Strike Like Judit!
Is het interessant om in 2018 een boek uit te brengen over Judit Polgar, die in 2014 stopte met topschaak? Zijn er al niet genoeg boeken over haar? Dat waren mijn eerste vragen toen ik zag dat New in Chess vorig jaar dit boek presenteerde. Het antwoord is snel gegeven: het boek overlapt in elk geval niet met eerdere boeken en het is ook geen afsluiting van haar carrière, een magnum opus of iets dergelijks. Het is een boek met veel leuke partijfragmenten, toevallig afkomstig van één persoon.
Toch even een kort overzicht van de belangrijkste eerdere boeken. In 1990 schreef Ed van Eeden het boek ‘De Polgar-zusters, de creatie van drie schaakgenieën’. Judit is geboren in 1976 en was dus veertien jaar oud. Uit dezelfde tijd herinner ik me een eveneens Nederlandstalig boekje van Siep Postma en een Engelstalig boek van Cathy Forbes, waar de zussen niet blij mee waren. Het boek van Van Eeden is het enige dat ik heb bewaard.
In 1997 schreef Susan Polgar samen met haar man Jacob Shutzman het boek ‘Queen of the Kings Game’, over haarzelf, maar natuurlijk ging dat ook over de familie. In 2005 schreef ze samen met Paul Truang het boek ‘Breaking Through’ over alle drie de zussen. Het eerste boek is vooral verhalend, het tweede bevat vooral partijen.
In 2004 verscheen ‘Judit Polgar, The Princess of Chess’ van Tibor Karolyi, een fameuze Hongaarse auteur. Het bevat 89 uitvoerig geanalyseerde partijen plus artikelen over bijvoorbeeld haar speelstijl. Het was het eerste boek van enige importantie dat niet over de zussen, maar alleen over Judit ging. Even terzijde: wel opmerkelijk om Susan de Queen en Judit de Princess te noemen. Reden is natuurlijk dat Susan wereldkampioene is geweest en Judit niet. Maar dan nog.
In 2012 begon Judit Polgar zelf aan de serie ‘Judit Polgar Teaches Chess’, met het boek ‘How I beat Fischer’s record’. In 2013 gevolgd door ‘From GM to Top Ten’ en in 2014 ‘A game of Queens’. De boeken bevatten persoonlijke herinneringen, gedenkwaardige partijen en partijen op thema. Een beetje rommelig door elkaar, maar bij elkaar een prachtige trilogie, ook mooi uitgevoerd.
Nu dan ‘Strike Like Judit!’ van Charles Hertan, een FM uit Massachusetts die al meer dan dertig jaar werkt als trainer en schrijver. Het boek begint met zeven pagina’s over de invloed van de computer op het schaakspel. (Ik schrijf in het vervolg voor het gemak ‘de computer’, ook al zijn daar natuurlijk veel verschillen in.) Dat had niet langer hoeven te zijn, want vanaf het begin vroeg ik me af wat Hertan nou eigenlijk wil zeggen. Toch een paar belangrijke punten.
- Judit leerde schaken in een tijd dat computers nog niet van belang waren. Ze moest dus helemaal zelf nadenken.
- Er zijn stellingen die wij allemaal snappen en de computer niet, omdat die alleen varianten uitrekent.
- De computer is een hulpmiddel. Er moet ook een kapitein aan het roer staan die de beslissingen neemt.
- Een schaakschrijver moet de computer niet gebruiken om partijen tot in den treure te analyseren, maar als hulpmiddel om verhalen te vertellen en een mooi boek te schrijven.
De eerste drie punten zijn duidelijk, punt 4 vind ik een interessante mening van Hertan.
Verderop kwam ik een leuke stelling tegen die bij deze inleiding wel had gepast.
De stelling, met zwart aan zet, komt uit een partij Polgar-Fedorowicz. Volgens Hertan geeft de computer aan dat deze stelling gelijk is. Dat is natuurlijk hilarisch. Er is helemaal niets gelijk aan deze stelling.
Wat heeft deze filosofische beschouwing nou met Judit Polgar te maken? Toch wel veel. De schrijver laat in het boek op veel plaatsen zien dat Polgar intuïtieve beslissingen neemt, die door de computer wel eens weerlegd zouden kunnen worden. Maar achter het bord hebben haar tegenstanders daar niets aan. De drie zussen kregen in hun jeugd iedere dag vele tactische opgaven voorgeschoteld en ontwikkelden zich daarmee tot levensgevaarlijke tactici. Niet alleen vertrouwen op het eigen inzicht, maar ook op de eigen rekenkracht, dat is ook iets wat Judit Polgar met de paplepel is ingegoten.
Na acht pagina’s over Polgars carrière, met als hoogtepunt het bereiken van de achtste plaats op de wereldranglijst in 2005, beginnen de hoofdstukken waar het in het boek om gaat. Partijfragmenten, 110 in totaal, gerangschikt naar zes thema’s. Ik zou het halve partijen noemen. Geen hele partijen, het is geen partijverzameling, maar ook geen diagrammen met een kortsluiting. Te prijzen in Hertan is dat hij niet gekozen heeft voor de bekendste partijen. Het had wel gemogen, want dit boek zal veel lezers bereiken die de bekende partijen niet kennen. Maar de schrijver vindt het niet nodig. Hij kan Judits ‘tactics’ ook laten zien aan de hand van minder bekende partijen.
Het eerste hoofdstuk heet ‘Geometry lessons’, dus meetkundige lessen. Waarin zich dat onderscheidt van rekenen, wat later aan bod komt, weet ik niet. Maar laten we beginnen met het allereerste voorbeeld en nu spreek ik mezelf al tegen, want dat is wel meteen een kortsluiting vanuit een diagram.
Een partij Polgar-Szendrei, Boedapest 1984. Judit was acht jaar oud. Het vervolg zal ervaren schakers niet echt verbazen.
19.Pf6+! gxf6 20.gxf6+ Kh8 20.Dh3
Zwart geeft het op. Op Tg8 volgt het dameoffer Dxh7 en 21…Dxf6 22.Lg5 Dg7 23.Lh6 is ook hopeloos.
Het tweede hoofdstuk heet Sicilian Slayer, oftewel Siciliaanse slachtpartijen. Hertan begint met een aforisme (korte spreuk): “Siciliaanse eindspelen zijn beter voor zwart”. Dat is een reden voor wit om op de koningsaanval te spelen. Volgens mij zijn daar wel meerdere redenen voor, maar Hertan houdt een interessante beschouwing over de sterkste stukken in deze opening, om te eindigen met een grappig tweede aforisme: “Goede lopers helpen je niet als je wordt matgezet.”
Dit hoofdstuk bevat wel meer complete partijen dan de andere hoofdstukken.
Hoofdstuk 3: ‘The art of calculation’. Hertan spreekt tegen dat er op het hoogste niveau een verschil is tussen positionele spelers en rekenaars. Capablanca, Petrosjan en Karpov waren ook perfecte rekenaars. Toch is Judit Polgar in zijn ogen een expert in lange en complexe varianten. Sommige van haar tijdgenoten waren meer allround, maar door haar tactische talent kon ze zich meten met haar grootste rivalen, zoals Kasparov, Anand en Kramnik.
Een verrassend hoofdstuk is 4: Endgame Empress, Eindspelkeizerin. Als je vraagt wie spelers boven de 2600 kan verslaan in remiseachtige eindspelen, zullen niet veel spelers Judit Polgar noemen. Haar kracht in het eindspel ligt echter niet in het subtiele positiespel, het uitmelken, maar ook daar in de tactiek.
Akopian-Polgar, Enghien-les-Bains 2003.
Je zou denken dat zwart de verdediger is, want de witte torens staan goed, maar het omgekeerde is het geval.
30…f3 31.Txa5 Tfe7! 32.Tf1 Te5 33.Tb5 Tc4 34.a5 Ta4
Dankzij de ondersterijdreiging staan nu opeens de zwarte torens beter.
35.h4 Ta2 36.Kh2 Kf6 37.g4 fxg4 38.Kg3 h5 39.Tc1 g5 40.Tc6 Te1 41.Txd6+ Kf5 42.Tf6+
In plaats van opgeven.
42…Kxf6 43.hxg5+ Kg6
Wit geeft het op.
Hoofdstuk 5, Shots, gaat over plotselinge overvallen. Hertan laat wel zien wat voor zorgvuldige voorbereiding daaraan voorafgaat. Polgar is als een roofdier dat haar prooi eerst langzaam besluipt en dan in één keer toeslaat.
In hoofdstuk 6, The Classics, laat hij toch de beste partijen zien, vaak alleen fragmenten. Eigenlijk wilde Hertan alleen minder bekende partijen laten zien, maar hij vond dat hij het daar niet bij kon laten. Daarom dit extra hoofdstuk.
Conclusie
Het is een mooi boek geworden met veel spectaculaire partijfragmenten. Die kun je van alle kanten bij elkaar schrapen, maar hier komen ze allemaal van Judit Polgar. Behalve dat het een vrolijk boek is, betekent dat toch ook dat je de schaakster Polgar leert kennen. Was zij de eenzijdige tacticus? Of in termen van zwakke schakers: ‘de schaakster van de trucjes’? Nee natuurlijk niet, daarmee bereik je niet de achtste plaats van de wereldranglijst. Judit Polgar is (of helaas was) een allround schaakster bij wie de tactiek van haar vele sterke kanten de allersterkste was.
Het boek is een aanvulling op de vele andere boeken die er van Judit Polgar zijn.
En persoonlijk vind ik het een geweldige cover.
Charles Hertan
Strike Like Judit!
New in Chess, 2018
€ 24,95
Meer informatie en bestelmogelijkheden in deze link.
De laatste jaren voor haar afscheid als wedstrijdschaakster vond ik dat Judit Polgar niet meer het niveau haalde van haar topjaren. In klassieke partijen won ze overigens nooit van de wereldkampioenen Kasparov, Kramnik en Carlsen. Van Karpov won ze voor het eerst in 2003 in het Corus toernooi en het Essent toernooi en een paar jaar later elders nog een keer. Van Anand won ze alleen in de jaren ’90 vier keer, dus ook niet toen die wereldkampioen was. Wel vond ik een zeer avontuurlijke partij van haar uit die tijd, die in het boek beslist niet misstaan had. www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1009882
[pgn eo=t pd=https://www.schaaksite.nl/wp-content/uploads/2019/02/judit_polgar_anand_1999.pgn][/pgn]
Van de laatste olympiade in Tromso was deze (tegen Guerrero) nog weer erg vermakelijk http://www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1765781 en ze zat die ook echt op zn Judits toe te lichten, herinner ik me nog.
[pgn eo=t pd=https://www.schaaksite.nl/wp-content/uploads/2019/02/guerrero_judit_polgar_2014.pgn][/pgn]
Ik zou het leuk vinden als ze weer achter het bord plaats neemt. Dat van die eindspelen is wel herkenbaar. Ik herinner me van de Nederlandse meesters die richting Hongarije gingen dat ze onder tafels lopend door de meest ingewikkelde toreneindspelen oploste.