Is het standpunt KNSB inzake wereldkampioenschap schaken voor scholieren voldoende??
De KNSB heeft de volgende verklaring gepubliceerd op de website:
De KNSB heeft vernomen dat Tunesië het 7-jarige meisje Liel Levitan niet toelaat tot het wereldkampioenschap schaken voor scholieren omdat zij de Israëlische nationaliteit heeft. Tunesië organiseert volgend jaar deze wedstrijd.
De KNSB betreurt ten zeerste de afwezigheid van Liel Levitan bij dit kampioenschap. Het onthouden van een visum aan haar als Israëlische, betekent dat zij niet in staat wordt gesteld om aan dit kampioenschap mee te doen. Dit is in strijd met de reglementen van de FIDE, waarin staat dat FIDE-evenementen altijd toegankelijk moeten zijn voor vertegenwoordigers van aangesloten bonden.
De KNSB roept de FIDE op te waarborgen dat schakers uit Israël, en van alle aangesloten bonden, in staat worden gesteld om de komende jaren mee te doen aan dit toernooi. Indien deze garantie niet kan worden gegeven, dient de FIDE de toewijzing in te trekken.
Maar wat gaat de KNSB nu doen wanneer de organisatie besluit om Liel niet uit te nodigen en haar te blijven boycotten? Wat te doen dan? Namens Nederland niemand uitzenden naar toernooien wanneer er sprake is van discriminatie? Is een oproep zoals nu gedaan is krachteloos? Of is het voldoende? Wat vinden de lezers van Schaaksite hier van?
(tekst wat aangepast om 12:40 uur)
Deze oproep vind ik inderdaad wat krachteloos. Het is aannemelijk dat de FIDE helemaal niets met deze oproep zal doen en het is vervolgens waarschijnlijk dat de KNSB dan ook verder helemaal niets meer zal ondernemen.
Daarnaast komt de gekozen bewoording wat overdreven op me over. “De KNSB betreurt ten zeerste…” – het is natuurlijk voor dat meisje jammer dat ze niet mee mag doen en de reden hiervoor is verwerpelijk.
Dit is bepaald geen nieuw fenomeen. Zie bijvoorbeeld dit artikel.
Het is de vraag wat je eraan kunt doen. Je kunt een klacht indienen bij de Ethics Committee en die kan voorstellen aan het FIDE-bestuur dat de verantwoordelijke afgezet wordt. Dan is er een tweederde meerderheid nodig van de Executive Board om dat uit te voeren (lauw kans). De Ethics Committee kan de zaak ook voorleggen aan de Algemene Vergadering op het volgende FIDE-congres; dan is slechts een gewone meerderheid nodig – maar zelfs als men daar tot afzetten overgaat, is het waarschijnlijk al te laat.
Misschien maakt stille diplomatie meer kans. Wellicht is men in Tunesië op zich niet zo tegen het deelnemen van Israëliërs aan sportevenementen, maar schrikt men terug voor de veiligheidsrisico’s. Een paar jaar terug speelden Israëlische jongeren in het WK in de Verenigde Arabische Emiraten (zeg ik even uit het hoofd). De situatie werd toen opgelost door hen onder de FIDE-vlag te laten spelen. Dat leidde ook al tot protesten op webforums, maar in werkelijkheid was dit compromis met medewerking van de Israëliërs tot stand gekomen, omdat alle partijen inzagen dat veiligheid absoluut een issue was. Spelen via internet (zoals Fischer ook eens via de telex ‘op Cuba’ speelde) is wellicht ook een mogelijkheid.
Tunesië heeft bepaald geen regering van scherpslijpers, integendeel: ze staan op het punt om, voor een Arabisch land, zeer verregaande wetgeving in te voeren onder andere ter bescherming van vrouwen- en homorechten.
Ze is alsnog toegelaten: www.timesofisrael.com/tunisia-under-pressure-lets-7-year-old-israeli-girl-in-for-chess-tourney/