Tata in de media (1): Carlsen niet blij met WK-match
Magnus Carlsen heeft meer plezier in het Tata-toernooi in Wijk aan Zee dan in november in de WK-match in Londen. Dat zei hij voorafgaand aan het toernooi in een ontmoeting met journalisten. Dat hij zich thuisvoelt in het schaakdorp, zal niemand verbazen.
Jeroen Haarsma, chef-sport van het Noord-Hollands Dagblad en andere regionale kranten: “Hij neemt het woord meerdere keren in de mond: ‘Pressure’. De druk, altijd maar weer die druk. Eerst was er dat stempel van wonderkind, tegenwoordig wordt hij als de Messi van het schaken neergezet. De allergrootste.”
Ook de WK-match gaf hem te veel druk en hij overwoog nooit meer om het wereldkampioenschap te spelen. Carlsen houdt niet van het format: “Geef mij maar een veld met meer deelnemers, met meer snelheid en de wetenschap dat je wedstrijden moet winnen in plaats van vooral niet verliezen.”
Volgens Haarsma beschouwt Carlsen Wijk aan Zee als zijn tweede huis, waar hij op dertienjarige leeftijd doorbrak. Hoewel: “Donderdag was er geen wind en geen regen! Dat zijn totaal nieuwe omstandigheden. Maar gelukkig, vandaag is alles zoals vanouds.”
Als kind van dertien wilde Carlsen vooral veel schaken en had hij geen grote ambities. Dat vond hij relaxed en dat mist de wereldkampioen nu.
Wijk aan Zee heeft op Carlsen een therapeutische werking op zijn geest, zo meent de journalist. Carlsen: “De vertrouwde geluiden en de lucht hier, ze zijn in vijftien jaar niet veranderd. Het mooie aan dit toernooi is dat het me herinnert aan makkelijkere tijden.”
Robèrt Misset, sportredacteur van de Volkskrant, zat duidelijk bij hetzelfde persgesprek. “Het schaaktoernooi in Wijk aan Zee is voor Magnus Carlsen een jaarlijkse pelgrimage naar zijn jeugd, een weemoedige herinnering aan zijn vorstelijke debuut in 2004 toen hij als dertienjarige de C-groep met harde hand regeerde. ‘Ik was een kind dat onbezorgd wilde schaken. Het spel stond centraal, alleen het plezier telde. Grote ambities had ik niet. Nu valt dat kinderlijke genoegen nauwelijks meer op te roepen. Schaken om de wereldtitel is niet leuk.’”
De verslaggever over de WK-match: “Al in Londen etaleerde Carlsen de afkeer van zijn spel. De wereldtitel voelde als een last, hier zat een icoon achter het schaakbord die alles te verliezen had.” Misset schrijft dat het in het schaatsen allang onmogelijk is om olympisch kampioen worden op de 500 meter en de 10 kilometer, zoals Eric Heiden in 1980: het is een wereld van specialisten geworden. Maar Carlsen is heerser in alle disciplines en kon het daarom in de match laten aankomen op rapidschaak. Dat format was vreemd. Misset: “Twaalf remises in twaalf partijen waren slecht voor het imago van het schaken. Je bent een fervent voetballiefhebber, maar het publiek zag Lionel Messi streven naar een gelijkspel om de wedstrijd met strafschoppen te kunnen beslissen.” Carlsen: “Ik overleefde de achtste partij en ik was na een goede voorbereiding optimistisch voor de volgende partij. Helaas verknoeide ik mijn voordeel al snel. Daarna heb ik het opgegeven, ik besloot op een gelijkspel aan te sturen, in de wetenschap dat ik favoriet zou zijn in de tiebreaks. Ik ben het met je eens, die twaalf remises deden het schaken geen goed. Het moet ook anders in de toekomst.”
Over zijn keuze om in de laatste partij niet op winst te spelen: “De regels lieten het toch toe? Het was niet heel moedig, ik probeerde geen held te zijn door te schitteren in de laatste partij. Je mag me zelfs een lafaard noemen. Maar hé, ik heb gewonnen. Ik ben opnieuw wereldkampioen. En ik accepteer dat mensen mijn houding veroordelen.”
Op Carlsens opmerking dat hij misschien geen WK-match meer speelt, merkt Misset op dat de Zweedse tennislegende Björn Borg stopte toen hij 26 was. Carlsen, die een grote kennis heeft van sportgeschiedenis: “En zijn comeback werd een afgang. Maar ik kan me een carrière zonder wereldkampioenschap ook goed voorstellen. Ik heb alles gewonnen, ben al jarenlang nummer één van de wereld. Ik heb geen wereldtitel nodig om te bewijzen dat ik de beste ben.”
Robèrt Misset volgt het schaken al tientallen jaren. Jeroen Haarsma was onlangs in het nieuws met een (door de hoofdpersoon geautoriseerde) grote biografie van schaatslegende Kees Verkerk.
Ik heb groot respect voor Carlsen en zal altijd fan van hem blijven in de goede, maar ook mindere tijden mochten die ooit komen.
Ik vind die twee-kamp als al eerder geuit ook maar een onzinnige en niet realistisch format. Caruana heeft 12 wedstrijden de kans gehad en deze niet voldoende weten te benutten. Carlsen hoefde alleen maar zijn titel te verdedigen. Uiteindelijk gaat het om winnen binnen de regels en dat is uitstekend gebeurd.
In de trouw staat ook nog een mooi artikel over Giri, ook voor hem groot respect, staande blijven rondom veel kritiek.
Ik wens beide een mooi toernooi in Wijk aan Zee
In Trouw een artikel over Jorden van Foreest. Bedoel je NRC Handelsblad? Dat artikel heb ik nog niet en ik krijg er op internet geen toegang toe.
Bedoel inderdaad NRC, lees die krant normaal nooit, ma kwam er bij toeval op terecht
Dit is een openhartig interview dat Carlsen sympathiek maakt in mijn ogen. Aan de andere kant is de W.K. match zo’n geweldige traditie dat ik die toch niet zou willen missen. Ik heb ook nog nooit gehoord dat de grootmeesters van vroeger, die 24 of zelfs meer partijen moesten spelen er daarna niet meer aan wilden. Waar Carlsen wel een punt heeft is dat er nu elke twee jaar een WK match is i.p.v. elke drie jaar.
In NRC Handelsblad van zaterdag een interview met Giri. Vraaggesprek vond afgelopen week plaats tijdens de Meet en Greet in Alkmaar.