Een bezoek aan de Olympiade, een reisverslag
Aangezet door foto’s op internet en beelden van “Wie is de mol”, hakte ik in januari de knoop door: ik zou mijn vakantie doorbrengen in Georgië. Toevallig vindt de Olympiade dit keer in Georgië plaats. Niet in de hoofdstad Tbilisi, maar in Batumi aan de Zwarte Zee. Een uitgelezen kans om het meest prestigieuze schaakevenement ter wereld eens te bezoeken. Ik besluit het te combineren, Tbilisi en Batumi.
Terwijl de eerste ronde bezig is arriveer ik in Batumi, na een treinreis van 5 uur vanuit Tbilisi. Na te hebben ingecheckt in mijn hotel besluit ik om maar direct naar de speelzaal te gaan. Na een wandeling van een klein half uur, waarvan het laatste stuk door de arme wijk van de stad, vind ik de speelzaal. Van buiten lijkt het wel een soort tent. Bij de ingang moet ik meteen mijn tas, camera en telefoon inleveren en moet door de metaaldetector. Anti-cheating, heet dat. Dat er voor mij een perskaart klaarligt, geregeld met hulp van de KNSB doet niet ter zake.
Ik loop direct naar de publieke tribune. Van boven lijkt de speelzaal erg klein. “Is dit echt alles?” De tribune is hooguit voor 10% gevuld. Een dag later kwam ik er pas achter dat er een tweede, veel grotere, speelzaal was waar geen toeschouwers mogen komen. Daar spelen de “lagere” borden. In luttele ogenblikken vind ik de Nederlandse vrouwen. Aan de buitenkant, waardoor ik ze snel kon vinden, maar ik kom niet dicht genoeg bij om de stellingen te kunnen zien. Op zoek naar de mannen. Een speurtocht zonder succes. Ik besluit mijn perskaart maar eens te gaan ophalen. Dat was zo geregeld. Terug naar de ingang om mijn spullen weer op te halen. Ik mag echter niet door dezelfde ingang weer naar binnen. Nee, ik moet de hoek om en via een andere ingang het gebouw in. Weer detectiepoortjes, maar met mijn perskaart mag ik alles meenemen: tas, camera, zelfs mijn telefoon. Terug naar de tribune, in de buurt van het damesteam. Een foto van bovenaf genomen, niet super, maar beter dan niks. Ik zie anderen op de tribune op hun telefoon kijken en besluit de mijne ook te pakken. Ik kan de partijen volgen, niemand die er iets van zegt. Een dag later wordt ik hierbij wel teruggefloten door de beveiliging. Opnieuw een speurtocht naar de mannen. Na geruime tijd zoeken zie ik Anish Giri en vindt daarna ook de anderen. Te ver weg voor een goede foto. Beide teams winnen met 4-0.
Op de tweede speeldag ben ik ruim driekwartier voor aanvang van de ronde aanwezig. Mijn ervaring bij Tata Steel Chess leert dat je voor aanvang van de partijen vaak mooie foto’s kunt maken van de vroegkomers. Bij de spelersingang staan lange rijen. Ik meldt me bij de ingang waardoor ik gisteren ook naar binnen mocht. Maar nee, nu moet ook de pers via de spelersingang naar binnen. Wat? Er staan al lange rijen spelers en coaches en nu moet ook de pers er nog bij? Ik sluit maar braaf aan en kom gelijk de eerste bekende tegen, de Belgische bondscoach Luc Cornet, tevens speler bij DJC Stein. Even later sluit achter mij het Duitse damesteam aan met de half-Nederlandse Sarah Hoolt die twee keer te gast was bij mijn club. De wachttijd blijkt mee te vallen. Even later blijkt waarom, de controles zijn niet erg streng. Ik moet wel door de detectiepoorten, maar na een blik op mijn perskaart wordt niet eens in mijn tas gekeken.
En zo beland ik in het mekka van de schaakwereld, de speelvloer van de Olympiade. Van beneden ziet de hal er gelijk een stuk groter uit. De tweede speelzaal blijkt enorm te zijn. De speelomstandigheden lijken me uitstekend. Alleen de lampen zorgen ervoor dat er bewegende schaduwen op het bord te zien zijn als iemand langsloopt. Lijkt me erg hinderlijk, maar ik lees of hoor er geen klachten over. Tijd om te beginnen met fotograferen, nu het nog mag. Ik ga ervan uit dat ik 10 minuten na het begin van de partij uit het spelersgebied moet vertrekken, net als bij Tata Steel Chess. Dat blijkt niet zo te zijn, zelfs uren later wordt er nog volop gefotografeerd en gefilmd vanaf de speelvloer. Dit voorbeeld volgend besluit ik gewoon door te gaan met fotograferen zo lang niemand er iets van zegt (hetgeen niet gebeurt). Uiteraard doe ik alle moeite om de spelers niet te hinderen. Nu kan ik de Nederlandse dames en heren van dichtbij fotograferen. Iozefina Paulet ontspant vlak voor de partij met de autobiografie van oud-premier Ruud Lubbers. Natuurlijk beperk ik me niet tot de Nederlanders. Ik zoek de toppers op, vooral degenen die ik nog nooit eerder ben tegengekomen en de Belgische, Duitse en Luxemburgse teams. Er zijn ook hele kleurrijke figuren bij. De dames uit Barbados hebben de kleuren van hun vlag verwerkt in hun kapsel. Twee Turkmeense dames hebben bijzonder fraaie hoofdeksels op. Een van hen weet de veel sterkere Anna Muzychuk (400 punten verschil) op remise te houden. De Tadzjiekse coach draagt een traditionele hoed. De Duitse heren vallen op een andere manier op, met paardenstaart, tuinbroek en bierbuik. Team USA heeft fraaie blauwe colberts. Een enkel team heeft een mascotte. De Nederlandse dames natuurlijk, met een leeuw, maar ook de Spaanse, met een eekhoorn in Spaanse kleuren. Natuurlijk lopen er ook genoeg niet-spelende beroemdheden rond: de legendarische Nona Gaprindashvili, kandidaat voor het FIDE-presidentschap Nigel Short, uiteraard topfotografe Alina L’Ami en de commentatoren Sopiko Guramishvili en Ivan Sokolov.
Iozefina Paulet
De dag erna besluit ik om eerst de stad verder te verkennen. Buiten de boulevard blijkt er niet veel te zien te zijn. De 2 musea die ik had uitgezocht blijken klein, met een collectie van bijeengeraapte objecten die soms weinig met elkaar te maken hebben. Dan toch maar naar de speelzaal. Helaas is het gaan regenen en ik was zonder jas weggegaan uit het hotel. Mijn jas ophalen heeft weinig zin, want voordat ik in het hotel aankom ben ik toch al nat. Even doorstappen dus. Tegen de tijd dat ik aankom ben ik toch behoorlijk nat, maar ja, dat droogt wel. De camera blijft in de tas, ik probeer de partijen te volgen en de atmosfeer te proeven. Als de meeste partijen uit zijn loop ik naar de uitgang. De regen is inmiddels een plensbui geworden. Dit is niet meer om doorheen te lopen, zeker niet zonder jas. De organisatie helpt mij aan een taxi. Voor 5 ₾ (Lari), d.w.z. nog geen 2 euro, wordt ik voor de deur van het hotel afgezet.
De vierde speeldag is voor mij de laatste. Ongeveer een uur voor de start van de ronde ben ik in de speelzaal. Het beleid blijkt weer te zijn aangescherpt, nu mag ook de pers de telefoon niet meer mee naar binnen nemen. Daar blijkt nog niet iedereen van de organisatie van op de hoogte, waardoor er enige discussie ontstaat. Uiteindelijk laat ik mijn telefoon bij de ingang achter. Ik grijp de laatste kans aan om foto’s te maken. De pers dromt samen rond de topper USA-India. Met enige moeite lukt het mij om een goede positie in te nemen. Het schaakstel Alexandr Fier en Nino Maisuradze blijkt graag bereid mee te werken aan een foto. Later blijkt dat de regels nog verder aangescherpt zijn. Ik wordt verzocht te stoppen met fotograferen, het maken van foto’s blijkt beperkt te zijn tot het eerste half uur. Na ruim een uur spelen komt het moment om afscheid te nemen. Tijd om met de trein terug te gaan naar Tbilisi
Sopiko Guramishvili
Heel leuk om te lezen. Aangezien je het over een perskaart hebt, vraag ik me af voor welke pers je schrijft en of je daar nog een link van hebt.
Jaap, ik schrijf niet (behalve dan dit verslag), mij gaat het om de foto’s. Ik ben geen professional, maar maak een aantal keren per jaar foto’s bij toernooien, doorgaans in Nederland. Deze komen vooral op mijn Facebookpagina terecht, wel steeds keurig getagd zodat ze goed te vinden zijn. Mijn album over de Olympiade heeft nu 122 likes van over de hele wereld.
Ik vind het belangrijk dat toernooien ook visueel zichtbaar zijn, niet alleen wat verslagen en partijen.
Ik zie dat iemand de layout gefixed heeft. Bedankt!. Na het publiceren zag ik dat er nogal wat witruimtes rond de foto’s waren, maar het was te laat op de avond om er nog lang aan te sleutelen. Vandaag moest ik weer op tijd op het werk zijn.
Ik vind je verslag tof en waardeer je moeite, dus ik bedoel dit niet verkeerd. Wat heb je moeten doen voor een perskaart? Kan elke bloggende terrorist een perskaart krijgen? Hoe werkt zoiets?
Je vraagt het aan (of laat het aanvragen) en dan krijg je er een, of niet.
Dat is wel waar het op neerkomt.