Schaakrubrieken weekend 20 april 2019
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Misja en Sally
Over de vraag wie de grootste wereldkampioen uit de geschiedenis is kunnen de cijferaars twisten, maar ik weet wie de meest geliefde was. Dat was Michail Tal (1936-1992), ook al was hij maar een jaar kampioen. Voor de schakers was het door zijn avontuurlijke stijl en zijn allesverterende schaakliefde, die zijn andere passies zoals theater, literatuur en muziek altijd op de achtergrond drong. Maar ook wie geen paard van een loper kon onderscheiden, had bij Tal het gevoel dat hij een genie ontmoette, iemand met enorme eruditie, een briljante conversatie en in zijn gloriejaren een bijna demonische energie, al was hij altijd de vriendelijkheid zelve.
Onlangs kwam bij de uitgeverij Elk and Ruby, die veel Russische schatten voor ons opent, het boek Checkmatevan Sally Landau uit. Het verscheen in het Russisch in 1998. Sally Landau was een succesvolle zanger, danser en pianist toen ze Tal ontmoette. Ze was met hem getrouwd van 1959 tot 1970, maar in zekere zin bleef ze altijd zijn vrouw. Ze deden elkaar pijn tijdens hun huwelijk, met ontrouw van beide kanten. Voor Tal was dat heel gewoon, hij kon niet zonder vrouwelijke bewonderaars.
Tal was onwerelds. Hij wist niet hoe hij het gas moest aansteken als zijn ouders niet thuis waren. Landau schrijft dat hij een keer klaagde over een vreemde pijn in een voet, en toen zag ze dat hij al de hele dag twee rechterschoenen aan had. Ze hielden van elkaar tot het eind. Tal bleef opbellen, waar hij ook was, vaak vroeg hij of ze wilde komen en vaak deed ze dat ook. Toen Sally na haar emigratie met een andere man trouwde, was dat iemand wiens grootste wens het was om Tal te ontmoeten en met hem te schaken. Die man en Tal werden vrienden, zoals Sally bevriend raakte met Tals latere vrouw Gelia. Toen hij stierf bleven ze op de begrafenis in Riga samen verweesd achter. Het boek van Sally Landau verandert ons beeld van Tal niet, maar het verrijkt het zeer. Ik vond het erg ontroerend.
Michail Tal – Dragoljub Velimirovic (Joegoslavië-Sovjet Unie, Teslic 1979)
1. c4 c5 2. b3 Pc6 3. Lb2 e5 4. g3 d6 5. Lg2 Le6 6. Pc3 Dd7 7. Pf3 Lh3 8. Lxh3 Dxh3 9. Pd5 Dd7 10. e3 Pce7 11. Pc3 Pf6 12. 0-0 e4 13. Pg5 d5 14. cxd5 Df5
Partij in de viewer:
Firouzja (15)met grote stappen op weg naar de internationale schaaktop
Het Reykjavik Open is een evenement om van te houden. De sfeer is gemoedelijk en de ¬IJslandse toeschouwers zijn -deskundig en enthousiast. Zelden valt iets aan te merken op de organisatoren die flexibel met de regels omgaan als dat -wenselijk is. Zo gold in het toernooi in 1986 een rookverbod voor alle deelnemers met uitzondering van oud-wereldkampioen Michail Tal. Een bijzondere attractie is de traditionele pubquiz met uitsluitend vragen over de cultuur en geschiedenis van het schaakspel. Wie zijn kennis wil testen kan terecht op de toernooisite (reykjavikopen.com) voor de vragen en antwoorden van dit jaar. Als u weet dat de ontregelende, soms zelfs door topspelers in online 1 minuut-vluggertjes gekozen opening 1. e4 e5 2. Ke2 Bongcloud heet, bent u op weg naar een goede score.
In het toernooi (niet de quiz) eindigden acht spelers bovenaan met een score van 7 uit 9. De Roemeen Constantin Lupulescu, die de sterkste tegenstand had ontmoet, werd tot winnaar uitgeroepen nipt voor de 15-jarige Alireza Firouzja. Deze jongen uit Iran is met reuzenstappen op weg naar de top. Hij behaalt dit jaar het ene voortreffelijke resultaat na het andere met als uitschieters zijn overwinning in het nationaal kampioenschap en een topscore van 7 uit 9 in het WK voor landenteams. Het zou gepast zijn een overwinning van Firouzja te laten zien, maar helaas was zijn boeiendste partij in Reykjavik de ¬nederlaag die hij leed tegen de toernooiwinnaar.
Firouzja–Lupulescu (Reykjavik 2019)
1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Pf6 4. e5 Pfd7 5. f4 c5 6. Pf3 Pc6 7. Le3 Le7 8. Dd2 0-0 9. dxc5 Da5 10. 0-0-0 b6 11. Lb5 Pb4 12. a3 bxc5!
Een uit de praktijk bekend stukoffer. Firouzja hoopt het te weerleggen, maar komt bedrogen uit. 13. Lxd7 Lxd7 14. axb4 cxb4 15. Pb1 Tfc8 16. Pd4 Da2 17. f5 De enige kans. Als wit afwacht, versterkt zwart zijn aanval met a7-a5-a4-a3. 17 … exf5 18. Thf1 a5 19. Pxf5 Lxf5 20. Txf5 a4 21. Ld4 a3 22. e6 f6 23. Dd3 b3 24. Tf2 Ta4 25. c3
Partij in de viewer:
EK-vrouwen
Over een paar dagen loopt het EK-vrouwen af in de Turkse plaats Antalya. Helaas was er dit keer onder de 130 deelnemers geen vertegenwoordiger van Nederland. Dat heeft te maken met het beleid: als er geen reële kans is op een podiumplaats dan wordt er geen spaarzaam geld uitgegeven. Om te trainen zijn er inderdaad goedkopere manieren. Hopelijk krijgen we op termijn weer een kanshebber want bij het komende NK in juni zal de elfjarige Machteld van Foreest debuteren. Een gedurfde actie van de KNSB en ook al is het nu nog net te hoog gegrepen, het is wel een uitgelezen podium om te leren. Op papier was bij aanvang van dit EK de Russische grootmeester Alexandra Goryachkina favoriet, zij steekt met Elo 2530 ver boven de rest uit. Maar in de eerste ronde ging het bijna mis.
De Spaanse Monica Ruiz heeft slechts een Elo van 2280 maar in deze partij bepaalde zij de zaken. Zwart staat gewonnen. Na het voor de hand liggende 44.Tbb7 Pxf4+ 45.Kf2 Pxh3+ 46.Kg3 Tf8 heeft zwart het makkelijk. Daarom zet wit een val. 44.Pg5! Pxb2? En ze trapt erin! Zwart houdt het winnende voordeel vast met 44…Pxf4+ 45.Kg1 Kf6 46.Pxf7 Thxh3! 47.Teb7 Tag3+ 48.Kf1 Tf3+ 49.Kg1 Thg3+ 50.Kh2 Txg4 en om het mat op h3 te voorkomen moet wit gaan voor 51.T7b3 Txb3 en Pf7 valt. Zo’n variant moet je wel goed doorrekenen maar feitelijk is er geen keus want nu volgde 45.Txf7+ Kg8 46.Tb7 Pd3 47.Tb8+ Kg7 48.Tb7+ met remise want met 48…Kh6 49.Pf7+ Kg7 50.Pg5+ kom je ook niet verder.
In de tweede ronde trof Goryachkina de nog zwakkere Servische Marina Gajcin (Elo 2250) en weer kwam ze niet verder dan remise. Op de helft van het toernooi, na 5 ronden, waren er twee koplopers met 4,5 punt: de Française Pauline Guichard en de Russin Alina Kaslinskaya. Alina kreeg haar punten soms wel heel beleefd aangeboden.
Sabrina Gutierrez is een Spaanse Meester (Elo 2390). Zij heeft de opening goed behandeld maar moet nu gevaar voelen. Bijna alle zwarte stukken staan gericht op Kc1 dus wit moet hier verder gaan met 19.Txe6 fxe6 20.Lc4 Txb4 21.Lxe6+ Kh8 22.Lb3 Txb3 23.cxb3 Dxb3 24.g5 Dc4+ 25.Kb1 Ld4 26.Lxd4 met licht voordeel. Het gaat echter rap mis na 19.b5? axb5 20.g5 Lxb2+! 21.Kxb2 b4 22.Tg3 bxa3+ 23.Ka1 a2 24.Dc3 Dxf4 25.Tf3 Tb1+ wit loopt mat en gaf dus op.
De meeste indruk maakte Guichard. Zij speelt fris, aanvallend spel en werd daarvoor beloond.
Zwart moet hier eigenlijk remise forceren met 51…Dc2+ 52.Kg1 Dc4 53.Dd1 a2 54.Dh5+ met eeuwig schaak. Zwart neemt vanwege de tijdsdruk een groot risico: 51…Dc4?! 52.De3? Nu staat zwart wel gewonnen. Na 52.Dxc4 bxc4 53.e6 fxe6 54.fxe6 Kg7 55.e7 Kf7 56.Lf1 c3 57.Ke3 wint wit! 52…Dc2+ 53.Kf3 a2 54.Dd4 Db3+ 55.Kf2 Dc2+ 56.Kg1 Ook 56.Kf3 Da4 57.Da1 Db3+ duurt niet lang meer. 56…Dc1+ 57.Kh2 a1D 58.Dxh4+ Dh6 59.De4 Da4 en wit gaf op. In de zesde ronde spelen de koploopsters tegen elkaar, dat zou wel eens een cruciale partij kunnen zijn. Volgende week de terugblik.
Partijen in de viewer:
Het is natuurlijk altijd de vraag hoe groot de invloed is van een coach op de prestaties van team of speler. Toen Nederland in 1988 het EK won en coach Michels bejubeld werd, sprak een kennis: ‘Met mijn schoonmoeder als coach waren ze ook kampioen geworden.’ Hoe dan ook, in het mooi uitgevoerde boek van Vladimir Tukmakov, Coaching the Chess Stars, verschenen bij Thinkers Publishing, krijgen we een kijkje achter de schermen. Tukmakov werd geboren in Odessa in 1946, toen Sovjet-Unie en nu weer Rusland. Hij beschouwt zich als Oekraïens grootmeester. Hij was coach van het team van Oekraïne toen ze goud wonnen in 2010 en 2004. Hij coachte ook veel grootmeesters bij het voorbereiden voor toernooien, bijv. een wereldkampioen als Karpov, maar ook diens ‘vijand’ Korchnoi. Wat zijn de taken en bezigheden van een teamcoach voor de wedstrijd? Anders dan bij voetbalcoaches kan hij zich niet met de partij zelf bemoeien. Ook Giri komt in beeld, die onderdeel was van het SOCAR-team (grootmeesters leven van meedoen in ‘clubteams’, soms meerdere keren tegelijk in één week, zoals in ons land het Spakenburgse En Passant en hier gaat het om de State Oil Company Azerbeidzjan Republic) en daarbij de volgende prestatie leverde:
Giri-Bartel
1.Pf3 d5 2.d4 a6 3.Lg5 c6 4.e3 Db6 5.Ld3! Dxb2 als altijd consequent maar gewaagd 6.Pbd2 Da3 7.0-0 Lg4 beter Pf6 8.Db1! fraaie oplossing b5 9.c4 Lxf3 10.Pxf3 dxc 11.Lxc4 e6 (bxc4 12.Db7) 12.e4 Le7 13.Lc1 Da5 14.d5 exd5? (beter cxd5 want dan moet wit Lb3 spelen omdat exd 15..bxc een stuk kost) 15.exd Pf6 16.d6! offert een tweede pion voor de aanval 16..Lxd6 17.Te1† Kf8 18.Df5! Pbd7 19. Lxf5!! Pe5 (19..Kxf7 20.Pg5† Kf8 21.De6†) 20.Txe5 heerlijk spelen, zo’n stelling Lxe5 21.Lb3 Te8 (21..Lxa1 22.Dc5† en de slachting begint) 22.Le3 b4 23.Lf4 en zwart gaf op.
Zeker voor iedere trainer is het boek vol waardevolle informatie, Tukmakov legt alles helder uit. Wat doe je wanneer je als schaker verliefd bent op de Franse opening en die liefde met anderen wilt delen? Dan schrijf je een boek en dat deed dus IM David Miedema: The Modernized French Defense, Volume 1, Winawer, eveneens verschenen bij Thinkers Publishing. Er gaan dus nog meer delen volgen, met dank aan de Beste Zet.
De Winawer begint als volgt: 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Lb4 en daarna heeft zwart de keuze uit een aantal zetten waarbij vroeger de zet 4.Dg4 populair was. Miedema bespreekt in hoofdstuk 1 deze variant met als titel: de ongeduldige koningin. En als in hoofdstuk 6 de koningin op zet 5 naar g4 gaat, is het: de minder ongeduldige koningin. Zo hebben alle 16 hoofdstukjes een toepasselijke titel en gaat de lezer langs alle mogelijkheden na de eerste 3 zetten. Mede dankzij de razendsnelle ontwikkelingen van de schaakcomputer zijn heel wat varianten in een kwaad daglicht geplaatst, maar Miedema besteedt ook daar aandacht aan. Menige witspeler ziet na zijn 1.e4 liever 1..e5 of 1..e5, zeker na het verschijnen van dit boek en wat verder gaat komen. Een voortreffelijk leerboek.
Partij in de viewer:
Probleem 2729 is een driezet van Albarda:
Idee van Bosboom levert punt op na dertig jaar
Thuis een mooie zet bedenken die nog nooit iemand heeft bedacht, dat willen we allemaal. Grote vraag is dan: wanneer kun je hem toepassen? Wanneer krijg je de stelling op het bord? Dat kan wel dertig jaar duren, zoals bij Manuel Bosboom. Maar als het echt een mooie ontdekking is, dan vergeet je hem niet. De 56-jarige publiekslieveling van En Passant speelde vorige week in Bunschoten-Spakenburg tegen Het Witte Paard uit Sas van Gent. Zijn tegenstander, de 16-jarige Belg Warre de Waele, wist waarschijnlijk weinig van de reputatie van Bosboom als onnavolgbare schaakkunstenaar. Dertig jaar geleden logeerde Bosboom in Amsterdam bij zijn toenmalige clubgenoot Albert Blees. In het tijdschrift New in Chess zag hij een stelling waarvan hij dacht: dat kan ik beter. Hij liet het niet aan zijn vriend zien en dat was maar goed ook, want een week later kregen ze de stelling op het bord in de interne competitie van hun club Amstelveen. Blees ging direct in de fout en verloor. De partij kwam niet in databases terecht. Hoe zou het gaan als de tegenstander het goed speelt, vroeg Bosboom zich af. Het antwoord op die vraag kreeg hij na dertig jaar, namelijk vorige week. De veteraan trok zijn jonge tegenstander in het door hem bedachte moeras, waar de Belgische tiener nooit meer uit kwam.
De Waele-Bosboom
1.d4 d6 2.Pf3 g6 3.g3 Lg7 4.Lg2 Pf6 5.0-0 0-0 6.c4 Pbd7 7.Pc3 c6 8.e4 e5 9.h3 exd4 10.Pxd4 Da5 11.Te1 Pe5 12.Lf1
Wit moet c4 dekken, maar er ontstaat straks wel een gat op f3. 12…Te8 13.Le3 Le6 14.Pxe6 Txe6 15.f4 Pxe4
Mooie variant: 21.Txe6 Lxf2+ 22.Kxf2 Dc5+ 23.Kf1 Pg3+ 24.Ke1 Dg1+ 25.Kd2 Dxg2+ 26.Kc1 Txe6 en zwart heeft voordeel. 21.Pe4 Lxf2+ 22.Kxf2 Ph4 23.Kg1 Na 23.Lh1 Df5+ 24.Kg1 Txe4 25.Lxe4 Txe4 26.Txe4 Dxe4 is de witte koning gewoon te kaal. Bosboom geloofde niet in de witte stelling, zonder varianten uit te rekenen. Hij heeft trouwens ook gewoon veel pionnen. 23…Pxg2 24.Pf6+ Kh8 Wit geeft het op. Op z’n best blijft hij drie pionnen achter, maar zijn problemen zijn veel groter.
Partij in de viewer:
Voor beginners A7917
Voor gevorderden B7917
In de vorige afleveringen is er aandacht besteed aan het zogenaamde meerfasenspel in de tweezet. Aan de hand van de uitleg van de schaakproblemen uit het Winterdoeboek werden de termen schijnspel, verleiding en oplossing genoemd. Dit zijn de fasen van een probleem. We hebben gezien dat in het schijnspel en/of verleiding het spel flink kan afwijken van het spel na de sleutelzet. In het eerste probleem van de schaakpuzzel zagen we dat op dezelfde parades van zwart in het schijnspel en de verleiding en de oplossing steeds andere matzetten komen. Er is dus matverandering in de drie fasen van het probleem. Men noemt dit wel het Zagorujkothema, naar de Russische componist van die naam, maar veelzeggender is de benaming driefasenmatverandering. Er bestaan ook problemen met vier of meer fasen, zoals bij problemen met meerdere verleidingen. Het thema heet dan super-Zagorujko.
Vooruitlopend op het derde probleem van de schaakpuzzel wordt tweezet 946 geplaatst om op te lossen. De derde tweezet vertoont evenals tweezet 946 het klassieke Grimshawthema.
Ik word oud en begrijp de moderne tijd niet meer. Stel dat ik een jeugdlid op mijn schaakclub met zwart 1 d4 d5 2 Pf3 a6 3 Lg5 c6 zou zien spelen. Die zou ik na de partij toch even goed onder handen nemen. Hier (rubriek Bab Wilders) zie ik het een sterke grootmeester doen tegen de nummer 4 van de wereld, gelukkig met voorspelbaar resultaat. Bartel was geeneens de eerste; in 2012 won Shen ermee van Girya. Ze doen tegenwoordig maar wat.
Ik heb de 15-jarige GM Alireza Firouzja met veel aandacht gevolgd en ik zag hem niet alleen met mooi aanvalsspel winnen, maar ook op professionele wijze eindspelen afnemen van geroutineerde grootmeesters. In zijn partij tegen Lupulescu wist hij zich er bijna nog uit te redden, maar in vliegende tijdnood greep hij mis. Is hij al zo sterk als Fischer, die zich als 15-jarige plaatste voor het kandidatentoernooi van Bled in 1959?
Misschien nu ook al net zulke merkwaardige fratsen als Fischer? In Open Grenke dit weekend: komt niet opdagen in ronde 3 en laat in ronde 4 tegen een 1900 speelster een toren instaan. De overige 7 partijen wint-ie dan wel weer:
www.grenkechessopen.de/en/beitraege/138-gm-aleksander-indjic-takes-sole-lead-at-the-conclusion-of-day-3
en
chess-results.com/tnr433333.aspx?lan=0&art=9&fed=IRI&flag=30&snr=4
Hij kon ronde 3 niet spelen zonder thuis in grote problemen te komen. En blunders maakt iedere schaker wel eens. Vreemde woordkeuze om dat “net zulke merkwaardige fratsen als Fischer” te noemen.
Zie en.chessbase.com/post/iranian-gm-alireza-firouzja-forfeits-game-due-to-opponent-or-bronstein-s-israeli-nationality-at-grenke-chess-open. Het is af en toe niet eenvoudig om Iraniër te zijn. In de jaren tachtig was schaken zelfs helemaal verboden, en de positie ervan is nog steeds niet zeker. Als 15-jarige ga je misschien tegen erg veel dingen in, maar er zijn grenzen.
Bab Wilders schrijft dat Odessa in Rusland ligt..
Hans Boehm schrijft over het EK dames dat de KNSB alleen de deelname van speelsters financiert als ze een reële kans hebben op een podiumplaats. Ik weet niet of dat zo is. Bij de heren is het beleid dat je alles zelf moet betalen.
Bab Wilders vermeldt niet expliciet dat Tukmakov een aantal jaren de schaaktrainer van Giri was, maar wel dat hij uit de Oekraïne komt. Dat Rusland moet een vergissing zijn.
Ik ben benieuwd naar het boek van David Miedema, want het Frans zie ik veel minder vaak gespeeld dan vroeger. Botwinnik speelde de scherpe Winawer regelmatig met zwart in zijn WK-matches tegen Smyslov van 1954 en 1957. In zijn eerste partij tegen uitdager Tal in de WK-match van 1960 kwam Tal met wit met een nieuwtje, waarna Botwinnik in de heel scherpe verwikkelingen ten onder ging. Daarna koos Botwinnik met zwart vooral voor de Caro-Kann. Ook Uhlmann was een specialist van het Frans. Is er iemand die weet waarom het Frans nog betrekkelijk weinig gespeeld wordt of is mijn indruk onjuist?
@wimw
Bij de hedenhaagse grootmeesters wordt de Franse verdediging inderdaad minder vaak gespeeld, met een uitzondering van GM Georg Meier die bijna alleen maar Frans lijkt te spelen. GM Tiviakov heeft het ook op zijn repertoire staan. Vele jaren terug had ik de indruk dat alle leerlingen van Dvoretsky, zoals Yusupov, Dolmatov,Dreev, alleen maar Frans speelden. Inmiddels zijn allerlei GMs, ook waar je het niet van verwacht, de Spaanse Berlijnse muur, gaan spelen. Het lijkt wel verplichte kost. Je noemt Botvinnik, maar er was ook Viktor Korchnoi die Frans speelde.