Together with the candidates
Tegenwoordig worden de kandidatentoernooien om de twee jaar gespeeld om te bepalen wie vervolgens de huidig wereldkampioen mag uitdagen. Sinds ik de top grootmeesters ben gaan volgen, ben ik niet anders gewend dan dat Carlsen deel uit maakt van deze wk-match. Echter was Carlsen nog wel de uitdager toen ik voor het eerst een wk-match intensief volgde. Sinds Carlsen echter aan de top staat is het nooit heel spannend geweest en dus zit ik elke twee jaar weer te hopen op een geschikte uitdager waar Carlsen een mindere score tegen heeft, waardoor we eindelijk weer eens een echt gevecht krijgen om de top. Uiteraard waren er dit jaar ook verschillende leuke partijen bij, maar 12 remises is toch niet waar ik graag naar kijk. Nu vindt het echte gevecht vooral plaats tijdens het kandidatentoernooien. Alexey Kuzmin gaat met zijn boek ‘Together with the candidates’ in op al deze kandidatentoernooien gespeeld tussen 1950 en 2018.
Opbouw:
Het boek bestaat uit zes hoofdstukken waarbij in elk hoofdstuk verschillende oefenopgaves behandeld worden uit partijen van de kandidatentoernooien. Achter alle opgaves van een hoofdstuk staan vervolgens de oplossingen die naar mijn mening bij verschillende opgaves zeer uitgebreid zijn. Gezien alle opgaves rechtstreeks uit partijen van kandidatentoernooien komen en dus op echt top niveau zijn gespeeld, zijn een groot deel van de opgaves lastige puzzels om op te lossen. Zeker de eerste hoofdstukken waren soms lastig om (volledig) op te lossen.
Hoofdstuk 1: Through the Pages of History
Kuzmin geeft zelf in zijn voorwoord aan dat hij vroeger al erg enthousiast was over de kandidatentoernooien en dat hij het zelf ook altijd erg interessant vond om alle uitslagen erbij te zien staan. In dit eerste hoofdstuk gaat hij door alle kandidatentoernooien heen van 1950 tot 2018. Bij elke toernooi geeft hij wat commentaar over het toernooi met daarbij alle uitslagen in de vorm van een kruistabel of knock-out schema. Daarnaast is ook minimaal één opgave te vinden uit het toernooi van dat jaar. Zeker gezien ik verre van bekend was met de geschiedenis van al deze toernooien vond ik het toegevoegde waarde hebben om te zien wie er wanneer meededen en hoe er nog het nodige is geëxperimenteerd met bijvoorbeeld het knock-out systeem en een combinatie van een volledige competitie met vervolgens halve finales en een finale zoals in 1985-87.
Hoofdstuk 2: Tests for Grandmasters
Vanaf hoofdstuk twee is er geen ruimte meer voor leuke verhalen over het verleden, maar gaat Kuzmin echt over naar het maken van opgaves. Zoals de titel al doet vermoeden is hoofdstuk twee een zeer lastig hoofdstuk met veelal partijen waarbij het soms dusdanig ingewikkeld kon worden dat ook de grootmeesters het zelf niet meer konden berekenen. Een mooi voorbeeld hiervan is de partij Aronian-Ding (2018).
In de partij werd er gekozen voor een zetherhaling via de zetten 19. Tb1, Da5 20. Tb5, Da6 21. Tb1, Da5 22. Tb5 1/2-1/2. Beide partijen kregen het blijkbaar niet meer doorgerekend of dachten dat ze er minder uit zouden komen indien ze door zouden spelen. In het boek zijn er twee testen over deze stelling. Vraag 1: Kan Aronian beter spel krijgen door 19. Tb2 te spelen? En vraag 2: Na 19. Tb1, Da5 20. Tb5, is 20…Lxc3 een optie voor Ding?
Leidt 19. Tb2 tot goed spel voor wit? 19. Tb2, Da5 20. cxd4, Dd5 21. dxe5!
Zwart kan proberen compensatie te gaan zoeken, maar zal nooit voldoende gaan vinden. Na 21… fxe5 volgt 22. Db3 met een duidelijke plus voor wit en na 21…Pxe5 22. Pf3, Pd3 23. Tc2, Pb4 24. Tc3 heeft wit ook de stelling volledig onder controle. De beste manier om tegenspel te genereren met zwart is door de zet 21… Pd4 te spelen. Maar na de zetten 22. Pf3!, fxe5 23. Lc3 heeft wit genoeg actieve stukken om het tegenspel van zwart eruit te halen. Het blijft natuurlijk een ingewikkelde stelling, maar wit heeft wel een stuk meer. Wellicht dat Aronian het toch niet duidelijk genoeg vond om erop in te gaan.
Is 20. Lxc3 een optie voor Ding? Voor de mensen die wel van een uitdaging houden, probeer hem eens zelf op te lossen. Kuzmin acht je klaar voor het kandidatentoernooi van 2020 als je dit volledig kan doorberekenen.
21. Td3!, de enige zet die wit voordeel geeft. 21. Txa5, Txd2 22. Db1, Lxa5 en 21. Txc3, Dxc3 22. Lxc3, Txd1+ 23. Lxd1, La6 geven beide zwart een duidelijk voordeel.
21…Txd3 22. Lxd3, La6!!. Na de zet 22…Lxd2? volgt 23. Txa5, Lxa5 24. Dg4+ en de witte dame gaat pionnen rapen op de koningsvleugel. 24…Kb8 25. Dxg7, Td8 26. Dxh7.
Indien je er voor kiest de dame te pakken met 23. Txa5?!, dan kies je jammer genoeg voor het foutieve plan. Na 23…Lxd3+ 24.Ke1 (24.Pe2? verliest na 24…Pd4!!) 24…Lxd2+ 25. Dxd2+, Td8! 26.Txa7, Pxa7 heeft zwart een lichtelijk betere stelling bereikt.
23.Lxc3!, Dxc3 24. Pe2. En de zwarte dame heeft ineens nog maar één veld om naar toe te vluchten.
24…Da3 25. Tb3!, Dxa4 26. Lf5+, Kb8 27. Txb6+, cxb6 28. Dxa4, Lxe2+ 29. Kxe2, Pd4+ 30. Kf1, Pxf5. Na de lange geforceerde reeks zetten houden we een gecompliceerde stelling over waarbij wit echter het voordeel kan pakken door zijn dame op het actieve veld d7 te zetten.
Ding koos dus uiteindelijk het juiste plan door niet 20…Lxc3 te spelen. Het is natuurlijk wel de vraag of hij dit alles heeft gevonden achter zijn bord of dat hij op zijn intuïtie voor de zetten herhaling koos.
Hoofdstuk 3: When the Opponent Attacks
Hoofstuk drie is qua niveau ook een zeer lastig hoofdstuk, maar is zeker een nuttig hoofdstuk. De meeste partijen gaan uiteindelijk toch verloren doordat mensen teveel focussen op hun eigen plannen en daarom de kansen van de tegenstander niet nauwkeurig genoeg bekijken. In dit hoofdstuk ga je op zoek naar de kansen van de tegenstander en moet je het zien te verdedigen. In hoofdstuk twee en drie wordt vaak niet alleen gevraagd om een stelling uit te rekenen, maar wordt je regelmatig al wat geholpen met bijvoorbeeld bepaalde varianten die de aandacht waard zijn en dat jij mag aangeven welke beter is.
Hoofstuk 4: Strategy in Action / Hoofdstuk 5: Kaleidoscope of Tasks
Eenmaal het echte topniveau gehad, bouwt hij het boek af qua niveau en mag je op zoek gaan naar de strategische plannen in hoofdstuk vier en mag je het helemaal zelf gaan uitzoeken wat het idee is bij de opgaves in hoofdstuk vijf. Waar hoofdstuk 1-3 veelal diep rekenen is en hoofdstuk vier in gaat op de strategische mogelijkheden is hoofdstuk vijf niet toe te wijzen aan een bepaald onderwerp. Waar hoofdstuk twee en drie nog geregeld opgaves bevatte op grootmeester niveau, zijn deze hoofdstukken al een stuk beter op te lossen met gemiddeld een niveau tussen de 2100-2300.
Hoofdstuk 6: The Primary School
Om compleet te zijn in de beslissende fases van partijen uit de kandidatentoernooien heeft Kuzmin ook nog een hoofdstuk toegevoegd met opgaves die veelal blunders vertegenwoordigen op grootmeesterniveau. Af en toe zie je ook absolute topspelers een combinatie van een paar zetten missen en daarbij wilt Kuzmin ons wellicht nog wat moed inpraten dat ook grootmeesters zulke stomme fouten maken. De meeste schakers qua niveau 1900-2200 zouden in staat moeten zijn om het ruime merendeel van deze opgaves te kunnen oplossen.
Een goed voorbeeld van een blunder is in de partij Uhlmann-Larsen (1971):
Stelling na 35. Dc2
Na de zet 35…Lc3 is het over voor wit. 36. De2, Lxe1 37.Dxe1, Lxg2+! 38. Kf2, Dxa2+ en zwart wint drie pionnen. Uhlmann had echter na zijn zet 36.Db1 de zet 36…La6! gemist. Zo blijkt maar dat ook een van de beste spelers uit zijn tijd zo simpel een partij kan weggeven.
Beoordeling:
Ik zelf vond het een zeer vermakelijk boek om doorheen te werken met allereerst de ontwikkeling door de jaren heen in het kandidatentoernooi. Daarnaast vond ik de opgaves goed uitgekozen, met soms wel erg mooie oplossingen. Helaas koos ik zeker in de eerste hoofdstukken nog vaak genoeg voor een foutieve voortzetting of een niet ver genoeg doorgerekende voortzetting. Echter vond ik Kuzmin zijn manier van de oplossing bespreken dusdanig fijn dat ik nooit gedemotiveerd werd. Hij weet je positief te houden en niet alleen te vermelden dat je antwoord fout is. Als je dan wel een keer een moeilijke opgave goed hebt, dan krijg je bijvoorbeeld het compliment dat je dezelfde romantische schaakgedachte had zoals in de 20e eeuw. Complimenten geven is iets dat Kuzmin goed beheerst.
Echter zou ik zelf kiezen voor een andere opbouw van zijn boek. De eerste hoofdstukken vond ik zeer interessant gezien het hoge niveau en de soms zo mooie oplossingen, maar vervolgens was ik dus wel minder gemotiveerd om de makkelijkere opgaves te gaan maken. Je geeft eerst je topwerk weg, waarna de rest dan altijd minder is. Het opbouwen van niveau zou in mijn beleving beter werken. Daarnaast was het nog erg slordig om te zien dat in het laatste hoofdstuk alle diagrammen vervaagd zijn. Je ziet wel welke stukken het zijn, maar het is toch wel iets wat me stoorde. Wellicht dat er een nieuwe druk komt die dit probleem oplost, als dat nog niet is gedaan.
Op wat slordigheidsfoutjes na, vind ik het een zeer goed geschreven boek door Kuzmin!
Boek: Together with the candidates
Auteur: Alexey Kuzmin
Uitgeverij: Thinkers Publishing
ISBN-nummer: 9789492510358
Aantal pagina’s: 280
Link naar onze recensenten met hun recensies.
Leuk te lezen dat er een wereld voor je openging bij het lezen over de kandidatentoernooien van vroeger en goed om te volgen wat je ervaringen met het boek waren. Ik herinner me Kuzmin als een sterke opkomende grootmeester. Ik zag dat hij in 1972 de derde plaats in het Sovjet kampioenschap behaalde achter Tal en Tukmakov. In het interzonale toernooi van 1973 reikte hij echter niet tot de kandidatenmatches, waarin de winnaars van Leningrad Karpov en Korchnoi de finale speelden. Een aardige overwinning in het Sovjetkampioenschap had misschien ook een opgave kunnen opleveren. http://www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1240533
Hopelijk lukt de link nu wel. www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1240533
[pgn eo=t pd=https://www.schaaksite.nl/wp-content/uploads/2019/01/kuzmin_mukhin_1972.pgn][/pgn]
Is er een eindredacteur? Zo jammer dat je voor zoveel stijl- en taalfouten heen moet, voordat je bij iets concreets uitkomt.
“Sinds ik de top grootmeesters ben gaan volgen, ben ik niet anders gewend dan dat Carlsen deel uit maakt van deze wk-match. Echter was Carlsen nog wel de uitdager toen ik voor het eerst een wk-match intensief volgde. Sinds Carlsen echter aan de top staat is het nooit heel spannend geweest en dus zit ik elke twee jaar weer te hopen op een geschikte uitdager waar Carlsen een mindere score tegen heeft…enz”
Heel veel woorden. Inhoud en taalgebruik deugen niet. Kan een boekbespreking dan nog? Geloofwaardig? Zo jammer…..
Ook ’t oordeel zelf geldt dat. Maar ja, niet alles kan volmaakt zijn:)
“Zo jammer dat je door zoveel […]” “Ook voor ’t oordeel zelf […]”
Het taalgebruik deugt niet. Kunnen deze kritische bewoordingen dan nog? Geloofwaardig? Zo jammer…
De recensie is uitgebreid en informatief waarna iedereen zijn of haar mening kan vormen. Heel veel meer valt niet te wensen, mijns inziens. Schaaksite is geen landelijk dagblad voor zover ik weet en heeft tevens niet hetzelfde budget. De gegeven kritiek lijkt me dan ook niet in proportie. Zo, dat lucht op.
Geen kritiek. Vanuit een betrokken instelling. Letterlijk zeg ik “niet alles is volmaakt:)”…met een smiley. En “Zo jammer” betekent niet meer dan ‘laat ’t een clubgenoot even lezen, of een kennis’.
Onzin is de opmerking dat Schaaksite een beperkt budget heeft dus dan mag ’t slecht zijn…(niet in proportie).
De kwaliteit van Schaaksite is over de volle breedte hoog. Dagelijks zie ik uit naar de echt heel goede Tata verslagen. Mijn lof geldt de hele opzet, structuur, inhoud en: bijna alle mogelijke schaakonderwerpen krijgen hier een plaats.
De lange tenen kunnen worden ingetrokken:)
groet,
Hans
Als 58-jarige vind ik het wel grappig om te zien dat dit je zo weinig zegt. Ik herinner me nog goed dat mensen als Portisch, Hort, Larsen en Hübner kandidatenmatches speelden, soms zelfs in Nederland, nog voordat Timman ertoe doordrong. Wel zijn dit vier spelers tegen wie Timman heel veel heeft gespeeld. Maar dan met name in de toernooien in Wijk aan Zee en Tilburg.
Inderdaad verschillende formats. Bijvoorbeeld waar de verliezer van de vorige WK-match instroomde in het schema, dat was niet iedere cyclus hetzelfde.
Gennadi Kuzmin (1946) is niet de auteur van dit boek,Wimw
@ Henk Dissel Je hebt gelijk. Zo goed is het geheugen van deze amateur schaakhistoricus ook weer niet, dat hij de voornamen allemaal kent. Alexey Kuzmin was een secondant van Karpov, maar als grootmeester zelf niet erg actief in toernooien, begrijp ik uit het geringe aantal partijen dat ik van hem heb kunnen vinden. Dank je wel voor de correctie!