LSG IntelliMagic wint topper tegen BSG
Landskampioen LSG IntelliMagic is na de zevende ronde huizenhoog favoriet voor de titel van dit seizoen. Had de ploeg van BSG verloren, dan hadden de Bussumers nu net zo veel matchpunten gehad als LSG, maar meer bordpunten. LSG won echter in het Gooi met 4½-5½ en staat nu vier punten voor op BSG. Dat was dus met recht een vierpuntenduel.
BSG was nooit kampioen van Nederland en zal dat ook nu niet worden. En Passant en HMC Den Bosch hebben met negen punten nog een heel klein kansje. Maar als LSG (twaalf punten) in de volgende ronde van hekkensluiter De Stukkenjagers wint, is de prolongatie van de landstitel al een feit.
Beide teams plaatsten zondag al een wedstrijdverslag op hun site. Martin Roobol bij LSG en Edwin Baart bij BSG. Allebei met partijfragmenten. Leuk om die met elkaar te vergelijken. Er waren twee miniatuurtjes, winstpartijen binnen 25 zetten.
BSG haalt regelmatig een konijn uit de hoge hoed. Buitenlandse spelers, niet eens zo bekend, die nog maar een paar weken lid zijn. Bij LSG zetten ze daar zo hun vraagtekens bij. De twee BSG-Fransozen wonnen zaterdag allebei, maar het mocht niet baten. LSG doet een oproep om op dit punt eens kritisch naar de regels te kijken.
Hier het verslag op de website van LSG IntelliMagic.
Hier het verslag op de website van BSG.
Ik vraag me dan af wat die regels zijn t.a.v. het opstellen van (buitenlandse) schakers, die niet echt aan het schaakleven van een club deelnemen. Ik begrijp dat sponsoring en het betalen van schakers er absoluut bij hoort, maar het lijkt me niet goed dat een schaakclub zoals in het verleden jarenlang vanuit sponsoring de Meesterklasse domineert. Gelukkig is dat de laatste jaren niet gebeurt en hebben we een heel leuke afwisseling van kampioenen gehad, waarbij het clubgebeuren toch meer voorop lijkt te staan.
De klacht gaat niet over sponsoring of betaalde spelers, maar over de mogelijkheid om onbekende schakers op te stellen. Op borden 1 en 2 zaten onverwacht twee Franse grootmeesters Lagarde (2631) en Cornette (2552). Deze twee grootmeesters konden zich wél voorbereiden op hun Leidse tegenstanders, maar omgekeerd kon dat uiteraard níét. Dat geeft dus een oneerlijke strijd.
Ik begrijp het en dat ziet er inderdaad uit als competitievervalsing.
Dit fenomeen heeft meerdere lagen/aspecten en de ‘oplossing’ daarom ook. Zoals het nu geregeld is luidt zo’n beetje als enige eis dat een speler minimaal 30 dagen op de aangekondigde datum van de speelronde aangemeld moet zijn bij de KNSB. Helemaal onbekend kan een speler dus niet zijn. De volgende laag is welke spelers in een bepaalde wedstrijd opgesteld worden. Bij HMC doet gemiddeld 2-3-4 per seizoen Daniel Fridman mee. Dit als 15 seizoenen lang. Hij is dus niet onbekend als HMC’er, maar je weet als tegenstander nooit of hij meedoet.
Weer een volgende laag is de bordvolgorde. Die is in Nederland zo goed als vrij. Dat is in bijna geen enkele teamcompetitie in de wereld. Fridman kan dus aan 1 zitten, maar ook aan 4 of aan 7. Dat maakt voorbereiden in de KNSB sowieso uitermate lastig. Sommigen noemen dat een voordeel, anderen een nadeel.
Weer een andere laag is het verschil in sterkte in opkomst. Er zijn gevallen bekend in de Meesterklasse dat het verschil tussen sterkste en zwakste opkomst meer dan 200 punten is.
Dit zijn allemaal verschillende zaken, die allemaal op meerdere manieren bekeken en tegemoet getreden kunnen worden.
Competitievervalsing is een buitengewoon gelaagd begrip.
René, ik lees net in de mailing dat het niet 30 dagen is, maar twee weken van tevoren. En zaterdag hoorde ik de klacht dat het niet duidelijk (of helemaal niet) te zien is. Maar dat kan ik niet controleren, ik weet niet waar te zoeken. Teamleiders weten dat natuurlijk wel.
Een grappige klacht die ik hoorde, was dat als een nieuw lid geen KNSB-rating heeft, hij (met Elo nul) onder aan de lijst komt. Het kan gebeuren dat je vergeet daar te kijken. De twee Fransozen van BSG hebben geen KNSB-rating. En de meeste teamleiders zullen hun namen ook niet kennen.
Een zeer goed en uitgebreid antwoord René. Ik heb alleen één maar. Om speelgerechtigd te zijn moet een speler inderdaad ten minste 30 dagen van te voren zijn aangemeld, maar de KNSB geeft geen openbaarheid in verband met privacy wetgeving. De tegenstander is dus niet op de hoogte van eventuele (tussentijdse) aanmelding. Schaken is daarmee een van de weinige sporten (of de enige sport?) waarbij je als team niet weet wie er bij de tegenstander speelgerechtigd zijn. En dat is toch best bizar. Als daar een oplossing voor komt is er m.i. een eerlijker speelveld.
Dit voorval, maar niet alleen dit, maakt duidelijk dat er meer dan genoeg reden is om (nogmaals) te kijken naar de huidige regeling inzake de KNSB-competitie. Zeker nu het aantal klassen uitgebreid is. Dat leidt echter meteen ook weer tot andere aspecten. Want enerzijds ligt het in de rede om het reglement voor de hele competitie gelijk of gelijkvormig te houden, anderzijds spelen er in de Meesterklasse enkele specifieke zaken, die in de andere klassen misschien iets anders liggen. De balans daartussen vinden is erg moeilijk. Je kunt allerlei regelingen en bepalingen voor de Meesterklassen wel aanscherpen, maar de kans is dan groot dat het aantal reglementaire uitslagen navenant omhoog gaat. Dat wil je ook niet. Soms zitten regelingen ‘mooie’ oplossingen in de weg. Voorbeeld lijkt de Noorse grootmeester Leif Erlend Johannessen, die plotseling bij Zuid-Limburg opgedoken is. Als er een regeling was dat je spelers voor de Meesterklasse VOOR het seizoen MOET opgeven, dan kan zo iemand een heel seizoen niet meedoen. Iets soortgelijks speelt in Duitsland. DJK Aachen heeft zich voor de Bundesliga extreem laat teruggetrokken (wat op zichzelf al een groot probleem is), maar de spelers van Aken kunnen nu nergens spelen, omdat de inschrijvingstermijn al verlopen is. Zo bergt ieder voordeel meteen ook een nadeel in zich.
Dat lijkt mij een slecht voorbeeld. Het zal zelden voorkomen dat een buitenlandse grootmeester zich opééns in Nederland vestigt, zonder dat hij dat al maanden van te voren weet. En áls dat dan een keer zou gebeuren, dan is het beslist geen ramp wanneer die grootmeester in dat seizoen niet meer in de competitie kan meespelen. Het bezwaar van al die mitsen en maren, vind ik, is dat er daardoor zoveel mist in de discussie ontstaat dat er vermoedelijk weer niets zal wijzigen in de huidige regels.
De probleemstelling is echter eenvoudig: onbekende spelers kunnen worden opgesteld zonder medeweten van de tegenstanders. Dit leidt tot competitievervalsing, omdat die onbekende spelers zich wel op hun tegenstanders kunnen voorbereiden, maar omgekeerd niet.
De oplossing van dit probleem moet erop gericht zijn deze situatie te voorkomen. Bijvoorbeeld: indien spelers zullen worden opgesteld die niet op de openbare ledenlijst staan, dan moet de tegenstander 2 weken voor de wedstrijd hiervan in kennis worden gesteld.
Zo ingewikkeld is dat toch niet?
Als je alleen dit geisoleerde geval/probleem wilt oplossen dan heb je (deels) gelijk. Misschien iets ingewikkelder dan jij het voorstelt, maar okay. Jij schrijft: ‘onbekende spelers kunnen worden opgesteld zonder medeweten van de tegenstanders.’ Klopt in zekere zin. Maar: bekende spelers kunnen ook worden opgesteld zonder medeweten van de tegenstanders. Je hoeft namelijk je opstelling niet bekend te maken aan je tegenstander. Ik zie meer in een meer alomvattende aanpak, maar inderdaad: een dergelijke proces kan snel verzanden.