Walk like an Egyptian
Kent u het nummer ‘Walk like an Egyptian’ van The Bangles uitgebracht in 1986?
Aardig nummer dat ook van toepassing is op Bassem Amin, de Egyptenaar die ‘the finals’ van de Open groep in Hoogeveen op zijn naam wist te schrijven. Hij wandelde als het ware door het toernooi, alsof het hem geen moeite kostte. En ook met de gekke formule in het Open toernooi, namelijk dat de eerste vier van de ranglijst zich plaatsten voor een soort Play-offs, had hij ook geen moeite. Zijn tegenstander in de halve finale en de tweede in de finale werden door hem met speels gemak opzij gezet. En zo wist de man uit Egypte, met de hoogste Elo-rating zijn reputatie waar te maken.
Laten we even teruggaan naar het moment dat ik u verlaten heb, met het verslag na de zesde ronde.
In de zevende ronde speelden de koplopers remises tegen elkaar en stelden zo hun plaats bij de laatste vier vast. Hoe zat het ook alweer. Toernooidirecteur Loek van Wely, die wel van een lolletje houdt, heeft vorig jaar bedacht dat het Open toernooi na zeven ronden toch een beetje anders dan anders zou moeten eindigen. Dus zouden de eerste vier zich kwalificeren voor de ‘Finals’. Daarbij zou nummer één tegen nummer vier uitkomen en nummer twee tegen nummer drie. De rest van het Open toernooi is dan ontdaan van zijn vier koplopers en mogen nog twee ronden verder spelen en bepalen wie dat gaat winnen.
De stand leverde op dat we in de halve finale de volgende twee partijen op het programma stonden: Kryakvin – Van den Doel en Amin – Safarli.
Om te beginnen met de als laatst genoemde partij. Amin creëerde een geïsoleerde pion op d5 en haalde die op instructieve wijze van het bord. Het resterende eindspel speelde hij heel strak naar de winst en zo kwam hij, als ratingsterkste, in elk geval in de finale terecht. Ondertussen was er een waar gevecht ontstaan in de partij tussen Van den Doel en de Rus Kryakvin. De Leidse grootmeester kwam prima uit de opening en al vrij snel raakten de twee spelers verwikkeld in een eindspelbattle.
Zwart had het loperpaar en hij won al vlotjes een pion en toen leek de rest een kwestie van techniek. Dat is nu net iets dat je Van den Doel wel kunt toevertrouwen, maar misschien speelde vermoeidheid een rol of was er iets anders aan de hand, maar feit is dat Erik zijn pluspion al heel snel, volledig onnodig, terugblunderde. Maar hij ging onverstoorbaar verder nadat hij zich over deze teleurstelling had heengezet. En hij kreeg zowaar winstkansen. Want de geheimen van dit eindspel werden door beide spelers niet helemaal ontsluierd. Kijkt u even mee?
Wit kan nu zijn paard voor zwarts b-pion offeren. Dat gaat met 55. Pd7+! Kxb5 56. Pxb6 Kxb6 57. Ke2 Lg1 58. Kf1 Ld4
Helaas slaagde Erik niet in zijn missie. Hij liet het remise lopen en moest toen een tiebreak spelen. De eerste partij werd remise maar in de tweede kreeg hij opnieuw het loperpaar in handen maar de winstkansen waren klein. En ook nu liep het uit de hand. Een zelfpenning bracht hem danig in de problemen en een paar zetten later moest hij opgeven. Dat was pure pech, want de finale tegen Amin, die inmiddels – zoals gezegd – zich makkelijk had ontdaan van Safarli, had heel interessant kunnen worden. Nu kon Van den Doel zichzelf nog belonen met de derde prijs als hij de Azeri zou verslaan. Maar de reguliere partij eindigde in remise. En opnieuw ging Erik de barrage in. Daar werd hij echter in de eerste partij overmeesterd en hij slaagde er helaas niet in om te winnen. Het werd remise en zo eindigde zijn toernooi, ondanks zijn uitstekende spel, in een sof.
Terug naar de Egyptenaar. Amin begon een combinatie, maar zijn tegenstander, Kryakvin combineerde er ook lustig op los. Zijn tegentruc bevatte echter een grote lek en toen was het dus abrupt voorbij.
De eindstand van deze kruisfinales werd dus:
En hoe verliep het met het deelnemersveld in het Open toernooi, die nog twee ronden moesten spelen? Daar had Roeland Pruijssers in de laatste ronde de zege voor het grijpen tegen zijn clubgenoot Thomas Beerdsen. Maar hij verzuimde toe te slaan en moest toen berusten in remise. Uiteindelijk eindigden vier spelers op de gedeelde eerste plaats met 6½ uit 9.
De eindstand van het restant van het Open aan kop:
ANALYSE
Kryakvin, Dmitry – Van den Doel, Erik
1. d4 d5 2. c4 c6 3. cxd5 cxd5 4. Lg5 Pc6 5. Pc3 f6 6. Ld2 Pxd4 7. e3 Pc6 8. Dh5+ g6 9. Dxd5 Ld7 10. Pf3 e6 11. Db3 Pa5 12. Dc2 Tc8 13. Ld3 Ph6 14. O-O Le7 15. Pd4 Pf7 16. Dd1 O-O 17. Tc1 Pe5 18. Lb1 Pac4 19. b3 Pxd2 20. Dxd2 Da5 21. Pe4 Dxd2 22. Pxd2 Txc1 23. Txc1 Tc8 24. Txc8+ Lxc8 25. f4 Pg4 26. Pf1
26…e5!
Natuurlijk bevrijdt hij zijn loper van c8 en ondertussen jaagt hij het paard van d4 weg.
27. fxe5 fxe5
Het paard heeft geen goed veld.
28. h3
Dit kost min of meer een pion. Want op 28. Pf3 volgt 28… Lc5 en zwart wint pion e3. En 28. Pc2 is nadelig vanwege 28…Lf5.
28…exd4 29. hxg4 dxe3 30. Pxe3 Lc5 31. Kf2 Lxg4
32. Le4 b6 33. b4 Ld4 34. a4
34…h5?
Maar wat doet Erik nu? Heeft hij niet gezien dat pion g6 gaat hangen? Dat kan ik me niet voorstellen. Hij heeft ongetwijfeld gedacht dat wit in een soort eeuwige penning zat en dat hij met zijn koning met tempo naar f4 zou kunnen lopen met de koning om het paard te winnen. Maar dan heeft hij wits verdediging gemist. 34…Kf7 is natuurlijk prima voor zwart.
35. Lxg6 Kg7 36. Le4!
De loper gaat zo snel mogelijk naar f3 om ervoor te zorgen dat hij veld e2 krijgt voor de koning en zo de penning ongedaan maakt.
36…Kf6 37. Lf3
37…Ke5
Hij vervolgt zijn plan, maar het mooie is er vanaf. Hij kon nog steeds op het loperpaar spelen met 37…Ld7 maar de winstkansen in het resterende eindspel na 38. Lxh5 Lxa4 zijn te smal om dit als een reële poging te beschouwen. [38…Kg5 39. Ld1 Kf4 40. g3+ Ke4 41. Lc2+ en wit staat zelfs een pion voor maar zal er ook niets mee kunnen doen.] 38. Lxg4 hxg4
Er dreigt nu …Ke4 met stukwinst.
39. Ke2 Kf4 40. Pd5+ Kg3 41. Kf1 a6
42. b5
Natuurlijk legt hij die pion op de voor zwart verkeerde kleur vast.
42…axb5 43. axb5 Lc5 44. Pf6 Kf4 45. Ke2 Kf5
46. Pd7 Lg1 47. Kd3 Kf4 48. Ke2 Ke4
49. Pf6+ Kf5 50. Pd7 Ke6
Hoe het paard moet springen is ingewikkeld. Kryakvin kiest ervoor via de koningsvleugel iets voor elkaar krijgen. Hij accepteert daarmee dat hij pion b5 moet opgeven. Ik zat te kijken naar 51. Pb8 om het paard op a7 op te bergen. Hoewel dat een afschuwelijk veld lijkt, houdt het paard daar wel pion b5 gedekt en het duurt te lang om het paard met de koning te verdrijven. Met de loper lukt dat wel, maar dat moet dan via veld b8 en dan volgt Pc6 waarna de loper hangt. In varianten: 51…Lh2 52. Pc6 Kd5 53. Ke3 Kc5 54. Pa7 (zie analysediagram)
51…Kd5 52. Pg6 Kc5 53. Pe5 g3 54. Kf3 Lh2
55. Pd3+?
Een stap in de verkeerde richting. Ik heb vanaf nu de neiging om geen uitroeptekens en vraagtekens uit te delen, want nu blijkt dat wit simpel remise kan forceren. Maar beide grootmeesters hebben kennelijk niet door dat het eindspel waarin zwart een loper meer heeft, maar door de pion op g3 NIET kan winnen. Het gaat om de stelling na 55. Pd7+! Kxb5 56. Pxb6 Kxb6 57. Ke2 Lg1 58. Kf1 Ld4 (zie analysediagram)
55…Kxb5 56. Ke4 Kc4 57. Pe5+ Kc3
De witspeler heeft op dit moment geen idee waar hij mee bezig is, denk ik. Gek genoeg is 58. Kf4 voldoende voor remise. Bijvoorbeeld: 58…b5 [Veel kansrijker lijkt 58…Kd2 maar wit houdt het op het nippertje binnen de marge. Bijvoorbeeld: 59. Pc4+ Ke2 60. Pxb6 Kf2 61. Pd5 Kxg2 62. Pe3+ Kf2 63. Ke4 (zie analysediagram)
58…b5
Uiteindelijk moet de b-pion het werk doen en daarom zet zwart die in beweging. Zwart had nu ook verder kunnen gaan met 58…Kd2!? 59. Pf4 Lg1 60. Kf3 Lf2 61. Pd5 b5 (zie analysediagram)
59. Pc5
59…b4
Opnieuw komt 59…Kd2!? (zie analysediagram)
60. Pa4+?
Maar de witspeler heeft het nog altijd te kwaad met dit eindspel. Nu had hij de pion onschadelijk kunnen maken met 60. Pa6! b3 61. Pc5 b2 62. Pa4+ Kc2 63. Pxb2 Kxb2 en we weten inmiddels al dat als de witte koning veld f1 bereikt, de remise vaststaat. 64. Ke3 Kc2 65. Ke2 Lg1 66. Kf1 Lc5 en het is weer remise.
60…Kc2!
Correct gespeeld van Van den Doel. De winst is binnen handbereik.
61. Kd4 b3
Hier was 61…Lg1+ 62. Kc4 b3 wel zo simpel. Na 63. Kd5 (zie analysediagram)
62. Ke3
Wat doet hij nou? Met 62…Lg1+ 63. Kf3 Ld4! (zie analysediagram)
63. Pxb2 Kxb2 64. Ke2 Kc3
Vermoedelijk heeft hij nu pas door wat hij gedaan heeft en daarom maakt hij er snel een einde aan.
Hij kon natuurlijk ook de loper bevrijden met 64…Lg1 maar dat maakt geen verschil voor de uitslag van de partij, zoals we al eerder gezien hebben. 65. Kf1 La7.
65. Kf1 Kd2
½ – ½
De eindstand van het Open aan kop na 9 ronden luidt:
ANALYSES
De geanalyseerde partij van den Doel-Kryavkin was het eerste vluggertje niet de reguliere partij.. vandaar dat er geblunderd werd hier en daar.
Dat verklaart een hoop… De volgende keer gaan we een lightning partij van Herman diep analyseren…. 😉
Ik denk dat de verwarring ontstond omdat het ongebruikelijk is dat in een match maar één partij met reguliere bedenktijd gespeeld wordt.
Wel vervelend dat het inderdaad een vluggertje was en dat verklaart het een en ander. Ik was helaas niet thuis toen de partijen gespeeld werden en toen ik ’s avonds de partijen probeerde te downloaden, ging dat niet helemaal vanzelf. Uit de downloads kon ik helaas niet duidelijk opmaken wat de reguliere partijen was en wat de vluggertjes. Niettemin was het uiterst interessant en leerzaam eindspel dat natuurlijk door twee zeer sterke spelers ook voor een groot deel wel uitstekend behandeld werd. Omdat het eindspel altijd mijn interesse heeft, vond ik het leuk om dit eindspel uitvoerig te analyseren. Overigens wist ik dat het remise was, omdat een partij van een clubgenoot ooit op een analoge manier zo eindigde en die clubgenoot dacht dat het gewonnen was. Dat was dus ook een wreed ontwaken om er ineens achter te komen dat het een vesting is. Soms is het schaken onrechtvaardig…
Erik speelde een halve finale (geen match). De eerste partij was inderdaad de partij met de “normale” bedenktijd, zoals je aan de klokken kunt zien. De overige twee partijen van de halve finale werden, zoals Erik zelf al aangeeft, gespeeld met 3+2. Hetzelfde geldt voor de partijen op de laatste speeldag om de derde en vierde plaats. De eerste partij is de reguliere partij en de overige twee zijn tiebreaks. Het is al een wonder dat alle zetten van de vluggertjes zijn doorgekomen.
Spelersportretten van de Open staan hier.