How to Beat the Open Games

How to beat the open games: 1 e4 e5 sizzling ideas for black” is het nieuwe openingenboek van de Noor Sverre Johnsen, gepubliceerd bij uitgeverij Gambit. Ik had eerlijk gezegd nog niet eerder van Johnsen gehoord, dus klopte ik maar even aan bij Google. Hier vond ik enkel de standaardzin die veel recensenten gebruiken: “he is a chess analyst, researcher, organizer, trainer and writer from Norway”. Zijn boeken-CV geeft meer inzicht, namelijk dat hij (co-)auteur is van vijf boeken, waaronder een boek voor de zwarte stukken tegen de Spaanse opening. Zijn fide rating is, met 2150, niet indrukwekkend voor een auteur. Toch zou het vrij hypocriet van me zijn als ik zou beweren dat we niks kunnen leren van Niet-Meesters. Hieronder daarom gewoon een recensie van het boek.

De scope van het boek

Voordat de structuur en de inhoud besproken worden, eerst wat over de scope van het boek. Het boek is, zoals de titel doet vermoeden, een boek geschreven voor de zwarte stukken tegen e4. Het boek geeft een repertoire voor zwart tegen al wits voortzettingen na 1.e4 e5, behalve tegen het Spaans (1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5). Nu is dit wellicht wat vreemd, aangezien het Spaans nogal vaak voorkomt. De uitleg is tweeledig. Allereerst geeft de auteur aan dat het Italiaans (3.Lc4) gevaarlijker is en vaker voorkomt op lagere niveaus, ten tweede heeft hij al een boek geschreven voor zwart tegen het Spaans. Hij komt de lezer wel een beetje tegemoet in het zevende hoofdstuk, waar hij een opzet tegen het Italiaans met d3 geeft en de vergelijkingen trekt met het Spaans. Zo heeft de lezer nog wat om op terug te vallen als hij toch een keer het Spaans tegenkomt.

 

De structuur van het boek

Ik koos dit boek om twee redenen. De eerste reden was dat ik als trainer graag meer informatie had over de open spelen. De tweede was dat ik nog maar 1 boek van uitgeverij Gambit in de kast had staan. Ingaande op het laatste: er is iets dat mij niet aantrekt aan de structuur van de Gambit-boeken. Ik kan mijn vinger er niet helemaal op leggen, maar iets heeft mij tot nu toe de Gambit-boeken altijd weer doen neer te leggen en naar huis doen gaan met een boek van een andere uitgever. Als ik toch iets zou moeten aanwijzen wat me niet aanstaat aan dit boek (zonder dat ik zeker kan zeggen dat dit representatief is voor Gambit), is de variantoriëntatie van het boek. Hiermee bedoel ik dat de uitleg volgt uit de gegeven variant. Er is, op soms een hele kleine intro na, niet een start of afsluiting met centrale ideeën over hoe de openingsvariant gespeeld moet worden. Dit maakt dat je alles moet bestuderen en soms zelf dwarsverbanden moet leggen. De stijl sluit in dat opzicht wat mij betreft niet helemaal aan bij beginnende schakers, terwijl het boek zich zeker wel richt op die doelgroep.

De variantoriëntatie heeft echter ook voordelen. Het boek is bijvoorbeeld logisch opgedeeld in 4 delen, met in totaal 24 hoofdstukken. Elk hoofdstuk start vervolgens met een leuke introductiepartij waarin alvast vooruit wordt gewezen naar mogelijke afwijkingen. Van al deze afwijkingen wordt na de partij een mini inhoudsopgave opgesteld, om vervolgens elke variant in een eigen paragraaf te behandelen. De auteur komt beginnende schakers hiermee goed tegemoet, omdat er heel veel varianten worden gegeven die de vraag “maar wat dan als…” beantwoordt. Ook goed is dat die varianten kort worden gehouden met enkel de nodige zetten, aangevuld wat commentaar. Al met al lijkt het wel een beetje op een encyclopedie waarin je gestructureerd kan zoeken naar de variant waar je wat over wil weten, zonder dat je vervolgens uren moet gaan zitten om alles te kunnen lezen over die variant.

 

De inhoud van het boek

Hoe zit het dan met de kwaliteit van de gekozen varianten? Aan volledigheid zal het niet liggen, aangezien praktisch alles er in staat. Daarnaast is er uitvoerig gebruik gemaakt van engines, om zo de meest optimale varianten te vinden. Gelukkig kiest de auteur er ook vaak voor om zijn ‘gevoel’ te volgen, en tegen de soms onmogelijke engine-varianten in te gaan. Al met al levert dat een natuurlijk repertoire op. Hieronder een tweetal voorbeelden van het boek.

 

Voorbeeld 1 komt van de scherpe Duffer Attack (1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Pf6 4.Pg5), een openingsvariant waar maar liefst 4 hoofdstukken wordt gewijd. Dat maakt het meteen het pittigste hoofdstuk qua hoeveelheid (naast de 4 hoofdstukken van het Schots), maar mocht je een goed zijvariantje nodig hebben dan kan je die hier zeker vinden. Het voorbeeld komt uit het 5e hoofdstuk, gericht op de Gunsberg variant van de Duffer Attack.

 

Voorbeeld twee komt een wat kleiner hoofdstuk over het Konings gambiet (1.e4 e5 2.f4). Hoewel over deze opening ook volledige boeken geschreven zijn, geeft Johnsen aan dat de ‘bal’ bij zwart ligt. Het is aan zwart om in te gaan op het gambiet, en ook aan zwart om rustigere wateren te kiezen. Daarom valt het bestuderen van deze opening voor zwart mee. Het mooie van de variant die hij aanraadt is dat zwart meteen keuze heeft voor 2 volgorden, waarvan de een wat gangbaarder is dan de ander. Toch is het nuttig beide te overwegen. De partij is van hemzelf.

 

Conclusie

Het boek is variant georiënteerd. Dit geeft een grote schat aan varianten waar je heel veel aan kan hebben. Ik weet zeker dat ik dit boek er bij zal pakken als ik even niet meer weet wat de juiste variant is om te spelen. Toch bouw ik voort op al opgedane kennis, en dat is iets dat beginnende schakers niet hebben. Als beginnende schaker zou ik dit boek niet als enige of eerste studiemateriaal gebruiken. Dit boek is perfect na een uitleg waar de plannen worden uitgelegd. Zodra die basisplannen helder zijn, past dit boek mooi in dat kader. Verder wil ik nog even waarschuwen voor het “stampen” van varianten. Als jeugdspeler had ik graag wat vaker iemand gehad die me had verteld dat het kennen van 15 zetten theorie minder belangrijk was dan de achterliggende plannen. Voor schakers met enige ervaring, of voor trainers, kan dit boek handiger zijn. Het doel is dan vooral het scherp krijgen van de nuances om die vervolgens toe te passen of om door te geven aan leerlingen.

 

Boek: How to Beat the Open Games: 1 e4 e5 sizzling ideas for black

Auteur: Sverre Johnsen

Uitgeverij: Gambit

Aantal pagina’s: 250

De recensenten zijn hier te vinden: Recensenten

Over Bram Klapwijk

Ik ben een schaaktrainer en schaakliefhebber. Met name de aanval vind ik erg interessant, maar voor bijna alles dat met schaken te maken heeft kan je me wel porren. Ik heb een eigen Youtube kanaal: Schaakplezier!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.