Magnus Carlsen: Ik ben niet ’weird’
Voordat Magnus aan het Norway Chess toernooi begon had hij eerst nog twee lucratieve schnabbels. Eind mei waren Anand, Liren, Karjakin en Carlsen als Chess Stars te gast bij Lindores Abbey Distillery in Schotland. Het was 500 jaar geleden dat de monniken in de tegenover gelegen abdij, waarvan nu alleen de resten nog over zijn, voor het laatst schaak hadden gespeeld en dit wilde men weer in ere herstellen. De distilleerderij is nieuw.
Dit tweedaagse gelegenheidstoernooi werd, hoe kan het ook anders, een prooi voor Carlsen. De hoofdprijs was een full barrel of Scotch Whisky! Dit was alweer zijn vijfde hoofdprijs dit jaar.
Voor hij naar Lindores ging maakte hij een tussenstop in Kopenhagen waar hij te gast was van Energi Danmark. Sinds zijn wereldkampioenschap in 2013 was Carlsen niet meer in Denemarken geweest. Hij speelde twee partijen tegen het 14-jarige Deense talent IM Jonas Suhl Bjerre en een simultaan tegen 24 genodigden. Hij won alles. Tussendoor gaf hij een uitgebreid interview aan Peter Lund Madsen, een geheugenexpert, auteur en presentator. Madsen wilde alles weten over hoe Carlsen denkt, plannen maakt etc.
Bron: Video
Carlsen had zin in dit interview en hij nam er ruim de tijd voor. Sommige vragen waren al meer dan duizend keer aan hem gesteld, dat kon je soms aan zijn antwoorden merken. Voor Carlsen-volgers was er weinig nieuws maar zijn directe en eenvoudige manier van antwoorden is bijzonder. Hij blijft zichzelf en hij speelt geen toneel.
Lange termijn strategie en planning
Magnus gelooft niet in lange termijn strategie en planning. Zijn strategie is simpel en bestaat uit slechts twee woorden- schaakmat zetten- ingewikkelder is het niet. Ieder moment in de partij moet je de stelling opnieuw beoordelen, je niet laten verrassen door tactische wendingen en steeds je plannen aanpassen aan de nieuwe situatie op het bord. Net als bij het schaken moet je je in het gewone leven ook steeds aanpassen, zeker als het niet gaat zoals je dacht.
En net als in mijn gewone leven maak ik alleen maar korte termijn plannen. Wat ik na het schaken zal gaan doen dat zie ik dan wel weer, daar houd ik mij nu niet mee bezig.
Hoeveel zetten vooruit denken?
Carlsen gelooft niet zo in veel zetten vooruitdenken. Er zijn te veel mogelijke zetten. Voor hem is belangrijker het herkennen van patronen op het bord. Patronen die hij geleerd heeft in vele jaren spelen, analyseren en studeren. Dit geldt ook voor zijn gespeelde partijen, hij kent niet meer alle details en alle zetten uit het hoofd maar hij weet nog wel de patronen en hoe de partij op hoofdlijnen verliep.
Een bijzonder geheugen?
Carlsen vindt niet dat hij een bijzonder geheugen heeft. Dit leek anders toen hij jong was en zijn brein nog in ontwikkeling was. Hij leerde toen veel uit zijn hoofd maar nu hij terugkijkt, ging het toen om informatie die vrijwel nutteloos was. Een vraag was of hij zich zijn eerste schaakpartijen nog goed kon herinneren? ‘Nee’, zei Magnus. ‘Dat komt omdat er geen lijn zat in de soms chaotische en willekeurige zetten op het bord. Die onthoud je niet. Pas toen ik goed kon schaken, zo rond mijn 11de, begon ik mij mijn partijen te herinneren’. Op de vraag of hij zich zijn beste partijen nog herinnerde was het antwoord ook ’nee’. ‘Zijn slechtste partijen herinnerde hij zich wel. Zo werkt het nu eenmaal bij mij’, zei hij, ‘en niet alleen bij mij’.
‘Ook bij simultaans ontdek je vrij snel aan de patronen wie goede en minder goede schakers zijn. Dat komt goed van pas bij het indelen van je tijd. De goede schakers vragen meer aandacht’.
Altijd willen winnen?
Het is bekend dat Carlsen alleen maar meedoet om te winnen, hij haat verliezen. Vroeger wilde hij ook altijd winnen ongeacht aan welk spel hij meedeed. Hij begon met schaken omdat hij van zijn oudste zus wilde winnen. Zij was serieus bezig met schaken en vader Carlsen gaf haar les. Vader Carlsen zelf is een verdienstelijk amateurschaker. Hij wilde ook de jonge Magnus helpen bij het leren schaken maar hij had de moed al snel opgegeven. Magnus ging alleen verder met de schaakboeken en -magazines van zijn vader. In de huiskamer had Magnus een aparte tafel waaraan hij vaak alleen at. Hij vond het tijdverspilling om alleen maar te eten, hij moest daarbij een comic lezen of een schaakboek of schaakspelen. Het boek van de Deense grootmeester Bent Larsen over het vinden van een plan was een van zijn populaire oefenboeken. Ook speelde hij vaak tegen zichzelf.
Schaken tegen de computer?
Carlsen heeft niets met schaken tegen de computer. Hij vindt het, alhoewel computers zeer sterk zijn, maar domme apparaten. Computers hebben geen plan en geen intuïtie. En omdat hij wil winnen schaakt hij niet tegen de computer want dan verliest hij altijd en daar kan hij niet tegen. Als je van het ding verliest krijg je het gevoel dat je dom bent en niet kunt schaken. En dat gevoel wil je niet te vaak hebben. Voor Carlsen is schaken een strijd tussen twee menselijke breinen. Bij de vraag of schaken een sport, een kunst of een wetenschap is antwoordt Magnus gedecideerd dat het voor hem ‘een sport is en niets meer’.
Hoelang doorgaan?
Aan de orde kwam de gemiddelde leeftijd om mee te kunnen blijven doen in de wereldtop. De afgelopen eeuw is dit gemiddelde aanzienlijk gedaald. Carlsen houdt in 2019 de marge aan van 25 tot 35 jaar, ook vergelijkbaar met voetbal en andere fysieke sporten. Hoe lang hij zelf wil doorgaan weet hij nog niet. Wel heeft hij voorwaarden. Hij moet plezier in het schaken houden, gemotiveerd zijn om het nodige werk te doen en in de wereldtop kunnen blijven meedoen. Onder deze omstandigheden hoopt hij nog 10 jaar te kunnen doorgaan.
Ik ben niet ‘weird’
Magnus is van mening dat hij niet bijzonder is, hij vindt zichzelf een gewone Noor die toevallig goed kan schaken door er, naast enig talent, erg hard voor te werken. Als sommigen vinden dat hij wel ‘weird’ is, is dit hem niet opgevallen. Hij heeft een normale jeugd gehad, veel gevoetbald en andere dingen gedaan. Zij ouders hadden hem al vroeg ingeprent dat videogames spelen niet zinvol was. Hij wilde wel altijd bezig zijn en geen tijd verspillen.
Naar aanleiding van een vraag van Lund over de Scandinavische cultuur ging het interview verder in de Noorse en Deense taal. Zie hieronder het hele interview.
Norway Chess/ Grand Chess Tour
Na Kopenhagen ging hij terug naar Noorwegen om te relaxen en zich voor te bereiden voor Norway Chess met een nieuwe formule die hem op het lijf geschreven was. We weten inmiddels dat hij ook Norway Chess heeft gewonnen, zijn zesde hoofdprijs dit jaar.
Zijn volgende grote uitdaging wordt de Grand Chess Tour in Zagreb (Kroatië) dat volgende week start met Caruana, Ding Liren, Giri, Mamedyarov, Nepomniachtchi, Vachier-Lagrave, Anand, So, Aronian en Nakamura. Zou hij zijn rating van 2872 in dit toernooi met klassiek schaak kunnen verbeteren en dicht de 2900-grens gaan naderen? Dit is niet eenvoudig. Remises kosten hem ook punten en moeten worden gecompenseerd met winstpunten, om over verliespartijen maar te zwijgen.
Interessant voor ons wordt zijn partij tegen Anish Giri, het wordt tijd dat Anish weer eens van hem wint. Na dit toernooi moet Anish direct door naar Riga voor de tweede Grand Prix Series Knockout 2019. Om te trachten een ticket te bemachtigen voor het kandidatentoernooi in 2020. Zie ook: Veel spektakel op weg naar het WK Schaken 2020!
Goed dat dit interview aan de Nederlandse schakers wordt aangeboden en heel leuk er op schaaksite in dit verslag over te lezen. Wel fronste ik mijn wenkbrauwen, toen ik las dat Carlsen sinds het winnen van de World Cup in 2013 niet meer in Denemarken was geweest. Ik denk dat bedoeld wordt: na het behalen van het wereldkampioenschap in 2013, want de World Cup heeft Carlsen nog niet gewonnen. De World Cup van 2013 was in Noorwegen en werd gewonnen door Kramnik.
Is eerlijkheid nu juist niet de aantrekkingskracht van een strikt reglementair spel als schaken ? En zijn er al niet genoeg lieden die hun bedenkelijke handel en wandel pogen te maskeren door zich te verbinden met ons spel ? Ik ben alleen maar erg blij met een eerlijke wereldkampioen, de beste ambassadeur die ik me kan voorstellen.
Ach ja, de prijs van alles kennen maar de waarde van niets.
Een prachtig interview met Carlsen! Wat betreft schaken tegen de computer: daar heeft hij natuurlijk helemaal gelijk in. Het is zinloos, want zelfs Carlsen zou (vrijwel) alles verliezen.
Maar daar heb ik wel een aanvulling op, die ik zou willen noemen: schaken met de computer. Het is het oude idee van schaken met een voorgift.
Als je bijvoorbeeld tegen Stockfish wil spelen, begin dan met het weghalen van de dame bij Stockfish in de beginstelling. Probeer nu van Stockfish te winnen:
– Lukt dat niet? Haal dan nog een stuk of toren weg in de beginstelling en probeer te winnen in de volgende partij.
– Lukt het wel? Zet de dame dan terug en haal dan bijvoorbeeld de toren weg. Probeer nu weer te winnen.
Het aantal mogelijk variaties van de voorgift is groot. Een stuk, twee stukken, een stuk en twee pionnen, etc.
Dit is best aardig om eens te proberen. En er zit ook wel enig nut achter, namelijk het leren te winnen van een gewonnen stelling. Ook in een echte partij kom je wel eens een stuk voor, maar dat is, weet iedereen, nog niet hetzelfde als de partij ook daadwerkelijk winnen. Maar dat kun je dus trainen met een computer.
@wimw
Het bericht had ik overgenomen van een Deense nieuwssite, die mogelijk geen onderscheid tussen World Cup en Wereldkampioenschap maakt. Geen excuus, ik had even moeten controleren. Aangepast. Dank voor je reactie.
@Jaap Amesz
Ik waardeer en respecteer de wijze waarop Magnus de gestelde vragen beantwoordt. Dit staat geheel los van financiële belangen vind ik. Wij hebben zijn ontwikkeling van dichtbij meegemaakt sinds zijn winst in de C-groep in Wijk aan Zee. Naast enig talent heeft hij er hard voor gewerkt en zijn positie in het schaken meer dan verdiend. Ik heb nooit de indruk gekregen dat Magnus zelf erg met geld bezig was.