Schaakrubrieken weekend 16 februari 2019
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Schopenhauer waarschuwt
Hoeveel verdient een schaker? Vorig jaar liet de manager van wereldkampioen Magnus Carlsen weten dat de firma Magnuschess in 2017 een winst van 1,27 miljoen euro had gemaakt. De opbrengst sinds 2007 was toen 6,8 miljoen. Dat is dus wel in orde. De eerste twee wereldkampioenen Wilhelm Steinitz en Emanuel Lasker verdienden in hun gloriedagen goed, maar stierven arm. De derde wereldkampioen José Capablanca had een bijbaan als diplomaat van de Cubaanse regering en stierf zo vroeg dat hij niet de tijd had om zijn geld over de balk te smijten. De vierde kampioen Alexander Aljechin was rijk geweest, maar aan het eind van zijn leven had hij nauwelijks geld om sigaretten te kopen.
Je denkt bij die kampioenen van vroeger aan de filosoof Schopenhauer, die schreef dat mensen die door eigen talent rijk waren geworden slechter met geld omgingen dan de oude geldadel. Het oude geld was spaarzaam. De zelfverdieners dachten niet aan sparen. Volgens Schopenhauer kwam het doordat hun inkomsten verbonden waren met hun vitaliteit, en omdat ze zoals ieder mens in hun hart dachten dat ze altijd vitaal zouden blijven, fantaseerden ze ook dat het geldverdienen altijd door zou gaan.
Bij de top-20 van de Nederlandse schakers zie ik er veel die misschien beroepsschaker wilden worden, maar kozen voor iets anders, soms omdat ze gegrepen waren door de wetenschap, maar meestal omdat ze vrouw en kind niet wilden blootstellen aan de armoede die Schopenhauer zag komen. Het is begrijpelijk, maar jammer voor het Nederlandse schaak. Friso Nijboer heeft het lang als profschaker volgehouden, maar al jaren heeft hij een solide baan en schaakt hij bijna alleen nog in het weekeinde voor de clubcompetitie en in de vakantie in een toernooi. Hij kan het nog wel; sprankelend aanvalspel met een solide positionele basis, zoals in deze partij, een week geleden in de KNSB-competitie.
Sjef Rijnaarts (Apeldoorn) – Friso Nijboer (En Passant Spakenburg), clubcompetitie 2019
1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 d6 6. Lg5 e6 7. Dd2 a6 8. 0-0-0 Ld7 9. De1 Een in 1964 door Poloegajevski geïntroduceerde zet die weinig navolging heeft gevonden. Wit wil 10. Pxc6 en 11. e5 spelen. 9…h6 10. Lh4 Db6 11. Pb3 Le7 12. h3 Erg traag. 12…Dc7 13. f4 b5 14. Ld3 b4 15. Pe2 e5 16. fxe5 dxe5 Zwart staat beter, want zijn koningsaanval met a6-a5-a4 kan snel komen. 17. Lf2 Maar wit kon met het kwaliteitsoffer 17. Tf1 a5 18. Lxf6 Lxf6 19. Txf6 gxf6 20. Df2 nog goed terugvechten. 17…Le6 18. Kb1 0-0 19. g4 Pd7 20. Dg1 Tfc8 21. h4 a5 22. g5 h5 23. Pc5 Pxc5 24. Lxc5
Partij in de viewer:
Blitzschaak naar de Spelen?
Kirsan Iljoemzjinov, de vorig jaar afgetreden president van wereldschaakbond Fide, wrong zich soms in vreemde bochten om het IOC te bewegen schaken toe te laten tot de Olympische Spelen. Zo suggereerde hij eens dat de deelnemers elkaar tijdens de Winterspelen zouden kunnen bestrijden met uit ijs gehakte stukken. Het voorstel heeft de agenda van de IOC-vergaderingen niet gehaald. Iljoemzjinovs opvolger, de Rus Arkadi Dvorkovitsj, gaat een nieuwe poging wagen. Afgelopen dinsdag lanceerde hij een voorstel om in 2024 rapid- en blitzschaak aan het programma van de Spelen in Parijs toe te voegen. Hoe klein de kans ook is, de bij de Fide aangesloten nationale bonden hopen dat de lobby slaagt. Ze zouden toegang krijgen tot fondsen die in de meeste landen alleen beschikbaar zijn voor de olympische sporten.
Dvorkovitsj zal bij het IOC betogen dat de Fide in 1924 werd opgericht nadat een bondgenootschap tussen het schaken en de olympische beweging was gesloten. Tijdens de Spelen van 1924 in Parijs werd een alleen voor amateurs toegankelijk toernooi gehouden. De deelnemers konden geen officiële medailles winnen, maar legden wel de olympische eed af. Ook in 1928 en 1936 vonden tijdens de Spelen ‘olympische’ schaaktoernooien plaats. De première in Parijs was geen succes. Van de geplande landenwedstrijd kwam weinig terecht, toen bleek dat sommige landen slechts één speler hadden afgevaardigd. Om er toch iets van te maken werd het programma aangepast. Na voorronden streden de sterkste deelnemers in de finale om de individuele wereldtitel voor amateurs. De Let Matisons won het toernooi voor onder anderen de 23-jarige Max Euwe, die op de gedeelde vierde plaats eindigde.
Havasi-Euwe Parijs 1924
1. d4 d5 2. Pf3 Pf6 3. c4 c6 4. Pc3 dxc4 5. e3 b5 6. a4 b4 7. Pb1 La6 8. Pe5 Dd5 9. Dc2 b3 10. De2 e6 Een betere kans om te profiteren van wits laatste zet is 10 … Pe4. Na 11. Pxc4 heeft zwart dan het sterke antwoord 11 … e5! (12. dxe5? Lb4+). 11. Ld2 Pe4 12. Pxc4 Veel sterker is 12. Pc3 Pxc3 13. Lxc3, gevolgd door e3-e4. 12 … Pxd2 13. Pbxd2 Lb4 14. Dd3 Goede raad is duur. Ook na 14. Tc1 c5 15. dxc5 0-0 staat zwart duidelijk beter. 14 … Lxd2+ 15. Kxd2 0-0 16. Ke1 Pd7 17. Dc3 c5 18. Td1 Tfd8 19. f3 Pb6 Meer voor de hand liggend en sterker is 19 … Tac8. 20. Pxb6 axb6 21. Le2? Een fatale fout. Na 21. Kf2 Lxf1 22. Thxf1 c4 23. Ta1 Tdc8 is nog niets beslist.
Partij in de viewer:
Schaakrubriek 16 februari
Varia
Vladimir Kramnik heeft aangekondigd uit de arena te stappen. Opmerkelijk voor iemand die pas 43 jaar is, de titel overnam van Kasparov in 2000, in 2013 gedeeld het kandidatentoernooi won met Carlsen (maar verloor op tiebreak) en bijna de laatste uitdager was van Carlsen. Sinds 1994, toen Kramnik 18 jaar was, brak hij door de 2700 Elo-rating grens en bereikte de vijfde plaats op de wereldranglijst. Die hoge toptienpositie heeft hij de afgelopen 25 jaar behouden. In januari jl behaalde hij met de laatste plaats bij het TataSteeltoernooi zijn slechtste prestatie ooit en dat gaf kennelijk de genadeklap. Het kantelmoment in zijn motivatie om het hoogste te bereiken is duidelijk. Bij het laatste kandidatentoernooi in 2018 leidde Kramnik na drie ronden het veld met 2,5 uit 3. Dit was zijn laatste kans om nog één keer een gooi te doen naar de wereldtitel. Toen kwam het gevecht met concurrent Fabiano Caruana.
V. Kramnik – F. Caruana, na 42…Td8-a8
Wit staat gewonnen en heeft de tijd want de eerste tijdcontrole na 40 zetten is net geweest. Na 43.c4 Tg2 44.c5+ Kxc5 45.Tc1+ Tc2 46.Txc2 Pxc2 47.Kxc2 f3 48.Ld3 geven de witte vrijpionnen de doorslag. Kramnik wil het nog beter doen: 43.b4 h4 44.c4 h3 45.c5+ Ke5 46.Tb8? Wit heeft nog steeds kansen na 46.Le2 of 46.Lc6, nu kan zwart het net houden: 46…Txa7 47.Tg8 Lf6 48.d8D Lxd8 49.Txg4 Lf6 50.Tg6 Tb7 51.Le2 Txb4+ 52.Ka2 Pc2 53.Tc1 Pd4 54.Ld3 Ta4+ 55.Kb1 Pb3 56.Te1+ Kd5 57.Kc2 Pd4+ 58.Kb1? Waarom niet 58.Kc1 Ta1+ 59.Lb1 Le5 60.Th6 f3 61.Txh3 en de partij loopt vanzelf naar remise. Nu moet wit weer oppassen. 58…Pf3! 59.Td1? En deze fout is beslissend. Met 59.Txf6 Pxe1 60.Lf1 h2 61.Th6 Kxc5 62.Txh2 hoeft wit niet te verliezen want de loper kan zich opofferen voor de pion. 59…Ta1+ 60.Kc2 Txd1 61.La6 Want 61.Kxd1 h2 62.Th6 Lh4 werkt niet. 61…Td2+ 62.Kc1 Lb2+ 63.Kb1 Kxc5 64.Lb7 Pe5 65.Tf6 f3 66.Tf5 f2 en wit gaf op. De klap kwam hard aan want Kramnik speelde hierna geen rol van betekenis meer en Caruana werd uiteindelijk de uitdager. We zullen zijn glasheldere stijl missen en één van de beste verdedigingssystemen met zwart, de Berlijnse Muur in de Spaanse opening, zal voor altijd met zijn naam verbonden blijven.
De nieuwe FIDE president Arkadi Dvorkovitsj (leider van het team dat het laatste WK-voetbal organiseerde) probeert de schaaksport op het programma te krijgen van de Olympische Spelen in Parijs 2024. Dat wil zeggen rapid en snelschaak om dichter bij de dynamiek van de fysieke sporten te zitten. Als ondersteunend argument wordt gewezen op de 600 miljoen schaakliefhebbers in de 189 lid-landen.
Onlangs publiceerde World Chess, het officiële kanaal van de FIDE, een lijst met het gemiddelde prijzengeld in 2018 per topspeler. Zelden zo’n nietszeggend lijstje gezien. Het betrof de top 50 van de ratinglijst en omdat Carlsen en Caruana het WK speelden staan zij bovenaan met ongeveer 750.000 euro per persoon. De andere 48 komen uit op een gemiddelde van 50.000 euro. Maar het is algemeen bekend dat bij ieder toernooi startgelden worden gegeven die vaak hoger liggen dan het prijzengeld. Dan hebben alle topspelers nog eigen sponsoren en inkomsten vanuit overkoepelende sportorganen, zoals bij ons NOC*NSF. Dus wat we met zo’n lijst moeten is mij een raadsel en ik gooi de uitkomst maar gelijk in het opbergsysteem met deksel en pedaalconstructie.
De organisatie van de Grand Chess Tour 2019 heeft 12 topspelers uitgenodigd die in 7 verschillende landen toernooien spelen in alle disciplines. Het begint in mei in Ivoorkust in Afrika met rapid en snelschaak en de finale volgt in december in Londen met het klassieke tempo. Het totale prijzengeld is een kleine twee miljoen dollar. Onder de deelnemers vinden we Magnus Carlsen maar ook Anish Giri, hij dankt zijn uitnodiging aan de mooie vierde plaats op de actuele wereldranglijst. En we zijn benieuwd hoe Fabiano Caruana het gaat doen. Hoe heeft hij de desillusie van de verloren WK-match verwerkt? Sinds november is het stil rond zijn persoon. Wie weet heeft hij thuis alleen maar zitten snelschaken om dat relatief zwakste onderdeel in zijn arsenaal te versterken.
Partij in de viewer:
Het optreden van Giri bij TATA-2019 was boven verwachting. En door zijn remise tegen van Foreest ontliep hij het spitsroeden lopen via rapid of blitz tegen winnaar Carlsen met een ongedeelde tweede plaats. De 1½ punt tegen Shankland en Radjabov was volgens de computer Stockfish weliswaar wat onverdiend, maar daar komen we zo nog op. Een echte vecht-overwinning was Fedosejev-Giri in de 10e ronde: 1.e4 c5 2.Pc3 d6 3.Pge2 Pf6 4.g3 g6 5.Lg2 Pc6 6.d3 Lg7 7.h3 0-0 8.Le3 Tb8 9.f4 Pe8!? ook deze zet kan geen genade vinden in de ogen van het machien maar na 10.a4 Pd4 11.0-0 Pc7 beheerst dit paard wel de velden b5,d5 en e6. 12.g4 a6 13.Tb1 Ld7 14.Pg3 b5 15.axb axb 16.Pce2 b4 17.f5 e6 18.Pxd4 cxd 19.Lf4 e5 de zet die je wist dat zou komen 20.Ld2 Lf6 21.Kh2 b3 22.Ta1? hier lag c3 voor de hand Lb5 23.Ta3 bxc
24.Dxc2 Pa6 25.b4 Lg5 26.Tf3? waarom geen Tfa1? 26.Tb6 27.Da2 zwart staat beter maar: 27..Lf4? 28.Lxf4 exf 29.Pe2 Pxb4 30.Dd2 d5 31.Pxf4 Pxd3 over en weer laat men betere zetten liggen zoals nu weer wit met 32.Pxd5 Dd6† 33.Tg3 Dxa3 34.Pxb6 Dd6 35.Pd5 Lc4 36.f6? Nu staat zwart echt veel beter 36..Lxd5 37.Dxd3 Le6 38. Kg1?? met Dd2 was het nog wat 38..Lc4 39.Df3 d3 40.e5 wanhoop Dxe5 41.De3 Te8 0-1.
Van de ongeveer 80 zet-handelingen in deze partij keurde de bovengenoemde computer er niet minder dan 20 af en dat brengt ons als vanzelf bij een nieuw fascinerend boek van newinchess.com: Game Changer van Matthew Sadler & Natasha Regan. Het gaat over het Kunstmatige Intelligentie Systeem AlphaZero, dat volgens de auteurs, gezien ook de titel, het toekomstige schaken voorgoed heeft veranderd. Nu is het natuurlijk volstrekt duidelijk dat, zeker in de wereld van de grootmeesters, het raadplegen van en voorbereiden met de computer tot de dagelijkse bezigheden behoort. Deze apparaten hebben zich ontwikkeld tot waardige tegenstanders van wereldkampioenen. Maar AlphaZero schijnt weer een apart verhaal te zijn, zelfs Kasparov getuigt dat schaken een nieuw tijdperk betreedt en dat deze machine zelfs waardevol gaat worden voor onderwijs en de medische wereld. Het schaken van AlphaZero gaat uit van maximale activiteit en samenwerking van de stukken en dat vooral in de nabijheid van de vijandelijke koning. Dit leidde al tot vele successen tegen ‘vijandelijke’ computers. De schrijvers hebben duizenden partijen geanalyseerd. En nadat uitvoerig is uitgelegd hoe dit programma werkt, krijgt de lezer een grote serie partijen voorgeschoteld, van mensen onderling, mens tegen computer en computers onderling. Zo is er een gevecht van 80 zetten met als thema ‘tegengestelde rokades’ tussen Alpha en de bovengenoemde Stockfish dat in remise eindigt en dat in het boek zeer uitvoerig wordt becommentarieerd. Uiteraard zullen ook niet-schakers die geïnteresseerd zijn in het werken van deze kunstmatige intelligentie het boek kunnen waarderen. Wellicht raken ze in het spel geïnteresseerd. Een gigantische hoeveelheid schaak- en computerinformatie voor € 22,50. Een echte aanwinst.
Partij in de viewer:
Probleem 2720 is een tweezet van Gorlevski:
LSG lacht weer na eerdere afstraffing
LSG staat na de zesde ronde riant aan kop in de Meesterklasse en dat is eigenlijk een wonder. De Leidse schakers verloren in de tweede ronde met maar liefst 8-2 van Kennemer Combinatie en zullen toen weinig illusies hebben gehad dat ze hun historische eerste landstitel zouden prolongeren. Maar LSG won verder alles, waaronder vorige week met 6-4 van de nummer drie Het Witte Paard uit Sas van Gent. Dat gebeurde een dag nadat ze de titel ‘Leidse sportploeg van het jaar’ in ontvangst namen. De nummers twee en vijf, BSG (Bussum) en HMC Den Bosch, speelden gelijk tegen elkaar. Nummer vier En Passant (Bunschoten-Spakenburg) speelde gelijk tegen MuConsult Apeldoorn.
Zo staat LSG nu twee punten voor op BSG en drie punten op En Passant en HMC. Cruciaal is de volgende ronde, op 16 maart. LSG komt dan in Bussum op bezoek. Wint BSG, dan staat die ploeg gelijk met LSG in matchpunten met een flinke voorsprong in bordpunten, want dat hebben de Bussumers nu ook al. Bij een gelijkspel blijft het nog een beetje spannend, als LSG wint kan de ploeg de champagne al bijna bestellen.
Topscorer bij LSG is Arthur Pijpers, met drie overwinningen en drie remises. Geen superscore, maar er is bij LSG niemand met een superscore, de punten worden gelijkmatig over de spelers verdeeld. Dat was vorig jaar bij het kampioenschap ook zo, met uitzondering van dezelfde Arthur Pijpers, die toen zeven partijen won en slechts twee remises afstond.
Na iedere ronde looft uitgeverij New in Chess een schoonheidsprijs uit. Een belangrijke kandidaat voor die prijs is deze ronde Friso Nijboer (En Passant). De veteraan offerde tegen Sjef Rijnaarts (Apeldoorn) een loper en blies vervolgens zijn koningsstelling op op een manier die je het beste als een bomaanslag zou kunnen omschrijven.
Rijnaarts-Nijboer
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 d6 6.Lg5 e6 7.Dd2 a6 8.0-0-0 Ld7 9.De1 Een onnatuurlijke zet in het Siciliaans, maar in de theorie wel bekend. Gebruikelijker is f3 gevolgd door g4 of meteen f4. In deze partij wacht wit met zijn pionnenstorm totdat zwart ook daadwerkelijk kort rokeert. 9…h6 10.Lh4 Db6 11.Pb3 Le7 12.h3 Dc7 13.f4 b5 14.Ld3 b4 15.Pe2 e5 16.fxe5 dxe5 17.Lf2 Le6 18.Kb1 0-0 19.g4 Ja, nu wil hij dus wel. 19…Pd7 20.Dg1 Tfc8 21.h4 a5 22.g5 h5 23.Pc5 Pxc5 24.Lxc5
Partij in de viewer:
We hebben geen diagrammen aangetroffen dit weekend.
Een boeiende tweezet met het thema F is het probleem van Ellerman.
De tweezet van Ellerman is daar een voorbeeld van. Het themaveld is d5. Dit veld staat verdedigd door Ta5 en Lf3. De lijnen a5-d5 en f3-d5 zijn dus de themalijnen. Als het paard van d6 speelt, dreigt wit met 2. Txe6 mat. Maar zal een paardzet wel de oplossing zijn? Het paard is namelijk nodig om mat te geven op c4 als zwart 1. … Pf4 speelt. Als het sleutelpaard bijvoorbeeld naar c8 speelt,dan weerlegt 1. … Pf4!, de mogelijkheid 2. Pc4 mat is er namelijk niet meer.
Met de sleutelzet moet wit ervoor zorgen dat hij een mat kan geven na 1. … Pf4. Dit kan als wit 1. Pb5? speelt, na 1. … Pf4 komt dan 2. Ld4 mat. Het witte paard heeft de themalijn a4-d4 geïnterfereerd, als zwart nu in de andere themalijn gaat staan, is het themaveld d5 ongedekt. Dit is het thema F, want zwart weerlegt 1. Pb5? door 1. … Te4! Wit kan met zijn eerste zet ook 1. Pe4? spelen. Na 1. … Pf4 speelt wit dan 2. Df6 mat. Het witte paard staat nu in de themalijn f3-d5. Zwart weerlegt nu met 1. … Lb5! Zwart staat dan in de andere themalijn richting veld d5. Geheel volgens de thema-eis van thema F hebben wit en zwart beide een verschillende lijn geblokkeerd, waardoor d5 vluchtveld werd voor de zwarte koning.
De vierde kampioen Alexander Aljechin was rijk geweest, maar aan het eind van zijn leven had hij nauwelijks geld om sigaretten te kopen.
Je denkt bij die kampioenen van vroeger aan de filosoof Schopenhauer, die schreef dat mensen die door eigen talent rijk waren geworden slechter met geld omgingen dan de oude geldadel.
In het geval van Aljechin klopt dat niet. Ten eerste behoorde Aljechin bij zijn geboorte tot “de oude geldadel”. Maar in zijn leven is hij door oorlog zijn totale vermogen twee keer kwijtgeraakt. In de eerste wereldoorlog is zijn hele familie uitgemoord door Russische bolsjewieken en werd het familiekapitaal geroofd. In de tweede wereldoorlog gebeurde hetzelfde, maar nu door de Duitse nazi’s. Zelfs Schopenhauer zou een dergelijke rampspoed niet hebben kunnen voorzien.
Aljechin ontvluchtte na de Eerste Wereldoorlog inderdaad zijn geboorteland en werd in 1927 tot Fransman genaturaliseerd, maar in de Tweede Wereldoorlog ging het om het landgoed van zijn Amerikaanse/Britse vrouw, die hij door zijn verblijf in Spanje en Portugal ook niet meer heeft teruggezien vanwege zijn vroegtijdige dood in maart 1946, waarvan de toedracht veel vraagtekens heeft achtergelaten. Over zijn vrouw Grace valt dit op Wikipedia te lezen.
Grace had won a minor chess tournament in Tokyo, and played Alexander Alekhine in a simultaneous exhibition at Tokyo 1933. Her prize was one of Alekhine’s books. She asked him to sign the book and their relationship developed from that moment.[19] They were married on 26 March 1934 at Villefranche-sur-Mer, near Nice, France.[18] She was 16 years older than her husband and wealthy, with a magnificent chateau called La Chatellenie Saint-Aubin-le-Cauf, a few miles southwest of Dieppe in Normandy, and an art studio in Paris
Het klopt dat Aljechin een belangrijk deel van zijn welvaart te danken had aan zijn laatste (Joodse) echtgenote, maar dat doet niets af aan het feit dat hij door dat huwelijk mede-eigenaar was geworden van het aanzienlijke vermogen van zijn vrouw, inclusief landgoed en kasteel. Dat kasteel is tijdens de oorlogsjaren geconfisqueerd door de Duitse bezetter. Ook omwille van de veiligheid van zijn vrouw was hij, naar eigen zeggen, gedwongen om in meer of mindere mate samen te werken met de Duitsers, wat hem na 1945 in ernstige mate werd verweten door de schaakgemeenschap. Hoe het nu precies zat, is nooit helemaal opgehelderd, maar daar gaat het in dit artikel niet om. In elk geval kun je uit deze geschiedenis niet afleiden dat Aljechin niet met geld kon omgaan.
Ik twijfel er ook aan of Aljechin wel zo berooid was, als in de schaakrubriek van Hans Ree wordt gesuggereerd. Een juistere typering van Aljechin lijkt me deze rubriek van Ree uit het verleden.
www.nrc.nl/nieuws/1992/10/31/doctor-aljechin-nam-wel-eens-een-loopje-met-de-waarheid-7161317-a1214414