Top-40 Nederlandse schakers. 4: Loek van Wely
Het duurde nog vrij lang voordat Loek van Wely kampioen van Nederland werd, maar toen werd hij het ook zes keer achter elkaar. Toen hij negen jaar na zijn zesde titel een tweede topperiode inging, mocht hij zich definitief een van de allergrootste Nederlandse schakers aller tijden noemen.
Loek van Wely (geboren 7 oktober 1972) werd in 1988 en 1989 jeugdkampioen van Nederland en debuteerde in 1991 op het NK met een vijfde plaats. In de rest van de jaren negentig werd hij twee keer derde, twee keer vierde en een keer achtste. Het lukte in eigen land dus nog niet, terwijl hij over de hele wereld successen haalde in open toernooien. Van Wely won open toernooien in Berlijn 1991, Philadelphia 1992, New York 1996 en Antwerpen 1996.
In 1996 vroeg Kamski hem als secondant voor zijn WK-match tegen Karpov. Van Wely zei ja en belde vanaf Schiphol nog even een KNSB-bestuurder om te zeggen dat hij toch maar niet meedeed aan het NK. De programmaboekjes waren echter al gedrukt en de jonge wereldreiziger kon een groot conflict nog net afwenden met een schadevergoeding voor nieuwe boekjes. Een jaar later, december 1997, haalde hij bij het FIDE-WK in Groningen (voor het eerst een knock-outtoernooi) de kwartfinale. Van zijn prijzengeld van 76.800 dollar, waarvan hij eerst luidkeels aan journalisten voorrekende hoeveel FIDE-heffing, BTW en inkomstenbelasting hij daarvan moest betalen, zou hij vervolgens een dikke BMW kopen. Dat deed hij ook, maar pas nadat hij eerst zijn rijbewijs haalde.
Die bravoure was er ook in interviews en andere mediamomenten, als de vraag aan de orde was wie de sterkste schaker van Nederland was. Timman, Piket en Van Wely gingen gelijk op. De mediastrijd leidde tot een match tegen Timman in 1998 in Breda. Na drie partijen stond Van Wely twee punten voor, maar Timman kwam terug tot 5-5. Van Wely won de barrage van rapidpartijen, maar verkondigde direct dat hij het gelijkspel als een nederlaag beschouwde.
In 1999 won hij voor het eerst een gesloten toernooi op wereldniveau: de Rubinstein Memorial in Polanica Zdroj (Polen). Van Wely scoorde 7 uit 9 en eindigde voor Goerevitsj en Onisjoek. Daarmee pareerde hij kritiek (onder andere van Timman) dat hij alleen maar open toernooien kon winnen.
Zes keer kampioen
Loek van Wely was in Nederland dus al een grote, toen hij in 2000 eindelijk Nederlands kampioen werd. Hij eindigde een vol punt voor zijn generatiegenoot Piket, wat hem goed gedaan moet hebben. Een jaar later werd hij eerste samen met Van den Doel en in 2002 met Tiviakov. Beiden versloeg hij in de rapidbarrage. In 2003 en 2005 liet hij Tiviakov en Stellwagen achter zich, tussendoor werd hij kampioen voor Sokolov en Tiviakov. Zes Nederlandse titels op rij, steeds met een sterke bezetting. Sinds Euwe had nog niemand zoiets gepresteerd.
Op andere Nederlandse toernooien was Van Wely in die tijd ook succesvol. Dieren (open NK) won hij in 1999, Vlissingen in 2001 (gedeeld). De kroonvierkamp in Hoogeveen won hij in 2001 samen met Judit Polgar. Misschien wel zijn grootste toernooizeges waren de Lost Boys Toernooien in Amsterdam in 2001 en 2002. In het eerste jaar scoorde hij 7,5 uit 9, een vol punt voor Timman, Piket, Sokolov en Sutovski. Dat was dus ook belangrijk voor de Nederlandse hiërarchie. In 2002 scoorde hij zelfs 8,5 uit 9 en bleef anderhalf punt voor op Sokolov, Nijboer en Handke. Verder achter hem eindigden Sutovski, Timman en Goerevitsj. Dat zijn grootste successen open toernooien waren, kon je intussen onmogelijk meer als minpunt zien. Als je dat ooit al zo gezien had.
Tijdje weggeweest
In 2006 won Van Wely een open toernooi in Foxwood. In dat jaar werd hij derde op het NK. Daarna speelde hij in zeven jaar nog slechts één keer mee, hij werd vierde in 2010. In 2006 had Jan Nagel het NK met veel bombarie naar Hilversum gehaald met hoge prijzengelden, maar een jaar later plofte de prijzenpot plotseling ineen. Dat was voor Van Wely en enkele andere toppers reden om niet meer mee te spelen. In latere jaren kwam daarbij dat Van Wely probeerde een bestaan als pokeraar op te bouwen.
In 2014 was hij er echter weer bij en bleek zijn relatieve inactiviteit hem geen schade te hebben gedaan. Van Wely werd eerste samen met Tiviakov, die hij versloeg in de barrage van snelschaakpartijen. Een jaar later moest hij alleen Giri voor laten gaan en in 2016 verrassend Jorden van Foreest. In 2017 werd Van Wely opnieuw kampioen, na een barrage tegen Ernst. Twee eerste en twee tweede plaatsen in vier jaar, zijn ‘pensioen’ moest hij toch nog even uitstellen. In 2016 won hij ook Vlissingen met 8 uit 9.
Mondiale top honderd
Op de Olympiade kwam Van Wely van 1992 tot en met 2016 alle dertien keer uit voor het Nederlandse team. Vanaf 2000 uiteraard (vijf keer) aan het eerste bord. Zijn score van 59% is redelijk, gezien de tegenstand. Belangrijker is, dat hij in 2001 en 2005 aan het topbord speelde van het Nederlandse team dat Europees kampioen werd. Zelf scoorde hij bijna vijftig procent, zijn ploeggenoten op de lagere borden droegen de punten aan. Alle spelers werden benoemd tot Lid van Verdienste van de KNSB.
Van Wely kwam in 1992 de top honderd van de wereld binnen op plaats 85. Tot op heden staat hij daar met slechts kleine onderbrekingen in. In januari 2001 stond hij twaalfde, in oktober van dat jaar tiende, eenmalig in de top tien. Na januari 2002 (veertiende) verliet hij de top twintig.
Ik zet Loek van Wely op 4. Zou hij verder komen dan zijn bijna vier jaar oudere rivaal Jeroen Piket, was een tijd de vraag. Die vergelijking doorstaat hij moeiteloos.
2 …
3 …
4 Loek van Wely
5 Hein Donner
6 Jeroen Piket
7 Genna Sosonko
8 John van der Wiel
9 Ivan Sokolov
10 Sergei Tiviakov
11 Hans Ree
12 Paul van der Sterren
13 Friso Nijboer
14 Lodewijk Prins
15 Erwin l’Ami
16 Theo van Scheltinga
17 Dimitri Reinderman
18 Salo Landau
19 Jan Smeets
20 Nico Cortlever
21 Hans Bouwmeester
22 Coen Zuidema
23 Frans Kuijpers
24 Dirk van Foreest
25 Gert Ligterink
26 Erik van den Doel
27 Jorden van Foreest
28 Kick Langeweg
29 Daniel Stellwagen
30 Eddie Scholl
31 Henri Weenink
32 Robin van Kampen
33 Hans Böhm
34 Rini Kuijf
35 Hoan Liong Tan
36 Haije Kramer
37 Daniël Noteboom
38 Norman van Lennep
39 Rudy Douven
40 Rob Hartoch
Als u linksboven in het scherm klikt op ‘top 40’, kunt u langs alle voorgaande afleveringen scrollen.
De top-40 is niet gebaseerd op ratings en titels, maar op de positie en prestaties van Nederlandse schakers ten opzichte van hun tijdgenoten, nationaal en internationaal.
Loek was ook gewoon bij de Olympiade in Baku in 2016!
Bedankt, ik heb het aangepast. Ik dacht dat hij non-playing captain was, maar dat was dan bij het laatste EK.
De bravoure is uit zijn jeugdjaren, hij noemde zichzelf KingLoek. Misschien zijn z’n eigen verwachtingen niet helemaal uitgekomen, maar nummer 4 van Nederland is natuurlijk niet mis. De laatste jaren is ie volgen mij veel rustiger, bedachtzamer en sympathieker geworden. Misschien is vaderschap wel een rustgevende rol.
Het verhaal over de BMW gaat nog iets verder. In no time was deze total loss!