Schaakrubrieken weekend 13 oktober 2018
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Onoverwinlijke Chinees
China won alles op de olympiade in Batumi. Goud voor het team van de mannen en van de vrouwen. Sinds 1986, toen de Sovjet-Unie in Dubai alles won, was er niet zo’n dubbele overwinning geweest. Verder was de gouden medaille voor het beste resultaat aan het eerste bord bij de mannen voor Ding Liren en bij de vrouwen voor de wereldkampioene Ju Wenjun. Je kunt het Chinese succes relativeren door er op te wijzen dat door het wonderlijke tiebreaksysteem hun overwinning afhing van de uitslag in de laatste ronde tussen Bangladesh en Panama. Als Panama had gewonnen, was de Verenigde Staten winnaar van de olympiade geworden. En bij de vrouwen was het ook maar door een mirakel in de laatste minuten dat niet Oekraïne maar China won.
Maar toch. Bij de vrouwen won China al zes keer de olympiade en bij de mannen nu twee keer. Het WK voor landenteams, dat in de oneven jaren wordt gehouden, werd de laatste twee keer door China gewonnen. Sinds 1991 is er bijna permanent een Chinese vrouwenwereldkampioen en slechts af en toe kwam er eventjes iemand uit een ander land tussen. Slechts één hoge prijs ontbreekt nog in hun prijzenkast, de allerhoogste: het persoonlijk wereldkampioenschap bij de mannen. De belangrijkste troef voor die titel is Ding Liren, 25 jaar oud, die vierde op de wereldranglijst staat sinds de olympiade. Daar liep hij nog met krukken, doordat hij in juni op een excursie tijdens een toernooi in Noorwegen van zijn fiets was gevallen, maar dat weerhield hem niet van grote prestaties. Sinds augustus vorig jaar heeft Ding 88 partijen met klassieke bedenktijd gespeeld zonder nederlaag. Geen wereldrecord, maar het scheelt niet veel. Dat het beslist niet komt doordat hij voorzichtig zou spelen, kun je zien aan zijn woeste partij uit de voorlaatste ronde, toen Polen nog bovenaan stond in het klassement.
Ding Liren (China) – Jan-Krzysztof Duda (Polen), olympiade 2018
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 dxc4 5. e4 b5 6. e5 Pd5 7. Pxb5 Pb6 8. Le2 Pc6 9. 0-0 Le7 10. Dd2 Nieuw. Wit brengt zijn dame zo snel mogelijk naar de koningsvleugel. 10…0-0 11. Df4 Tb8 12. Pc3 f5 13. Dg3 Kh8 14. Td1 Pb4 15. b3 cxb3 16. axb3 a6 17. Lc4 Pc2 18. Ta2 Pb4 19. Ta1 Pc2 20. Ta2 Pb4 21. Te2 Geen remise door zetherhaling. 21…a5 22. d5 Eerst een pionoffer. 22…exd5 23. e6 Ld6 24. Dh3 Df6 Niet meteen 24…dxc4, want na 25. Pg5 h6 26. Pf7+ zou wit winnen. 25. Pb5
Partij in de viewer:
Kopman Ding neemt China op sleeptouw
China won de Olympiade in Batoemi, nadat was vastgesteld dat de tegenstanders die het team had ontmoet het net iets beter hadden gedaan dan die van de Verenigde Staten. Als Panama en Georgië 3 wat hoger hadden gescoord, zou de verdeling van goud en zilver andersom zijn geweest. Nu kwam Amerika 12 tiebreakpunten tekort.
De verliezers klaagden niet. Twee jaar geleden wonnen de Verenigde Staten het goud met een nog kleinere tiebreakvoorsprong op Oekraïne. De smalle marges zijn levensgroot vergeleken met die van de spannendste Olympiade uit de geschiedenis. In 1980 besliste een door Griekenland gewonnen afgebroken partij in de slotwedstrijd tegen Schotland het toernooi in het voordeel van de Sovjet-Unie. Eén tiebreakpunt verwees Hongarije toen naar de tweede plaats.
Rusland eindigde nu op de derde plaats dankzij vier overwinningen op rij in de slotronden. De grootmacht van weleer liep halverwege het toernooi zware averij op en speelde een ondergeschikte rol in de strijd om de hoofdprijs. Het trof aanzienlijk zwakkere tegenstand dan Polen, dat alle toplanden ontmoette, maar ten slotte bleef steken op de vierde plaats.
Veel dank is China verschuldigd aan de van een heupbreuk herstellende kopman Liren Ding. Hij bleef ongeslagen en leverde de beste ratingprestatie van de eerste bordspelers. In de cruciale wedstrijd tegen Polen won hij een formidabele partij.
Ding–Duda (China-Polen)
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 dxc4 5. e4 b5 6. e5 Pd5 7. Pxb5 Pb6 8. Le2 Pc6 9. 0-0 Le7 10. Dd2 0-0 11. Df4 Tb8 12. Pc3 f5 13. Dg3 Kh8 14. Td1 Pb4 15. b3 cxb3 16. axb3 a6 17. Lc4 Pc2 18. Ta2 Pb4 19. Ta1 Pc2 20. Ta2 Pb4 21. Te2 Ding noemde dit een riskante beslissing. Zijn moed werd beloond. 21 …a5 22. d5 exd5 23. e6 Ld6 24. Dh3 Df6 25. Pb5! Ding vond deze prachtzet nadat hij had vastgesteld dat 25. Pg5 h6 26. Pf7+ Txf7 27. exf7 Dxf7 zwart ruime compensatie geeft voor de kwaliteit.
Partij in de viewer:
Olympiade (slot)
De op papier beste drie landen hebben op de tweejaarlijkse schaakolympiade uiteindelijk ook alle podiumplaatsen bezet: China, Amerika en Rusland behaalden 18 matchpunten. In precies deze volgorde want bij gelijk eindigen bepalen de punten die de respectievelijke tegenstanders hebben behaald en zo besliste een wedstrijd uit de lagere regionen (Panama – Bangladesh) de definitieve uitkomst. Een zwak tiebreaksysteem waar men maar niet van af wil. Hopelijk gaat de nieuwgekozen FIDE-president daar wat aan doen. De Rus Arkady Dvorkovich is de opvolger van de omstreden Kirsam Iljumzjinov die vanwege malafide praktijken begin dit jaar op non-actief was gesteld. Dvorkovich, 46 jaar, was vicepremier van Rusland en is voorzitter van de Russische Spoorwegen. Zijn vader was internationaal arbiter op schaaktoernooien. Op de gedeelde vierde plaats kwamen Polen en Engeland met 17 matchpunten. Het jonge Poolse team, dat als elfde aan deze mondiale krachtmeting begon, presteerde dus feitelijk relatief het beste. In de tiende ronde stonden ze zelfs op de eerste plaats maar verloren toen van China.
En dan Nederland. We hadden pech en dat kwam uit onverwachte hoek. Direct na de vijfde ronde kreeg Sergey Tiviakov het bericht dat er bij hem thuis in Groningen was ingebroken. Sergey was een belangrijke steunpilaar voor het team, hij stond toen op de perfecte score van 4 uit 4. Hij kon zich niet meer goed focussen, dacht aan zijn kostbaarheden uit verre en vreemde streken, en verliet het team om ter plekke poolshoogte te nemen. Vanaf dat moment was de voorbereiding op Nederland, met een vaste opstelling van de overgebleven vier, een stuk makkelijker. Tot en met de negende ronde (3-1 winst op Moldavië) konden onze mannen nog de boel bij elkaar houden en stond Nederland op een keurige gedeelde tiende plaats. Maar in de twee slotronden voltrok zich een duikeling: eerst verlies van India (1-3) en toen ook nog van Mongolië (1,5-2,5), zodat we in de slotstand op plaats 40 terecht kwamen. Aan de individuele scores kun je aflezen hoe groot de persoonlijke bijdrage was.
1. Anish Giri, met 8,5 uit 11 haalde hij de beste prestatie aan het eerste bord. Een uitstekende kopman. Hiermee verstevigde hij zijn vijfde plaats op de wereldranglijst.
2. Erwin l’Ami, 6,5 uit 10, met slechts één verlies (tegen topper Wesley So) een gedegen prestatie en dus een goede tweede bord speler, een speler waarop je kunt vertrouwen.
3. Loek van Wely, met 4 uit 9 bleef hij ver achter bij de verwachtingen. Aan de lagere borden moet gescoord worden. Het begin was goed (3,5 uit 5), toen kwam de man met de hamer.
4. Jorden van Foreest, met 5 uit 10 was de score matig en ook in zijn partijen ontbrak het lef waarmee hij zo snel is gestegen en wat hem kenmerkt.
5. Sergey Tiviakov, 4 uit 4 (!) maar helaas door overmacht moest hij het strijdtoneel verlaten waardoor zijn teamgenoten het zwaarder kregen.
Een paar hoogtepunten van onze beste mannen.
Viorel Iordachescu is een grootmeester uit Moldavië (Elo 2600). Hij heeft zich stevig opgesteld en ontmoedigde wellicht met zijn laatste zet acties op de koningsvleugel. In luttele zetten wordt hij echter weggeblazen en komt de betere, centrale positie van de witte stukken tot uiting.
25.g4! g6? Dat is vragen om moeilijkheden, alleen 25…hxg4 26.hxg4 g6 biedt enige verdediging. 26.gxh5 gxh5 27.Kh1 Tg8 28.De2 exd4 29.Pxd4 Tg6 30.Dxh5+ Th6 31.Dxf7+ Kh8 32.Pg4 Lxd4 33.Pxh6 Dh4 34.De6 Lf2 35.Tg1 zwart gaf op hij loopt spoedig mat.
Yanghi Yu was een wonderkind (nu 24 jaar) en staat op de dertiende plaats op de wereldranglijst. Hij zat al in het team toen China de Olympiade 2014 won. Zwart kan geforceerd winnen met 77…Ld3 78.Lf1 Lf5 79.La6 Kg2 80.Lb7+ Kh2 81.Lc6 Lh3 82.Lb7 Lg2 83.La6 Ld5 84.Lf1 Lc4. Maar Yu speelde 77…Lf5?? 78.Lxf5 g2 79.Le4+ Kxe4 80.Kf2
remise en Yu begreep toen pas wat er was gebeurd en greep naar zijn hoofd.
De monografieën van McFarland Publishers zijn altijd (zowel qua inhoud als uitvoering) van imponerende kwaliteit en voor de in de schaakgeschiedenis geïnteresseerden onmisbaar. Zo ook de biografie van Reuben Fine van de hand van Aidan Woodger (ISBN 978 1-47667532-9). Deze in 1914 geboren grootmeester van RussischJoodse origine groeide op in de Bronx, zeg maar een Vogelaarwijk, maar werd als talent herkend door de bekende trainer Pandolfini en naar de Marshall Chess Club gehaald.
Hij ontwikkelde zich tot een kandidaat voor de wereldtitel door in 1938 het legendarische AVRO-toernooi te winnen, samen met Keres. Hij versloeg in dit toernooi drie wereldkampioenen: Botwinnik, Euwe en Aljechin. Door de Tweede Wereldoorlog werd zijn carrière gebroken en daarna kon hij het topschaken niet meer opbrengen – hij gaf voorkeur aan andere zaken. Het is opmerkelijk dat drie Amerikanen hun veelbelovende en succesvolle schaakloopbaan plotseling afbraken om verschillende redenen: Morphy, Fine en Fischer. Dan nu een partij die stamt uit een match in Mexico (1934) tegen Torre, een geniale Mexicaan die stopte na een zenuwinzinking.
Torre-Fine
1.e4 c6 2.d4 d5 3.f3 e6 (3..dxe 4.fxe e5 5.Pf3 exd 6.Lc4) 4.Pc3 Pf6 5.Le3 Le7 6.e5 Pfd7 7.f4 c5 8.Pf3 Pc6 9.Lb5 Db6 10.0-0 0-0 11.Kh1 a6 12.Lxc6 bxc! 13.Pa4 Da5 14.c3 cxd 15.cxd c5 16. Tc1 c4 17. g4 aanval maar de witte stukken staan niet goed 17..f6 18. Tf2 fxe 19.fxe Lb7 20.Dc2 Lc6 21.Pe3 tot nu toe niet veel spannends maar dan: 21..Pc5!! 22.Tcf1 (22.dxc d4 23.Lxd4 Lxf3† 24.Kg1 Tad8) Pd3 23.Tg2 Pxe5 nu moet wit wel nemen 24.dxe d4 25.Pe4 dxe 26.Kg1 (26.Dxc4 Dd5 27.Dxd5 Lxd5) Dd5 27.Pc3 Dd3 het simpelst 28.Dx3 cxd 29.Tg3 e2 en wit geeft op. Een ander boek van McFarland (met dank aan Cat van Eurospan) gaat nog verder terug in de historie, namelijk naar het Berlijn van het midden van de negentiende eeuw, waar het schaakleven bloeide als nooit tevoren. Het boek van de heren Renette en Zavaratelli draagt de titel Neumann, Hirschfeld en Suhle, 19th Century Berlin Chess (ISBN 978-14766-7379-0). De auteurs nemen ons mee door de bruisende stad, waar geen koffiehuis zonder schaakbord was. We treffen meer dan 700 partijen aan, waaronder (natuurlijk) vele gambieten, want het was koffiehuis-schaak. Maar we vinden ook vele ‘normale’ partijen van de geniale schakers uit die tijd. We komen uiteraard de beroemde Bilguer tegen, deskundig blind-speler, maar vooral de man van het beroemde Handbuch des Schachspiels, waarvan de eerste drukken op veilingen nog steeds grote bedragen opbrengen. Ik ben al blij met de zevende druk … Ook de heer Mendheim komen we weer tegen (uit het besproken boek van Nickel), de man van de Aufgaben-büchern uit 1814 en 1832. Eveneens boeken waar de verzamelaar naar hijgt en waarvoor hij de beurs trekt. Het is wellicht goed om even op te merken dat deze standaardwerken natuurlijk niet voor een appel en een ei te verkrijgen zijn, de prijzen verschillen nogal per winkel en per site.
Partij in de viewer:
Probleem 2702 is een 2-zet van Gross:
Olympiade gaat uit als een nachtkaars
Het ging zo goed met het Nederlandse team en het eindigde zo slecht. Vorige week sloot ik het tussenverslag over de Olympiade af met de mededeling dat de eindklassering zou afhangen van wie de laatste drie tegenstanders zouden zijn. Je kunt door toeval een sterk of minder sterk team tegen je krijgen. De indeling was redelijk gunstig. Eerst werd Moldavië met 3-1 verslagen, daarna volgde het sterke India. Die wedstrijd werd verloren met 3-1. De laatste tegenstander was Mongolië en dat was gewoon een tegenstander die verslagen moest worden. Nederland verloor echter met 2,5-1,5 en eindigde op de veertigste plaats, de laagste positie in de geschiedenis die teruggaat tot 1927.
Er was een ongelukkige omstandigheid. Sergei Tiviakov, die was begonnen met vier overwinningen, ging spoorslags naar huis toen hij hoorde dat er bij hem in Groningen was ingebroken. Het vijftal werd daardoor een viertal en, zo was op vele plaatsen te lezen, dat was een voordeel voor de tegenstanders. Die konden zich daardoor op één speler voorbereiden, terwijl ze anders moesten gokken tegen wie ze zouden spelen. Mooi bedacht, maar dat is echt geen excuus om van het kleine schaakland Mongolië te verliezen. Dat de Nederlanders per persoon meer partijen moesten spelen, is ook geen ijzersterk excuus bij een toernooi over elf ronden.
Het Nederlandse team heeft een goed toernooi gespeeld, maar kreeg met Amerika, China en India drie loodzware tegenstanders. De slotwedstrijd was de enige slechte prestatie. Een overwinning had de achttiende plaats opgeleverd, wat niet dramatisch veel lager zou zijn geweest dan de vooraf berekende plaats dertien.
Vorige week in de tweede ronde van de KNSB-competitie werden alle bordjes alweer verhangen. De drie grootste favorieten hebben nu elk een wedstrijd verloren. En Passant (Bunschoten-Spakenburg) gaat aan de leiding. Jan Willem van de Griendt won een heerlijke partij.
Mollema (HMC Den Bosch)-Van de Griendt (En Passant)
1.d4 Pf6 2.c4 c5 3.d5 b5 4.cxb5 a6 5.bxa6 g6 6.Pc3 Lg7 7.e4 d6 8.g3 0-0 9.Pge2 Pbd7 10.Lg2 Lxa6 11.f4 Db6 12.Kf2 Wit had gewoon kunnen rokeren, had dat nog beter in plaats van f4 kunnen doen, maar heeft een opvallend idee. 12…Pg4+ 13.Kf3
Partij in de viewer:
Voor beginners A7758
Voor gevorderden B7758
Deze week geen bijdrage.
Heel jammer dat het Nederlandse team de verwachtingen niet kon waarmaken. Maar eigenlijk is het beter om te zeggen dat dit het slechtste resultaat was sinds 1960, toen er voor het eerst 40 landen meededen. In 1927 in London veroverde Nederland de 4e plek in een veld van 16 deelnemende landen met Euwe en Weenink aan de topborden.
Je kunt de resultaten van vandaag de dag met geen mogelijkheid vergelijken met die van vroeger. In de jaren 70 en 80 was het prachtig als je achter de Sovjet-Unie, Hongarije, Joegoslavië en de Verenigde Staten ergens als vijfde, zesde of zevende eindigde. En als het Oostblok wegbleef (1976), kon Nederland met de Verenigde Staten om de overwinning strijden.
Maar de Sovjet-Unie is inmiddels opgesplitst in 15 teams waarvan in ieder geval Rusland, Oekraïne, Armenië en Azerbeidzjan een stuk sterker zijn dan Nederland. En als Nederland nu tegen bijvoorbeeld India speelt is India (op papier/rating) favoriet, waar dat dertig jaar geleden andersom was. China was vroeger een gunstige loting, met uitzondering van Hein Donner in 1978, maar nu moet een Nederlands team in de sterkste samenstelling hopen dat het tegen Ding Liren, Yu Yangyi, Bu Xiangzhi en Wei Yi stand kan houden.
Wat betreft het artikel van Bab Wilders: het lijkt me sterk dat de in 1914 geboren Fine is ontdekt door de in 1947 geboren Pandolfini. Misschien even in de war met Caruana?
Bij hetzelfde artikel van Bob Wilders. Weten we nog wat een Vogelaarwijk is? De Bronx is een wijk in New York, die naar ik lees al in 1639 ontstaan is in Nieuw Nederland en vernoemd werd naar de Zweed Jonas Bronx. De wijk herbergt van oudsher veel immigranten, eerst uit Europa en daarna uit Midden en Zuid-Amerika. Dat geeft dan de link naar de Nederlandse versie.