Gespot 92: Reuzendoder Wouter Spoelman
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
In Gespot 66: Reuzendoders bespreek ik een bijzondere overwinning van IM Manuel Bosboom op voormalig wereldtopper Peter Leko.
Maar we hebben in ons kleine kikkerlandje meer mensen rondlopen die wel eens een mooie ‘scalp’ te pakken krijgen. Wat eigenlijk niet zoveel onder de aandacht is geweest, maar in mijn ogen toch wel heel bijzonder, is wat de Amsterdamse grootmeester Wouter Spoelman in het vorige jaar voor elkaar heeft gekregen.
Wouter is een oud-pupil die op jonge leeftijd niet alleen heel talentvol was, maar ook precies wist, wat hij wilde. Met grote discipline stortte hij zich op zijn schaakstudie en reeds op jeugdige leeftijd werd hij IM en later GM. Een profcarrière ambieerde hij niet; sterker nog, hij koos voor zo’n beetje de zwaarste en langst durende studie die er bestaat: medicijnen. Er zijn meer schakers die dit pad kozen en die hebben het schaakbord meteen aan de wilgen gehangen. Maar Spoelman niet! Hoewel hij nauwelijks de tijd heeft om zelf te schaken, begeeft hij zich sporadisch in de toernooi-arena. Zo liep hij een paar jaar geleden de nationale titel, die hij voor het grijpen had, mis. Dat moet een grote teleurstelling voor hem geweest zijn, maar hij houdt al jaren zijn rating van rond de 2585 redelijk in stand en dat is – als je zo weinig tijd kunt spenderen aan ons mooie spel – een prestatie van formaat.
Gelukkig zijn er nog andere manieren om te schaken en dat is via het internet. Zo laat hij zich via de Amsterdam Mosquitos op www.chess.com regelmatig zien. Dat gaat om een wereldwijde internetcompetitie waarin verschillende teams het tegen elkaar opnemen.
Vorig jaar wist Wouter op fraaie wijze wereldkampioen Magnus Carlsen met zwart te verschalken en nog niet zo lang geleden ging een andere wereldtopper, Maxime Vachier-Lagrave er bij hem onderdoor. Dat zijn bepaald niet de minsten! Ik heb deze opmerkelijke prestaties voor uw maar eens geanalyseerd.
Ook leuk om te zien hoe zijn tegenstander live commentaar geeft op deze partij. Han Schut heeft het filmpje voor u weten op te slaan via deze link. Het artikel van Han kunt u hier vinden.
Spoelman, Wouter – Vachier Lagrave, Maxime
1. c4 e5 2. Pc3 Pf6 3. Pf3 Pc6 4. e3 Lb4 5. Dc2 Lxc3 6. Dxc3 De7
7. b3!?
Niet nieuw, maar in ons moderne schaak een goede aanpak. Caruana won er een aardige partij mee van Karjakin, juni 2018. Indertijd ging het allemaal verder met 7. a3 d5 [In mijn partij tegen Timman kwam eerst 7…a5 8. b3 (Tegen Ligterink speelde ik wat betere 8. b4 axb4 9. axb4 Txa1 10. Dxa1 e4 11. b5 met grote complicaties.) 8…d5 9. cxd5 Pxd5 10. Db2 op het bord, maar dat was bepaald geen succes voor wit.] 8. cxd5 Pxd5 9. Db3 Pb6 10. d3 en nu was volgens mij 10…a5 de meest nauwkeurige voortzetting, hetgeen Boersma tegen mij speelde.
7…O-O 8. Lb2 Te8 9. a3 d5
Wouter gaat voor de principiële variant.
In Le Quang-Vachier-Lagrave, 2018, volgde 10. d4 en die partij eindigde in remise.
10…Pxd5 11. Dc2 Lg4
12. Le2?! zou nu niet zo’n goed idee zijn na 12…e4! 13. Pd4?! [13. h3 Lh5 (13…exf3?? 14. hxg4 fxe2 15. Dxh7+ Kf8 16. Dh8#) 14. Pg1 Lxe2 15. Pxe2 is iets beter voor zwart.] 13…Pxd4 14. Lxd4 Lxe2 15. Kxe2 Dd7 en de verzwakte witte velden in het witte kamp brengen zwart in het voordeel.
12…Lxf3
De Franse topspeler levert zijn tweede loper voor een paard in, ten koste van wits pionnenstructuur.
13. gxf3 Tad8 14. O-O-O a6 15. Lxc6
Nu hij gedwongen wordt, wil wit best ook een loper voor een paard afruilen. Zijn kanon op b2 staat immers nog op het bord en we gaan snel zien, dat deze loper moeillijk te temmen is.
15…bxc6 16. Thg1 g6 17. Tg4 Td6 18. h4 Te6 19. Tdg1 Pf6 20. Tg5
20…h6
Maar dit verzwakt natuurlijk wel het punt g6.
21. T5g2
Offers op g6 werken nog niet: 21. Txg6+ fxg6 22. Dxg6+ Kh8 23. Dxh6+ Dh7 en wit heeft te weinig compensatie.
21…Kh7??
22. f4!
Hier is het wit allemaal om begonnen! De lange diagonaal moet open.
22…e4
23. f5!
Die ligt natuurlijk ook voor de hand, want wit wil liefst ook de g-lijn openen.
23…gxf5 24. Tg7+
De computer acht 24. Kb1 nog sterker, maar daar zal de witspeler maling aan gehad hebben.
24…Kh8 25. Dd1
De dame meldt zich weldra op de koningsvleugel en dan is het gedaan met de zwartspeler.
25…Tf8
Nu was 26. f3! een zet met grote gevolgen, maar ook de tekstzet blijkt winnend.
26…exf3?
Na deze misser loopt de witte aanval helemaal op rolletjes.
Maar ook na een andere voortzetting, iets als 26…Td8 zou Wouter aan het langste eind hebben getrokken. Bijvoorbeeld: 27. T7g5! Dc5+ [27…hxg5 28. Dh5+ Kg8 29. Txg5+ Kf8 30. Dh8+ gaat natuurlijk meteen mat.] 28. Kb1 Df8 29. Txf5 en tegen Dg4 of Dh5 valt niets meer te verzinnen.
27. Dxf3 Dc5+ 28. Kb1 Dd5 29. Dg3
1-0
Carlsen, Magnus – Spoelman, Wouter
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d3 Pc6 4. g3 d5 5. De2 Pge7 6. Lg2 g6 7. h4 h5 8. O-O Lg7 9. e5 Pf5 10. c3 b6 11. Lg5 Dc7 12. Te1 La6 13. a4 Ph6 14. Pa3 Pg4 15. Lf4 O-O 16. Lh3 Dd7 17. Pc2 d4 18. c4
Hij gaat voor de lange diagonaal a8-h1. 18…Ph6 Wellicht viel 19. Lxh6 te prefereren.
19. Lxg4
Carlsen neemt de uitdaging aan en geeft zijn verdedigende loper tegen een paard om een pion te kunnen winnen.
19…hxg4 20. Ph2
20…Pxe5!
Dat was zwarts idee.
21. Lxe5 Dc6
Misschien had wit beter 22. De4!? kunnen spelen. Want na 22…Dxe4 23. Txe4 Lxe4 24. Lxg7 Kxg7 25. dxe4 heeft wit de beste kansen.
22…gxf3 23. Df2 f6
24. Lxd4
Carlsen ziet de ernst van de situatie in en geeft het stuk terug. 24. Lf4? zou al verliezen voor wit: 24…e5 25. Ld2 f5 en de stoomwals in het centrum valt niet te stoppen.
24…cxd4 25. Pxd4 Dd7 26. Pxe6 Tfe8 27. Pxg7 Kxg7 28. d4
28…Te2!
Spoelman beseft als geen ander dat de lange diagonaal hoe dan ook geopend moet worden.
29. Txe2 fxe2 30. Te1
De eerste haarscheurtjes in wits verdediging beginnen zichtbaar te worden. Wit had het beste nu kunnen proberen zwarts loper in te perken met 30. b3 Te8 31. d5 hoewel de kansen na 31…Lc8 als ongeveer gelijk moeten worden getaxeerd.
30…Dc6 31. d5 Dxc4
32. Txe2?
En dan gaat zelfs de wereldkampioen door de knieën…
De enige zet was 32. Dxe2 hetgeen na 32…Dxd5 33. De7+ Kg8 34. De6+ had geleid tot een eindspel dat slechts een tikje beter is voor zwart.
32…Dxd5 33. Te7+ Kg8
‘Vluchten kan niet meer’, is het aloude volkslied van Mieke Telkamp. 34. Txb7 Dxb7 35. Dxf6 De4! zou ook niet geholpen hebben.
34…La6+
Even zetten herhalen om tijd te winnen.
35. Kg1 Lb7 36. Kf1
En dan de sterkste voortzetting:
36…Tc8! 37. Te1
37…Dh1+ 38. Ke2 Tc2+ 39. Kd3 Txf2 40. Txh1 Lxh1
En wit gaf het op.
0-1
Als ik denk aan onze generatie, dan denk ik aan Coen Stehouwer, geboren 1960. Simpel googelen leert dat hij internist geworden is en later hoogleraar interne geneeskunde. Daar hebben we in de schaakwereld inderdaad nooit meer iets van gehoord.
Een jongere schaker, geboren omstreeks 1980 denk ik, speelde volgens mij voor LSG en Rotterdam en is ook arts geworden. Ik kan niet op zijn naam komen, maar er zijn vast mensen die meteen weten wie ik bedoel.
Anderen kan ik niet bedenken. Nou ja, Dirk van Foreest, die stopte ook helemaal met schaken toen hij huisarts werd en begon weer toen hij met pensioen was. Maar dat was in de negentiende eeuw.
Er zijn nog wel meer grote jeugdspelers die helemaal gestopt zijn en van wie ik later ontdekte dat ze doctor of zelfs professor zijn geworden. Zoals Klaas Landsman, hoogleraar wiskunde in Nijmegen.
Volgens mij bedoel ik Tom Middelburg en zijn geboortejaar heb ik precies goed. Laatste partijen volgens de FIDE-site gespeeld in 2009.
Nog twee bekende Nederlandse schakers/artsen:
Adolf Olland en drievoudig Nederlands jeugdkampioen Frits Roessel.
Olland bleef schaken, Roessel volgens mij niet of nauwelijks.
Johannes Esser, Nederlands kampioen 1913 en (vanwege de vele verminkten uit WO 1) een van de grondleggers van de plastische chirurgie.
Ik herinner me dat Orbaan in zijn schaakrubriek aandacht gaf aan het schaaktalent Frits Roessel. Hij was actief van 1953 tot 1964 en nog een keer in een teamwedstrijd tussen oud en jong in 1973 in Amsterdam. www.365chess.com/tournaments/Amsterdam_Sen-Jun_1973/23542
Een leuke overwinning van Roessel op de Joegoslavische grootmeester Matanovic tijdens het Hoogovenstoernooi van 1956. www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1536375
Korte aanvulling op Frits Roessel. Deze bleef wel actief en geinteresseerd, zo bezocht hij de schaak en gowinkel het Paard waar ik hem als klant had. Mogelijk speelde hij ook op een club.
Dennis Dieks speelde ook heel lang niet officieel, staat me bij. Sterker, hij zei dat tegen me. Geen zin om het nu diepgaand te onderzoeken.
Je noemt Dennis waarschijnlijk omdat hij ook hoogleraar is geworden. In de filosofie van de wiskunde. Rond 1990 was hij een teamgenoot van me bij HSG 2, daarna heeft hij niet meer geschaakt.
Die schaakwinkel Het Paard is leuk om te bezoeken, voor mij helaas helemaal aan de andere kant van de stad. Frits Roessel werd op 18 jarige leeftijd de eerste winnaar van het Open Kampioenschap van Nederland. Mogelijk daardoor ook de jongste open schaakkampioen.
Overigens vind ik in Carlsen-Spoelman de witte paarden er nogal zielig uitzien in de variant 22 De4!? Dxe4 23 Txe4 Lxe4 24 Lxg7 en nu Lxd3 25 Lxf8 Kxf8, bijv. 26 Pa3 f5 of 26 Pe1 Lxc4 27 Pxg4 Te8 en er komt een pionnentsunami aan. Maar zonder engine zitten er altijd wel fouten in mijn ideetjes.
Hemanth Ramanna is volgens mij ook iets in het ziekenhuis gaan doen. Daar zal wel een antischaaklobby heersen. Gelukkig zag ik gisteren een tweet voorbijkomen dat Lisa Schut voor de Oxforduniversiteit heeft gespeeld!