“Selecteren” door Theo Mooijman. Column van Schaakvereniging Promotie.
De column van Theo gaat over wat wij als schakers bij (bijna) elke zet doen: selecteren.
De Hockeybond kwam begin onlangs in het nieuws omdat hij adviseert om geen selectietrainingen en selectie wedstrijden meer te houden voor kinderen tot 12 jaar. Te veel stress voor de kinderen en teveel boze ouders als hun kind niet in het gewenste team komt te spelen. Verder wordt gesteld dat het nog niet zo veel nut heeft omdat bij veel kinderen het talent op latere leeftijd naar boven komt.
Bij de verenigingen wordt er verschillend over gedacht en dat vermag niet te verbazen.
Is het niet beter om het hele jaar door te beoordelen in plaats van een duidelijk selectiemoment?
Loop je niet het risico dat de kinderen onder de druk van de kortstondige selectie hun kunnen niet goed etaleren? Is het wel zo dat de niveauverschillen op die leeftijd nog niet zichtbaar zijn?
Kinderen moeten op school ook toetsen maken, dat is toch ook stressvol? Kinderen moeten toch leren met teleurstellingen om te gaan? Kinderen moeten toch vooral plezier in de sport hebben, dat is toch belangrijker dan prestaties?
En dan de ouders. Die voegen door hun verwachtingspatroon extra stress toe. Kinderen willen hun ouders graag tevreden stellen. En dan zijn er nog ouders die hun status ontlenen aan het sportsucces van hun kinderen.
Ik heb nooit langs de hockeyvelden gestaan, maar des te meer langs de voetbalvelden. Daar stonden in de tijd dat een van mijn zoons voetbalde bij elke wedstrijd zo veel mensen langs de lijn, dat kon de spelertjes niet ongemoeid laten. De clubmensen waren elke zaterdag bezig met beoordelen en regelmatig ging het gerucht dat er een scout aanwezig was. Extra stress voor de uitblinkers, de rest wist toch wel dat die niet voor hen gekomen was. Elf seizoenen heb ik alle ontwikkelingen van zeer nabij meegemaakt en het is echt zo dat de degene die het beste waren op 7 jarige leeftijd, dat als jong volwassenen nog steeds waren. Al moet ik toegeven dat toegewijde spelers met de juiste mentaliteit en lichaamsontwikkeling, ook met beduidend minder talent, tot het eerste team kunnen doordringen. En dat er ouders waren die op onaangename wijze hun kinderen ‘coachten’, al zou er beter van ‘opjagen’ gesproken kunnen worden.
In de tijd dat wij veel schaakjeugd hadden (ik spreek over de jaren tachtig) hadden wij meerdere jeugdteams en ik moet eerlijk bekennen dat het woord ‘selectie’ toen nooit bij ons opgekomen is.
Wij, de jeugdinstructeurs, wisten wie de besten waren en als die ook extern wilden spelen was het klaar. Daar kwamen geen ouders aan te pas.
Hoe anders is het dertig jaar later. Wij zouden het basisschoolkampioenschap organiseren en ik bood aan van de school die de accommodatie zou leveren, het team te begeleiden. Er meldden zich meer kinderen aan dan in een team pasten en aangezien ik sowieso alle kinderen een keer wil toetsen sprak ik af dat de belangstellenden twee woensdagmiddagen zouden komen. Eén middag om de kennis op te frissen en zo nodig aan te vullen en één middag om te selecteren via onderlinge duels. Ik selecteerde vijf spelertjes voor een team van vier die zouden rouleren.
Lees de column hier verder!