kijkt met belangstelling naar de openingszetten in het duel tussen Eelke de Boer en Nick Maatman
Voor Sipke ‘Spike’ Ernst leek aanvankelijk alles op rolletjes te gaan, tot hij tijdens de onvermijdelijke clash tussen de twee favorieten in de 5e ronde blunderde met 22.Txf7. “Zo zie je maar weer dat één zet je toernooi kan maken of breken,” aldus de grootmeester. In een eerder interview beschreef hij z’n speelstijl als ‘jazzy’. Ogenschijnlijk soms rommelig, maar altijd in dienst van het grote plaatje, de volledige compositie. Behalve die ene valse noot tegen Van Foreest voerde Ernst in z’n kenmerkende losse stijl al z’n andere partijen soepel naar de winst, maar kwam uiteindelijk met 6 punten toch een halfje te kort voor de gedeelde toernooiwinst.
Sipke Ernst – Lucas van Foreest, ronde 5, stelling na 21…Lg6xe4. “De zet van het toernooi”, aldus Ernst, “maar helaas wel in negatieve zin.” Ernst denkt met 22.Txf7 z’n loper met een pion rente terug te winnen. Maar na 22…Txf7 23.Te1 Te8 24.Txe4 heeft zwart het schaakje 24…Lh2+, waarna de overgebleven toren natuurlijk veel sterker is dan de loper. Ernst gooide een paar zetten later de handdoek op het schaakbord.
Bonno Pel is ook zo’n schaker wiens stijl uit duizenden te herkennen is. Kenmerken: ongrijpbaar in de voorbereiding, rustige opzet, niet te dogmatisch, langzaam terrein veroveren. En dan – als alles in positie staat – gaat de tactische doos van Pandora Pel open, en laat hij z’n tegenstander vaak even verbaasd als kansloos achter. Het resultaat is niet zelden een lange, interessante partij. De FM (standplaats Brussel, heimat Groningen) speelde een puike partij tegen Hendrik ‘Bughouse’ de Groot en kwam goed weg tegen Selwin Keuning. Een partij verliezen van teamgenoot Ernst is geen schande. Dat in combinatie met een ‘verstandige bye’ leverde het hem uiteindelijk 5½ punt en de spreekwoordelijke bronzen plak op. Daarvoor moest hij in de laatste ronde nog wel even een vechtpartij winnen van Bram Klapwijk. In de vroege avond brak de hemel boven Groningen open, de bliksem schoot in het bord, maar Klapwijk kon zich niet beroepen op noodweer. Pel – waarvan het niemand verbaast dat hij verantwoordelijk was voor de laatste partij van het toernooi – verzilverde uiteindelijk met de nodige precisie het eindspel toren plus loper tegen toren.
Opperste concentratie en een witte loper op g2. Bonno Pel ten voeten uit
Jasper Geurink kon zijn goede vorm van de afgelopen maanden niet voortzetten. Ondanks dat hij door de bookies als ‘dark horse’ werd bestempeld, kon hij de rol van serieuze outsider niet waarmaken. Hij verloor van Eelke de Boer en Bram Klapwijk. Naar eigen zeggen maakte zijn winst in de laatste ronde tegen Bruno Jelic een hoop goed, “zeker op esthetisch vlak”.
Gedeeld vierde met vijf punten werden: Jasper Geurink, Nicolai Amir, Eelke de Boer, Simon Elgersma en Casper Rupert. Eelke de Boer en Simon Elgersma kan je inmiddels geen jeugdtalenten meer noemen, zeker niet nu ze steeds luider op de deur van de Groningse top kloppen.
Jasper Geurink – Bruno Jelic, ronde 7, slotstelling na 24.Pe3-f5. Een droomstelling voor wit, een ramp voor zwart. Elk wit stuk is sterker dan zijn zwarte tegenpool, het paard op h8 is nog sneuer dan de beroemde evenknie van Ree. Jelic, die overigens voor de rest een prima toernooi speelde, kon het niet langer aanzien en gaf op.
Casper Rupert kan gerust de verrassing van het toernooi genoemd worden. Een verrassing die nog groter had kunnen zijn, als Rupert in de zesde ronde tegen Van Foreest het reeds genoemde Df8! niet alleen had gezien, maar ook had gespeeld. Zal hij nog vaak, badend in het zweet, wakker worden en ‘zwarte dame naar f8’ uitschreeuwen? Waarna z’n vrouw – die naast hem ligt – zal vragen: ‘Wie is toch die zwarte dame over wie je elke nacht droomt?’ De vraag stellen is hem beantwoorden. De SISSA 2-speler vermorzelde in de laatste ronde overigens wel Bas de Boer, waardoor hij toch nog kon terugkijken op een zeer strak toernooi. Na een verlies in de eerste ronde (Versneld Zwitsers Gambiet?) speelde hij compromisloos schaak, waar hij zijn tegenstanders regelmatig door zowel vlag als stelling joeg. Dit seizoen bewees de Stadjer in de Eerste Klasse KNSB reeds met de grote jongens mee te kunnen, met een TPR van ruim 2300. Als hij zijn stijl zou perfectioneren en iets minder flegmatiek en gehaast zou spelen, zou hij wellicht een volgende stap kunnen maken. Uiteindelijk ging hij er terecht met de prestigieuze ratingprijs vandoor.
Casper Rupert – Bas de Boer, ronde 7, stelling na 15…Db8-b6. Dit mag je met recht een mislukte zwarte Slaaf noemen. Wit profiteert met 16.Lxc4 want na 16…bxc4 17.Tb1 wint wit een stuk vanwege de dreiging Pd6+. Zwart gaf de dame, maar moest enkele zetten later zijn tegenstander een handje geven.
Al met al waren er absurd veel en hoge prijzen te verdelen. Sommige spelers staan in meerdere categorieën vermeld, waarbij aangetekend moet worden dat ze in dat geval slechts in aanmerking komen voor de prijs met de dikste enveloppe. De categorieprijzen gingen naar:
Rating 1850-2099: Casper Rupert en Nicolai Amir Rating 1650-1849: Daan Noordenbos, Henk Seijen en Sjoerd Rookus Rating t/m 1649: Jaap van der Graaf, Geert van der Velde, Jannes Westerhof Senioren (geb. 1958-1962): Russel Spears, Jaap van der Graaf, Richard Koes Veteranen (geb. voor 1958): Henk Seijen Jeugd (geb. 1998-2002): Lucas van Foreest Jeugd (geb. 2003 of later): Eelke de Boer
Ook op lagere borden werd gestreden als leeuwen, zoals hier door Frans Vermeulen en Jannes Westerhof
Zoals elke schaker weet; de laatste ronde kan je toernooi maken of breken, waarbij het rekenen lastiger en lastiger wordt. Het is aan niet-schakers moeilijk uit te leggen dat bij deze sport conditie en energie een essentiële rol spelen, en dat twee partijen op één dag geen kattenpis is. Elke schaker gaat daar anders mee om. De eerste eet een reep chocolade voor zijn energiepeil, de tweede pakt een korte remise, de derde een biertje en de vierde blundert een dame weg. Dat leeftijd in dezen niet altijd doorslaggevend is bewees Staunton-icoon Henk Seijen, die in de laatste ronde een solide remise speelde tegen de Hendrik de Groot, die hem in rating bijna 400 punten overtroeft en qua leeftijd in Seijen de meerdere moet erkennen, met maar liefst 60 jaar verschil.
Rest ons nog de professionele organisatie te bedanken voor wederom een geslaagd toernooi: Wim van Beersum, Fons ’the Fonz’ van Hamond en Roland Kroezen.
Ook was de kenmerkende gastvrijheid van het Denksportcentrum weer een prettige ervaring, dank Ria Rus voor de goede zorgen. Tot volgend jaar!
Kijk HIER voor alle uitslagen, standen, partijen en overige informatie.
Bij de partij Caspar Rupert – Bas de Boer staat: “stelling na 15…, Db8-b6“. Maar de dame komt denk ik van d8, niet b8?